Buitenland.
Marktberichten.
Gevaarlijk spel.
Te Hengelo (Overijsel) speelden een
paar jongens van ongeveer 12 jaar een
zeer gevaarlijk spelletje. Toen Zaterdag
middag de trein, welke om 2.26 te En
schedé aankomt, naderde, gingen ze op
de rails liggen. De machinist zag ge
lukkig het gevaar, remde uit alle macht
en bracht den trein tot staan op zeer
korten afstand van de deugnieten, die
daarna het hazenpad kozen.
Slecht weer in aantocht?
In het Hoornsche Hop worden tot zeer
dicht onder den wal bijzondei veel
bruinvisschen aangetroffen.
De schippers zien hierin een aankon
diging van slecht weer.
De kleeding van spreekuurbezoeksters.
Een arts, gelukkig zelf een dame,
leest in een geestig artikel in de „Zeit-
schrift für Krankenpflege" haar zusters
de les over de kleeding, waarmede zij
het spreekuur van den dokter bezoeken.
Moet het tot een onderzoek komen, dan
is het afpellen van het stoffelijk om
hulsel hoedspelden, hoed, sieraden,
blouse en al het verdere, met al de
daarbij te pas komende banden, haakjes,
en veiligheidspelden, een beproeving,
zoowel voor den volgenden patient in
de wachtkamer, als voor den arts, „al
blijft die uiterlijk kalm". Vooral de
blouseknoopjes van achteren zijn lastig,
„en geneeskundige hulp is daarbij drin
gend noodig". Wie naar het spreekuur
gaat, zegt de dokteres, trekke slechts
het allernoodigste aan. Zelfs een corset
is voor dien korten tijd wel te ontberen
men behoeft niet bang te zijn, dat het
misvormde lichaam in een uur tijds
weder den gevreesden natuurlijken vorm
zal aannemen.
Flinke snoeken.
Uit Nieuw-Amsterdam schrijft men
aan de „Asser Ct."
Dat hier in de wijken en kanalen
ouderwetsche snoeken gevonden worden
mag men afleiden uit het feit, dat door
de heeren Oostergo eergistermiddag in
den schakel o. m. drie snoeken gevangen
werden, die samen het enorme gewicht
hadden van 40 halve kilo's, nl. één van
16 pond en twee ieder 12 pond.
Zeker een heele geruststelling voor
het zwakkere visschengeslacht, dat zulke
gevaarlijke monsters onschadelijk worden
gemaakt.
Een kwakzalver.
In een der buurten van 's Gravenhage
zagen wij aan een eenvoudige woning
een biljet van den volgenden inhoud
Jacobus 5 14,15.
De zuivere geneesmagnetisme is een
helper in den grootsten nood. Lieve
zusters en broeders, die lijdende zijn,
onderzoekt u, onderwerp u aan de groote
kracht van dien zegen, neemt het ge
nadegeschenk aan en gij zult tot de
erkenning komenWaar een wil is, is
een weg.
De man, hier wonende, noemt zich een
„Inspiristisch Missions Medium und Mag-
netspathin", nogal moeilijk te vatten
voor eenvoudige zielen, hetgeen er niet
beter op wordt, als gij hoort, dat de man
specialiteit is in de behandeling van
„Seelisch Nervöser Psychisch Chrönicher
Leider."
Toch zijn er nog genoeg patiënten,
die er in vliegen. Arme menschen
(„Rott.")
