N». 2424. Donderdag 22 December 1910. 24ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Nieuwjaarsgroet. Van week tot week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond idvertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÉN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Burg op Texel. Uitg. Tex. Courant. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor de Berg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere anden met verhooging der porto's. Prijs der Actvertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. Euen als uorige jaren, zullen uiij ook nu weder de gelegenheid bieden om in het Nieuwjaarsnummer, Nieuwjaarsgroeten te doen plaatsen. Wij berekenen daarooor 20 cts. per adu. niet meer dan 5 regels beslaande, tegen contante betaling, ter uoorkoming uan in- casseeringskosten. Wij maken er op attent dat van on- zentwege niemand wordt uitgezonden om dergelijke adv. op te vragen. RAADSVERGADERING. De Burgemeester der Gemeente Texel; Gelet op art. 41 der Gemeentewet Brengt naar aanleiding daarvan, ter kennis van de ingezetenen, dat eene ver gadering van den Gemeenteraad is belegd op Zaterdag den 34 December 1910, des voormiddags te lCP/s ure in de daarvoor bestemde zaal ten Raadhuize dezer Ge meente. Texel, den 20 December 1910. De Burgemeester van Texel, W. F. HIDDINGH. Onderwerpen ter behandeling: 1. /Aededeelingen. Ingekomen stukken. 2. Vaststelling suppletoir kohier Hoofdei. Omslag, dienst 1910. 3. Idem suppletoir kohier hondenbek ouer 1910. 4. Benoeming 2 leden en I regentes Algemeen Armbestuur. 5 Idem 1 regent en 1 regentes Algemeen Weeshuis. 6. Verzoek fflej. B. W. C. Tabeling om eeruol ontslag als onderwijzeres te /A. Eierland. 7. Verzoek H. Groenewold om regeling zijner jaarwedde als h. d. S. m. u. I. 8. Voorstel tot aanuulling uan den rooster van aftreding uan de leden u. d. Raad. 9. Voorstel tot wijziging der uerordening tot heffing uan Hoofdelijken Omslag. 10. Verzoek om afschrijuing uan belast. Reclames schoolgelden. Aangifte ter Inschrijving voor de Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der ge meente Texel vestigen de aandacht van hen wie bet aangaat, inzonderheid van de in het jaar 1892 geboren mannelijke per sonen, of van hun vader, moeder, voogd of curator, op do bepalingen der Militiewet 1901 (Staatsblad no. 212 van 1901) be treffende de inschrijving voor de Nationale Militie, welke bepalingen zijn aangeplakt op de gemeenteaanplakborden in de ver schillende dorpen. Zij die tengevolge die wetsbepalingen in deze gemeente voor de militie moeten wordeD ingeschreven, moeten biertoe bij hen, Burgemeester en Wethouders, ter gemeente-secretarie tusschen den len en 31en Januari 1911 worden aangegeveD. Voor hot doen van do aangitte ter in schrijving zal meer bepaald gelegenheid worden gegeven op VRIJDAG, den 6en Januari 1911, dos voormiddags te 10 uur. Toxel, den 9 December 1910. Burgemeester on Wethouders vnd., HIDDINGH. De Secretaris RUIBING. Mond- en klauwzeer. De Burgemeester der geraeento Texol Gelet op een ontvangen schrijven van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, Overwegende, dat liet mond- en klauw zeer zich in het buitonland uitbreidt en met name in Duitschland een dreigend karakter aanneemt; Vestigd met nadruk de adndacht van belanghebbenden op het noodzakelijke van onmiddellijke aangifte van onverhoopte gevallen van mond- en klauwzeer. Voorts wijst hij er op, dat het zelfs de voorkeur verdient, dat ook in twijfelachtige gevallen kennis worde gegeven en niet gewacht worde, totdat meerdere zekerheid omtrent den aard der ziekte verkregen is. Texel, den 20sten December 1910. De Burgemeester voornoemd, HIDDINGH. INRICHTINGEN welke Gevaar, Schade of Hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Texel brengen ter openbare kennis, dat het verzoek van R. P. KEIJSER Cz. te Den Burg op Texel om in het perceel, kadastraal bekend in Sectie A. no. 1969 een negenpaardenkracht petroleum-motor te mogen oprichten, door hen is in gewilligd. Texel, 17 Dec. 1910. Burgem. en Weth. voornoemd, W. F. HIDDINGH. RUIBING, Secretaris 10—17 Dec. De Tweede Kamer heeft na afdoening der Justitie-begrooting en die van Water staat, de behandeling der Oorlogsbegrooting ter hand genomen. Reeds eenigen tijd geleden liep in de pers het bericht dat de rechterzijde bij die behandeling den minister van Oorlog zoodanig den voet dwars zou zetten, dat hij het bijltje er bij zou moeten neerleggen, doch 's daags voor den aanvang van de beraadslagingen over de oorlogsbe grooting werd gemeld dat de kamerleden der rechterzijde den minister Cool geen moeilijkheden in den weg zouden leggen. Maar toch, al is het dan niet door de vereenigde rechterzijde, toch is