N°. 2486,
Donderdag 21 Juli 1911.
24ste Jaargang
Nieluws- en
Advertentieblad.
hui nen Land.
Van week tof week.
Bit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementspi-ijs per 3 tnaanden.
Voor de Burg 30 Cts. Franco pen- post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika eu andere
anden met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 uur op den dag der nitgave
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 3 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Tex el.
Uitslag Verkiezing.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Texel maken bekend, dat af
schriften van de processec-verbaal, ver
meldende den uitslag der op 22 Juli 1911
gehouden herstemmingen ter verkiezing
van twee leden van den gemeenteraad,
wegens periodieke aftreding, en van twee
leden ten gevolge van vermeerdering
der bevolking, zijn aangeplakt en voor
een ieder ter gemeentesecretarie ter
inzage liggen.
Texel, den 24 Juli 1911.
Burgem. en Weth. voorn.
J. S. DIJT, Lo.-B.
RUIBING, secr.
Toelating van nieuwe leerlingen op de
o. 1. school in. u. 1. te den Burg.
Burgemeester en Wethouders van
Texel brengen ter kennis van belang
hebbenden dat op 1 September a. s. nieuwe
leerlingen op de o. 1. school m. u. 1. te
den Burg kunnen worden toegelaten,
die op dien datum den leeftijd van 5
jaar en 6 maanden hebben bereikt.
De aanmelding moet geschieden bij
het hoofd der school vóór 8 Augustus a.s.
onder overlegging van het vaccinatie
bewijs.
De aandacht wordt er op gevestigd,
dat op 1 Januari a.s. ook leerlingen
worden toegelaten, die reeds andere
scholen in de gemeente bezoeken.
Texel, 24 Juli 1911
Burgem. en Weth. voorn.
J. S. DIJT, Lo -B.
RUIBING, secr.
15—22 Juli.
Van het weinige nieuwe dat de afgeloopen
week uit eigen land bracht was misschien
al het voornaamste dat de staking in het
scheepvaartbedrijf te Amsterdam, die in den
laatsten tijd zoo'n gevaarlijke wending
scheen te zullen nemen, wel spoedig tot
het verleden zal behooren. De voerlieden
hebben den arbeid reeds weder hervat,
terwijl van de zeelieden- en bootwerkers
organisaties vruchteloos pogingen werden
gedaan om met de besturen der W6rkgeveis-
vereenigiugen een onderhoud te krijgen.
Even botweg als de bemiddeling van
minister Talma door de patroons werd
afgewezen, even bot was ook de weigering
om met de besturen der werkliedenorgani
saties een bespreking te houden over het
eindigen van de staking. Het feit dat de
arbeidersorganisaties om een onderhoud
hebben gevraagd wijst er op dat het met
de staking ten einde loopt, 't is hier niet
de plaats om uit te maken of er voldoende
aanleiding bestond de staking te procla-
meoren en evenmin om te beslissen wat
de beide partijen in dezen strijd gezondigd
hebben, maar wel om den wensch uit te
spreken dat aan den ongewenschten toestand
in onze hoofdstad spoedig een einde kome
o o—o
Het Engelsche Hoogerhuis heeft thans
voorioopig de Veto wet afgedaan. Na er,
'tegen het advies der regoering in, allerlei
wijzigingen in te hebben aangebracht heb
ben de Lords Donderdag het ontwerp in
derde of laatste lezing aangenomen.
Er was voor de beslissende zitting van
het Hoogerhuis zeer veel belangstelling,
hoofdzakelijk een gevolg van de vrees, dat
de lords op het laatste oogenblik nog het
ontwerp zouden verwerpen. Zoover is het
echter nog niet gekomen. Ook de onver-
zoenljjkste tegenstanders der regeering
stemden tenslotte voor het geamendeerde
ontwerp, zoodat hot mot algemeene stem
men aangenomen werd, Het gaat nu terug
naar het Lagerhuis en 'tis te verwachten
dut dit de slroep haalt door alle amende
menten van het Hoogerhuis. Men vermoedt
dat de regeeriog voor zal stemmen alle
amendementen zonder discussieön alle tege
lijk te verwerpen.
