2526. Donderdag 14 December 1911. 25ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Van week tot week o TEXELSCHE COURANT. i it blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere anden met verhooging der porto's. Advertentiëa vóór 9 nar op den dag der uitgave Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de üitg. Firma LANGEVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Te x e l JACHT. De Burgemeester van Texel maakt bekend, dat de volgende bekendmaking is aangeplakt. De Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Holland, Gezien bet besluit van Ged. Staten dier provincie d.d. 29 November 1911, no. 57 Gelet op art. 11 der „Jagtwet" Brengt ter kennis van belanghebbend den, dat in Noordholland a. de jacht op klein wild, daaronder begrepen die op houtsnippen, zal worden gesloten op Zaterdag 30 December 1911, met zonsondergang b. de jacht op grof wild zal worden gesloten op Woensdag 31 Januari 1912, met zonsondergang dat alzoo, op grond van het bepaalde bij het eerste lid van art. 27 der aange haalde wet, het verkoopen, te koop uit stallen en vervoeren van klein wild uiterlijk tot en met 13 Januari 1912 en van grof wild uiterlijk tot en met 14 Februari 1912 zal mogen plaatshebben. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke ge- 'meente van Noordholland worden aan geplakt. Haarlem, 2 December 1911. De Commissaris der Koningin in de provincie Noordbolland, VAN LEEUWEN. De Burgemeester vnd, GAARLANDT. Aangifte ter Inschrijving voor de Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der ge meente Texel vestigen de aandacht van hen wie het aangaat, inzonderheid van de in het jaar 1893 geboren maunelijke per- honen, of van hun vader, moeder, voogd ot curator, op de bepalingen der Militiewet 1901 (Staatsblad no. 212 van 1901) be treffende de inschrijving voor de Nationale Militie, welke bepalingen zijn aangeplakt op de gemeenteaanplakborden in de var- schillende dorpen. Zij die tengevolge die wetsbepalingen in deze gemeente voor de militie moeten worden ingeschreven, moeten hiertoe bij hen, Burgemeester en Wethouders, ter gemeeute-secretarie tusscben den len en 31eu Januari 1912 wordeu aangegeven. Voor het doen van de aangifte ter in schrijving zul meer bepaald gelegenheid worden gegeven op ZATERDAG, den 6en Januari 1911, des voormiddags te 10 uur. Texel, den 12 December 1911. Burgtm. en Woth. vnd, GAARLANDT. De Secretaris RUIBING. 2 9 Dcc. De begrootingsdebatten in ons Lagerhuis hebben in de afgeloopen week geleid tot een eigenaardig incident. Eigenaardig omdat het zich geheel bepaalde tot de rechterzijde en veel weg had van familie- gekibbel. De leider der antirevolutionairen, de heer Dr. Kuyper kan zich niet al te best vereenigen met de politiek van den minister van koloniën ten opzichte van de zending en hetonderwijs inonze Indische bezittingen. Bj de behandeling der staatsbegrooting nu greep Dr. Kuyper de gelegenheid aan om mode namens zijn geestverwanten te ver klaren dat de heer de Waal Malefjt de auti-revolitionairen had gekrenkt door zijn houding bij het debat. Maar er was meer d it de leider had onts emd. En dat was wel de trage gang der wetgeving. Van minister Taltna kwam lij eischen dat deze eon term ju zou stelle binnen welke de ouderdomsverzekoring tot stand rnoest komen. Deed de minister het niet dan zou hij het doen en kwam deze voor 1913 niet tot stand dan zouden hij en de zijnen de verdere medewerking op het gebied der verzekerings wetten weigeren. Zelfs zou hij zich dan onttrekken aan de behandeling der Tarief- wet. Dat deze verklaringen van den leider der invloedrijkste der rechterpartijen op schudding in de Kamer verwekten laat zich begrijpen. Minister Heemskerk heeft intusschen den spreker te woord gestaan. Vooral