den minister een nederlaag bezorgd, die hem vermoedelijk tot aftreding zal dwingen. Inzonderheid van de zijde van het Kamerlid Duymaer van Twist, hetzelfde lid dat ook reeds onlangs zoo geducht tegen den minister van oorlog te velde trok, kwam de oppositie. Hij kon zich met verschillende door den minister Cool voorgestelde maatregelen niet vereenigen en was over 't algemeen met diens beleid lang niet tevreden. Dat bleek uit verschillende amendementen, die hij mede onderteekende en ook uit een door hem voorgestelde motie betreffende de aanhangige tractementsregeling voor de officieren. In deze motie verzocht hij den minister, de voorstellen dienaangaande terug te nemen en spoedig met een nieuwe iegeliug te komen waarin zoowel de tractementen als de pensioenen zijn be grepen. Deze motie is door de Kamer be handeld en blijkens een ontvangen mede- deeling, aangenomen, niettegenstaande de minister haar onaannemelijk had genoemd. We kunnen natuurlijk op dit oogenblik nog geen nadere bijzonderheden over een en ander vermelden, dan alleen dat d6 voorstellen van den heer Van Twist met 36 tegen 31 stemmen werden aangenomen en dat de sociaal-democraten voor de stemming de zaal verlieten. Het wil ons voorkomen, dat er thans alle aanleiding is tot de veronderstelling, dat we binnen kort weder een andere minister van oorlog zullen hebben, misschien wel de heer Duymaer van Twist zelf. Als deze regels onder de oogen dei lezers komen zal or wel wat naders bekend zijn. De minister heeft besloten zijn ontslag te vragen, —o—o—o— De nota inzake ODze kustverdediging is thans bij de Tweede Kamer ingekomen. Het is een lijvig stuk en de groote dag bladen hebben er lange uittreksels uit overgenomen. Wij moeten ons echter be palen tot een beknopte samenvatting van de voornaamste gedeelten. Op den voorgrond wordt door de opstellers der nota de ministers van oorlog en marine geplaatst de plicht der regeeririg om te zorgen voor een zoodanig verdedi gingsstelsel dat volledige waarborgen be staan voor de handhaving van onze onzijdigheid bij een oorlog tusschen andere rijken en ter verdediging onzer afhanke lijkheid. Voor beide vormt de verdedig baarheid onzer kust een belangrijk onderdeel der regeeringszorg. Met name worden daarna de havens en de zeegaten genoemd die als de aanvalspunten onzer kust be schouwd moeten worden. Vooral Den Helder, Vlissingen en Rotterdam zullen voor een vreemde vloot een gunstige maritieme basis kunnen vormen, terwijl Hoek van Holland als uitvalspunt voor operatiën te land het meeste voordeel aanbiedt. Tot de middelen om met goed gevolg de kust verdediging te voeren behooren naar de meening der regeering: de levende strijd krachten te land, de vloot en de kust- versterkingen met den aankleve van dien. Met het oog op de moeilijke taak die onze voor de kustverdeding bestemde troepen zullen hebben is noodig dat we in het bezit zijn van een actieve scheepsmacht bestaande uit pantserschepen, torpedobooten pantserbooten en onderzeebooten. Rekening houdende met wat reeds aangebouwd is uit de marine begrootingen van 1909 en 1910 en met de mijnenleggers en onder zeeboot, die zullen worden aangebou wd uit die voor 1911 komen nog in aanmerking voor aanbouw uit het te stichten fonds: 8 zeegaande torpedobooten, 14pantserbooten 2 onderzeebooten, terwijl verder ten laste van het fonds komen de bedragen noodig voor het inrichten van twee depötschepen voor onderzeebooten en voor aanschaffing van de noodige versperringsmijnen en van de daarvoor benoodigde magazijnen. Behalve deze nieuwe schepen en werken zal volgens het plan der regeering noodig zijn: betere bewapening van de kustver- sterkingen der Texelsche zeegaten; een nieuw fort bij de haven te iJmuiden, vermoedelijk ten zuiden van het kanaal met opstelling van het geschut in koepels; een eenvoudig verdedigingswerk aan den nieuwen Waterweg; een nieuw koepelfort, voorwaarts van Hellevoetsluis en ten slotte een krachtig bewapend, zelfstandig, storm vrij pantserïort bij Vlissingen Zooals men weet is er van Belgische zijde nog al in den laatsten tijd bezwaar geopperd tegen de plannen onzer regeering tot versterking der Wester-Schelde. Ver schillende gezaghebbende stemmen hebben daartegen hun protest doen hooren. De regeering acht die versterking echter dringend noodig om de Westerschelde neutraal te kunnen houden, Vlissingen te kunnen verdedigen en alle agressieve on dernemingen tegen deZeeuwsche eilanden onwaarschijnlijk te maken. Ook is de regeering van meening dat de aanleg van een fort bij Vlissingen geen nieuwen toe stand zal scheppen ten aanzien onzer in ternationale verplichtingen en bevoegd heden, daar het hier slechts geldt de ver vanging van niet meer aan de tegenwoor