S° Donderdag 30 November 1911. 25ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Van week tot week. uitgave Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der Oit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor den Borg 30 Cis. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere anden met verhooging der porto's. Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitg. Firma LANGE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Te x e l Voorbereidend Militair Onderricht. Onderzoek ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendheid. De Burgemeester der gemeente Texel brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in bet tijd vak van en met 2 tot en met 13 Januari a.s. ten overstaan van eene Militaire Commisie, een onderzoek zal plaats hebben ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendheid. Aan dat onderzoek mogen deelnemen le. de lotelingen, die in aanmerking komen om in het volgend jaar bij de militie te worden ingelijfd 2e. de tot korte oefening ingelijfde lotelingen in het genot van uitstel van eerste oefening, die hun vroeger verkregen bewijs van voorgeoefend heid wensehen opnieuw te verwerven, teneinde daardoor aanspraak te verkrijgen op verlenging van dit uitstel en 3e. de lotelingen, die het vereisebte militair getuigschrift wensehen te verwerven om een verbintenis te kunnen aangaan bij bet Reserve kader der Infanterie, der Vesting Artillerie of der Genie. De lotelingen, hiervoren onder le genoemd kunnen bij het onderzoek drieerlei bewijzen van voorgeoefendheid behalen, te weten het bewijs van militaire bekwaamheid het bewijs van lichamelijke geoefendheid of het bewijs van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid. Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen hebben verworven, worden op hunne aanvrage ingelijfd bij bet korps en geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt zijn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen. Bezitters van het in de 3e plaats genoemde bewijs hebben daarbij den voor rang boven hen, die een der beide eerstvermclde bewijzen verwierven. Do houders van het inde derde plaats genoemde bewijs hebben daarenboven aanspraak om voor anderen in aanmerking le komen voor inlijving tot korte oefening (vier maanden). Alleen de bewijzen van voorgeoefendheid die in Januari a.s. zullen worden behaald geven bij de inlijving in het volgend jaar aanspraak op vermelde voorrechten, alle vroegere verkregen bewijzen zijn alsdan van onwaarde. De lotelingen, hiervoren onder 2e genoemd, kunnen bij jat onderzoek alleen verwerven het bewijs van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheiddit bewijs moet door hen bij de aanvrage om verlenging van uitstel van eerste oefening worden overgelegd. Zij, die in deze gemeente woonachtig zijn of verblijf houden en aan hot onderzoek hetwelk zal plaats hebben te Helder iu de maand Januari a.s. wensehen deel te nemen moeten zich voor 10 Decomber a.s. ter Secretarie der Gemeente aanmelden, Bij de aanmelding moet door hen, die bjj de oefeningen tot verhooging van 's lands weerbaarheid een wschictbewijs// hebben verkregen dit bewijs worden overgelegd. Dag en uur waarop, zoomede de localileit waar het onderzoek zal plaats hebben, zullen op een der laatste twee dagen van het jaar bij publicatie ter algcmcene kennis worden gebracht. Texel, den 30 November 1011 De Burgemeester voornoemd, GAARLANDT. l.S—25 Nov. Do Tweede Kamer heeft zich in de afge- loopen week bezig gehouden met delndiscbe begrooting en die voor Justitie. Veel bijzonders valt er niot te vermelden. De algemeene beschouwingen over de Indische begrooting hebben behoorlijk veel tijd gevraagd zonder dat ze nu in bijzondere mate belangwekkend waren. Veel wat reeds bij vorige gelegenheden gezegd werd zoo b. v. over den te volgen koers werd ook nu weer ter tafel gebracht. Tijdens de behandeling deed zich nog een ietwat pijnlijk iucident voor, doordat de heer Schaper z\jn modelid, den heer de Savornin Lohman in hot debat betrok. De spreker had het gehad