N° 2412.
Donderdag 10 November 1910.
24ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
van en naar Texel.
Binnenland.
BOOT- EN SPOORDIENST
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor de Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
idvertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten -worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANQ-EVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
aansluiting gevende
B01T van TEXEL
Dagel. 6,-; 8,— 11, 2,50;
TREIN van HELDER:
7,51; 9,18; 12,31; 4,15;
TREIN te HELDER
8,45*; 11,40; 3,21;
Zondags 9,50.
BOOT van HELDER:
Dagelijks 7,- 9,30; 12,15; 4,15;
Zondags 7,— 10.20; 12,15; 4,15;
Men lette er wel op dat de met
een aangeteekende treinen des Zondags
niet rijden.
Men raadplege verder de door ons
verstrekte Boot- en Spoordienst, gratis
aan ons bureau verkrijgbaar.
39 Oct.—5 Nov.
Terwijl de heeren der Tweede Kamer
gelegenheid hadden even uit te blazen van
den reeds verrichten parlementairen arbeid
en nieuwe krachten te verzamelen voor de
komende begrootingsdagen, kwameD onze
Senatoren bijeen om enkele wetsontwerpen
af te doen. Woensdagavond werden de
openbare werkzaamheden aangevangen en
Vrijdagmiddag was de Eerste Kamer al met
haar arbeid gereed en waren een viertal
wetsontwerpen afgehandeld, n.l. de Octrooi-
wet, de wijziging van eenige artikelen der
burgerlijke pensioenwet, d6 terugbrenging
van particuliere landerijen op Java tot
Staatsdomein en het ontwerp tot regeling
van de banken van leening. Belangwekkende
debatten werden over geen van alle ge
houden.
Het belangrijkste van deze Kamerzittingen
was wel het feit dat van twee leden bericht
was ingekomen dat zij zich wegens ongun-
stigen gezondheidstoestand uit den Kamer-
arbeid moeten terugtrekken.
Het eerste bericht was van Jhr. Mr. K.
A. Godin de Beaufort, antirev.afgevaardigde
vun de provincie Zeeland. Van 14 Nov. 1882
tot 21 April '88 vertegenwoordigde de aftre
dende 't district Gouda iD de Tweede Kamer,
waarna hy tot Augustus '91 minister van Fi
nancien was in het ministerie Mackay. In '93
werd hij tot lid der Eerste Kamer gekozen
voor Zeeland, en als zoodanig had hij tot
heden zitting.
Do tweede ontslagname was die van den
heer S. van Velzen, die van 1888 tot 1894
lid dor Tweede Kamer was voor het district
Bodegraven. In 1901 werd hij door de Staten
van Zuid-Holland naar de Eerste Kamer
afgevaardigd, waarin hij tot heden zitting
had. De heer Van Velzen is thans 75 jaar
oud, de heer de Godin de Beaufort 60 jaar.
Zoo zal de Eerste Kamer, die by de
onlangs gehouden verkiezingen al eenig
„nieuw bloed" kreeg, binnenkort opnieuw
twee nieuwe Senatoren in haar midden
ontvangen.
Ook in de Tweede Kamer zal binnen
enkele dagen een nieuw lid zijn intrede
doen. In de afgeloopen week heeft het
kiesdistrict Rotterdam V den heer G. J. de
Jough afgevaardigd, om den zetel van zyn
an ti-revolutionairen naamgenoot te bezetten.
Rotterdam V is thans voor de rechterzijde
verloren gegaan. In de stemmencijfers van
nu en die van Juni 1909, kon men een
enorm verschil opmerken. De anti-revolutio
naire candidaat ging ruim 650 stemmen
naar beneden, terwyl de liberale candidaat
een 100-tal klom. Dit verschil zou stellig
nog grooter zijn geweest als er even diuk
gestemd was als in Juni 1909. Dit toch
was lang niet het geval. Do rechtsche
meerderheid is thans van 60 tot 59 terug
gebracht.
—o—o o
De Czaar aller Russen is op het oogen-
blik, dat wij dit schrijven, de gast van
Keizer Wilhelm. Nog maar nauwelijks
terug van zijn in Duitschland doorgebrachte
vacantie, heeft de Czair opnieuw zijn
schreden naar het gastvrije land gericht.
