Bijblad van de Texelsclie Courant van Zondag 2 Juli 1911. No. 2479
N°. 2480,
Donderdag 6 Juli 1911.
24ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Uitgave Firma Langeveld de Rooij.
FEUILLETON.
DE DOLLARPRINSES.
TEXELSCHE COURANT,
Uit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor db Borg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
anden met verkooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de üitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
niAA fj* fat ma/iti
eenigszins gewijzigd ook voor ons land I behalve gesticht zijn over deze „nieuwe gelegenheden om uit te gaan vermenig-
20.)
Neen! Je bent een een beetje suf, Bulger!
Misschien zul je me beter begrijpen, als
ik je vertel, dat ze beloold heeft met me
te trouwen.
Bulger kwam eensklaps, figuurlijk ge
sproken, onzacht op de aarde terecht. Zijn
liefdedroom was vrij ruw gestoord. En nu
eerst voelde hij hoe levendig die droom
was geweest en hoe dicht hij de werkelijk
heid bij hem gewaand had. Want voor
ee* verliefd man is niets onmogelijk en
al was het uiterlijk van Bulger niet poëtisch,
verliefd was hij in hooge mate. Maar de
ontgoocheling was verpletterend.
Dick, niets merkend van Bulger's ont
roering, voelde behoefte zijn hart uit te
storten.
Ik zal jo nog iets zeggen Bulger. Maar
je mag er met niemand over spreken. De
gravin, hij keek behoedzaam rond, toen
fluisterde hij Bulger de rest in het oor.
Toen Dick na een paar minuten wegging,
bleef Bulger in volslagen verbijstering zitten
een beeld van ellende. Voor hem was het
een middag vol wreede, pijnlijke onthul
lingen geweest.
Met een diepen zucht, die veel had van
een snik, stond ook hij ten slotte op en
zonderde zich af in de eenzaamheid van
zijn eigen vertrek.
HOOFDSTUK X.
De brief.
Dienzelfden namiddag had Alice op een
der tennisvelden met Freddy als partner
gespeeld. Beiden waren goede spelers en
er waren weinig paren, die het tegen hen
vol konden houden.
Wie hen oppervlakkig beschouwde zou
gezegd hebben, dat ze een volmaakt paar
whren. Alice met haar lenige, ranke gestalte
en haar goudblonde haar, vormde een uit
stekend contrast met Freddy, die rijzig
gebouwd en donker was, ze schenen bij
uitstek geschikt om tezamen het groote
spel, het spel van het leven te spelen,
waarvan het succes zoo dikwijls afhangt
van het vinden van een overeenstemmenden
partner. Maar een meer oplettend toe
schouwer zou gezien hebben, dat de har
monie niet verder ging dan het spel zelf.
Geen ander woord werd gewisseld dan de
gebruikelijke uitdrukkingen bij hot tennissen
Ze konden volslagen vreemden voor elkaar
geweest zijn, zoo weinig notitie namen ze
van elkaar.
De partij eindigde met hun overwinning.
Toen hun tegenspelers er op aandrongen
hun een kans van revanche te geven,
verklaarde Alice moo té zijn en ze verzocht
een ander in haar plaats te nemen. Freddy
zei onmiddellijk ook vermoeid te zijn. Toen
Alice op een kleinen afstand van het veld
een geschikt plekje gevonden had om uit
te rusten, ontdekte ze, dat Freddy naast
haar stond.
Ze keek op mot een uitdrukking van
wrevel op het gelaat.
U begint op mijn zenuwen te werken,
mijnheer Fairfat.
Wezenlijk, antwoordde Freddy koel, u
moet niet zooveel over me denken, juffrouw
Conder.
Ik kom zoo langzamerhand tot de con
clusie, ging ze voort, geen acht slaande
op zijn opmerking, dat ik een lout begaan
heb door u tot secretaris te nemen.
Het geneesmiddel is niet ver te zoeken,
merkte Freddy op.
Weer deed ze, of zo hem niet verstond.
