N°. 2406,
Donderdag 20 October 191(X
24ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland*
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per S maanden.
Voor de Bvrg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 nur op den dag der uitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer G Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
8—15 Oct.
't Was evenals in de voorafgaande ook
in de afgeloopen week op politiek en
parlementair gebied betrekkelijk kalm. De
bladen raken nu zoo langzamerhand uit
gepraat over de onderwerpen die in den
laatst.en tijd zoo in bijzondere mate de
aandacht opvroegen en waarvan de 40
millioen aanvrage zeker wel het belang
rijkste was. Het woord is nu aan onze
Volksvertegenwoordigers, want als dit
schrijven onder de oogen der lezeis komt
heeft de Kamer haar openbaren arbeid
aangevangen. Reeds in't begin der voorbije
week is de Kamer even voor 't voetlicht
geweest, n. 1. om den rooster der werk
zaamheden vast te stellen en daarbij is al
vrij vinnig over de 40-millioenenkwestie
gesproken. Het voornemen der regeering
om de kwestie voor alles te behandelen is
thans naar aanleiding daarvan zoodanig
gewijzigd dat den leden wat meer tijd tot
onderzoek zal worden gegeven.
Van een ander niet van gewicht ontbloot
feit, wenschen we nog even melding te
maken, n. 1. van de indiening van het
wetsontwerp inzake de eedskwestie. De
lezer weet tot welke rechterlijke uitspra
ken de eedsweigering in den laatsten tjjd
reeds aanleiding heeft gegeven en hoe
daaruit de noodzakelijkheid bleek van een
herziening van het eedsvraagstuk. We
hebben daarover destijds het een en ander
medegedeeld.
Thans heeft de regeering door het indienen
van een wetsontwerp getracht de eeds
kwestie voorloopig een stap nader tot de
oplossing te brengen. Het ontwerp is van
kleinen omvang en behelsd slechts een
4tal artikels, n. 1. de volgende
Artikel 1. Wanneer iemand ter nako
ming van een wettig voorschrift den eed
moet afleggen, zal hij onder het opsteken
van de voorste twee vingers van de rechter
hand uitspreken de woorden „Zoo waarlijk
helpo mij God Almachtig", tenzij hy aan
zjjn godsdienstige gezindheid den plicht
ontleent om dit op andere wijze te doen.
Artikel 2. Waar het geldt getuigen in
burgerlijke en strafgedingen, treedt voor
den in artikel 1 voorgeschreven eed in de
plaats een belofte, wanneer de tot de
eedsaflegging geroepene
a. behoort tot een kerk of kerkgenoot
schap, hetwelk het afleggen van den eed
verbiedt, of
b. niet behoort tot een kerk of kerk
genootschap en redelijke gronden opgeeft
waarom hij tegen het afleggen van den
eed bezwaar heeft.
Artikel 3. De in het voorgaand artikel
bedoelde belofte wordt afgelegd door het
uitspreken van de woorden „Dat beloof ik".
Artikel 4. Allo wettelijke bepalingen
betreffende de gevolgen, verbonden aan het
afleggen of weigeren van den eedzjjnvan
toepassing op de belofte, bedoeld in de
artt. 2 en 3.
Zooals uit deze artikels blijkt zal de
eedsdwang wat verminderd worden. Het
ontwerp is vergezeld van een uitvoerige
memorie van toelichting waarin de minister
er o. m. op wijst dat het wetsvoorstel niet
raakt de vraag, in hoeverre de eed in ons
recht moet worden behouden. Het beoogt
slechts te beantwoorden aan den eisch dat
bij de bestaande wetgeving op het punt
van den eed moet vaststaan en in welken
vorm de eed moet worden afgelegd en
welke personen, op grond van hunne bij
zondere omstandigheden, vrijheid moeten
hebben tot de keuze tusschen den eed en
de belofte, wanneer zjj in rechten zijn ge
roepen om getuigenis der waarheid af te
leggen.
Deze noodwet kan niet wachten op het
resultaat van het aanhangig onderzoek
betreffende het eedsvraagstuk in zijn alge-
meene beteekenis, waarbij aan de orde
komt do vraag, in welke gevallen de eed
in onze wutgeving behoort te worden
behouden of moet vervallen.