minister de Waal Malefijt nam hij in bescherming tegen den aanval van Dr. Kuyper en wat de bedreiging van minister Talma betreft, op dat punt liet hij uitkomen dat Dr. Kuyper geen recht tot dreigen had en dat deze zich niet zoo ongerust behoefde te maken. Ook minister de Waal Malefijt trachtte den leider der anti-rev. te overtuigen dat er een „afscbuwlijk misverstand" in het spel was en dat hij toch werkelijk niet de anti-rev. had gekrenkt. Waarop Dr. Kuyper na vergiffenis geschonken te hebben de conclusie stelde dat de minister van koloniën bj de behandeling der Indische begrooting „zijn geest niet los en vrij bad" een conclusie waartegen de heer de Visser mede namens een groot deel der rechterzijde heftig protest aanteekende en de verklaring aflegde dat de beer de Waal Malefijt zich bij de behandeling der begrooting getoond had een echte nazaat te zijD van Groen van Prinsterer. Of daarmee het incident geëindigd is Moet afgewacht worden. o o—o In den Duitschen Rijksdag, die zooals men weet over enkele dagen ontbonden wordt, daar het zittingstijdperk afgeloopen is, is Dinsdag nog weer opnieuw de Marokkokwestie aan de orde geweest. De redenen hiervan zijn bekend. Door de redevoering van Grey den Engelschen minister van buitenlandsche zaken, waren naar de meening van den Rijkskanselier enkele aanvullende raededeelingen noodig geworden. Von Betbmann Holweg kon thans heel wat geruster voor den Rijksdag verschijnen dan bij het eerste Marokkodebat. De stemming is in der. tusschentijd zeer veel ten gunste van de regeeringspolitlek verbeterd, dank zij de „onthullingen" van Von Kiderlen Wilchter in de begrootings- commissie. Men was nu vrij wel algemeen tevredengesteld, behalve dan de chauvinisten die niet 'opgehouden zijn de regeering zwakheid te verwijten. Veel nieuws heeft de nieuwe Marokkorede van den rijkskanselier niet gebracht. Alleen is nog eens aan de hand der feiten aangetoond dat Duitscbland van 't begin tot het einde een fiere houding heeft aangenomen tegen de zucht tot inmenging van Engeland. Na het Marokkodebat is de Rijksdag uit een gegaan. De verkiezingen staan voor de deur: 12 Januari. —o—o—o— De Italiaansche troepen in Tripoli zijn er na hevig vechten in geslaagd de geheele oase rondom de stad van vijanden te zuiveren. Met een geweldige overmacht, van troepen en bovendieu gesteund door het kanonvuur der oorlogsschepen wist do Italiaansche bevelhebber het door Turken versterkte Ain Zara te veroveren. Er is jdaarbj hevig gevochten en aan beide zijden zullen de verliezen wel niet onbelangrijk zijn. De Italiaansche correspondenten hebben onrniddelijk weer roudgobazuiml dat nu de beslissende slag geslug6n was, dat de vjand nu den genade slag had ontvangen, etc. Niets bljkt echter minder waar te zij u dan dat Toen de Turksche aanvoerder inzag dat hij Ain Zara onmogelijk tegen de overmacht zou kunnen verdedigen, liet hij zijn voorraden en de hoofdmacht van zijn troepen vroegtijdig terugtrekken naar de achterwaarts gelegen versterkte berg keten, die meer waarborgen voor een goede verdediging moet bieden dan de btsle vesting. Eeu klein deel der t cpeo hielc intusschen den aanrukkenden vijand met hevig geweervuur tegen, deed zelfs nog eonige sohijnnanvallen waardoor de Italiaansehe opmarieh zeer vertraagd werd. Eersi. toen alles in veiligUe d was gebracht trok het overschot der troepen op de nieuwe stellingen terug. De terugtocht had zoo geregeld plaats dat de Turken geen enkele hunner gewonden of dooden op het slagveld behoefden achter te laten. De Italiaansche troepen hebban Ain Zara na de iDname zooveel mogelijk versterkt. Ze zijn teveDs bezig het door middel van een spoorlijntje met Tripoli te verbinden opdat bij een mogelijken aanval door de Turken oumiddelijk vanuit Tripoli