over de zorg die gewijd moet worden aan het uitzenden van degelijke ambtenaren en had daarbij zich ongunstig uitgelaten over het uitzendon van eon schoonzoon van den heer Lohman, die hier ten lande „wat aan de hand" heoft gehad. Daartegen kwam de heet Lohman op waarbij hij op zijn eerewoord verzekerde dat zijn schoonzoon niets strafbaars had gepleegd on daarna opkwam togen do wijze waarop de heer Schaper hem in het debat had betrokken, iets wat in het parlement niet te pas kwam. Toen de heer Schaper daarna opstond om het woord te voeren verliet de heer Lohman en een deel der rechterzijde de vergadering. Overigens waren de begrootingsdebalten nogal gemoedelijk en werd de kalmte der Kamer niet door hartstochtelijke bespre kingen in gevaar gebracht. De heeren werken kalm door en hopen tegen Kerstmis gereed te komen met de begrootingsarbeid. 't Zal vrij zeker nog wel weer aan het einde in meer dan „matigen draf" gaan, zooals al jaren de gewoonte is. Na de kerstvacantie wacht de kamer belangrijke arbeid en de debatten kunnen dan wel eens veel belangwekkender worden dan die over de begrootingen. De Tariefwet en de verzekeringswetten voorspellen heel wat. Over de laatste is men het in de Kamer lang niet eens. Zelfs ontbreekt ten opzichte van de verzekeringskwestie de scheidingslijn rechts en links. Is men het in de rechtsche kringen er niet over eens, evenmin in die der linkerzijde. Dat is nog kort geleden gebleken op het congres der Vrijz. Democraten. En mogelijk dat dit nog nader zal blijken. Want mag men den Haagschen correspondent van de „Tel." gelooven, dan zijn eenige afdeelingen van den Vrijzinnig-Democratischen Bond niet tevreden over de op de jongste alge meene vergadering gevallen beslissing, inzake het vraagstuk der ouderdoms verzorging en zullen zij trachten zoo spoedig mogelijk nog eens een stemming over het principestaatspensioen of geen staatspensioen, te verkrijgen. Zijmeenen, dat de stemming op de bedoelde ver gadering door allerlei factoren onzuiver is geweest. Onze zegsman, schrijft genoemde correspondent, die ook tot de afgevaardig den, en niet tot de minste onder hen, behoorde, zeide ons, dat er zelfs aan gedacht wordt een buitengewone vergadering aan te vragen. Velen schijnen stellig van meening, dat de bond zich nog geenszins tegen het staatspensioen uitgesproken heeft. o o—o 't Was nog altijd Marokko dat in de laatste dagen om de aandacht kwam vragen. De parlementen houden zich bezig met de oplossing die de Marokkaansche kwestie gekregen heeft en zoo langzamerhand komt men te weten hoe het nu eigenlijk ge weest is. Dat de kwestie op een zeker oogenblik hoogst gevaarlijk is geweest is duidelijker dan ooit gebleken. In de afgeloopen week heeft de Duitsche pers mededeelingen gepubliceerd die door de Duitsche regeering in de begrootings- commissie ter harer rechtvaardiging waren gedaan Ter harer rechtvaardiging, want zooals men weet was een groot deel der Rijksdigleden lang niet met de Marokko overeenkomst ingenomen. En nog veel minder methetz.g. „slappe en krachtlooze" optreden van Duitschlancl tegenover het aanmatigend optreden van Engeland. Harde woorden zijn daarover in den Rijksdag gevallen. De mededeelingen Van Von Kiderlen Wachter hebben de heeren echter wat gunstiger vermogen te stommen en als ze juist zijn dan is Duitschland ook volstrekt niet voor Engelnnd op den loop gegaan. Uit die mededeelingen, welke thans gepubliceerd zijn blijkt dat toen de onder handelingen aangevangen waren tusschen Duitschland en Franki^jk door Engeland een pogiig is aangewend om daaraan deel te nemen. Waartegen Duitschland zich evenwel verzette. Het zenden van het schip de „Panther" naar Agadir werd in Frankrijk verkeerd opgenomen en gaf daar aanleiding tot een voor Duitschland be- leedigend geschrijf in de bladen. Onder den invloed daarvan hield toen de Engelsche minister van financiën Lloyd George zijn beruchte redevoering, waarin met een oorlog gedreigd werd en die in Duitschland eon ware storm van verontwaardiging deed opgaan. Tegen die redevoering teekende