N°. 2410.
Donderdag 3 November 1910.
24ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
van en naar Texel.
Binnenland.
BOOT- EN SPOORDIENST
Van week tot week
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Bübg op Texel.
aansluiting gevende
BOOT van TEXEL
Dagel. 6, 8,— 11, 2,50;
TREIN van BELOER:
7,51; 9,18; 12,31; 4,15;
Aankomst Trein Helder. Vertrek Boot.
TREIN te HELDER
8,45*; 11,40; 3,21;
Zondags 9,50.
BOOT van HELDER:
Dagelijks 7,-9,30; 12,15; 4,15;
Zondags 7,— 10.20; 12,15; 4,15;
Men lette er wel op dat de met
een aangeteekende treinen des Zondags
niet rijden.
Men raadplege verder de door ons
verstrekte Boot- en Spoordienst, gratis
aan ons bureau verkrijgbaar.
~~22—39 Oct.
Bijna de geheele afgeloopen week heeft
onze Tweede Kamer zich nog bezig gehou
den met de Bakkerswet van minister Talma.
De minister had een allesbehalve gemak
kelijke taak, want het aantal bezwaren tegen
zijn geesteskind ingebracht waren legio en
kwamen uit alle hoeken der Kamer. Niet
alleen kwam een deel der linkerzijde in
verzet tegen de plannen, maar ook de
rechterzijde en recht tevreden was er
eigenlpk geen enkele partij in de Kamer.
Weliswaar heeft het den Minister aan
loftuitingen voor zijn streven niet ontbroken
en werd ook algemeen de noodzakelijkheid
van een ingrijpen der overheid toegestemd
doch de verbodsbepalingen van minister
Talma konden geen algemecne instemming
vinden, 't 13 ook een uiterst lastige kwestie
omdat de wetgever hier niet kan ingrijpen
zonder onze heilige Hollandsche vrijheid
aan banden te leggen en het persoonlijke
leven van een breede rij menschen te regelen.
De minister heeft zijn ontwerp met groote
vastheid verdedigd en nog slechts weinig
toegegeven aan de vele wenschen van d6
Kamer. Noch naar het verzoek om een
ploegenstelsel toe te staan, dat door de
Unie-liberalen gedaan werd, noch naar den
wensch van velen om de Bakkersraden
terug te nemen, noch naar den eisch van
den Coalitiegenoot Lohman om de bakker
vrij te laten in zijn eigen huis, over zich
zelf, had den minister ooren. Alleen met de
vaststelling van een bepaalden arbeidsduur
kan hij meegaan, waardoor bij een deel
der Kamer o. a. do sociaal-democraten te
vreden stemde.
De verdere behandeling is intusschen
aangehouden tot later, vermoedelijk tot
Februari. De minister kan dan de wenschen
der heeren nogeens overwegen en zijn
ontwerp desnoods wijzigen. Want daartoe
zal het wel komen. Vermoedelijk zullen
we wagen ons ditmaal aan een voor
spelling de Bakkersraden teruggenomen
worden en zal in het ontwerp een bepaling
van den arbeidsduur worden opgenomen.
Daardoor zal de kans dat het aangenomen
wordt vrij veel vergroot zijn. Doch dan
komt nog onze Eerste Kamer, en met
belangstelling mag gevraagd worden, wat
de heeren daar van minister Talma's eersto
sociaal ontwerpje zoggen.
De Tweede Kamer heeft nu eens weer
een paar dagen vacantie genomen. Den 8
November zal ze weer samenkomen om dan
de Indische begrooting onder handen te
nemen.
De Minister-president heeft de heeren
echter nog eerst even de toezegging gedaan
dat er inzake de Kustverdedigingskwestie
een nota van de regeering overlegd zal
worden. Publiceering van het heele defensie
rapport, zooals in de Kamer gevraagd werd,
mocht niet. 't Is nu maar te hopen, dat de
nota de oppositie bevredigen kan, want
van die zijde kwamen al eenige bedekte
bedreigingen niet aan de behandeling van
het ontwerp deel te zullen nemen als niet
tot publiceering van een deel van het
rapport overgegaan was. Wel heeft de
minister verklaard dat de regeering zich
niet door een bedreiging bang liet maken,
doch dat er nu in elk geval een nota over
gelegd zal worden wijst wel op iets anders,
—o—o—o—
Keizer Wilhelm heeft uitvoering gegeven
aan zijn voornemen om een bezoek aan
de Belgische hoofdstad te brengen, mede
in verband met de wereldtentoonstelling,
doch wie hem daar ook het hartelijk
welkom toeriepen, de sociaal-democraten
zeker niet. Integendeel, de Brusselsche
socialisten zouden den Keizer een alles
behalve „blye incomste" bereid hebben
indien de politie daar geen stokje voor
gestoken had. Voor de drie dagen, dat het
bezoek duurde hadden de militairen en
politie-autoriteiten de uitgebreidste veilig
heidsmaatregelen genomen. Tienduizend
man troepen waren op de been en werden
in dubbele rij opgesteld langs den weg
dien de Keizer van 't station tot het Ko
ninklijk paleis had af te leggen, zoodat er
voor het publiek op straat maar weinig
ruimte over bleef. Voorts was het oprichten
van tribunes verboden terwijl zelfs de pers
maar een beperkten toegang gegeven werd.
