Z STER HILD A,
N». 2420.
Donderdag 8 December 1910. 24"'3 Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
PREMIE.
voor slechts 30 Cent.
2litg. J'ex. Courant
Van week tof week.
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der nitgave
TEXELSCHE COURANT.
Dit blad verschijnt Woensdag1- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor de Borg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verliooging der porto's.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBübö op Texel.
naar het Engelsch door Grant Allen,
is de titel van een werkje dat wij onze lezers thans als premie op ons blad
aanbieden.
ZUSTER IIILDA is een boekwerk van bijna 300 bladzijden, rijk geïllustreerd,
van het begin tot het einde boeiend. Overal elders kost dit boek 60 cent, doch
wij zijn in de gelegenheid dit werkje onze lezers als premie aan te bieden
Naar buiten franco tegen toezending van postwissel a 40 Cent.
jVEen bestelle spoedig.
Voorbereidend Militair Onderricht.
Onderzoek ter verkrijging van een bewijs
van voorgeoelendheid.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat in het tydvak van en met 3 tot en met
14 Januari a. s. ten overstaan van eene
Militaire Commissie, een onderzoek zal
plaats hebben ter verkrijging van een be
wijs van voorgeoefendheid.
Aan dat onderzoek mogen deelnemen:
le. de lotelingen, die in aanmerking
komen om in het volgend jaar bij de
militie te worden ingeljjtd;
2e. de tot korte oefening ingelijfde lote
lingen in het genot van uitstel van eerste
oefeniDg, die hun vroeger verkregen bewijs
van voorgeoefendheid wenscben opnieuw
te verwerven, teneinde daardoor aanspraak
te verkrijgen op verlenging van dit uitstel en
3e. de lotelingen, die het vereischte
militair getuigschritt wenschen te verwer
ven om een verbintenis te kunneD aangaan
bij het Reservekader der Infanterie, der
Vesting-Artillerie of der Genie.
De lotelingen, hiervoren onder le genoemd
kunnen bij botonderzoek drieërlei bewijzen
van voorgeoefendheid behalen, te weten:
het bewijs van militaire bekwaamheid;
het bewijs van lichamelijke geoefendheid,
of het bewijs van militaire bekwaamheid
en lichamelijke geoefendheid.
Bedoelde lotelingen, die een dezer be
wijzen hebben verworven, worden op hunne
aanvrage ingelijfd bij het korps en geplaatst
in bet garnizoen hunner keuze, voorzoover
zij daartoe geschikt zijn en dit met de
belangen van den dienst is overeen te
brengen. Bezitters van het in de derde plaats
genoemde bewijs hebben daarbij den voor
rang boven ben, die een der beide eerst-
vermelde bewijzen verwierven. De houders
van het in de derde plaats genoemde bewjjs
hebben daarenboven aanspraak om vóór
anderen in aanmerking te komen voor
inlijving tot korte oefening (vier maanden)
Alleen do bewijzen van voorgcoefendheid
die in Januari a.s. zullen worden behaald
geven bij de inlijving in het volgend jaar
aanspraak op vermelde voorrechten, alle
vroegere verkrogen bewijzen zijn alsdan
van onwaarde.
Do lotelingen, hiervoren onder 2e ge
noemd, kunnen bij dat onderzoek alleen
verwerven bot bewijs van militaire be
kwaamheid en lichamelijke geoefendheid;
dit bewijs moot door hen bij de aanvrage
om verlenging van uitstel van eersto
oefening worden overgelegd.
Zi.die in deze gemeente woonachtig
zijn of verblijf houden en aan bol onderzoek
hetwelk zal plaats hebben te Helder inde
maand Januari a.s. wenschen deel te nemen
moeten zich vóór 10 December a.s. ter
Secretarie der Gemeente aanmelden. Bij do
aaumelding moet door hon, die bij de oefe
ningen tot verbooging van 's lands weer
baarheid een „scbietbewijs" hebben ver
krogen, dit bewijs wordon overgelogd.
Dag en uur waarop, zoomede de localiteit
waar het onderzoek zal plaats hebben,
zuil'n op een dor laatste t weo dageD van
bet jaar bij publicatie ter algemeene kennis
worde-t gebracht.