De Kamer zal dus door hot aannemen
van het ontwerp slechts een voorloopigo
beslissing nemen.
o—o o—
Van de buitenlandsche aangelegenheden
trokken ook do gebeurtenissen in Portugal
nogal zeer de aandacht, hoewel deze al
gaandeweg afneemt omdat er weinig bizon-
ders meer voorvalt.
Portugal is nog een republiek en zal het
voorloopig wel blij ven ook. De verwachting
dat het voor de republikeinen maar een
korte vreugde zou zijn is niet bewaarheid.
De rust in Lissabon keert gaandeweg terug
en in de provincie schijnt men niet eens
uit het kalme doen geraakt te zijn.
Ook voor interventie van buiten zal wel
geen vrees behoeven te bestaan, tenminste
als de afwikkeling der zaken rustig blijft
doorgaan. Meer en meer begint dan ook
de meening post te vatten dat het Portu-
geesche Koningshuis voor goed afgedaan
heeft.
Of het land onder den nieuwen regeerings-
vorm gelukkiger zal worden? Dat is een
vraag waarop de tijd het antwoord zal
moeten geven. "Waarschijnlijk evenwel, dat
dit wel het geval zal zijnin elk geval
veel slechter als het in de laatste jaren
was kan het al bijna niet.
—o—o—o—
De aandacht voor de opzienbarende
gebeurtenissen in Portugal begint nog maar
nauwelijks eenigermate te verzwakken of
nieuwe en ernstige gebeurtenissen, nu in
Frankrijk, komen onze belangstelling op-
eischen.
Daar toch brak vrij onverwacht nog de
reeds voorlang voorspelde en gevreesde
spoorwegstaking uit.
't Zal den lezer onzer overzichten bekend
zijn, dat het ond6r de spoorwegmannen
der Pransche republiek al lang niet recht
pluis was. Het giste overal.
De kwestie kwam ongeveer op het vol
gende neer. De beambten der drie parti
culiere spoorwegmaatschappen, vroegen
meer loon, verkorting van den arbeidsduur
en herziening van het dienstreglement. Zij,
d. w. z. de georganiseerden, riepen de hulp
van hun vakvereeniging in en deze, die
den langen naam van „Union des travail-
leurs des Chemins de fer de France de
ses colonis et pays de protectoraat" draagt,
wenschte de zaak met de directies te be
spreken. Deze weigerden evenwel elk opder-
houd omdat naar hun meening de lang-
namige vakorganisatie niet h6t recht had
zich als vertegenwoordigster der spoorweg
mannen aan te dienen, omdat zij niet meer
dan een vierde deel onder haar vaandel
heeft vereenigd.
Het gevolg dezer weigering was dat de
ontstemming nog toenam onder de beambten
en dat meer dan eens met een groote
algeme6ne spoorwegstaking gedreigd werd.
De directies bleven echter op hun stuk
staan en zelfs de tusschenkomst der
regeering vermocht niet daarin verandering
te brengen.
Sedert zijn er een paar maanden rustig
voorbij gegaan en de dreigementen van de
leiders der spoorwegmannen waren al haast
weer vergeten ook het dreigement dat
de staking uit zou breken op een oogenblik
dat er niemand aan denken zou. Thans is
echter de bedreiging volvoerd en is de
algemeene staking geproclameerd.
Op het oogenblik dat wij dit schrijven is
nog niet volkomen bekend in hoeverre- de
beambten gehoor hebben gegeven aan de
oproep hunner leiders, doch de staking is
uitgebroken en veroorzaakte vanaf Dinsdag
morgen reeds veel last aan directie en
regeeriug.
Het lijkt ons een heel waagstuk, haast
een roekeloos waagstuk, dat der beambten.
Van alle kanten zijn zij er tegen gewaar
schuwd.
