N». 2396. Donderdag 15 September 1910. 24"'" J aar gang. Nieuws- en Advertentieblad. Van week tot week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor db Burg 30 Cis. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der uitgave Prijs der Advertentiën. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADYEKTENTIEN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Te xe n. HERHALINGS ONDERWIJS. Burgemeester od Wethouders van Texel maken bekend dat vanaf 1 October tot en met de maand Maart a.s. in deze gemeente gelegenheid zal bestaan tot het ontvangen van herhalings-ondei'wijs, welk onderwijs zal worden gegeven op Woensdag en Zaterdag van iedere week van des namiddags 2 tot 4- uur, op de O L. scholen te den Burg, Oosterend en de Cocksdorp, terwijl die gelegenheid op de overige O-L. scholen eveneens wordt opengesteld wanneer zich aldaar minstens zes leerlingen hebben aangemeld. Ouders of verzorgers, die hunne kin deren het herhalings-onderwijs willen doen volgen, zijn verplicht daarvoor aangifte te doen bij de hoofden der O. L. scholen tusschen 15 September en 1 October a. s. onder duidelijke opgave hunner naam en woonplaats, alsmede de juiste namen hunner kinderen of pupillen en onder overlegging van het vaccine- bewijs. De leerlingen mogen den leeftijd van 16 jaren niet hebben overschreden bij den aanvang van den cursus, alzoo op den len October. Het schoolgeld bedraagt 1 0,40 per leerling en per maandvoor meerdere leerlingen uit hetzelfde gezin, die gelijk tijdig het herhalingsonder wijs volgen, bedraagt voor iedere leerling het school geld f 0.20 per maand. Voor minver mogenden is de helft van de hiervoren genoemde bedragen verschuldigd, terwijl bedeelden en zij die, hoewel niet bedeeld onvermogend zijn, van de betaling van dit schoolgeld zijn vrijgesteld. Burgemeester en Wethouders beslissen wie ten aanzien van de hierboven ge noemde bepalingen als minvermogend en als onvermogend zijn te beschouwen. Texel 9 September 1910. Burgem. en Weth. voornoemd, •T. S. DIJT, Loco B. RUIBING, Secretaris. 310 Sept. Ons landje wordt in den laatsten tijd nogal eens de eer aangedaan besproken te worden in de groote buitenlandsche pers. Met name hebben in de afgeloopen week enkele Engelsche bladen zich met ons bezig gehouden. Niet doordat de een of andore Engelsche toerist allerlei moois verteldo van onze mooie luchten, van onze boter en kaas, van Volendam en Marken, doch wel doordat men het nogal druk had over de strategische ligging van ons land, over onze verdediging werken langs de kust etc. In Engeland slaat men, zooals de lezer weet, met groot wantrouwen alles gade wat Duitschlnnd op het gebied van vloot, bouw etc. onderneemt. Zoo ook de nieuwe versterkingen die ei in den laatsten tijd op de Noordzeekust door Duitschland aange bracht werden. Mede tengevolge van de arrestatie van twee Engelschen op het eiland Borkum, die verdacht werden van spionage, zond het Londensche blad de „Daily Mail" een reporter op het pad om eens een onderzoek naar een en ander in ta stellen en dan tevens ook eens wat aandacht aan Holland te wijden. Nu, de bedoelde correspondent heeft zich van zijn taak gekweten en zijn blad van heel wat copie voorzien zelfs teekende hij er kaarten voor van Nederland, België en Oostfriesland en hij komt tenslotte tot de conclussie dat Duitschland bezig is in alle stilte een nieuwe sterke basis voor zijn vloot in gereedheid te brengen. Die nieuwe vlootbasis moet dan Emden zijn, de aan de monding van de Eems gelegen havenstad in Oost-Friesland. Tot dusver was Emden alleen een station voor torpedo booten, doch de Duitsche Regeering zou thans in stilte bezig zijn er een oorlogs haven van den eersten rang van te maken. De in den laatsten tijd aangebrachte ver sterkingen op Rottum en Borkum moeten de haven beveiligen. Doch niet alleen daarop vestigt de Engel sche journalist de aandacht. Ook ons land valt de eer, van een bespreking te beurt. Maxwell wees er op, dat een onzijdig Nederland voor Engeland van het hoogste belang is, of dat Engeland ons land als bondgenoot moet hebben, vooral indien ook Frankrjjk aan de zijde van Engeland in den oorlog wordt betrokken. Een schending der nationaliteit zou van Engelsche zijde niet te wachten zijn. Duitschland echter heeft het hoogste belang bij een schending