Bijblad van de Texelsche Courant van Zondag 11 Maart 1911. Uitgave Firma Langeveld fy de Rooij. De Verloren Zoon. FEUILLETON. Nathalie van Eschstruth. door 56.) Het weer barstte eensklaps met groot geweld en de beide jonge lieden liepen lachend, zoo hard ze konden op het tuin huisje toe. Buiten adem bleet Anna Eatharina aan de deur staan en schudde zich de glin sterende waterdruppels uit het haar. Die hulp kwam te juister ure, zei de jonge man gelukkig glimlachend. Indien mijn hoed er niet van door ware gegaan en zonder uwe bijzondere vriendelijkheid, was ik nu bepaald al doornat geweest. Maar vergun me vóór alles me aan u voor te stellen. Hij stelde zich in positie, nam zijn hoed af en zei: Von Hausman, griffier bij het gerecht alhier. Anna Eatharina maakte eene buiging. Een grilfier bij 't gerecht. En ik ken -u nog niet 1 riep ze uit. En toen hij haar vragend bleef aankijken, liet ze er haastig op volgen „Ik ben Anna Eatharina von Abonsberg. De dochter van onzen president. Zij knikte. Zijn gezicht stond zoo mogelijk nog vroolijker dan een oogenblik te voren. Wat een dubbele vreugde voor mij, freule, om het voorrecht te hebben op deze curieuse wijze met u kennis te maken. Ik ben eerst sedert drie dagen in de stad en was van plan aanstaande Zondag eenige bezoeken te gaan afleggen. Ik zou eerst over veertien dagen zijn gekomen, als mijne moederlijke vriendin, mevrouw Belden, mij niet verzocht had om mede te werken op een weldadigheidsconcert. Zingt u Als u 't zoo belieft te noemen. Houdt u van muziek Zij keek hem met schitterende oogen aan. Nu, dat zou ik denken. Maar ik hoor 't zoo zelden. Bij ons in huis mag geen muziek worden gemaakt. Mama houdt er niets van. Zonderling, en de mijne dweept ermede. De muziek zit ons als 't ware in het bloed. Een oom van mij, die helaas al heel jong is gestorven, was zelfs een kun stenaar van beteekenis, Helmuth Novalla. Zijn opera wordt tegenwoordig nog dikwijls opgevoerd. Nu een druppeltje van diens bloed hebben we allen geërfd. Weer een donderslag en een blik semstraal zoo hel, dat Anna Eatharina met een gil plotseling een eind achteruitging. Geheel onwillekeurig was Yon Hausman op haar toegesprongen en had zijn arm als beschermend om haar heen geslagen, terwijl het jonge meisje half bewusteloos van schrik tegen hem aanleunde. Zoo bleven ze een oogenblik staan, dicht bij elkaar. Anna Eatharina half wezen loos, Gregor von Hausmann als dronken van geluk. Hij zag neer op het lieftallig gelaat met die groote, verschrikte oogen en hield haar slanke, teedere gestalte zacht tegen zich aangedrukt. Dat is geslagen in een naastbyzijnden boom, zei hij zachtjes. 't Bleef eenige oogenblikken doodstil. Nog altijd hield hij zijn arm om haar heen. Weer een bliksemstraal, maar minder sterk dan de vorige. Na eenige oogen blikken een donderslag en toen scheen het licht te breken door de hooge toppen der beuken. Nu is 't gevaar voorbij en behoeft u niet angstig meer te zijn, freule. Zij schrikte. Eerst nu werd haar de toestand, waarin zij zich bevond, duidelijk. Zij keek hem in het knappe, flinke ge laat, dat met een eigenaardige uitdrukking over haar was heengebogen Hè, wat ben ik dwaas en kinderachtig geweest, stotterde zij, maar ik was ook zoo verschrikt. Opeens luisterde zij oplettend toe. Op eenigen afstand in het park riep men haar naam. Men zoett mij. En haastig trad zij op de deur toe om daarna weer om te keeren en daarbij keek zij hem bijna angstig, smeekend aan. Och, mijnheer von Hausman, blijf niet hier. Men mocht het zou wel^ik ben bang, dat mama boos wordt, stamelde zij, en weder wisselde een donkere blos met doodelijke bleekheid zich af op haar gelaat. Gregor nam haastig den hoed af en maakte een diepe, beleefde buigiDg. Ik ga heen, freule, maar vraag beleefd verlof om spoedig op [meer vormelijke wijze de kennismaking in uw ouders huis te mogen hernieuwen. En hoe keek hij haar daarbij aan. Heur hart klopte onstuimig. Tijd tot antwoorden had zij «chter niet, want aan het einde van de laan verscheen een bediende, met een parapluie boven zich en een gesloten dito in de hand. Hausmann nam nog eens met een be veiligen zwier den hoed af en liep toen haastig naar den parkmuur. Een paar passen verder onder den vlier boom, is een deur, die u gemakkelijk kunt opendoen, riep Anna Eatharina hem nog nawant 't leek haar minder aange naam over die natte steenen te moeten klauteren. Nog een lachende vriendelijke groet en in het volgende oogenblik spron gen de takken achter hem dicht, terwijl de zilveren regendroppels in 't rond spatten. ADna Eatharina drukte de handen op 't onstuimig kloppend hart en leunde met haar kopje tegen de wormstekige deurpost, slechts vervuld van één gedachte, die haar een heerlijke, verrukkelijke droom schijnt. Lang kan ,'t joDge meisje het niet met zichzelf eens worden of zij haar moeder iets van die zonderlinge ontmoeting ver tellen zal of niet. Hoe gaarne had zij iemand, die haar begreep, deelgenoot ge maakt van dat zoet geheim, maar de schuwheid, die zij steeds tegenover hare stiefmoeder had gevoeld, deed haar ook nu zwijgen. Den volgenden dag zat de freule naast Mal wine in de tuinkamer. Een bediende kwam binnen en reikte haar op een zilveren blad een visitekaartje. Mijnheer de griffier vraagt, of er ook belet is. Anna Eatharina keek verschrikt op. Zij kleurde tot onder het kroezige haar. Mal- wine nam echter onverschillig ,het kaartje op, las vluchtig den naam en schrikte. Gregor von Hausman, las ze zachtjes, drukte de lippen stijf op elkaar, keek somber voor zich uit en werd eenigszins bleeker dan gewoonlijk. Gregor von Hausman Dat moest dezelfde zjjn van wien mevrouw Belden h%ar altijd vol verrukking had gesproken, de kleine Gregor, dien zjj na den dood zijner moeder, een geboren Novalla, al& haar eigen kind bij zich in huis genomen had. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1911 | | pagina 5