Daarna krijgen de lords dan nog eens
weer de gelegenheid om zich over het
Vcto-ontwcrp uit te spreken en daarbij
moet dan de belangrijke beslissing vallen.
Egypte heeft een nieuwen consul-generaal
gekregeD, n. 1. lord Kitchener. Men kan
hem den nieuwen gebieder over Egypte
noemen, want de Khedive moge formeel
de heerscher zijn in het land van de Nijl,
Engeland deelt er al sedert lang de lakens
uit. Ook al hebben de Engelschen aan den
Khedive een schijnbaar groote zelfstandig
heid gelaten, ze is slechts schijnbaar, want
in werkelijkheid gaat het geheele bestuur
van Egypte langs de lijnen door Engeland
aangegeven.
De Egyptenaren met hun grootsch ver
leden kunnen zich moeilijk in de rol van
onderworpenen schikken en er is dan ook
een vrij sterke partij van „Egyptische
nationalisten" in het land, die de taak van
den onderkoning zeker niet aangenaam en
gemakkelijk maakt. Tot nog toe is het niet
gelukt den invloed der nationalisten te
fnuiken. Lord Cresner propeerde het destijds
door gestrengheid, gepaard met oprechtheid.
Het mocht niet baten. Zijn opvolger Sir
Eldon Gorst probeerde het over een andere
boeg. Hield de teugels wat minder streng
vast. Gaf de Egyptenaren wat meer vrijheid
in 's lands aangelegenheden. Maar ook hem
gelukte het niet de nationalisten te ont
wapenen en de ontevredenheid weg te
nemen.
Thans zal lord Kitchener de teugels in
handen nemen. Zoo zachtmoedig als zijn
voorganger was, zal de nieuwe onderkoning
wel niet zijn. Daar staat zijn verleden wel
borg voor. Strengheid zal waarschijnlijk het
kenmerk van zijn bewind zijn. Misschien
nog wel meer dan strengheid. Lord Kitchener
is de man der Boerenkampen, onzaliger
gedachtenis.
De Khedive zal niet ingenomen zijn met
de keuze der Engelsche regeering. En in
Engeland zelf is de benoeming niet met
onverdeelde instemming begroet. Men vreest
terecht dat de actie der nationalisten zal
toenemen hoe strakker de teugels aange
haald worden. De leiders der ontevredenen
hebben reeds bij voorbaat verklaard dat zij
krachtiger dan ooit er op zullen aandringen
dat Engeland onverwijld de ontruiming
van Egypte behoort voor te bereiden.
Hoezeer de Marokkokwestie reeds de
mogendheden tot prikkelbaarheid gebracht
heeft, bleek wel in de laatste dagen uit
het Fransch-Spaansche incident, dat zijn
oorzaak vond in een vrij oubelangrijke ge
beurtenis. De Fransche consul Boisset had
een reis gemaakt en werd bij zijn terug
komst te Elksar door een schildwacht aan
gehouden en later door de wacht ontwapend.
Wel betoogde hij Fransche consul te zijn
doch de militairen meenden dat iedereen
dit wel zeggen kon. Toen ten slotte wer
kelijk bleek dat de aangehoudene de consul
was werden hem op de. meest royale wijze
excuses aangeboden. Nu zou men meenen
dat daarmee de kwestie van de baan was
maar jawel de Fransche pers en regeering
kregen keunis van het gebeurde en daar
had men de poppen aan het dansen. De
Fransche pers beweerde, dat de handel
wijze den consul aangedaan niet ongestraft
mocht worden gelaten. En de mededeeling
dat de Spanjaarden de hecle streek bij
El-Ksar onveilig maakten moest do noodige
kracht geven aan do dreigende uitnoodiging.
De Fransche regeering bleef ook niet met
de handeu in de schoot zitten en eischto
in krachtige termen genoegdoening van
Spanje. En de regeering te Madrid was
daartoe gaarne bereid. Zoo was dan de
vrede weer hersteld en keerde na al het
kabaal dat over de onbeduidende kwestie
gemaakt was, zoo langzamerhand de rust
terug toen opnieuw een dergelijke aange
legenheid om de aandacht kwam vragen.