van Nederland's onzijdigheid, omdat door het bezit van de Nederlandsche kust zijn operatiebasis belangrijk zou worden uitge breid. Waar nu Nederland geheel haast voor Duitschland open ligt m. a. w. Duitschland een voortdurende bedreiging voor Holland is, daar doen de Nederlanders volgens Maxwell alles wat maar mogelijk is om de Duitschera tot vriend te houden en ze zullen nu ook al overgaan om op een wenk van den Duitschen Keizer d6 kustverdediging in een beteren staat te brengen. Ook enkele andere Engelsche bladen gaven dergelijke beschouwingen ten beste, die in Engeland wel met graagte gelezen zullen worden ofschoon men in Duitschland er den spot mee drijft en onze bladen zich er nauwelijks warm over maken. o—o—o- De Engelsche bladen hebben het bovendien nogal druk overeen spionage geschiedenis. Het geld nu niet de beide landslieden die te Borkum gearresteerd werden door de Duitsche militairen en tegen wie ernstige verdenking van spionage schijnt te bestaan doch een te Portsmouth gevangen genomen Duitsche officier, die onder verdenking staat als spion te zijn opgetreden. Deze officier, luitenant Siegfried Helm van de pioniers te Mainz, werd gearresteerd door het verraad van zijn hospita, aan wie hij eenige te6keningen van een fort had laten zien. De juffrouw kreeg achterdocht, waar schuwde een officier en de rest is bekend. Luitenant Helm werd in het bezit van teekenicgen van wallen en forten bevonden en de Engelsche bladen hadden stof tot het houden van beschouwingen, waarin de Borkumer spionage niet vergeten werd en waarin men liet uitkomeu dat een goede vangst gedaar. was. Achteraf gezien, blijkt dit laatste even wel nog niet zoo vast te staan en het vermoeden wordt met den dag sterker dat de Engelschen revanche hebben willen nemen, mogelijk ook dat ze invloed willen uitoefenen op het lot dat de te Borkum gevangen genomen Engelschen wacht. Na alles wat thans reeds over de zaak bekend is, lijkt het bestaan van spionage in dit geval haast uitgesloten, 't Is tenminste al zeer zonderling dat luitenant Helm niet vermomd, doch in zijn uniform te Ports mouth vertoefde. Had hij werkelijk willen spioneeren dan zou hij zulks wel achter wege gelaten hebben en bovendien zou hij ook wel niet de dwaasheid hebben begaan zijn teekeningen aan een Engelsche vrouw te laten zien. Bovendien de forten waarvan Helm teekeningen had vervaardigd bezitten al lang geen strategische waarde meer, het publiek loopt er bij langs op de wallen en op ansichten en sigarenzakjes vindt men er afbeeldingen van. Sommige Engelsche bladen gaan zelfs zoover dat ze spottender wijze voorstelden uitenant Helm een mooie serie ansicht kaarten met de afbeeldingen der forten cadeau te geven, die veel beter zijn dan zijn teekeningen. Niettegenstaande dat all es houdt men luitenant Helm toch nog gevangen. Hij werd gebracht naar de gevangenis te Winchester waar hij het inmiddels heel goed heeft naar den vleeze en met onder scheiding behandeld wordt. De behandeling van zijn zaak zooals men weet doet men de rechtzaken in Engeland nogal vlug af is een week verdaagd en de Duitsche bladen meenen dat dit geschiedt is omdat de Engelschen willen afwachten wat de Duitsche rechters over de Borkumer spion nen zullen besluiten. Teekenend is het wel dat in verschillende Engelsche bladen het denkbeeld aan de hand wordt gedaan om luitenant Helm tegen de beide van spionage verdachte landslieden uit te wisselen, o—o—o Zooals de lezers zich zullen herinneren werd, reeds maanden geleden, de geheele parlementaire arbeid in Bohemen stop gezet en gelukte het nog steeds niet de parlementaire machine weder aan het draaien te krijgen. De verhouding tusschen de Duitschers en de Tsjechen is nog steeds even vijandig en als daarin geen veran dering komt, zal het een onbegonnen werk zijn den Boheemschen landdag weer bijeen te roepen. Intusschen wordt de toestand van 's lands financiën door dezen warwinkel er niet beter op en 't is met het oog daarop noodzakelijk dat de partijen hun eischen wat gaan matigen. De opperlandmaarschalk van Bohemen, prins Lobkowitz, heeft dan ook gemeend een poging te moeten wagen de Duitschers en Tsjechen wat dichter bij elkaar te brengen. Door hem zijn nu dezer dagen aan tien leden van iedere partij, die zitting in den landdag hebben, uitnoodi- gingen