Hoe eenbeen met tweebeen omsprong
Het gebeurde in den Haag op den
hoek van de Schoolstraat, vlak bij de
Visbanken, dat een jonge man juist op
een druk oogenblik daar passeerde, on
bewust van hetgeen hem stond te ge
beuren. Plots hoorde men: krak krak
en voor iemand het wist, zeeg hij ter
aarde. Omstanders schoten toe, wilden
hem weer op de been helpen, mannen
yan de reiniging probeerden hetzelfde,
niets mocht baten. De stumperd had
zijn been gebroken. Kalm droeg hij zijn
lot, geen zucht ontvloot zijn borst, alleen
een zenuwachtig lachje plooide zijn lippen,
'n gevoel van een niet onherstelbaar ver
lies teekende zich af op zijn gezicht,
want de stukken bewezen het
het been was van hout. Over en weer
werd beraadslaagd wat met hem aan te
vangen, tot men op het idee kwam de
politie in den arm te nemen. De voor
het bureau geposteerde agent werd ge
waarschuwd en om raad gevraagd, hoe
met den man te handelen. Deze, zich
niet lang bezinnende, pakte éénb9en op
en droeg hem naar het bureau van po
litie, waarbij men het komische geval
kon aanschouwen, dat tweebeen éénbeen
droeg, welke op zijn beurt een half been
in den arm had.
Bloemkool.
Uit Broek op Langendijk schrijft men
Het was de laatste week, evenals
overal elders, buitengewoon heet aan
den Langendijk en bovendien ongekend
druk. Door de groote hitte der laatste
dagen groeit de bloemkool verbazend.
Al duurt de werkdag ook over het al
gemeen van even na middernacht tot
omstreeks 6 uur 's avonds, toch komen
de bouwers nog handen te kort om de
bloemkool op tijd te kunnen snijden,
veilen en afleveren. Akkers, waarvan
men in andere jaren 2 a 3 weken snijden
kon, staan thans in één week geheel
ledig; en de bloemkolen, welke men over
een maand hoopte te kunnen snijden,
zijn reeds nu aan de beurt.
De aanvoer ter veiling is overweldi
gend groot, doch de hoedanigheid laat te
wenschen; daardoor is de prijs er af.
Een groot deel van den aanvoer wordt
door de fabrikanten opgekocht, gepeld
en ingezouten, om later tot fijne zuren
verwerkt te worden. Ook voor die werk
zaamheden komen handen te kort, en
een aantal vrouwen en kinderen ver
dienen daarmee een aardigen cent extra
want er wordt 15 cent per uur uitbe
taald.
En aan de laadplaats. Daar komt
men niet alleen werkkrachten, maar
ook dikwijls wagens te kort, om al die
kool te verzenden. Van 's morgens 7
tot 's avonds soms 11 uur is men aan
het pakken en laden. Dagelijks worden
nu ook tusschen de 40 en 60 wagöns
verzonden, en in één week 252 wagon
ladingen; om niet te spreken van de
groote hoeveelheden, welke met motor
schuiten worden verzonden.
De koolveilingen duren soms wel 3
uren; in dien tijd worden enkele malen
meer dan 400 partijen geveild, meteen
gezamenlijk aantal van 200,000 stuks.
Geen kinderen zonder toezicht.
In een huis aan de Noordrundersteeg
te Leiden, ontstond Zondagmiddag on
geveer kwart over eenen een begin van
brand. De bewoners hadden het huis
verlaten, hun drie kinderen achterlatende.
Een vierjarig jongetje, dat een doosje
lucifers had weten te bemachtigen, stak
hiermede een stroomatras in brand, die
verbrandde, terwijl er tevens een paar
gaten in den vloer brandden. De buren
bluschten den brand met een paar em
mers water.
Te Boskoop zag men een kind in
het water liggen. Op het hulpgeroep
kwamen menschen toeloopen en werd
het gered. Nadat het bijna een half
uur uit het water was, kwam men tot
de ontdekking, dat er nog een kind
weg was, dat met het andere een bood
schap had gedaan. Het geredde kind
vertelde nu, dat het ook in het water
gevallen was. Men ging op de?elfde
plaats dreggen en kwam tot de treurige
ontdekking dat het andere knaapje ver
dronken was.
Vermist.
Uit vertrouwbare bron werd ons mede
gedeeld, dat de heer Mr. J. C. de Marez
Oyens, oud-minister, sedert de vorige
week met zijn echtgenoote vertoevende
in Tiro), Donderdagavond na't posten
van een brief niet in zijn hotel is
teruggekeerd en sedert spoorloos ver
dwenen is. Zijn familie wonende te
's Gravenhage, Amsterdam en Bloemen-
daal, verkeert in grooten angst, omtrent
zijn lot. Twee zijner zoons zijn derwaarts
vertrokken.