Texel, den 1 December 1910.
De Burgemeester voornoemd,
BIDDINGH.
INVORDERING
'S RIJKS DIRECTE BELASTINGEN.
De Burgemeester der Gemeente Texel
maakt bekend, dat het kohier no. 3 der Be
drijfsbelasting over het dienstjaar 1910/
1911, invorderbaar verklaard op den 3
Dec. 1910 aan den Ontvanger ter in
vordering is ter hand gesteld en ieder
daarop voorkomende belastingschuldige
verplicht is zijnen aanslag, op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen.
Texel, den 3 December 1910.
De Burgemeester,
HIDDINGH.
26 Nov.3 Dec.
De voorspelling b(j den aanvang der be-
grootingsdebatten der Tweede Kamer in
de pers geuit, dat de algemeene beschou
wingen dit jaar wel niet veel tijd in beslag
zouden nemen, is niet uitgekomen. Even
breedvoerig als anders heeft de Kamer
weder algemeene beschouwingen gehouden
en nu meerendeels over kleine minder
belangrijke zaken bij gebrek aan groote po
litieke aangelegenheden. Meer dan eens droe
gen de debatten een persoonlijk karakter zoo
dat bijna in iedere zitting het een of ander lid
om een „persoonlijk feit" het woord vroeg.
Waarvoor dat groote niets zeggende debat
plaats had zal voor velen met ons wel
e6n raadsel zijn. De beperkte „nationale
tijd" had stellig beter besteed kunnen
worden.
In de afgeloopen week gaf ook de be
grooting voor buitenlandsche zaken nog
aanleiding tot een breedvoerig debat en
zooals verwacht was kwam daarbij ook
eens weer de Van Heeckerenkwestie ter
sprake.
Het was bet Kamerlid Patijn dat de kat
de bel aanbond en inzonderheid zijn aanval
lichtte tegen Dr. Kuyper die door een
Standaard-artikel destijds voedsel aan het
vermoeden heeft gegeven dat er toch wel
„iets" gebeurd zou zijn in 1904. De minister
van Buitenlandsche zaken heeft thans op
nieuw de verklaring afgelegd dat er van
eenige buitenlandsche inmenging met onze
binnenlandscbe aangelegenheden geen
sprake is geweest. Dr. Kuyper zelf weigerde
over de kwestie in zijn kwaliteit als oud-
minister ook maar een woord te zeggen.
Zou de zaak Van Heeckeren nu tot het
verledene behooren We vreezen van niet.
Immers, Dr. Kuyper, de oud-minister van
1904, heeft duidelijk gezegd dat er „iets"
getieurd is en baron Van Hotckeren beeft
bet zoolang herhaald als bij maar kon.
Maar dat er vau een brief van den Duit-
schen Keizer geen sprake meer kan zijn
gelooven we wel. Waarschjj olijk moet er
gedacht worden aan een „beuzelarij," aan
de mug die tot een olifant is opgeblazen,
waarover dan de heele drukte is gemaakt.
De miuister had o.i. nog een kleine schrede
verder behooren te gaan, n.l. door mede
te doelen welke „beuzelarijin de laatste
paar jaren nu al zoo'n gewichtige rol in
het parlement gespeeld heeft.
—o—o—o—
De lezers zullen zich stellig nog herin
neren hoe in Augustus jl. de Duitscbe pers
in beroering werd gebracht door de Konings
berger-redevoering van Keizer Wilhelm. De
Keizer had het gewaagd, het slot, dat de
Rijksdag hem voor een paar jaren op den
mond legde te verbreken en tot zijn oude
liefde het afsteken van een nogal gekruide
speech terug te keeren. Te Koningsbergen
ontglipten aan zijn lippen een aantal uit
drukkingen die al dadelijk de vrijzinnige
pers tot protesten aanleiding gaven. Zoo
zal men zich nog herinneren dat de Keizer
zich een uitverkoren werktuig des Heeren
noemde, dat hij regeerde bij de gratie Gods,
dat hij zich niet door parlementen, volks
vergaderingen ea volksbesluiten beroepen
gevoelde, dat hij zich niet zou storen aan
de meeningen van den dag enz.