Thans betreft net een Fransch officier die
aangehouden werd door deSpaansche wacht.
Misschien is de man wat al te brutaal ge
weest Tenminste van Spaansohe zijde wordt
de schuld geweten aan het optreden van
den officier. Doch de Fransche bladen zijn
alweer heelemaal uit hun humeur.
Perzië doet weer van zich spreken. Reeds
in den laatsten tijd kwamen over den
toestand in Perzië allerlei verontrustende
berichten. Er heerschte, naar luid der
berichten, groote ontevredenheid onder de
bevolking, een revolutie heette voor de
deur te staan en zelfs kwamen er berichten
die van gewapend optreden der ontevre
denen spraken.
En thans dezer dagen kwam plotseling de
verrassende tijding dat Mohammed Ali de
afgezette Sjah, in het land verschenen is
om het hem ontnomen Koning der Koningen
schap met geweld terug 1 te vorderen.
Blijkbaar heeft de gewezen Sjah den ver
warden binnenlandschen toestand aange
grepen om zich weer in het zadel te werken.
De lezer herinnert zich hoe Sjah Moham
med Ali juist twee jaar geleden uit het
land werd verbannen. Hij had het er naar
gemaakt ook. Had zijn vader aan de Perzen
reeds constitutioneele rechten toegekend hij
ontnam het volk deze rechten weer en met
geweld, niettegenstaande zijn belofte afge
legd bij de aanvaarding der regeering. In
't begin van Juli 1909 liet Mohammed Ali
de kanonnen richten op het parlements
gebouw, en een aantal der al te constitu
tioneel gezinde parlementsteden gevangen
nemen en opknoopen. Echter dat geweld
dadig optreden bekwam hem slecht. Het
volk liep ten wapen, de troepen van den
Sjah werden verslagen en hij zelf verban
nen en van den troon vervallen verklaard.
De gewezen Koning der Koningen moest
nu in 't vervolg in ballingschap te De Krim
leven al kon hij het er metjhet half millioen
toelage die hij van de Perzische regeering
ontving vrij goed stellen. Maar wat is geld
in vergelijking met eer en grootheid
Mohammed Ali heeft zijn pensioen in de
waagschaal durven stellen om toch maar
weer bezit te kunnen nemen van den ver
molmden troon van Perzië. Een gewaaude
onderneming al schijnt hetoogeublik voor
een Staatsgreep als deze niet slecht gekozen.
Eeu tweetal jaren bezit Perzië thans zijn
constitutioneele vrijheden en rechten, maar
tot nog toe hebben de Perzen er weinig
goeds van ondervonden. Men heeft er een
parlement evenals in andere landen maar
het is er een van groote onbeduidendheid.
Van hervormingen invoeren, het maken
van een betere wetgeving etc. is tot nog
toe niets gekomen. En men had het volk
zoo de zegeningen van een nieuw modern
bewind voorgesteld. Daarbij komt nog dat
de „beschermende" mogendheden Engeland
en Rusland in den laatsten tijd brutaler
dan ooit tegen Perzië zijn opgetreden.
Door dat alles heerscht er groote onte
vredenheid onder de Perzische bevolking
en moet een deel er van al weer terug
verlangen naar de vleeschpotten van het
Egypte van absolutisme.
Het oogenblik waarop Mohammed Ali dan
ook zijn gewaagde Staatsgreep ondernomen
heeft is niet ongunstig, ofschoon het te
betwijfelen staat dat het hem gelukken zal de
nieu we orde van zakeu weer om ver te werpen.
Waarschijnlijk zal er om den ouden
wankelen troon van Perzië weer hevig
worden gevochten. Een broederkrijg die het
land nog meer in de armen der bescher
mende mogeudheden zal voeren. Waar
schijnlijk lachen Rusland en Engeland reeds
in hun vuistje. De komende gebeurtenissen
zullen wellicht het pad effenen voor nieuwe
interventie en men weet dergelijke zaakjes
worden gaarne opgeknapt, mits tegeu vol
doende belooning. Er zijn zelfs Engelsche
bladen het wantrouwen tusschen de
beide „beschermende" mogendheden schijnt
nogal groot te zijn die driestweg beweren
dat de heele Staatsgreep van den gewezen
Sjah het werk vau Rusland is.