De zoon van den oud-minister Mr.
Oyens en Zn, te Amsterdam, deelt mede,
dat zijn vader, de oud Minister van
Waterstaat, lid der Eerste Kamer, op
3 Augustus te Partenkirchen, in Zuid-
Beieren, vertoefde. Om half elf uur
's morgens is hij uit het hotel gegaan
om een wandeling van anderhalf uur to
ondernemen hij is evenwel na dien tijd
niet meer teruggekeerd. Alle nasporingen
zijn vruchteloos gebleven.
Drie zoons van den oud-Minister zijn
naar Beieren vertrokken. Mr. G. H. de
Marez Oyens is reeds zonder eenig nieuws
teruggekeerd. (li.Dbl.)
Van een meloen.
Zeker Amstordamsch fruithandelaar,
tijdelijk te Zandvoort rosldeerend, duwde
bij hot venten in do Halrestraat in ovor-
dreven koopmmsijver een in do deur
opening staand logeetje dor badgasten
een fermen meloen in de handen met
de woorden „Laat je moeder zien
prachtige meloen, 50 cent 1"
Nu geviel het, dat in dit gezin de
meloenen van de fruitlijst gebannen zijn.
Dies bracht het kind de meloen, onvoor
zichtig genoeg da zware vrucht aan hot
steeltje dragend, den koopman terug.
Maar voor de koopman ze aangenomen
had, daar lag zij op den grond, de meloen.
Dit gaf den venter aanleiding captie te
makenmevrouw moest en zoude meloen
nu nemen. Mevrouw echter wees den
man de deur en toen daaraan geen
gevolg werd gegeven, gaf ze haar driftig
een trap, de meloen n.l., zoodat deze
den stoep oprolde, waarna de koopman
haar onder groot misbaar weer de gang
in keilde. Van alle kanten waren de
nieuwsgierigen toegestroomd als lachende
getuigen van deze komische voetballerij.
Maar nog vóór het relletje teneinde was,
verscheen reeds een dienaar van den
heiligen Hermandad als onloochenbaar
getuigenis der activiteit van het Zand-
voortsch politiekorps. Hij trachtte den
koopman zijn ODgelijk aan het verstand
te brengen, daar immers de meloen niet
op zicht was gevraagd, maar hij ze op
gedrongen had. Was dat geen verstandige
taal voor een agent, door de ranglijst
gedoemd no. 11 als nummer te dragen?
Maar de koopman, totaal onhandelbaar
omdat er niet te handelen viel, liet zich
niets aan 't verstand brengen en reeds
wilde de agent tot krachtiger maatregelen
overgaan, toen de vrouw des huizes,
inmiddels van een wandeling terug
gekeerd, schrikkend van den volksoploop
die het verkeer stremde, zich over den
verschoppeling ontfermde en fluks den
koopman zijn meloen afkocht, aldus
stoffe leverend voor het bewijs der stelling
dat een brutaal mensch de halve wereld
heeft. O. H. Ct.
Een romantische geschiedenis.
Te Chicago werd eenige dagen geleden
een eenvoudige vrouw, die zich Catherine
Porter noemde, en als dienstbode in
betrekking was, door een automobiel
overreden. Bij de gerechtelijke schouwing
van het lijk bleek echter, dat de zooge
naamde Catherine Porter eigeulijk mrs.
Catherine Edgar heette, en eens een zeer
schoone en voorname vrouw, echtgenoote
van den staalkoning en multi-milionair
Selvyn Edgar, van St. Louis, geweest
was. Eenige jaren geleden behoorde zij
nog tot de toonaangevende kringen van
Chicago. Een opzienbarend echtscheidings
proces ontbond haar huwelijk. Zij werd
aan het haar ten laste gelegde overspel
schuldig bevonden, en haar kind werd
den vader toegewezen. Na de uitspraak
was mrs. Edgar plotseling verdwenen
en sinds dien tijd kon niemand een spoor
meer van haar vinden. Eindelijk, door
haar gewelddadigen dood, ontdekte men
haar weer.