Reeds een paar uur voor de aankomst van
de Keizerlijke trein was bet station voor
het publiek gesloten en ook op het empla
cement werden de uitgebreidste maatregelen
van orde genomen.
Doch niettegenstaande dat alles had de
Keizer, die van zijn gemalin en de prinses
vergezeld was niet over belangstelling te
klagen. De Belgische pers heeft hem het
welkom toegeroepen op de meest hartelijke
wijze en het Koninklijke Echtpaar liet zich
vooral niet onbetuigd.
Er werd ook een gala-diner gegeven
waarop, zooals gebruikelijk is, over en
weer de beste wenschen voor eikaars re
geeringen en volken werden uitgesproken.
Ook wordt gemeld dat de Keizer een
langdurig onderhoud heeft gehad met den
Koning. Natuurlijk tracht men te gissen
waarover binnenkamers door de beide
vorsten toch wel beraadslaagd is.
o—o—o
Ook de Fransche Kamer heeft thans
haren arbeid weder hervat en het kan niet
ontkend dat met zeer bijzondere belang
stelling uitgezien werd naar het weder
bijeenkomen van de vertegenwoordigers
des Franschen volks. Immers er liggen
nog zeer ernstige gebeurtenissen versch in
het geheugen en het was te verwachten
dat deze weerklank zouden vinden in de
vergaderingen van het parlement. De
strubbelingen op het gebied van bet spoor
wegwezen, die weliswaar niet zoo heel
lang geduurd hebben, maar toch in staat
waren het land in beroering te bror.gen
en duizenden meer of minder schade te
bezorgen, wierpen hun schaduw reeds
vooruit op het parlementaire gebeuren dat
thans aangevangen is. Het is gebruikelijk
dat het Fransche parlement, alvorens zich
tot den wetgevenden arbeid to begeven,
zioh bezig houdt met de algemeene politiek
der regeering en ook thans stond het vast
dat van dien regel niet zou worden afge
weken, temeer niet, nu een zoo belangrijke
kwestie als de jongste spoorwegstaking
zooveel stof opstapelde voor lange en ge
wichtige politieke beschouwingen.
Er waren dan ook reeds bij voorbaat
een 30-tal interpellaties aangekondigd, in
zonderheid door de socialisten met Jaurès
aan het hoofd, interpellaties die alle be
trekking hadden op het pas geëindigde
conflict in het spoorwegbedrijf en de houding
der regeering daarbij. Dat het daarbij aan
een scherpe critiek niet zou ontbreken lag
voor de hand. Daartoe gaf reeds het feit
aanleiding dat Briand, die vroeger vooraan
stond in den strijd der arbeiders en als
verdediger der algemeene werkstaking
thans minister geworden, zoo geheel en al
met zjjn verleden had gebroken, dat hjj
strenger dan de meest conservatieve voor
ganger zou gedaan hebben, tegen de alge
meene stakingsbeweging optrad Intusschen
behoefde Briand zich niet al te benauwd
over den uitslag der critiek te maken
omdat naar mensehelijke berekening zijn
zetel vaster dan ooit is geworden door zijn
energiek optreden tegen de spoorwegmannen
Het was toch te verwachten dat de ge
heele rechterzijde met de radicalen en
radio-socialisten hun goedkeuring zouden
hechten aan het optreden van de regeering
tegen de ambtenaren die zoozeer het alge
meen belang in gevaar brachten.
Niettegenstaande dat, heeft het er toch
erg gespookt in de Kamer. De uiterste
linkerzijde die niet veel parlementair fatsoen
bezit, heeft Briand op allerlei wijze haar
haat en verachting doen gevoelen. Het
tumult begon al reeds in de eerste zitting
toen op de banken der afgevaardigden den
Parijschen politiechef Lépine opgemerkt
werd. De uiterste linkerzijde schreeuwde
zoolang „Er uit!' en dergelijke, dat de
zitting opgeheven moest worden. Later,
toen de gemoederen wat gekalmeerd waren
kon met de interpellaties aangevangen
worden.
Briand trad dadelijk na den tweeden
interpellant op en verdedigde de regeering
onder groot kabaal der uiterste linkerzijde.
Zijn redevoering werd echter door de groote
meerderheid geestdriftig toegejuicht.
De debatten zijn nog niet geëindigd,
doch dat Briand zijn motie van vertrouwen
krijgt staat wel vast.