troepen gezonden kunnen worden. In Barka het Noord-Oostelijk deel van Tripoli werd in de laatste dagen ook nog steeds gevochten. Bengari en Honas de beide steden die aan de zee gelegen zijn worden nog steeds door de Turken en Arabieren ingesloten. De Turksche berichten gewagen van menig voordeel daar behaald. o—oo Engeland nam Transvaal en Oranje- Vrijstaat; Oostenrijk-Hongarije annexeerde Bosnië en Herzegowine, Frankrijk breidde zijn vleugelen beschermend uit over Marokko, Duitschland vergrootte zijn Congo- bezit, Italië doet een greep naar Tripoli, Rusland is bezig Finland te knechten en thans schijnt het eens zoo machtige thans krachtelooze Perzische rijk aan de beurt te zjn. Perzië ondervindt thans hoe ge vaarlijk het is als de groote mogendheden belangstelling in de kleinen gaan stellen. Eigenlijk heeft Perzië zich zelf de vrienden op den hals gehaald. Indien Sjah Muzoffer- ed dine niet eens in een bui van uitspat ting 20 miljoen roebel van Rusland had geleend om daarvoor als pand de Perzische douane-o.pbrengsten te beloven, dan zou het misschien niet zoo ver gekomen zijn als het nu is. Rusland kreeg door deze transactie vasten voet in Perzië..Na den Russisch-Japanschen oorlog evenwel begon ook EDzeland het oog op Perzië te Jaten vallen. Het oogenblik was er ook te gunstig voor, want Rusland was nog onder den indruk van zijn nederlagen in het verre Oosten. En toen Engeland er was, kon Rusland den Euaelschen in vlord niet meer keeren. 't Gevolg werd een onderhandeling die tot een bevredigend resultaat leidde. De invioedsfeeren voor beide mogendheden werden afgebakend, waarbij Engeland het Zuidelijke en Rusland het Nooidelijke deel van bet rijk onder hun „bescherming" namen. In 1907 werd de invloed der beide voogden nog heel wat uitgebreid. Men weet, dat het Perzische Rijk toen een crisis door maakte. Mohammed AH de Sjah Werd van den troon gestootcn en verbannen en Ahmed werd „Koning der Kouiogen in zijn plaats. De beide mogendheden hadden natuurlijk te zorgen voor hun belangen en als „bc schermende mogendheden" ook voor het welzijn van bet Perzische volk. En voor dat doel liet Rusland een legercorps Perzië binnen rukken. Om de orde te heistellen zoo het heette, maar in werkelijkheid om er een vaste militaire post te hebben. Engeland zag dat wantrouwend aan en achtte een jaar geleden ook het oogenblik gunstig om op fatsoenlijke manier een deel van Perzië te bezetten. Naar het heette moest de veiligheid van Zuid Perzië ver beterd worden. Plotseliug kwam er (oen echter ook nog een derde „vredestichter" en „ordebewaarder" opdagen, n. 1. in Turk je, die zich eensklaps herinnerde ook belaDgen in Perzië te hebben cn daarom ook maar begon troepen er heen te zenden. Engeland en Rusland werden boos en dreigden, doch Turkije stoorde zich er niet aan. Niet teu onrechte fluisterde men toen dat het handelde op aanstoking vau Duitschland. Langzamerhand keerde de vrede terug en werd Perzië eenigen tijd met rust ge laten. Kort echter duurde dit, wautopeen goeden dag verscheen de ex-Sjah Moham med Ali in Perzië om den troon zijner vaderen te heroveren. Men weet hoe achter na gebleken is, dat alles door Rusland opgezet was cn de ex-Sjah van Russisch geld en Russische kauonnen voorzien werd. Ruslands poging om op Jio wijze zijn invloed in Perzië uit te breiden (mislukte, daar de troepen van Mohammed Ali verslagen werden. „Gelukkig" deel zich spoedig een betere gelegenheid voor u. I. door de kwestie met den beheerder der Perzische belastingen. Dit beheer werd gevoerd door den Amerikaan Shuster, iemand die werkelijk reeds door krachtig optreden orde in den ongeregelden financieelen toestand van Perzië heeft weten te brengen. Shuster echter gaf op zekeren dag last beslag te leggen op de goederen van