Reeds onlangs was er sprake van dat de
beide Keizers een ontmoeting met elkaar
zouden hebben, doch de omstandigheden
schijnen het niet te hebben toegelaten deze
ontmoeting te doen samenvallen met het
verblijf van den Czaar te Nanheim.
Thans is hij de gast van de Keizerlijke
familie te Potsdam, die hem met veel be
wijzen van vriendschap welkom heette.
Alhoewel aan de ontmoeting der beide
Keizers geen bijzondere beweegreden wordt
toegeschreven en deze geen politieke ach
tergrond heet te hebben, kan eenige be-
teekenis daaraan niet ontzegd worden. De
Duitsche bladen hebben er terecht op ge
wezen, dat zoolang dergelijke Vorstenbe-
zoeken nog voorkomen, de vrede gewaar
borgd is. Rusland en Duitschland heeten
in de hoogere politiek geen al te dikke
vrienden te zijn, het eeue is aangesloten
bij de Triple Alliantie, het andere heeft
door aansluiting bij Oostenrijk kracht
daartegen gezocht. Doch dat de Staats
hoofden van beide bij elkaar komen is een
goed teeken.
o—oo
't Is gegaan zooals verwacht werd. De
Fransche Kamer heeft minister Briand het
gebruikelijke votum van vertrouwen niet
onthouden en met een zeer groote meer
derheid het beleid der regeering inzake de
spoorwegstaking goedgekeurd. Maar niet
tegenstaande dezen voor Briand zoo be
vredigenden uitslag zijn de debatten over
de spoorwegstaking voor dezen Staatsman
allesbehalve aangenaam geweest. De Fran
sche socialisten in de Kamer hebben tot
het einde toe hun tactiek volgehouden en
het scheen wel of hoe meer het einde
naderde hoe bitterder de gemoederen werden
en hoe feller de aanvallen elkander op
volgden. De zitting van den vorigen Zaterdag
was eenvoudigweg een bende en de zoo op
vrijheid prat gaande felroode heeren hebben
zich daarbij zoo zeer vergeten dat het
verbazing moet wekken. De felle oppositie
in den Poolschen Landdag kon gerust bij de
Fransche socialisten een lesje gaan nemen.
Eu waar al die felheid, al die bitterheid
alleen haast gericht was tegen den minister
president Briand, daar waren het alles
behalve prettige uren die deze in de ver
gadering van de volksvertegenwoordigers
door moest brengen.
Dat de aanvallen hoofdzakelijk gericht
waren tegen den minister-president is
alleszins verklaarbaar. Briand heeft een
verleden en dat is op het oogenblik wol
het lastigste van alles voor hem. De
„volksvrienden" hebben hem met dat
verleden achtervolgd en stapels redevoe
ringen door Briand in dat verleden uitge
sproken, hebben zo hem naar het hoofd
geslingerd. Er waren er van de Kamerleden
die eens aan de zijde van Briand in de
beweging stonden en een van hen kwam
zelfs vertellen dat het Briand geweest was
die hem gewonnen had voor het denkbeeld
van de algemeene werkstaking
Op deze en dergelijke wijze werd het
oude roode plunje van Briand stuk voor stuk
voor den dag gehaald en voor de volks
vertegenwoordigers ten toon gespreid.
Doch de ministerpresident heeft over
het geheel vrij kalm den storm over zijn
hoofd laten gaan. Wel maakte hij zich een
enkele maal heel boos, doch doorgaans
wist hij zich volkomen te beheerschen en
zijn beurt af te wachten om de aanvallers
te lijf te gaan, dat werd hem echter niet
gemakkelijk gemaakt, want de vroegere
vriendjes wilden hem niet eens uit laten
spreken.
Zaterdag sprak Briand opnieuw en het
had weinig gescheeld of die dag was een
ware succesdag geworden voor de oppositie.
Briand liet zich een onvoorzichtige uit
drukking ontvallen en hnd niet eens den
tijd haar behoorlijk aan to vullen, want
het tumult dat onmiddelyk losbrak was
zoo geweldig, dat ieder hooren en zien
verging. Die half voltooido uitdrukking nu
had ook bij de radicale socialisten ontevre
denheid gewekt en deze overlegden al om
in geen geval Briand een votum van ver
trouwen te geven. Men achtte een minis-
terieele crisis al haast onvermijdelijk, doch
Maandag heeft Briand zijn woorden even
recht gezet en het eind van het Jied was
dat hij volkomen zijn zin kreeg.