de Engelsche regeering dan ook protest aan, aarbij zij duidelijk liet uitkomen, dat Engeland nergens beter mee den oorlog kon uitlokken dan door dergelijke rede redevoeringen te laten houden. Toen kroop de Engelsche regeering in de schulp en legde de minster vau buiten- landsche zaken, Grey, de verklaring of dat Lloyd George niets beleedigends voor Duitschland bedoeld had en dat de regeering zich verheugen zou indien de onderhande lingen tusschen Duitschland en Frankrijk tot een goed einde werden gebracht. De Duitsche regeering liet door zijn gezant te Londen acte van deze verklaring nemen en toonde zich tevreden gesteld. Na dat oogenblik begonnen de onder handelingen met Frankrijk beter op te schieten. De Duitsche bladen toonen zich over het algemeen met de regeeringsmededeelingen wel ingenomen, al blijft er natuurlijk een deel der chauvinistische pers over, dat alleen in een oorlog de goede oplossing had gezien. Gelukkig maar dat deze bladen niet alles te commandeeren hebben. In Engeland hebben de „onthullingen" geen prettigen indruk gemaakt. De bladen houden zich nogal gereserveerd en willen afwachten dat minister Grey in het lager huis de kwestie behandeld heeft. Enkele heetgebakerde couranten voor spelden al dat minister Grey door de Duitsche „onthullingen"zóózeer geblameerd is gewordeD, dat hij wel spoedig zal aftreden. Andere daarentegen meenen dat het zoo'n vaart niet zal loopen en betwij felen dat Von Kiderlen Wachter wel de waarheid heeft gesproken. —o—o—o— De Engelsche kiesrechtvrouwen hebben zich weder op het oorlogspad begeven. Dinsdagavond hielden ze te Londen een betooging om er tegen te protesteeren dat in het voorgestelde regeeringsontwerp geen rekening is gehouden met het vrouwen kiesrecht. De aanval der verontwaardigde suffragettes gold week het parlementsge bouw. Ze wilden weder een poging wagen om het gebouw binnen te dringen, waarschijnlijk om daar op de bekende wijze voor haar zaak een demonstratie te houden. De Londensche politie was echter ook present. Vooraf hadden de dames in Caxton Hall een geestdriftige samenkomst gehouden waarin ze elkaar tot den strijd opgewekt hadden. Eenigen waren er zelfs die luide verklaarden bereid te zijn heur leven voor do zaak van het vrouwenkiesrecht te geven. In optocht werd daarna naarhetparlements- gebouw getrokken. De toegang versperd ziende door de bobby's, begonnen de dames een aanval op deze, waarbij velen harer van de politie-agenten harde klappen opliepen en een 2O0-tal gevangen genomen werden. Toen ze den veldslag verloren hadden, trokken de krijgshaftige vrouwen af, doch niet zonder op den weg baldadigheden le verrichten. Tal van ruiten werden ingeworpen. Er waren dames die zich voor dat doel vooraf van steenen voorzien hadden. In enkele hotels en huizen van particulieren moesten de ruiten het ont gelden. Erger waren de Regeeringsge- bouwen in White Hall er aan toe. Daarin bleef geen venster heel. Het gepeupel, belust op dergelijke standjes, hielp lustig een handje mee. De politie had het niet gemakkelijk, want ze mag nu eenmaal niet forsch tegen de dames optreden. Het zijn vrouwen niet waar —o—o—o— Uit de berichten van het oorlogstooneel in Afrika van de afgeloopen week moet men haast de gevolgtrekking maken dat de natuur de Turken een handje mee geholpen heeft om het Italiaansche leger te bestrijden. Tengevolge van de vele regens der laatste dagen is de Medjenin rivier buiten bare oevers getreden en wel in zóó sterke mate, dat de Italiaansche verdedingswerken bjj de bronnen te Boemelia en bij het fort te Sidi Messi eenvoudig weggespoeld werden. De bezettingstroepen moesten in allerijl deze stellingen ontruimen en daarbij ging heel wat uitrusting verloren. Zelfs verdronken een aantal soldaten. Sommige berichten spreken er van dat de Turken cte natuur die hen ter hulp kwam wederkeerig een handje hebben geholpen, door de watei beken dio zich door de overstrooming gevormd hadden naar de vijandelijke stellingen en verder dwars 'Ar de stad Tripoli te leid Deze beken w oruon beschreven als