Hoe het zij, de toestand in Perzië is
thans weer ernstiger dau ooit.
TEXEL, 21 Juli 1911.
Gemeenteraad van Texel.
Vergadering van 25 Juli 1C11.
Do aanwezigheid van 9on talrijk publiek,
waaronder we zelfs eenige d tints op
merkten, bewees reeds vóór den aanvang
dat die vergadering een meer dan gewone
strekking bad, de burgemeesterskamer
die bij gewone vergaderingen ruimte
leent aan twee, hoogstens drie personen,
waarvan minstens twee voor beroeps
bezigheden tegenwoordig zfin, was thans
geheel met bezoekers gevuld, zoo zelf3,
dat voor de dames een plaatsje in den
raadszaal werd ingeruimd.
Op het aangegeven tijdstip werden de
deuren die ons van de raadszaal scheid
den geopend en vertoonde zich aan ons
oog de gewone aanblik van een verga
dering van den laatsten tijd, de eerste
wethouder op de voorzitterstoel bij een
niet voltallige vergadering, de heer Lap
was afwezig.
De vergadering werd door den voorzitter
de heer Dijt geopend, die mededeelde
dat deze vergadering enkel belegd is,
om in openbare zitting van den raad,
de leidingaan den nieuw benoemden burge
meester over te dragen en voorlezing
deed van een missive van den heer
Commissaris van de Koningin, houdende
mededeeling dat bij Kod. besluit dato
7 Juli j.l. de heer E. G. Gaarland is
benoemd tot burgemeester dezer ge
meente, door wien bereids de vereischte
eeden in handen van den heer commis
saris zijn afgelegd.
De heeren Zijm en Over daartoe door
den voorzitter uitgenoodigd leiden daarop
de benoemde binnen, die door den voor
zitter wordt begroet en gelukgewenscht
met z'n benoeming tot burgemeester
dezer belangrijke gemeente.
Veel, zegt spreker is hier gedaan, nog
meer is er te doen in het belang onzer
gemeente, wij hopen dat het U niet aan
de vereischte bekwaamheden zal ont
breken, om onze vergaderingen te leiden
en waar noodig krachtig in te grijpen
en wenscnen U een aangenaam verblijf
in deze gemeente toe.
De burgemeester daarop de voorzitters
plaats innemende, zegt, na de heer Dijt
dank te hebben gebracht, van die plaats
dank aan H M. de Koningin voor het
bewijs van vertrouwen hem geschonken
door zijne beuoeming tot burgemeester
dezer belangrijke gemeente, waarvoor
dat ambt noodig zijn een vaste wil en
de noodige kunde, daar geeft spreker
de verzekering dat bet hem aan hst
eerst9 niet ontbreekt, het laatste zal
moeten bijjken.
De beste wil en bekwaamheden ver
mogen niets zegt spreker zonder de steun
van da Wethouders en den Raad, waarom
hij meent mede namens B. en W. te spre
ken, als hij de steuu vraagt van de leden
van den Raad, zoomede vau secretaris,
ontvanger en verder personeel, om zich
in de zaken in te werken.
Na te hebben herinnerd aan de bestuurs
periode van zijn voorganger en den hem'
Dijt dank te hebben betuigd voor do
vele moeite zich in de tusschenregeeriog
getroost, eindigt spreker, in vertrouwen
op de onderlinge wissel-en samenwerking,
met de beste wenschen voor de bloei
en vooruitgang van deze gemeente.
Niemand der leden het woord ver
langend, werd de vergadering Goor den
burgemeester-voorzitter gesloteD, waarop
de bode de deuren sloot eu wij lang
zamerhand de burgemeesterskamer weer
ontruimden hier en daar groepjes vormend
de indruk van de eerste kennismaking
besprekend, die, door de beslistheid
waarmede de verklaring werd gegeven
dat het Z.E.Achtb. aan een vaste wil
niet ontbreekt, zeker eeu bemoedigende
mag genoemd worden.