—o—o—o—
Er was nog 6on andere zaak, die in de
afgeloopen week de Fransche pers bezig
hield. Zooals men weet verkeert Turkije in
geldverlegenheid. Het moet hoe eer hoe
liever, 150 millioen francs hebben en zooals
te begrijpen is richtte het zijn blik naar
het bevriende Frankrijk. De Fransch6 bladen
hielpen de Porte een handje mee en wezen
als om strijd de Fransche kapitalisten op
de vele voordeelen van een Turksche
leening.
Doch de Fransche minister van buiten-
landsche zaken dacht waarschijnlijkvoor
wat hoort wat en er werden nogal wat
eischen aan de Porte gesteld, waarvan de
inwilliging ongetwijfeld den Franschen
invloed in Turkije vergrooten zou. Een
verlegen mensch doet in den regel geen al
te beste zaken, doch de Porte bleek niet
tegenstaande haar verlegen zijn om geJd,
op haar qui vive te zijn. De Fransche
e, aen werden eenvoudig afgewezen, waar
op de Fransche minister de verdere onder
handelingen afbrak.
De Porte heeft zich nu tot Duitschland
gewend en naar het schijnt met succes.
Verzekerd wordt dat de Duitsche bankiers
het zaakje wel even zullen opknappen. De
Porte zal dan de 150 millioen krjjgen, de
Duitsche bankiers behoorlijke rente en de
Duitsche regeering een aantal niet onbe
langrijke concessies. Nu de kans voor
Frankrijk voorgoed verkeken is, moet
minister Pichon het ontgelden. De bladen
verwijten hem, dat hij door zijn hooge
eischen mooi in de kaart van Duitschland
het gehate Duitschland gespeeld
heeft. Het beteekent dat Duitschland met
de buit strijken gaat, allerlei concessie krijgt
om daardoor ook op industrieel en ver-
mogensgebied Frankrijk nog een eind voor
bij te snellen. En bovendien vreest men dat
Engeland dat Duitschland gaarne een handje
zal helpen om de 150 millioen vol te krijgen,
zich nauwer daarmee vereenigen zal ten
koste van de vriendschap met Frankrijk.
Zoo pruttelt en moppert men thans en 't
is niet onmogelijk dat Pichon's beleid in
dezen in de Kamer aan een harde vuur
proef zal worden onderworpen.
—o—o—o
De nieuwe Grieksche minister-president
Venizelos, [die nog maar enkele dagen de
teugels van het bewind in handen heeft
weet wat hij wil. Zooals we reeds mede
deelden had hij van den Koning volmacht
gekregen om als hij het noodig achtte, de
Nationale Vergadering te ontbinden en
Venizelos heeft daarvan eerder gebruik ge
maakt dan verwacht werd. In de zitting
van j.l. Maandag werd een motie van ver
trouwen aangenomen met 208 stemmen.
Daarbij waren evenwel 80 stemmen, die
slechts voorwaardelijk waren gegeven.
Venizelos genoot derhalve slechts het voor
waardelijk vertrouwen van 128 der 236
afgevaardigden en dat achte hij niet vol
doende om te regeeren.
Wel trachtten enkelen hem gunstig
gezinde partijleiders, hem over te halen het
met de oppositie op een accoordje te gooien
het bekend verderfelijke politieke spel,
dat veel te vaak in Griekenland gespeeld
werd doch Venizelos paste er voor en
zei kort in dictatorstijl„zij zullen doen
wat ik zeg of ze gaan er uit".
En ze gaan er uit, d. w. z. Venizelos heeft
niet geaarzeld de Nationale Vergadering te
ontbinden. Men stond een oogenblik verbluft
over zooveel moed, doch spoedig was men
over de verrassing heen en nu stroomen
de gelukwenschen het bureau van den
nieuwen staatsman binnen. De Koning
moet haast uitgelaten van vreugde zijn
geweest over het ferme optreden van zijn
nieuwen bewindsman en in breede kringen
spreekt men met ontzag over de kloeke
daad van Venizelos, die met krachtige hand
een einde wil maken aan den weergaloos
bedorven politieken toestand.
Ook het buitenland neemt met ingenomen
heid kennis van het optreden van den
Griekschen staatsman. Er wordt thans niet
eens meer aan getwijfeld of Venizelos bij
de algemeene verkiezingen, die 11 December
zullen plaats hebben, wel een voldoende
meerderheid zal halen.
De tijd zal het leeren.
TEXEL, 2 November 1910.
De Slarkt.
Ofschoon we weldra aan het einde der
weekmarkteu zijn, blijft de aanvoer nog
steeds aanhouden. Rundvee is wel
hoofdzaak, doch ook wolvee en biggen
worden nog steeds aangeboden.
De handel blijft zich nog steeds ken
merken door goede prijzen.
TEÏELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per S maanden.
Voor be Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Neberlanb 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met vcrhooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
O