wo- stroomen, die alles wat er op hun was medesleurden. Daaruit moet dan de haastige vlucht van de Italiaansche bezettingstroepen verklaard worden. De Turksche berichten geven evenwel den indruk dat er bij de vlucht nog een andere factor gewerkt heeft, n.l. de aanval der Turksche troepen. Toen deze zagen dat het water de gewenschte richting nam en zich overtuigd hadden, dat de Italiaan sche vloot met het oog op den storm de reede verlaten had, vielen ze plotseling de stelling bij Boemelia aan. En naar luid hunne berichten met het gevolg, dat de Italianen met het bajonet uit de stelling verdreven werden, 400 dooden en gewonden hadden en een aantal krijgsgevangen ge maakt werd. Dat klinkt dus heel anders. Het groote voordeel voor de Turken zou dan wel geweest zijn de bemeestering der waterwerken waardoor Tripoli geheel van drinkwater verstoken zou zijn, hetgeen voor de Italianen den toestand zeer beden kelijk zou hebben gemaakt. Dat er uit Italië groote tankschepen met water naar Tripoli verzonden zijn geeft inderdaad veel te denken. Mag men de Italiaansche berichten ge looven, dan is de regeering thans besloten de actie in Tripoli met kracht ter hand te nemen. Er zijn nu zooveel troepen aan gekomen, dat de opmarsch naar het binnen land kan beginnen. Ook zeggen Italiaansche berichten dat de Turken zich reeds gaan terugtrekken, dat zij zich „verstrooid" hebben. Ook wat de vlootactie betreft schijnt Italië van plan krachtiger op te treden. Naar luid der berichten is een flottiije ge reed om in de Aegeïsche Zee de mijnen en versperringen op te ruimen en zal met het blokkeeren der Dardanellen begonnen worden. Dit moet de Italiaansche regeering medegedeeld hebben aan de Oostenrijksche en deze stelde op baar beurt de Porte ermee in kennis. Deze heeft intusschen laten verklaren dat Turkije het optreden van Italië niet vreest, ja zelfs dat in de annexatie van Tripoli nooit zal worden toegestemd. Tegelijkertijd heeft de Porte de voorwaarden medegedeeld, waaronder ze tot een overeenkomst met Italië bereid is. Turkijes souvereiniteit over Tripoli moet daarbij evenwel onaangetast blijven. o—oo Omtrent de vraag hoe in de parlementaire kringen van Italië de daden der regeering opgevat worden, verkeert men nogeenigs- zins in het onzekere. Weliswaar kan uit de toon der bladen het een en ander blijken, maar het parlement zelf is nog steeds buiten werking gesteld. D. w. z dat de Kamer nog steeds met vacantie is, ofschoon in gewone omstandigheden de kamer haar arbeid al lang weder zou hebben opgevat. De vraag wordt nu gehoord waarom de regeering de Kamer nog niet bijeengeroepen heeft. Een vraag waarop de bladen ver schillende antwoorden geven Sommige zijn al van oordeel dat de regeering al haar aandacht en krachten noodig heeft, voor de gebeurtenissen den oorlog betreffende. Zij zou niet in staat zijn daarbij ook nog in Kamer en Senaat over de gewone aange legenheden van gedachten te wisselen. Andere daarentegen beweren datde regeering beducht is voor heftige kritiek over haar optreden en niet minder over het optreden van leger en vloot. Ook zijn er die beweren dat de regeering zich niet door de Kamer in haar vrijheid van handelen in Afrika wil laten bemoeilijken waar het Kabinet alleen de verantwoordelijkheid der onder nomen actie wenscht te dragen en te houden. Van verschillende kanten wordt thans ook verzekerd dat de regeering wacht op een belangrijk wapenfeit der Italiaansche troepen. Jammer voor haar dat een dergelijk feit zoo lang op zich laat wachten. Naast al deze redenen wordt er evenwel ook nog een andere genoemd, die waar schijnlijk wel het dichtst bij de waarheid zal zijn. Dat is n.l. de houding der buiten- landsche parlementen. De regeering vreest dat de harde woorden elders over het op- treó u Italië geuit, niet zonder terugslag zulle olijven in het Italiaansche parlement. En dat zou de verhouding met het buiten land niet aangenamer maken. Zelfs zou het tot incidenten en verwikkelingen Kun nen leiden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1911 | | pagina 1