Nadat de Kamer allereerst in een motie
als haar meening had uitgesproken dat de
daden van sabotage en geweldpleging ais
anti-patriotisch moesten veroordeeld worden
werd met 415 tegen 116 stemmen de
houding van Briand en zijn regeering
goedgekeurd waarna nog de aanneming
volgde van een motie van vertrouwen,
zulks met 388 tegen 94 stemmen.
Briand heeft opnieuw dus gezegevierd.
Na de besliste overwinning is er evenwel
plotseling een Ministerieele crisis uitge
broken, die echter slechts van korten duur
is geweest en die feitelijk niets anders was
dan een middel tot reconstructie van het
ministerie, welke Briand met het oog op
zijn plannen voor de toekomst noodigachtte.
Eenige leden van het oude Kabinet zijn
door anderen vervangen. Briand zelf achtte
de hervorming van het Kabinet noodig
omdat hij anders tegenover de Kamer staat
dan vroeger. Sedert hij het bewind aan
vaardde, is er ten zijnen opzichte in de
Kamer iets veranderd. Toen hij optrad
deelde hij mede te zullen regeeren met de
linkerpartijen, doch van deze hebben bij de
jongstedebatten een 80 leden geweigerd hem
hun vertrouwen te schenken en zelfs moet
het voornemen bestaan een nieuwe partij
van socialistische radicalen te vormen, die
wat dichter bij de socialisten staan dan de
meerderheid geroond heeft. Een scheuring
in de linkerzijde is niet meer te ontgaan,
de groote radicale partij, waarop Briand
voor het grootste deel steunde, dreigt uiteen
te vallen. En met het oog daarop, kon
Briand bij de ontslagname van het oude
Kabinet zeggen dat hij straks voor een
andere Kamer komt te staan.
Bovendien zijn er de plannen voor de
toekomst en een deel van het oude Kabinet
zou Briand daarin niet hebben willen volgen.
Meer dan ooit is tbans voor het Kabinet
noodig volkomen eenstemmigheid waar het
de allereerste taak der nieuwe regeering
zal zijn maatregelen te nemen, om een
herhaling van een staking, als thans achter
den rug is, in de toekomst voor goed on
mogelijk te maken. Maar tevens zal men
middelen moeten beramen om zooveel
mogelijk conflicten tusschen spoorweg
personeel en spoorwegmaatschappijen te
voorkomen, in elk geval middelen moeten
vinden om dergelijke conflicten in der
minne op telossen. En het is onmiskenbaar
dat, waar dit het eerste werk eener regee
ring behoort te wezen, overeenstemming
vau gevoel tusschen de leden der regeering
in alles wat de leidende beginselen bij het
oplossen dezer vraagstukken betreft, on
misbaar is.
En om dat eenstemmig Kabinet te krijgen
heeft Briand het middel van Kabinets
ontbinding aangegrepen. Viviani en Milli-
rand konden heengaan zonder dat 6r veel
gerucht behoefde gemaakt te worden, wat
inzonderheid Da de woelige interpellatie-
dagen minder gewenscht zou geweest zijn.
o—o—o
'tls al geruimen tijd geleden dat onze
aandacht opgevraagd werd door het verre
Perzië. Sedert 1907 hoorde men er weinig
van. Toen grepen er de woelingen plaats die
aan het land een nieuwen beerscher en
tevens nieuwe voogden brachten. Ssdert
dien scheen het er heel rustig, tenminste
van het tegendeel hoorde men niet. In de
laatste dagen echter wordt weer eens de
aandacht voor de Perzische aangelegen
heden opgevraagd. Nadat de rust in 1907
hersteld was kwam het land, zooals men
zich zal herinneren onder curateele van
Engeland en Rusland. Door beiden werd
een verdrag gesloteu, waarin ze elkaar
beloofden de onschendbaarheid van het
Perzische Rijk te zullen eerbiedigen, maar
ook om voor het behoud van orde en rust
in het land te zullen waken. Dit laatste
voornemen noodzaakte Rusland „natuurlijk"
een flinke troepenmacht naar Porzië te
zenden. En toen de Russische soldaten er
eenmaal waren toen bleven ze er ook.