verzonden om samen een commissie te vormen tot het voeren van beraadsla gingen over den arbeid in den Landdag. De commissie zal nu mogelijk wel tot stand komen, doch of ze iets zal vermogen uit te werken is nog zeer de vraag. De Duitschers hebbeD althans reeds bij voor baat medegedeeld dat ze hun gedragslijn niet zullen wijzigen, zoolang hun bezwaren niet opgeheven zijn. De Tsjechen toonen zich wel bereid op enkele ondergeschikte punten wat toe te geven, doch in de hoofdzaken zullen ze wel even vast op hun stuk staan als de Duitschers. Veel hoop kan er dus niet voor een gunstig resultaat der commissie bemoeiingen gegeven worden. —o—o—o— De Balkan blijft nog maar steeds om de aandacht vragen, al is de toestand op het oogenblik ook vrij kalm. Het staat thans wel vrij zeker vast dat de Kretenzer Staatsman Venezelos z\jn be noeming tot lid der Grieksche Nationale Vergadering zal aanvaarden. Zooals rr -> weet hebben de mogendheden zich t deze benoeming niet verzet, doch als eisen gesteld dat Venezelos zijn waardigheid op Kreta neer zal leggen. Wat de gevolgen van een en ander zul len zijn zal de tijd moeten leeren. Intusschen de atmosfeer op den Balkan is verre van vertrouwbaar. Elke dag kan verrassingen brengen. Niet alleen wendt Turkije den blik wan trouwend naar het rijk der Hellenen, doch ook ten opzichte van Bulgarije houdt het een oog in het zeil. De Porte vertrouwd de Bulgaarsche regeering al evenmin als de Helleensche. Inzonderheid door de ge schillen omtrent Macedonië, dat al zoolang een recht wespennest is. De Bulgaren meenen dat de Turken wel wat bar optreden tegen de Bulgaarsche onderdanen in Mace donië. Ook fluistert men van een verbond tus schen Bulgarije en Griekenland tegen de Porte gericht Zuiver is de lucht dus allerminst. o oo— Oud-president Roosevelt, nauwelijks be komen van zijn lange snelheidsmarsch door Europa, heeft alweder de „loopschoenen" aangetrokken. Hij heeft een reis ondernomen door de Westelijke Staten der Unie en overal waar hij zich maar vertoonde liep de bevolking te hoop om Teddy geestdriftig te begroeten. En overal moest de oud president een redevoering afsteken. Het aantal hoorders dat in de verschillende steden en dorpen naar hem luisterde, vol bewondering, loopt dan ook in de honderd duizenden. De stations waar men Roosevelts- trein verwachtte werden de verzamelplaat sen van het publiek en al was het ook maar voor een oogenblikje, Roosevelt moest de schare toespreken. Op een klein station tusschen Cheyenne en Denver, waar zijn zijn trein heel in de vroegte 's morgens aankwam, zag hij zich genoodzaakt zoo uit zijn bed, nog in zijn nachtgewaad, de be volking toe te spreken, die op hem reeds te wachten stond. Onder deze waren natuur lijk ook een aantal fotografen, die de ge legenheid te baat namen, den ex-president in zijn nachthemd te kieken, een onbe scheidenheid waarover deze zeer verbolgen moet geweest zijn. In Buffalo kwam een stoet van 500 der aanzienlijkste burgers hem reeds 's morgens 6 uur van den trein halen, om met hem te ontbijten. En zoo zouden er meer intres- sante bizonderheden te vertellen zijn over deze reis van den oud-president. Teddy weet door zijn manier van spreken de schare voor zich te winnen. Zoo zeide hij in een redevoering te Chicago„Kinderen als ik hier ben, dan is het, omdat de leeuwen van Afrika geweigerd hebben, hun plicht te doen. De lieden van Wallstreet (waar de beurs van New-York staat) reken den zelfs op een rhinoceros, om hen van mij te verlossen. Hun hoop is verijdeld. Gij kent art. 1 van mijn geloofsbelijdenis: Ieder mensch, rijk of arm, met rechtvaar digheid te behandelen. Ik zal met ieder zijn die eerlijk is. Wanneer de rijke zijn rijkdom tegen den arme gebruikt, dan zal ik hem verpletteren als ik kan. Wanneer de arme wordt afgezet dan zal ik hem verdedigen Op het station te Dunkirk sprak Roose velt uit het portier van zijn spoorwegrijtuig. Hij was midden in zijn rede, toen de machinist van een naburigen trein met oorverdoovend lawaai stoom uitliet „Dat is het eenige, wat mij 't spreken belet", zeide Roosevelt, waarop de machinist ant woordde „Ik moet nu en dan wel eens wat stoom laten ontsnappen, evenals gij, Teddy". Intusschen, Teddy's tocht is weer een ware zegetocht. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1910 | | pagina 1