De vrouw des huizes, bij wie zij in
dienst was verklaarde- dat zij altijd een
ijverige en passende dienstbode geweest
was. Zij ging bijna nooit uit en wanneer
zo al eens uitging, was zij dicht ge
sluierd. Nooit kreeg zij bezoek en zij
sprak weinig. Men veronderstelt, dat zij
dienstbode geworden is om voor haar
misdrijf te boeten.
Aan een muggebeet gestorven.
De 40-jarlge machinist Heinrich, te
Weiszensee, werd eenige dagen geleden
door een mug in den hals gestoken.
Onwillekeurig krabde hij aan de pijnlijke
plek. Twee dagen later leed de man
hevige pijnen en de dokter stelde bloed
vergiftiging vast. Pleinrich heeft in het
ziekenhuis te Berlijn een operatie onder
gaan, maar is niettemin gestorven.
Een kattenbelasting.
De gemeenteraad van München heeft
in Juni in beginsel besloten tot een voor
Duitschland geheel nieuw soort van be
lasting een kattenbelasting, 't Voorstel
daartoe is uitgegaan van dr. Krüche. Bij
het bekend worden van het voorstel
ontstond eerst groote vroolijkheid, welke
echter spoedig in welwillenden ernst en
ten slotte in bjjna algemeene instemming
veranderde, toen de voorsteller zijn
nieuwe belasting toelichtte. Hij wees er
op, dat op grond van medische ervaringen
katten niet alleen alle schaduwzijden
van honden bezitten, maar ook door het
dooden van zangvogels, rupsenplagon en
bladziekton in do band werkten. Zeer
vele kattonvrienden onder zijn patiënten
hadden den dokter de verzekering ge
geven, dat zij met de belasting zeer
ingenomen zouden zijn, want een kat
waarvoor belasting betaald wordt, zou
beter verzorgd worden, dan de nu veelal
zonder meester rondzwervende. Ook de
voredeling, der kattenrassen zou door de
belasting en de daarmede gepaarde ver
dwijning der wilde katten gemakkelijker
kunnen geschieden.
De grootste moeilijkheid bij de belasting
is echter het aanbrengen van den belas
tingpenning. Een penning aan een hals
band zou voor de kat, gewoon aan het
klimmen, zeer onaangenaam en zelfs
gevaarlijk zijn. Echter, men merkt tegen
woordig wel palingen en trekvogels, het
merken der katten zal dan ook wel geen
onoverkomelijke moeilijkheden baren.
Gelijk gezegd, de gemeenteraad nam
het beginsel met overgroote meerderheid
aan. Men zal nu inlichtingen inwinnen
bij Fransche steden, alwaar een zoodanige
belasting reeds ingevoerd schijnt, en
bovendien deskundigen advies vrageD,
hoe men op de humaanste wijze een
merk kan aanbrengen.
Vruchtboomeu.
Texel, 7 Aug. Aangevoerd werden
2 Paarden
2 Veulens f 110 a f150.
2 Koeien
6 N. Kalveren f 14 a f 18.
266 Schapen f 15 a f 17.50
261 Lammeren t 13, af 14,
Matige Handel.
I'urmcrend, 8 Aug. Aangevoerd
752 Runderen wuaronder:
503 vette koeien 72 a 84 Ct. per KG,
Gelde koeion 1 160 a 230
Melkkoeien f 180 A 290.
38 stieren.
100 vetto kalvoron f 0,80 a 11.p. Kg.
377 Nuchtere kalveren t 12a 1 24
2454 Schnpon f 20 k f 25,
687 Lamtnoren 1 12,a f 15,00
401) votte varkens t 0,44 a 10,48 per Kg.;
37 magere varkons 1 18 a 128,—:
213 biggen f7 a 1 12
kipeioron f 4.25 a f 4.75 por 100;
Wat toch is de reden, dat een groot gedeelte
onzer vruchtboomen kwijnt, aangetast wordt door
ziekten en op nog jeugdigen leeftijd ten gronde
gaat? Nog niet lang geleden noemde men dat
een ziekte van den ouderdom. Reeds een menigte
jaren zijn sommige vruchten, vooral appels geteeld.
