^2530, léondag 31 December 1911. 25ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Van het jaar dat heenging. Si o o en lande Uit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor ben Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere anden met verliooging der porto's. Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave Prijs der Adverlenlièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 3 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitg. Firma LANGEVELD& DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel, Voorbereidend Militair Onderricht. Onderzoek ter verkrijging van een Bewijs van voorgeoefendheid. De Burgemeester der gemeente Texel brengt ter kennis van belanghebbenden, dat zij, die zich hebben Jaangemeld tot deelneming aan het in Januari a. s. te houden onderzoek ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendheid, voor dat onderzoek zullen moeten aanwezig zijn op Donderdag den 4 Januari 1912, des voormiddags te 9,30 uren, in de Infanteriekazerne binnen het fort Erf prins te Helder. Texel, den 30 December 1911. De Burgemeester voornoemd, GAARLANDT. Arbeidswet 1911. De Burgemeester der gemeente Texel brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Arbeidswet 1911 op 1 Januari 1912 in werking treedt. In verband hiermede noodigt hij alle werkgevers, die jeugdige personen of gehuwde vrouwen in dienst hebben, uit zich ten spoedigste ten raadhuize te vervoegen om in het bezit te worden gesteld van nieuwe arbeidskaarten, en indien gewenscht nadere inlichtingen te bekomen. Tevons wordt verwezen naar de op de publicatieborden aangeplakte bekend makingen. Texel, 27 December 1911. De Burgemeester vnd, GAARLANDT. i. Nog slechts enkele uren en we scharen 0D8 weder om de stervenssponde van het oudejaar. De oudejaarsavondklokken zullen hun weemoedig gebimbam laten hooren, de deuren der bedehuizen zullen zich weer openen voor de geloovige scharen die het jaar met God willen eindigen en wij allen zullen onder den invloed van de eigenaardige weemoedige stemming van scheiden ons gedrongen gevoelen tot herdenking van hetgeen dat achter ons licht. Ik zie u naadren, bleek in 't licht der maan O schimmen van mjjn dagen, aan den voet Der sponde waar ik droom een stille stoet En zwjjgend blijft gij voor mijn leger staan. Zoo zong eens een onzer dichteressen over het verleden. Ons gaat het in de laatste levensuren van het jaar als haar. We zien de schimmen der voorbije dagen naderen. Maar niet zwijgend, doch sprekend, luide sprekend tot ons sprekend van hetgeen ze ons eens hebben gebracht, O, er zijn er bij die ons zooveel, zoo ontzaggelijk te vertellen hebben. Dagen van wie gezegd kan worden dat ze een wending brachten in ons lot, een ommekeer in ons leven. Dagen van wie we de blijde of droeve berinneringen zullen meenemen door heel ons leven, die we telkens en telkens weder met vreugde cf weemoed zullen herdenken. Vreugde of weemoed zéker. De vele dagen van ieders leven, die geruischloos voorbijglijden, die de oppervlakte onzer ziel nauwelijks beroeren, die we als't ware droomende zien voorbijgaan, laten geen blijvende indrukken in ons gemoed achter. Dat doen alleen de dagen die met uitge laten vreugdbetoon ons omringen, die tot ons komen met bloemen in de handen en een vrooljjken Inch op de lippen, die uit zonnegoud bun gewaad geweven hebben dat doen óók, en in niet mindere mate, de dagen die tot ons komen in het zwarte gewaad van den rouw, met oogen rood van geween, de wangen bleek van het waken, dagen die niet tot ons komen met handen vol bloemen, doch met een kruis der smarte. O, hoe dankbaar voelt zich het bart als het dagen van vreugde herdenken mag maar ook hoe zwaar drukt de herinnering als er geen andere dagen dan die van rouw en verdriet te herdenken zijn. De wondere weemoed die oen scheidend jaar in het hart weet te leggen, de wondere weemoed van het scheiden, geeft wijding aan de vreugdherinneringen, maar versombert de gedachtenis van de dagen die tot ons kwamen in rouwgewaad. „De mensch gaat naar zijD eeuwig huis" die gedachte is het welke gewekt wordt aan de stervenssponde van ieder jaar. Niets is hier blijvend alles snelt voorbij dagen na dagen maanden na maanden tot weer een jaar heengegaan is en we tot nadenken tot herinneringen geroepen worden. Tusschen weemoed, strijd en hope Vliedt het leven snel voorbij Waakzaam, werkzaam wachten wij Tot het raadsel zich ontknoope Wat ons kopte leven zij. Bij de stervenssponde van het oudejaar gevoelen we de ernst van het leven, geven we ons rekenschap van de vraag, waarvoor we leven en wat het leven is. Dan slaan we den blik niet alleen op het verleden, dan roepen