BIJVOEGSEL van de Texelsche Courant van Zondag 30 October 1910.
De Verloren Zoon.
Uitg. Firma Langeveld en De Rooij.
Nathalie van Eschstruth.
J Jj "J1 O SezelscllaP zÜn innige landerigheid wil
door
17.)
Geen oogenblik, niet een enkele minuut
was hij vrij, altijd gebonden,'altijd gecom
mandeerd. "Waarachtig, het is haast nog
erger dan thuis onder den gouverneur.
Hij mag niets, absoluut niets, zonder 't
eerst te vragen, zonder eerst verlof gekregen
te hebben. Zelfs geen enkelen keer zich
in politiek kleeden of hier of daar heen
sporen. Allerminst zijn loven inrichten,
zijn dagen indeelen zooals hij dat wel zou
willen. Had mama hem vroeger gedwongen
als er bezoek was, in de salons te komen
en deel te komen nemen aan de meest
vervelende recepties, nu wordt hij daar
eerst recht toe verplicht. Hij kan en mag
zijne avonden niet gebruiken, zooals hjj
verkiest, want zijn kolonel moet zorgen
dat er overvloedig gardeolficieren para
deeren in hun uniform, als er maar iets
aan het hof te doen is. Zijn chef heeft
hem nogal geen klein standje gemaakt,
toen hij zich den vorigen winter daarvan
onwillig terugtrok en als vrij man ging,
werwaarts hij verkoos.
Waartoe zou hij zich moe en lam dansen.
Waarom met al die gravinnetjes en doch
ters van hooge ambtenaren babbelen over
alles en nog wat van geen de minste
beteekenis. 't Hangt hem de keel uit
die bakvischjes zijn onuitstaanbaar verve
lend.
En zoo'n leven moest nu de vrijheid
heeten, waar hij naar gedorst had.
Gütz laat zijn winterarbeid over de
tafel vliegen, grijpt zijn sabel en helm en
voorwaarts gaat het naar de club
waar hij bij goede bekenden en vroolijk
HOOFJDSTÜE VI.
Het circus Sontini was alleen gedurende
de wintermaanden open. Van Maart tot
einde October trok de directeur met zijn
troep het heele land door, om hier en
daar tijdelijk voorstellingen te geven, of
hij koos de een of andere handelstad of
havenplaats, om daar op kosten van het
provinciale publiek den zomer rustig en
voordeelig te leven.
In het circus van Sotini was alles in
beweging voor de repetitie.
Onberispelijk gerokt en gedast, den
fonkelnieuwen hoogen hoed op de grijzende
netjes golvende haren, kwam Sotini zelf
binnen.
Is mademoselle Lou gereed Ik wil dat
zij begint.
Terwijl zij naar voren kwam, stond het
gansche personeel in eene zekere spanning
te fluisteren, elkander vroolijk ondeugend
aan te zien en toe to wenken.
Kom, ik zal den oude eens leelijk op z'n
neus laten kijken, fluisterde de mooie
schoolrijdster knipoogend tot die haar om
ringden.
Voor den ingang der manege werd
mademoiselle Lou op het paard geholpen
en de goedige schimmel, op wiens rug
reeds zoo menig beginner de eerste spron
gen geleerd had, kwam rustig en met
vasten tred het perk binneD.
De directeur zat met een ontevreden
gezicht voor zich te kijken en boog slechts
even met het hoofd ter beantwoording
toen de kleine rijdster hem bij haar binnen
komen ietwat spottig groette.
Mademoiselle Lou had slechts het zeer
eenvoudige costuum aan, een donker
katoenen pakje, ook was ze niet geblanket
en evenmin gefriseerd, ze had de haren
eenvoudig opgestoken, en toch was ze,
zooals ze daar optrad, eene allerliefste
verschijning.
Een innemender geziohtje dan het hare
was werkelijk zeldzaam.
Zij had groote, sprekende oogen die, al naar
zij wilde onvergelijkelijk teeder u aanzagen
of vonken schoten, die het iemand bang
maakte om het hart. Haar neusje mocht
klein zijn, maar was flink en prachtig van
vorm. Ze had een mondje, dat aan een
rozenknopje deed denken en sneeuwwitte
tandjes, als van een muisje.
Maar hoezeer ook tot aanminnigheid
gevormd, haar gezichtje plooide zich slechts
zelden tot een lach behalve het lachje,
bij het optreden of na toejuiching nood
zakelijk, zag men in het circus maar zelden
van mademoiselle Lou een echt vriendelijk
gezicht, want ze was slecht geluimd, on
tevreden en nooit opgewekt.
Het circus was ook niet haar element.
Zij had zich van eenvoudige ballet
danseres weten op te werken tot kunst
rijdster, denkende dat ze als zoodanig met
haar mooie gezichtje het groote lot uit
's levens loterij zeker zou trekken, dat
was haar tegengevallen.
Niet eene knnst vordert zooveel stalen
volharding en onvermoeide oefening als
de equilibristische. En j uist deze ernstige
inspanning haatte mademoiselle Lou.
Niet een van het personeel haalde zich
zooveel berisping en terechtwijzing op den
hals als die kleine kunstrijdster wier uit
voering altijd te wenschen overliet en den
direoteur allerminst bevredigde. En indien
het toegevende publiek niet altijd weer de
innemende verschijning der kleine Fiancaise
met daverend applaudissement had begroet
dan zou de heer Sotini haar reeds lang
hebben ontslagen.
Haar contract liep nu deze week ten
einde, en daar er bij de directie vele solli
citaties, met veelbelovende fotografiën,
waren ingekomen, was het circuspersoneel
in groote spanning naar den afloop van
deze repetitie.
Zou mademoiselle opnieuw'geëngageerd
worden of weg moeten gaan
Kijk, de directeur bleef den geheelen
tijd bij de repetitie. Dat heeft zijn reden.
Sotini had de lange mooie zweep genomen
en was zelf met mademoiselle Lou in de
manege gekomen.
Allex! en zacht met de zweep klap
pend dreef hij den slanken schimmel in
een matigen draf rond.
Mademoiselle sprong, zoodat zij nu eens
op de knieën, dan weer op de voeten neer
kwam, daarmee begon hare repetitie.
Ze doet vandaag goed haar best. Ze weet
dat het er op aankomt. Zulke pirouetten
hebben we in lang niet van haar gezien,
fluisterde een acrobaat tot wie naast hem
stond.
Neen maar, hebt ge dien saut perrilleux
gezien.
Prachtig. Bravo. O, als ze wil
De oude kijkt lang zoo boos-ernstig niet
als straks.
Mademoiselle had met de grootste ele
gantie haar saut perilleux gedaan en kwam
na haar wenteling in de lucht, met de
voeten op den zadel neer. Diep adem
halende nam ze haar zakdoek en waaide
daarmee haar van inspanning gloeiend
gelaat eenige koelte toe.
De directeur riep den stalmeester, z6i
hem zacht een paar dingen, die hij gedaan
wilde hebben en groette mademoiselle Lou
op zijn bedaarde en stijve manier, zeggende:
Na afloop uwer repetitie verwacht ik u op
mijn kantoor.
Zij antwoordde met een lichte hoofd
buiging en Sotini ging, zonder verder op
iets te letten of tot een van het overige
personeel iets te zeggen, uit de manége
door eene gang, die naar zijn kantoor
leidde.
(Wordt vervolgd.)