Ik noem o. a. de Paradijsappel. Door het voort
durend vermenigvuldigen door middel van enten
is de soort zelf vernieuwd. Veroudering endaar-
voor 't ontstaan van gebreken is het gevolg van
deze handelwijze. De beste wijze om tot gezond
heid en daardoor minder vatbaarheid van ziekten
te komen, zou dan zijn: Het uitzaaien der pitten
om aldus lot een nieuw en sterk geslacht te ge
raken. Doch opmerkzame deskuudigen zijn lang
zamerhand gaan begrijpen, dat er nog vele an
dere zeer belangrijke invloeden op onze vrucht-
boomen zijn. Een der voornaamste is de bemesting.
Onderzoekingen hebben geleerd, dat, per vier
kante Meter kroonoppervlakte onttrokken worden
aan den bodem in grammen
Appel 7,1 stikstof, 7,3 kali, 1,5 fosforzuur, 9,8 kalk
Peer 7,5 n 10,9 n 2,1 u 6,7 n
Waar stalmest of gier gegeven wordt, overdrijft
men do stikstofbemesting, geeft men kali te weinig
en ontbreekt een groot deel der kalk. Veel
stikstof geeft veel bladgroei, doch vormt weelde
rige loten, welke niet tegen de winterkoude
bestand zijn. De vruchtvorming wordt niet ge
noeg bevorderd. In ziekten en beschadigingen
der ooftboomen/' schrijft prof. Ritsema Bos o.a.
Alle ooftboomen hebben behoefte aan tamelijk
veel kali, de kerseboom meer dan pruim en peer
en deze meer dan de appelboom. Bij de onvol
doende bemesting, die maar al te vaak wordt
toegepast, lijden bedoelde boomen aan kaliarmoede,
de bladeren worden veel te vroeg geel en vallen
af. Zoodanige kaliarme boomen zijn zeer vatbaar
voor allerlei parasitaire ziekten. Soms zag men
dat appelboomen, die door kanker waren aange
tast, na een doelmatige bemesting zich langzamer
hand herstelden. Kalkgebrek oefent zijn invloed
uit op den groei van het hout. Het is minder
stevig, en daardoor zullen kalkarme boomen niet
gemakkelijk hun loten behouden, wanneer er een
eenigszins strcDge winter volgt. Kali en kalk
bevorderen den groei en de stevigheid van het
hout. De boom weerstaat meer aan kanker en
andere ziekten. Het beter ontwikkelde vrucht
hout is in staal meer vruchten voort te brengen
cn te voeden. Een menigte verrassende resul
taten zijn reeds bereikt door deze twee stolfcn
in de bemesting op den voorgrond te brengen.
Practisch toegepast komt een cn ander hier op
neer Reeds bestaande boomgaarden geve men op
zwaren grond: Om de vijf jaar 3000 a 5000 kg.
kalk per hectare, verder per jaar 500 a 750 kg.
Patentkali, 300 a 500 kg. Superfosfaat en 200 a
300 kg. Chilisalpeter. Alles uit te strooien niet
vink om den stam maar op een meter of meer
afstand ervan, in de maand Eebruari. Doch de
helft van 't chilisalpeter in Mei. Per jongen
boom cn per vierkanten meter kroonoppervlakte:
30 gram kalk in den herfst en in 't voorjaar: 80
gram patentkali, 90 gram chilisalpeter cn 40 gram
superfosfaat. Bij nieuwen aaDleg brengt men
3000 a 5000 kg. kalk en 1000 a 1500 kg. slakken-
meel in den bodem. Lichtere gronden geve men
in de twee jaar 1200 a 1500 kg. kalk, Wie meer
van deze zaak weten wil, schalie zich aan //Onze
vruchtboomcnw, door J. P. M. Camman waaruit
ik de gegevens putte, voor dit korte opstel.
15.