we niet alleen de voorbije dagen voor onzen vierschaar, maar bovenal slaan we een blik in ons eigen hart. En dan stellen we ons zelf de vraag of we werkelijk waakzaam en werkzaam geweest zijn, ot we inderdaad het beste, het schoonste van ons leven gegeven hebben voor hetgeen blijvende is. Want ook daarvan spreekt tot ons het jaar dat scheidende is van hetgeen dat blijven zal. Die Jahre kommen und gehen Geschlechter steigen ins Grab, Doch nimmer vergeht die Liebe Die ich im Herzen hab I Zoo zong een der Duitsche groote dichters van hetgeen dat blijft, van het schoonste, het heerlijkste wat er kan leven en bloeien in het mensc'nenhart dat niet in zich draagt de kiem van den dood. „De Liefde vergaat nimmer meer." De liefde die zich weet te uiten in allerlei vorm, die het leven zoo licht maakt, die den levensstrijd met moed en vertrouwen aanvaarden doet en die in het hart telkens weer nieuwe zegeningen uitstort. Het is zoo goed dat telkens weder een oudejaarsavond komt met z(jn ernstig gelaat en zijn weemoedige vragen, om ons te herinneren aan de ernst van het leven. En bovenal te vragen wat we gedaan hebben met het schoonste, het heerlijkste wat God legde in ons hart. De nacht volgt op den dag, de winter na den zomer, Na jeugd de mannenkracht dan oudheid, zwak en loomer. De wereld vliegt voorbij en neigt tot ondergaan Maar liefde en waarheid, beide blijven staan. Ach, wie zou niet gevoelen, dat we nog altijd te hard en liefdeloos ziju We hebben zoo vaak enkel oog en oor voor ons zelf, voor onze belangen, voor onze begeerten. Mogelijk ook voor «lie van onze betrekkingen, maar de wereld om ons blijft ons verre en vreemd. Het egoïsme, het leven voor zich zelf, zit zoo diep in het menschenhart en is zoo dikwijls een bron van ellende voor velen. De voorbije dagen komen voor ons staan. Ze hebben ons V6el te zeggen, vele her inneringen wakker te roepen in ons hart Hebben ze ons ook veel te verwijten Welaan laat ons dan gaan in onze binnenkamer en boete doen nog vóór de omiejaarsavondklokken het oude jaar uit luien. Dan zal als alles weer nieuw ge worden is, als het nieuwe jaar met zijn verborgen gebeuren binnengetreden is in ons leven, het ook nieuw zijn in ons hart. Den zullen we bereid zjin het leven te aanvaarden zooals het tot ons komt, omdat wo uebbsn verstaan dat het mensehenleven zoo erns ig is en zooveel van ons vraagt, dnn zullen we gewillig ons kruis opnemen omdat eigen smarte ons hart gevoelig zal maken voor die van anderen, dan zullen we ons verheugen in de bloemen die het leven in onzen schoot mocht werpen, omdat we daardoor gedrongen zullen wordeii van onze vreugde over te storten in de harten van anderen. Dan zal er iederen morgen opnieuw de begeerten zijn in ons hart om in daden om te zetten wat de dichter zoo schoon in woorden heeft uitgedrukt Laat ons werken, strijden, waken Broeders, allen eensgezind 't Huislijk dak tot tempel maken Waar de liefde blijdschap vindt. Waar de kracht der wijsheid woont Waar de geest der eendracht troont. Blinkt het licht van vreugd en zegen Zelfs op 's levens ruwste wegen. Het jaar 1911 in zoovele opzichten een jaar van beteekenis ligt bijna weder achter ons. De klokkenluiers maken zich al gereed het is voorbij al weder. En ras snelt het leven voort. Wat voorbij is hoort ons niet meer. Ons behoort het heden, mogelijk iets van de toekomst. Veel of weinig, we weten het niet. Maar als we de ernst en de waarde van het leven geleerd hebben gaan we die onbekende toekomst met haar verborgen gebeuren gerust en met vertrouwen te gemoet. Aan allen wenschen wij toe Een gelukkig Nieuwjaar. TEXEL, 30 Dec. 1911. Beroepen Daar de Doopsgez. Gem. te Woudsend, ds. Kuperus, predikant bij de- doopsgezinde gemeente van Burg, Waal en Oosterend alhier. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer A. Dros, arts te Alkmaar, werd 23 dezer aan de Hoogeschool te Gent (België) met lof gepromoveerd tot Doctor in de Genees- Heel- en Verloskunde. Iverstfeestfiering. Evenals vorige jaren had aan den avond van den tweeden Kerstdag de Kerstfeestviering met de kinderen der Zondagschool „Obadja" aan den Burg, ïd het kerkgebouw der Herv. Gem. plaats. Ook nu waren met de kinderen vele ouders, verwanten en belangstellenden opgekomen, om getuige te zijn van deze Kerstf'eestviering. Het programma was in deu geest als vorige jaren de bijeenkomst werd met openingswoord en gebed geopend, wisselde af met gezang der kinderen of van de gemeente, vertellingen en uiideeling van versnaperingen aan de kinderen, en werd met dankgebed gesloten. Een draaiende kerstboom in bet midden van het gebouw, trok weder aller aan dacht, en de verlichting er van werd