den broeder van den ex Sjah, waar tegen echter de Russische legatie prote steerde. De Perzische regeering zond echter zijn soldaten om bet beslag te leggen, waarop de legatie wacht in het geweer kwam. Slechts met moeite werd een botsing voor komen. Perzie vroeg de Russische regeering zijn vertegenwoordiger te Teheran een bestraffing te geven, doch iDplaats dat te doen eischte deze van haar dat veront-. schuldiging aangeboden en Shuster ont slagen zou worden. Juist op hetzelfde oogenblik brak er te Teheran een Kabinets crisis uit, wat het antwoord op de Russische eisch vertraagde. Een goede gelegenheid voor Rusland om zijn soldaten aan te laten treden. De opmarscta naar Teheran werd gemeld. Toen kwam het antwoord van de nieuwe Perzische regeering, dat bevredigend genoemd kan worden. Evenwel, Rusland had al een tweede nog scherper gesteld ultimatum verzonden, waarbij het een schadevergoeding van 3 miljoen roebel eischte voor de opmarsch der troepen. En Engeland, waarop nog de hoop der Perzen gevestigd was. knikte Rusland goed keurend toe. Ziet het waarscbjolijk niet ongaarne dat door 'Rusland maar eens toe gehapt wordt, omdat het dan zelf ook gelegenheid heeft voor een hap. Groote beroering bracht dit Russische ultimatum teweeg in Teheran. Er werden reusachtige betoogingen gehouden tegen Rusland en het volk riep om den oorlog. Zelfs moesten enkele personen hun genegen heid voor Rusland met den dood boeten. Plotseling is echter Je opmarsch van de Russische troepen gestaakt. Ze zijn niet verder voortgerukt dan tot Kaswan. Naar luid der berichten als een gevolg van een ultimatum der Perzische regeering. Dat Rusland zich echter door Perzie vrees zou laten aanjagen is niet aan te nemen. Ver moed wordt dan ook dat Engeland een woordje meegesproken heeft. Eogeland zou nog niet gereed zijn voor een bezetting van Zuid-Perzie, waarvoor wel een leger van 100000 man noodig wordt geacht. Hoe het zij, de laatste berichten wijzen er op dat het dit keer nog wel goed kan gaan. Doch hoe lang zal Perzie's onafhan kelijkheid nog voortduren Totdat de Eugelsche en de Russische regeering het geheel en al over de verdeeling eens ge worden zijn. En misschien duurt dat niet zoo heel lang meer. o—o o Over den toestand in China valt nog weinig met zekerheid te zeggen. Vast staat intusschen dat er in sommige provincies nog bloedige gevechten plaats hebben tus- schen de keizerlijke troepen en de opstan delingen. Op alle mogelijke wijze tracht Joeansjikai .de Mandsjoedynastie te redden en de rust te herstellen. Zoo noodzaakte hij in de afgeloopen week den prins-regent om af te treden. Toen prins Tsjoen in 19US de teugels van het bewind in handen kreeg doordat bij toen als regent benoemd was over den 3-jarigen Keizer, hadden de vooruit- strevenden nogal goede verwachtingen van hem Hij stond bekend als iemand die de regeeringen der Westersche beschaving kende en van wien men voor het ont wakende China een goeden tijd verwachtte. Die verwachtingen zijn echter niet in ver vulling getreden.. De reactionaire hofkliek onder aanvoering van de Keizerin-weduwe bleek sterker te zijn dan prins Tsjoen en inplaats heen te gaan voegde deze zich geheel naar de wenschen van het Hof onder wellis invloed hij ook de Chineezen achteruit zotte en alle booge ambten en waardigheden- wegschonk aan Mandsjoes. Wel trachtte prins Tsjoen bij het uitbreken van den opstand nog weer wat goed te maken, doch zijn bekeering kwam te laat. Thans is hij dus afgetreden en de Keizerin- Weduwe heeft een edict uitgevaardigd, mede door Joeansjikai en de ministers ge- teekend, waarin gezegd wordt dat Prins Tsjoen zich zelf beschouwd als de oorzaak der beroeringen omdat liet volk hot ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1911 | | pagina 1