dige eischen voldoende versterkingen, die dan ook zullen worden opgeheven, zoodra het fort bij Vlissingen gereed zal zijn. Ten slotte nog iets over de duitenkwestie. Het wetsontwerp inzake het Kustverdedi gingsfonds acht in het geheel een bedrag van f3S.370,000 noodig gesplitst in f25.080 000 voor de kust versterkingen en f13.290,000 voor het drijvend materieel. Het bedrag blijft beneden bet maximum van 40 millioen, maar aan de raming zal geen volstrekt bindend karakter mogen worden toegekend. Tot zoover de ingediende nota, waarover in de Kamer stellig nog wel hel een en ander zal worden gezegd. o o—o De verkiezingsstrijd in Engeland loopt ten einde. Meer dan het zes achtste deel der Lagerhuis zetels is thans reeds bezet en als deze regels onder de oogen der lezers komen zal de laatste stembusuitspraak wel gepubliceerd zijn. Thans is vrijwel met zekerheid vast te stellen wat het eindresultaat van de ver kiezingen zijn zal, n.l. dat de toestand on gewijzigd blijft en de regeering de 20 millioen gulden verkiezingskosten wel in den zak had kunnen houden. De Engelsche kiezers hebben thans al haast evenzoo ge stemd als in Januari j. 1. en dat wil zeggen dat de regeering op het kussen zal blijven en dat zij in het nieuwe parlement over een lOOtal stemmenmeerderheid zal hebben te beschikken. Misschien zelfs wel over een 20tal meer nog, want het laat zich aanzien dat O.'Brien en zijn volgelingen ten slotte de regeering wel zullen steunen zonder aan hun speciale eischen (afschaffing van den nieuwen drankaccijns, het verhoogde vergunningsrecht en de nieuwe grond belasting) vast te houden. 't Kan niet ontkent worden dat de uitslag dezer verkiezingen voor de Unionisten zeer teleurstellend is. Want niet alleen zal er in de samenstelling van het Lagerhuis geen noemenswaardige verandering komen, doch opmerkzaamheid verdient het feit dat bij deze verkiezingen de candidaten der regee- ringspartijen eenige honderdduizende stem men meer verkregen dan die der oppositie. Beschouwt men derhalve deze verkiezing als een soort referendum over de Hooger- huiskwestie, dan moet erkend worden, dat de meerderheid der Engelsche kiezers on bewimpeld de regeeringsplannen tot her vorming van het Huis der Lords goedge keurd hebben. Wel komen de Unionisten nu met de bewering dat de nieuwe meerderheid der regeering niet sterk genoeg is maar Asquith schijnt zich aan deze en dergelijke beden kingen niet te zullen storen en hij heeft het op de verkiezingsmeetings duidelijk genoeg gezegd dat hij eu zijn Kabinet met dezelfde meerderheid als in het vorige parlement de hervorming van hetHoogerhuis zal doorzetten overeenkomstig de aanhangige plannen. Met belangstelling mag afgewacht worden wat er dienaangaande te gebeuren staat. Zullen de peers thans voor de uitspraak der Kiezers het hoofd buigen en de Veto- ontwerpen aannemen of zullen ze met geweld tot rede moeten worden gebracht Dat zijn vragen waarop thans nog niet een antwoord te geven is, maar het laatste lijkt ons waarschijnlijker dan het eerste. o—o—o In Oostenrijk is vrij plotseling, alhoewel niet geheel onverwacht, een ministerieele crisis uitgebroken. Reeds langen tijd had de regeering met veel moeilijkheden te worstel.en als een gevolg van den bestaan- den nationaliteitenijver en rassenhaat die het politieke leven geheel beheerschen. Het was de regeering in deze omstandigheden niet mogelijk zich een meerderheid voor hare voorstellen te verzekeren. Zooals men weet zitten in het Oostenrijksche parlement de Polen op de wip, maar deze zijn er steeds zooveel mogelijk op uit geweest om vau de regeering de eene concessie na de andere te vorderen. Alleen als er goed wat tegenover stond wilden de Polen de regee ring hun stemmen geven. Nu is een hunner eischen de aanleg van een kanaal door Gallicie, waarvoor ook inderdaad reeds een besluit genomen is. De tenuitvoer legging ervan is om financieele redenen echter nog steeds achterwege moeten blijven, want het staat met de schatkist allesbehalve roos kleurig eu het Gallische kanaal zou maar eveu 404 millioen kronen vragen. De regeering moest zich dan ook met kracht tegen den aandrang der Polen verzetten en deze deelden toen eenvoudig mede dat zij hun stem niet zouden geven aan de voor- loopige begrooting. De regeering die over tuigd is dat er dan voor de begrooting geen meerderheid te vinden zal zijn besloot terstond haar ontslag den Keizer aan te bieden. Dat de crisis spoedig opgelost zal worden valt wel zéér te betwijfelen. —o—o—o— In Griekenland hebben in de afgeloopen week de verkiezingen pflaats gehad voor de Nationale Vergadering. Voorzoover be kend hadden ze een zeer rustig verloop.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1910 | | pagina 1