met gejuich begroet. Evenzoo was ver lichting van het gebouw met Bengaalscb vuur een ware verrassing. Aan de kinderen worden bij het naar huis gaan geschonken uitgereikt en zeker zullen wel allen voldaan zijn geweest. Tooneeluitvoeriur. Wie de Groote Nul was en alzoo de titelrol vervulde, werd ons op de uit voering, Dinsdag j. 1. gegeven ten bate van de Algemeene Bewaarschool, niet duidelijk. Zeker is het dat de uitvoerenden geen van allen op die titel aanspraak maken, hun spel was, gezien de jonge krachten die een niet onbelangrijk deel voor hunne rekening hadden, uitstekend te noemen. De voordracht door tweo damos, no. 2 van het programma, werd uitnemend vertolkt, ze worden teruggeroepen, het bis-couplet dat volgde, zette de. kroon op het werk, eenig door natuurlijkheid en ongedwongenheid De leden van U. d. I. hebben den aan wezigen een genoegelijken avond ver schatt. De zaal van hotel Texel was geheel bezet, tot stijving van de kas der Alge meene Bewaarschool heeft de uitvoering zeker in niet geringe mate bijgedragen. Een prettig bal volgde. Vergadering S. D. A. P. De vergadering Donderdagavond in Hotel Texel gehouden, was niet druk bezocht. Er waren zoo ongeveer 40 personen, waar onder een viertal dames. De voorzitter, de heer Boon, die de ver gadering opende, kon dan ook niet nalaten de sobere opkomst te betreuren. De heer Kleerekoper, van Amsterdam, trad daarna als spreker op om te spreken over de Tariefwet. Voor wie in den laatsten tijd de verschillende bladen heeft ingezien is dit onderwerp niet onbekend Tal van artikelen werden gewijd aan deze indirecte belasting welke daardoor het volk weder zal worden opgelegd. De spr. zette dit alles nog eens duidelijk en uitvoerig uiteen en gaf daarbij verschillende toelichtingen. In dezen alreeds duren tijd nog weder een nieuwe belastingdruk op het volk te leggen noemt spr. een niet te verdedigen zaak. De tegenwoordige duurte welke wordt toegeschreven aan den drogen zomer, ken merkt zich echter al sinds eenige jaren, zegt spr., en is niet het gevolg daarvan, doch van het feit dat vele handelsartikelen worden vastgehouden, niet in den handel worden gebracht, om zoodoende de prijzen te doen stijgen. Dat doet het kapitaal, het welk daarin zijn voordeel ziet. De ongunstige toestanden van heden te trachten op te lossen, door beschermende rechten, zooals sommigen het willen laten voordeen, eischt protest. Die bescherming is een valsche leuze en zal slechts ten goede komen voor een deel aan de schatkist, voor een ander deel aan de groote fabrikanten. De verbruikers van die artikelen zullen hier het gelag moeten betalen, de kleine winkeliers worden ge bruikt als onbezoldigde ontvangers ten dienste van hen die hiervan het voordeel genieten. Indirecte belastingen, zooals ook deze tariefwet beoogt, zijn onbillijk, onrecht vaardig alleen directe belasting heeft recht van bestaan. En toch vertegenwoordigt de directe belasting slechts 23 van het bedrag hetwelk de huishouding van den staat jaarlijks vraagt. Niettegenstaande de 77 welke door indirecte belastingen reeds worden bijeengebracht zal dat cijfer nog belangrijk rijzen, hetwelk door de verbrui kers, waartoe voor een zeer groot deel de groote arbeidersstand behoort, zal moeten worden opgebracht. Tegen zulke toestanden strijd de S.D. A P. en spr. spoort krachtig aan om zich hij die partij aan te sluiten, teneinde deze zich krachtiger kan doen hooren. De S. D. A.P. is geen politieke partij die streeft naar eer of baantjes, doch een partij welke bedoelt het geluk van allen, wier eerste eisch is dat alle menschen gelukkig kunnen leven wanneer de arbeider zich hierbij aansluit, dan zal hij zijn eigen zaak dienen. We zullen het hierbij laten, want de uit voerige rede zou te veel van onze ruimte vorderen. De spr., de heer Kleerekooper, deed zich kennen als een zeer vurig propa- gaudist voor zijn partij en wanneer het succes van dezen avond niet groot zou wezen, heeft hij daaraan zeker geen schuld toch zal van zijne woorden nog wel iets blijven nawerken. De Voorzitter bracht een woord van dank aan spreker en hoorders, meende ook nog een woord tot toetreding tot de afdeeling die ongeveer 44 leden telt, te moeten laten hooren, en sloot na zich overtuigd te heb ben dat niemand het woord verlangde, deze bijeenkomst. De IJsclub te Waal schijnt goede voornemens te hebben wanneer de winter vorst zich zal doen gelden. Naar wij toch vernemen zijn reeds be sprekingen geopend om het Damstuk nabij de Waal te huren voor een te maken ijsbaan. Een bezoek aan de vergadering Dinsdag a.s. zij aanbevolen. TEXELSCHE COURANT,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1911 | | pagina 1