.Allereerst vinden ze een groot aantal
ongeorganiseerden tegenover zich die zich
niet aan de proclamatie der vakorganisatie
gestoord hebben. Bovendien kondon de
directies, die voldoende met de toestanden
op de hoogte waren, vroegtijdig hun maat
regelen nemen. Fm wat zeker wel het
gewichtigste is de stakers hebben ook de
regeering tegenover zich. Reeds bij voorbaat
deelde deze onlangs aan de beambten mede
dat zij tegenover een staking strenge maat
regelen zou nemen en tevens alles zou in
het werk stellen om een geregelde treinen
loop te doen onderhouden.
Tot die maatregeleu blykt thans ook te
bekooren het in militairen dienst roepeu
van do stakende spoorwegmannen. De
oproepingsbriefjes lagen reeds gereed en
werden dadelijk bij het uitbreken der staking
verzonden. Bij honderden blijven de opge-
roepenen echter in gebreke aan hun plicht
te voldoen en wat de regeering met deze
„deserteurs" moet aanvangen weet eigenlijk
nog niemand.
Ook heeft de regeering het stakings
comité en andere propagandisten achter
de tralies gezet, omdat ze van meening is
dat het hier niet een gewone loonstrijd
maar een revolutionaire beweging betreft.
Op 't oogenblik dat wij dit schrijven ligt
het spoorwegverkeer op sommige lijnen
geheel, op andere gedeeltelijk stil en heerscht
er groote verwarring. Maar toch een alge
meen stopzetten van het verkeer is den
stakers niet gelukt.
't Is te hopen dat de strijd maar spoedig
eindigen mag en eenige hoop daarvoor
bestaat wel, omdat door tusschenkomst
der regeering de onderhandelingen tusschen
directies en personeel heropend zijn.
TEXEL, 19 Oct. 1910.
Wetsontwerp-Heemskerk.
De vrouwen baas
Een eigenaardige gewaarwording trof ons
mannen, toen wij Zondagavond het
Hotel „Texel" binnentraden, om de lezing
bij te wonen van mevr. Haver over het
wetsontwerp-Heemskerk, tot regeling
van de positie van vrouwelijke Rijks
ambtenaren en onderwijzeressen bij het
openbaar lager onderwijs.
Aan de stralende gezichten der aan
wezige dames konden wij merken, dat
het hen weldadig aandeed, thans in het
openbaar leven eens de eerste persoon
te zijn; minzaam begroetten ze ons op
hun terrein.
De vrouwen baas!
Yreeselijke gedachte! Voor ons, ge
huwde mannen, bekend met den grooten
invloed der vrouw in de samenleving,
niet zóó erg, toch deed het ons zeiven
een oogenblik verplaatsen in de positie
der vrouw en wij gelooven dat alleen
het bijwonen der vergadering op Zondag
avond zijn goede uitwerking op de
mannen niet zal hebben gemist.
Dat de vrouwen ook op dit terrein
van goed huishouden weten, bleek ons
al dadelijk, toen de presidente der afd.,
mevr. v. 't Hof, na een inleidend woord
en een welkom aan de aanwezigen,
voor ze het woord gaf aan de spreekster,
vanaf de bestuurstafel meedeelde, dat
slechts gedurende de pauze gelegenheid
zou bestaan voor consumptie, 6en, o. i.,
Z6er goede maatregel, omdat de aandacht
van het gesprokene niet wordt afgeleid.
De vergadering was goed bezocht; een
aandachtig publiek; mevr. Haver gaf
blijk de te behandelen stof meester(es)
te wezen; de zaakrijke rede boeide de aau-
wezigen van het begin tot het einde.
Het zou ons te ver voeren een geheel
verslag te geven van het behandelde,
genoeg zij het daarom, dat wij enkele
punten releveeren.
Mevr. Haver begon met te zeggen
dat het gevaar voor ongevraagd ontslag
aan gehuwde of huwende ambtenaressen,
niet zoo maar uit de lucht is komen
vallen.
Reeds geruimen tijd gingen van de
zijde der mannen stemmen op, zoodra
de vrouwen zich op hun terrein van
arbeid ging bewegen, in den geest van het
thans aangeboden wetsontwerp.
