Uitgave Firma Langeveld de Rooij. FEUILLETON. Bij de gratie van Jnlins Caesar. i.) Melissa zond mij Maandagavond bericht, dat het haar beter leek met de inschrijvings- lijet voor den aankoop van nieuwe kerk banken rond te gaan op Dinsdag. Ik zond bericht terug, dat het mij geschikter voor kwam Donderdag te gaoD. Ik had wel geen bepaalde verhindering op Dinsdag, maar Melissa is er dol op de zaken te regelen, zonder iemand er over te raad plegen, en ik heb er geen zin in, haar altijd haar eigen gang te laton gauD. Me lissa is mijn nicht en we zijn altijd goede vriendinnen geweest ik houd werkelijk heel veel van haar; maar er bestaat geen enkele reden om je zelf weg te gooien en in alles haar zin te doen. We besloten eindelijk om maar Woensdag te gaan. Ik heb altijd het land, als ik van het een of ander nieuw kerkplan hoor, waar voor geld noodig zal zijn, omdat ik heel goed begreep, dat Melissa en ik dan mtt een inschrijvingslijst rondgestuurd zouden worden. De menschen zeggen,[dat wij in staat zijn, meer op te halen dan iemand anders en ze schijnen te denkon, dat, omdat Melissa een oud meisje en ik een oude weduwe beD, we overvloed van lijd hebben. Voor alle mogelijke collectes werden we gebruikt, maar ik besloot dat er nu toch eens een eind aan moest komen. Ik had er genoeg van en ik dacht dat het Melissa wel evenzoo zou gaan, We yertrokken vroeg Woensdagmorgen, want Jersey Cove is een groote plaats, en we wisten dat we den heelen dag wel zouden uitblijven. We moesten wandelen omdat geen van ons beiden een paard bezat. Het was een prachtige dag, ofschoon het wel zeer heet scheen te zullen worden en onze stemming was zoo goed ze zijn kon, in aanmerking genomen de onaange name expeditie, waarop we uitgingen. Ik wachtte bij mijn deur op Melissa. Toen zo kwam keek ze me verwonderd en afkeurend aan. Ik zag dat ze me dwaas vond, omdat ik mijn op een na beste mou- salienen japon had aangetrokken en mijn allerbeste hoed met bleekgele rozen had opgezet om door warmte en stof to loopen, maar ik was niet dwaas. Al mijn keunis op collectegebied bestaat daaria, dat ik weet, dat hoe beter je gekleed bent en hoe aardiger je er uit ziet des te meer geld je ophaalt tenminste als je geld van mannen moet hebben. Als het vrou wen zijn, moet je juist de oudste en lee- lijksto dingen aantrekken. Daar was Melisa schijnbaar op voorbereid, want ze zag er verbazend stijf en armoedig uit, behalve poneybaar, dat zacht, hoog en ingewikkeld was, als altijd. Ik kon nooit begrijpen, hoe Melisa dat toch altijd zoo mooi kreeg. Er gebeurde niets bijzonders het eerste gedeelto van dien dag. Sommige menschen keken kwaad en wilden niet inteekenen, maar over 't algemeen ging 't uitstekend. Het was ook eigenlijk hoofdzakelijk voor het gemak van de menschen zelf, waar we kwamen de niouwe kerkbanken, dus hadden zo er wel een beetje geld voor over ook. 's Middags kwamen we bij Daniël "Wilson, waar we bleven dineeren. We aten niet veel, ofschoon we wel veel honger hadden de keukenmeid van Mary "Wilson isspreekwoordelijk in Jersey Cove, Geen wonder dat Daniël last van slechte spijsvertering heeft, maar desniet tegenstaande teekende hij voor een prachtig bedrag in en vertelde dat we er jonger dan ooit uit zagoD. Daniël is altijd erg complimenteus en ze zeggen dat Mary jaloersch is. Toen we Daniël Wilson goeden dag hadden gezegd, zei Melissa met bet air van een vrouw, die zich gereed maakt een zoer onaangenamo plicht te vervullen „Ik veronderstel, dat we nu wel naar Isaak Appleby moeten gaan niet P" Ik stemde toe. Ik had den 'geheolen dag al voor die woorden gevreesd. Het is niet prettig naar een man te gaaD, die je pas een blauwtje heb laten loopen en hem geld te vragen, en Melissa en ik bevonden ods beiden in die netelige positie, Isaac was een vermogend oud heer, die nooit eenige roeping had gevoeld voor het huwelijk, totdat zijn zuster den vorigen winter gestorven was. Toen, zoodra de lente voorbij was, begon hij naar een vrouw uit te zien. Eerst kwam hijjbij mij en ik zei „neen", kort en goed. Ik mocht Isaac wel lijden, maar ik was te gezellig en te veel op mijn gemak gesteld om mij nog naar een ander terrein over te laten planten en bovendien kwam Isaac's hof makerij mij te zakelijk voor. Ik kan het niet zonder een beetje romantiek stellen, dat is mijn natuur. Isaac was teleurgesteld en zeide dat ook, maar liet doorschemeren, dat hij niet zeer geschokt was en dat een ander hom even goed zou kunnen voldoen. Die ander was Melissa en hij deed haar een huwelijks aanzoek na ongeveer 14 dagen. Melissa weigerde zijn hand ook. Ik moet bekennen dat ik verbuasd was, want Melissa was er erg op gesteld om te trouwen, maar zo was nooit erg op Apploby gesteld geweest, wegens een vroegere oneenigheid.- Er begon een oude vlam van haar, een weduw naar uit Kinsbringe, juist weer notitie van haar te nemen en ik vermoedde, dat Melissa hoop op hem had. En eindelijk verbeeld ik me nog, dat Melissa geen zin had zijn vrouw te wordeD, nadat hij mij eerst gevraagd had. Maar wat ook hare beweegredenen mochten zijn, ze weigerde den armen Isaac en dat sloot een huwelijk van hem uit, tenminste met een inwoonster van Jersey Cove, want verder waren er geen huwbare vronwen, tenminste niet voor een man van den leeftijd van Isaac. Dit was nu al drie maanden geledenen Isaac had al dien tijd alleen huis gehouden. Niemand wist hoe hem dat afgiog, want Appleby's huis was een halven mijl van Jersy Cove verwijderd —aan de kust aan 't land van een laan de eenzaamste plaats, die men zich maar bedenken kon, zooals ik opmerkte, toen ik Isaac's voorstel overwoog. Ik hoorde van Jawis Aldrich, dat Isaac zich een hond heelt aangeschaft, zei Melissa toen we eindelijk het huis in 't zicht kregen een aardig nieuw huisje, dat tien jaar geleden was gebouwd, Jawis zei, dat het een ontzettend groot beest was, ik hoop dat hij niet bijterig is. Ik heb een vreeselijke angst voor honden en ik volgde Melissa naar den grooten tuin in vrees en beven. We waren half weg toen Melissa uitroep „Anna, daar is de hond." Daar was de hond en het ergste was, d it bij daar niet bleef staan,'maar recht op ons aankwam in een regelmatigen, zake- lijken draf. Het was een bulhond en hij was groot genoeg om een mensch midden door te bijten. Hij was de leelijkste hond, die ik ooit gezien had. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1911 | | pagina 5