Reeds eerder zette ook Engeland troepen
aau land in Perzië, die echter spoedig, na
overleg met Rusland, teruggeroepen werden;
doch voor een paar weken is Engeland
opnieuw uit den hoek gekomen. Het heeft
ontdekt dat de handel in Zuid-Perzië, waar
de Engelschen nogal belangen hebben, zeer
bemoeilijkt wordt door rooversbenden etc.
en dit was de aanleiding dat aan Perzië
een dreigende waarschuwing, een ultimatum
mag men wel zeggen, gezonden werd om
binnen 3 maanden tijds de orde te herstellen
op de handelswegen in het zuiden. Gebeurt
dit niet, dan zal Engeland in Perzië een
gendarmerie in het leven trachten te roepen
onder leiding van Engelsche officieren, en
als dat niet mocht lukken dan zal het, zij
het dan met bloedend hart, troepen uit
Indië laten komen om Zuid-Perzië te be
zetten op kosten der Perzen, want Engeland
zal dan ook invoerrechten gaan heffen.
Dit ultimatum verwekte te Teheran niet
geringe ontsteltenis, en ook daarbuiten
ging een en ander „niet onopgemerkt"
voorbij. Niettegenstaande de geruststellende
commentaar die de Engelsche regeering op
haar dreigbrief gaf, werd al dadelijk in niet-
Engelsche bladen de meening verkondigd
dat Engeland en Rusland het omtrent Perzië
met elkaar op een accoordje hebben gegooid.
Rusland heeft beslag op het noordelijk deel
gelegd, natuurlijk „om de rust en orde te
handhaven" en nu zou Engeland het
zuidelijk deel voor zijn rekening willen
nemen. Het voorwendsel, dat alles geschiedt
om het heil van Perzie zelf, zou den een
of anderen dag losgelaten worden en de
beide beschermende mogendheden zouden
Perzie dan „eerlijk deelen", Rusland het
noorden, Engeland het zuiden.
Maar nu is er een derde liefhebber komen
opdagen, in Turkije, dat alvast begonnen
is troepen naar Perzie te zenden. En mag
men den HeraMcorrespondent gelooven,
dan zit Duitschland daarbij achter de
schermen. Perzie maar zoo even in te slok
ken, waarlijk dat zou een mooi en gemak
kelijk spelletje wezen voor Rusland en
Engeland, maar daar steekt Duitschland
fluks een spaak in het wiel.
Bedoelde dagblad-correspondent vernam
uit betrouwbare bron, dat de Duitsche
Staatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken
von Kiderlen Wachter den Turkschen gezant
te Berlijn heeft geadviseerd om bij zijn
regeering aan te dringen op het zenden
van een troepenmacht naar Perzie, die
minstens even sterk is als de zich da^r
bevindende Russische en Engelsche troepen
machten. Wanneer Turkije in deze zaak
aan Duitschland's wenschen gehoor geeft,
dan kan het in alle omstandigheden op
den steun van Duitschland rekenen. De
Duitsche gezant bij de Porte, had in op
dracht van zijn regeering gelijkluidende
verklaringen afgelegd in tegenwoordigheid
van Rifaat pasja.
Door een en ander is het spelletje om
Perzie zeer belangwekkend maar niet min
der ook gevaarlijk geworden. De Perzische
gezant te Constantinopel protesteerde tegen
het zenden van troepen naar zijn land,
maar de Porte gaf hem nul op het rekwest
en blijft nog meer troepen zenden.
Maar ook Engeland wil dat optreden van
het spelbrekend Turkije niet dulden en
verzekerd wordt, dat de Engelsche minister
van Buitenlandsche Zaken bij den Turkschen
gezant geprotesteerd heeft tegen het over
schrijden van de Perzische grens door
Turksche troepen, hetgeen Engeland als
een bedreiging zijDer belangen beschouwt.
Turkije staat voor een moeielijke keuze
maar achter de schermen staat zijn
sterke vriend
Inderdaad het Perzische spelletje begiDt
belangwekkend te worden.
Maar ook gevaarlijk.
TEXEL, 9 November 1910.
!)e Markt.
Het was Dinsdag de laatste der gewone
weekmarkten van dit jaar, voor Texel,
de zg. Scheimarkt. De aanvoer bepaalde
zich in hoofdzaak tot eenig rundvee en
biggen. Doordien op dezen dag tevens
de verkiezing moest plaats hebben van
Hoofdingelanden voor het waterschap
TEXELSCHE COURANT.
O
Aankomst Trein Helder. Vertrek Boot.