Spr. noemt jaartallen als 1900, congres
te Reims, 1902 werkliedenverbond,
spoorwegpersoneel enz. om iets langer
stil te staan bij het besluit van den ge
meenteraad van Veendam in 1904,
waarbij aan een onderwijzeres om re
denen van moederschap, ongevraagd
ontslag werd verleend, terwijl toen door
G-edeputeerde Staten dit besluit niet
werd goedgekeurd omdat de wet ontslag
om die reden niet toeliet, de Raad van
Veendam zich tot de Koningen wendde,
waarop bij Kon. besl. van 7 Dec. 1904
het besluit werd gehandhaafd.
Op die wijze ging spr. voort, bloem
lezing houdend, in 't licht stellend,
hoe onzeker sedert jaren de positie van
de huwende ambtenaressen geweest is
en hoe nu Minister Heemskerk door
aanbieding van dit ontwerp de kroon
op het werk dreigt te zetten.
Gedurende de pauze bestond er ge
legenheid zich op te geven om met de
spreekster van gedachten te wisselen,
waarvan door niemand werd gebruik
gemaakt.
Na de pauze toonde spr. aan, dat het
plicht is van de vereeniging voor
vrouwenkiesrecht, om zich met hand en
tand te verzetten tegen elk pogen om
de positie der vrouw in de samenleving
te verzwakken, opdat wanneer eenmaal
de vrouw het stembiljet wordt uitgereikt,
het aantal onbillijkheden dat uit de weg
dient geruimd, althans niet grooter is
dan thans.
Mevr. v. 't Hof als presidente, sloot
daarna de vergadering met een opwek
king tot aansluiting aan de aanwezigen,
daarbij op verdienstelijke wijze een ge
dicht reciterend tot opwekking tot den
strijd aan alle vrouwen.
Onze lezeressen en lezers die omtrent
het behandelde meer wenschen te weten
zouden wij willen aanraden de brochure
aan te schaffen „Gehuwde onderwijze
ressen" door Anrima, a 5 cent verkrijg,
baar bij mej. H. G. Luyks, Tolstraat 198
Amsterdam.
De Markt.
De aanvoer ter markt begint minder
te worden naar ons Maandag bleek.
De kooplust was niet groot, doch de
prijzen blijven nog steeds hoog.
Vergadering Tex. IJsclub.
De vergadering van de Tex. IJsclub
op Maandagavond in Café den Burg, was
als naar gewoonte weder sobertjes be
zocht. Bestuursleden, gewone leden,
hospes en pers konden het te zamen
niet hooger dan tot 1-3 personen brengen.
Niettegenstaande dit ongeluksgetal had
de vergadering een goed verloop en
kenmerkte zich door een prettigen geest.
De verg. werd ter bepaalder tijd door
den voorz. met een welkom tot de
aanwezigen geopend. 'Daarna volgde
voorlezing van de notulen welke de
goedkeuring der aanwezigen kon ver
werven.
Ofschoon het de gewone jaarverga
dering was, bleef hot jaarverslag absent,
aangezien er volgens den secretaris
niets bijzonders over het afgeloopen jaar
viel te vermelden. De Vereeniging door
leefde een jaar van zoete rust.
De penningm. deed daarna verant
woording van zijn gehouden beheer. Die
rekening vereischte geen ingewikkelde
becijfering en werd in weinig cijfers ter
kennis van de aanwezigen gebracht.
De ontvangsten bedroegen met inbe
grip van van het saldo der vorige jaren
f 157,58. De uitgaven, met inbegrip f 100
aflossing schuld f 110,62. Saldo f46,96.
Dit saldo is nu zuiver, aangezien alle
schulden zijn gedelgd.
Hierna volgde verkiezing van bestuurs
leden voor de aftredende niet herkies
baren heeren Aug. C. Keijser, A. Dros,
P. C. Koorn en D. J. Bruin.
Achtereenvolgens werden gekozen de
heeren A. Wagemaker, P. Dros Az.
L. J. Kikkert en A. J. Noordijk.
De werkzaamheden waren hiermede
geëindigd. De voorz., de heer Aug. Keijser
bracht de aftredende leden e«n woord
TEXELSCHE COURANT.