Do voortdurende tegenwoordigheid van
zoo'n superieur men6ch als u is bepaald
vermoeiend; zei ze. Is u altijd zoo ver
waand geweest?
Altijd, zei Freddy.
't Is geen geschikte eigenschap voor een
secretaris, zei ze.
Het is nog mijn beste eigenschap, ant
woordde hij opgewekt. Bovendien, juffrouw
Conder, zou het voor u niet goed zijn een
gedwee en zachtzinnig persoon onder u
te hebbeD.
Waarom niet? vroeg ze.
U zou dan veel te veel uw eigen gang
gaan, zei Freddy. Dat zou niet goed voor
u zijn.
Ik geloof anders, mijnheer Farfait, dat
ik op 't oogenblik óók mijn eigen zin doe.
Pardon, juffrouw Conder, dat denkt u.
Verbeeldt u zich soms, riep ze uit, dat
uw wil Bterker is dan de mijne?
Neen, zei Freddy, dat wéét ik.
Ik geloof, dat het voor u heel gelukkig
is, dat ik hier kwam. Ik zal u er wel
bovenop heipon, voor ik wegga.
O! riep ze uit, terwijl ze van haar stoel
opsprong, u is onverdragelijb.
U is koud, zei Freddy plotseling bezorgd.
De laatste partij was ook zoo verhittend.
Hij trok, terwijl hij sprak, vlug zijn wit
flanellen overjas uit.
Ik ben niet koud, zei Alice hooghartig.
Vergeef me, u is het wel, hield Freddy
vol. Met een snelle beweging stapte hij
naar voren en legde de overjas om haar
schouders. Ze wilde het beletten, maar hij
hield haar stevig vast.
U is heel onbeschaamd, mijnheer Fairfat,
zei ze, terwijl ze haar best deed hem hard
toe te spreken.
Dat weet ik, zei Freddy, haar een weinig
steviger vasthoudend.
Alice's hart begon sneller te kloppen.
Het visioen van een tookomst, waarin ze
steeds door deze beschermende armen om
geven zou zijn, kwam tot baar en gaf haar
een gevoel van geluk, dat haar verblinde.
Ze sloot voor een seconde de oogen en gaf
zich over aan dit toekomstbeeld. Doch on-
middelijk riep zij haar aangeboren trots te
hulp. Hij had haar bespot, gekweld, haar
grof beleedigd; hij had haar woorden toe
gevoegd, die ze nooit, neen nooit kon ver
geten, tenzij hij haar nederig te voet viel
en haar vergiffenis afsmeekte. En zóó
moest hij trachten haar te winnen, indien
hij dit tenminste wilde. Om baar liefde
te wiünen, moest hij zich voor haar ver
nederen. Want dan zou ze hem groot
moedig alles, wat hij haar aangedaan had,
vergeven en als een koningin de liefde
aannemen van haar gehoorzaamsten en
nederigsten onderdaan. Want ze wist het
nu, dat ze hem liefhad. Maar wat ze niet
wist, was, dat de groote les voor allen,
die het geluk zoeken, hierin bestaat, dat
ware liefde niet zoekt zichzelf te verhoogen,
maar te vernederen, wil ze duurzaam zijn.
Het visioen verdween en Alice keerde
zich haastig om, teneinde zich uit Freddy's
armen te bevrijden. Ze had haar koude,
hooghartige houding teruggevonden.
Als u niets beters te doen heeft, mijnheer
Fairtat, zei ze sarcastisch, dan heb ik een
gewiehtigen brief, dien ik gaarne getypt
wil hebben.
Ik ben geheel tot uw dienst, zei Freddy
beleefd.
Dan moesten we maar naar binnen gaan
en hem ineens afmakeD, zei Alice.'
Freddy volgde haar in de bibliotheek.
Ze hing de overjas onmiddellijk over den
rug van een stoel en belde. Sir James
Mac Gregor trad binnen.
Breng een typewriter, sir James, zei ze.
Dadelijk brachten twee bedienden een
klein tafeltje en een typewriter binnen,
waarna ze weer verdwenen. Alice wendde
zich tot Freddy.
Wordt vervolgd.)