Het gevolg van de protesten was dat
al spoedig de Keizer door den mond der
regeering moest trachten den indruk wat
te verzachten en te verklaren dat hij het
werkelijk niet zoo kwaad bedoeld had.
Daarmee was de kwestie evenwel niet
uit, want de sociaal-democraten, kondigden,
misschien wel in het vooruitzicht van
eenige politieke winsten, een interpellatie
in den Rijksdag over de Keizerlijke rede
voering aan.
In de afgeloopen week nu kwam de
bedoelde interpellatie in den Rijksdag aan
de orde, Het kwam evenwel niet tot een
hartstochtelijk debat, want zelfs de sociaal
democraten waren zeer gematigd in bun
protest tegen de redevoering des Keizers.
Zij vonden steun bij de vrijzinnigen behalve
bij de nationaal liberalen, die wel eenige
bezwaren ten berde brachten maar toch
niet reden tot protest meenden te h6bben.
Von Bethmann Holweg bleef zijn heer en
meester, den Keizer, verdedigen en vond
steun bij de conservatieven. Eenig resultaat,
zooals in 1908 had dit debat dan ook niet.
Na de Keizerlijke redevoering is in den
Rijksdag het ontwerp op de scheepvaart-
tollen aan de orde gekomen en daarover
hebben de heeren lang en breed van ge
dachten gewisseld.
De lezers zullen zich berinneren uit
hetgeen we reeds vroeger over deze kwestie
schreven, dat de Pruisische regeering onder
aandrang van de agrariërs de rijksregeering
heeft weten over te halen een tolheffing
voor te stellen op de groote rivieren en
hoe daartegen van andere zijde ernstig
verzet kwam. Ouk welke middelen de re
geering aanwendde om de bondsstateu, die
eerst niet genegen waren, voor haar plannen
te winnen. In de afgeloopen week nu kwam
het ontwerp ter tafel en is er zeer breed
voerig van gedachten over gewisseld, te
breedvoerig om hier ook maar de discussie
in hoofdzaken te vermelden. Het resultaat
is intusschen geworden, dat het wetsontwerp
naar een commissie verwezen is. De debatten
hebben inmiddels wel doen zien dat het
ontwerp groote kans heeft aangenomen
te worden.
Ook ons land werd in die debatten be
trokken daar het door den Rijn in het
geding komt. 't Is nu evenwel zeer de
vraag of onze regeeriug zoo voetstoots ge
noegen met de riviertol zal nemen, waar
ze daartoe niet verplicht kan worden, dank
zij het verdrag waarbij aan Nederland
tolvrijheid op den Rijn gewaarborgd is.
Mag men de berichten gelooven dan zal
onze regeering van die rechten onder geen
voorwaarde afstand doen. De tijd zal het
spoedig leeren want de onderhandelingen
zullen binnenkort wel door de Duitsehe
regeeriog met de onze geopend worden. Dan
heeft Duitschland ook nog rekening te
houden met Oostenrijk, dat een eveneens
gunstig verdrag gesloten heeft omtrent de
Elbe en dat, naar luid der berichten, ook
geen afstand van zijn rechten zal doen.
De rijkskanselier die bet ontwerp, dat zoo
zeer tegen den bandel gericht is, verdedigde
bad echter goede hoop de buurtstaten te
kunnen overtuigen dat de verkeerspolitieke
bedoelingen, waarnaar Duitschland streeft
en de middelen om tot dit doel te geraken
ook in 't belang zijn van deze staten
Het kon wel eens blijken dat de kanselier
wat al te optimistisch gestemd is.
—o—o—o—
Van het buitenlaud trok in de afgeloopen
week nog altijd Engeland zeer de aandacht.
Do verkiezingsstrijd is er thans in vollen
gang en als deze regels ouder de oogen der
lezers komen is in een aantal districten
reeds de beslissing gevallen. Heden, Zater
dag toch, hebben reeds de eerste verkie
zingen voor het Engelsche parlement plaats.
D. w. z. in een aantal districten, want de
wenk aan de regeering gegeven om alle
verkiezingen op een en denzelfden dag te
houden heeft de regeering niet ter harte
genomen.
De leiders der partijen hebben thans de
handen vol. Avond aan avond moeten ze
voor de kiezers verschijnen om de schoon
heid hunner partijbeginselen uit te meten.
Of eigenlijk, die partijbeginselen treden bij
deze verkiezingen niet zoo op den voorgrond
als wel eens anders bet geval was. De
Hoogerbuiskwestie is voor de regeerings-
partijen en de Iersche kwestie voor de
oppositie de inzet van den stembusstrijd.
Ook de ministers nemen ijverig deel aan
de verkiezingscampagne en enkelen hunner
w. o. Asquith, de premier, en Sir Edward
Grey, hebben een speciaal verkiezings
manifest de wereld ingezonden. Asquith
roept daarin de kiezers op tot den strijd
tegen het conservatisme en legt er den
nadruk op, dat als de oppositie thans over
wint het met den vooruitgang op het gebied
der sociale wetgeving voor lange jaren uit
zal wezen. Lloyd George, die tot de radicale
partij behoort, is in zijn manifest nog wat
krasser en behandelt daarin ook onomwon
den de Iersche kwestie, die hij wil op
lossen door het verieenen van zelfregeering
aan de Unie, zooals Canada die bezit.
De leider der oppositie, de unionist
Balfour, heeft intusschen weer eens blijk
gegeven van zijn politieke slimmigheid. In
een redevoering, die hij dezer dagen te
Londen hield, kondigde hij aan dat indien
zijn partij de overwinning mocht behalen,
zij geen hervorming van het tarief zou
invoeren, zonder het volk over het beginsel
te hebben doen beslissen. Zij zou dit dan
willen doen door middel van een referen
dum.
EeD politieke slimmigheidje noemden we
dit, want de Unionisten begrijpen drommels
goed, dat de tariefsherziening hen bij deze
verkiezing een beetje in den weg zit
Allereerst is daar een strooming onder hen,
die meent dat het hoofdnummer van het
Unionistische program ook bij deze ver
kiezingen niet verdonkermaand mag worden
maar in de tweede plaats moet rekening
er mee worden gehouden, dat een strijd
der Unionisten enkel voor tariefsherziening
tot een stellige nederlaag zou lijden, omdat
er nog een groot deel van het Engelsche
volk benauwd is voor de herzieningsplannen
en de regeering in haar strijd tegen h6t
Hoogerhuis heel sterk staat. Waar de oude
strijdleuze dus onbruikbaar was en verre
moet onderdoen voor die welke tegen Ierland
gericht is, maar toch ook niet heelemaal
verdonkermaand kan worden, heeft Balfour
de handigheid er op gevonden waarvan we
boven melding maakten. „Tegen Home
Rule 1" dat moet de strijdleuze blijven, want
daarmede zal het mogelijk zijn, evenals in
1886, een groot deel van het Engelsche
volk en daaronder ook een deel der liberalen
wellicht, tegeD de libérale regeering in het
harnas te jagen. Ze herinneren zich nog
maar altegoed den feilen strijd waarineen
25 tal jaren geleden Gladstone het onder
spit moest delven.
De leider der oppositie heeft met zijn
verklaring alvast bereikt, dat de geheele
Engelsche pers zich er mee bezig houdt
om ze te laken of te loven, al naar gelang
der politieke richting.
Wat de uitslag van dezen strijd zal zijn
't Is al te gewaagd ook maar eenige voor
spelling dienaangaande te doen. De politieke
toestand wordt thans beïnvloed door geheel
nieuwe factoren. Dat evenwel de kansen
voor de liberale regeering minder zouden
zijn dan een jaar geleden, gelooven we
toch niet. We zullen het intusschen heel
spoedig weten.
o—o o
In Frankrijk, waar, na de jongste spoor
wegstaking en het naspel daarvan in de
Kamer, op politiek gebied de rust terug
gekeerd was, kan men zich alweer gereed
mtken voor nieuwen strijd. Want daartoe
zullen de thans bij de Kamer ingediende
anti-stakiugswetten van Briand stellig wel
weer volop gelegenheid geven. Van de vijf
aangekondigde ontwerpen zijn er dezer