N°. 2533.
Donderdag 11 Januari 1912.
258te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der nitgave
ABONNEMENTEN
29 Dec.—6 Jan.
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor dbn Burg 30 Cts. Franco per post door ge-
eel "Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
unden met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 3 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitg. Firma. LANG1EVE LD DE ROOIJ, Parkstraat, Borg op Texel.
Op parlementair gebied is er ten onzent
thans volkomen stilte. De Tweede Kamer,
die zooals men weet den begrootingsarbeid
ten slotte afdeed met den z.g. Franschen
slag, is tot midden Februari metvacantie.
Laat ons de heeien de rust gunnen. Noodig
is ze wel want de heeren waren in de laatste
dagen zoo geagiteerd en opgewonden dat
gerust gezegd kan worden, dat het aanzien
onzer Volksvertegenwoordiging dalende is.
Dan deed de Eerste Kamer haar werk heel
wat kalmer en beter. Zooals men weet
deed ze nog juist op tijd voor het nieuwe
jaar het noodzakelijke werk af. De Indische
begroóting werd vastgesteld en ook de
middelen wet werd aangenomen zoodat met
1 Januari de staatshuishouding haar ge
wonen gang kon gaan. Haar rest thans
nog het vaststellen der Staatsbegrooting
waarvoor de heeren over enkele dagen
zullen bijeenkomen.
Nieuws althans bijzonder belangwek
kend nieuws was er in de laatste dagen
niet. Het oude jaar is heengegaan, het
nieuwe is gekomen, onze beste wenschen
hebben geklonken en kalmpjes gaan we
het komend gebeuren tegemoet. Belangrijke
arbeid op parlementair gebied wacht en 't
is te verwachten dat 1912 in dat opzicht
een jaar van meer dan gewone beteekenis
zal worden. Vooral ook een jaar van strijd
en misschien ook een jaar van allerlei
verrassingen. Er zijn teekenen die er op
wyzen dat het cement der rechtsche coalitie
los begint te laten. De eenheid is er niet
zoó iïinig meer als wel eens beweerd ge
worden is. En het behandelen van zeer
ingrijpende wetsontwerpen in dergelijke
omstandigheden zou wel eens verrassingen
kunnen brengen.
Do tijd zal het leeren. De Kamer mag
eerst eens wat uitrusten en moet wat tot
kalmte komen. Een beetje parlementaire
„paedagogie" zou ook aan te bevelen zijn
voor de komende dag6n.
—o—o—o—
De algemeene verkiezingen voor den
Duitschen Rijksdag staan voor de deur.
Vrijdag a.s. zal het eerste treffen bij de
stembus plaats hebben. De voorbereidingen
zijn in vollen gang en alles wijst er op dat
het een drukke zeer belangrijke verkiezing
zal worden. We wezen daarop reeds
eerder. JBij de eerste stemming zal er niet
'door partijen samengewerkt woiden. Iedere
partij komt uit met zyn eigen candidaten.
Bedriegen de voorteekenen echter niet dan
zal er bij de herstemmingen ongetwijfeld
samenwerking gezocht worden tusschen
de vrijzinnige- en sociaal-democratische
partijen. Zelfs wordt het niet onmogelijk
geacht dat de natioDaal-Iiberalen dan de
zijde der linksche partijen zullen kiezen.
De: conservatieven zien dat aankomen en
stellen in hun stembusmanifesten dan ook
thans reeds de vrijzinnigen op een lijn met
desociaal-democraten. Zoodat de leuzen
voor of tegen de sociaal-democratie luide
gehoord worden.
Ook door de regeering is thans een ver-
kie'zingsoproep tot de kiezers gericht. Wel
niet officieel maar dan toch officieus. In
de „Nordd. Allgem. Zeiting:" het ïyforgaan
van de rijkskanselier n.l. Het „Walh
program m" van de regeerimg heoft intus-
schen nogal op zich laten wachten. De
conservatieve bladen waren over dat dralen
van de regeering zooals ze het noemde
niet al te best te spreken en menig
con ervatief orgaan achtte zich in de laatste
dagi n giroepen de regoeripg aan het ver
stand te brengen, dat het haar plicht was
aan de kiezers haar wenschen kenbaar te
maken. Het lange wachtten van Von
Bethmann Holweg is echter wel eenigszins
te verklaren. Hij heeft steeds verkondigd
dat de regeering boven de partijen staat,
althans staan wil. En wie zal nu zeggen
welken Rijksdag de kiezers haar op het dak
zullen sturen. De kans dat de meer voor
uitstrevende groepen de meerderheid zullen
behalen is niet gering. En deze nu al bij
voorbaat, door een verkiezingsmanifest tegen
zich in het harnas te jagen zou al heel
onverstandig zijn. En toch was geheel
zwijgen ook Diet raadzaam want dat zouden
de conservatieven hem later kunnen betaald
zetten, als zij eens het geluk hadden in
de meerderheid te komen. Zoo heeft Von
Bethmann Holweg dan maar gesproken.
En daarbij blijk gegeven ook, een voor
zichtig politicus te zijn. Immers de ver
kiezingsleuze die hij de kiezers aanbeveelt
is noch gericht tegen het blok van Centrum
en Conservatieven, noch tegen de vooruit
strevende burgerlijke partijen. Alleen de
sociaal-démocraten zijn het kind van de
rekening geworden. Na allerlei dingen
opgesomd te hebben waaruit zou moeten
worden opgemaakt, dat de toestand in
het Duitsche rijk waarlijk geen reden geeft
tot pessimistische beschouwingen volgt een
aanval op de sociaal-democratie. Die is
het welke op het vroolijke beeld van
Duitschlands economische welvaart donkere
schaduwen werpt en heil zoekt in het
brengen van verdeeldheid onder de Duitsche
natie en „in der Zertrümerung der be-de-
henden Staats-und Wn tscbattsordnung" -
Von Bethmann concludeert aid s:
We moeten hebbpn een Rijksdag, die be
reid is onze huidige economische politiek,
de politiek der handelsverdragen en van
bescherming van den nationalen arbeid
verder door te voeren.
We moeten hebben een rijksdag, die be
reid is onze sociale politiek, de voorwaarde
voor een vreedzame ontwikkeling van
Duitschland, rustig en bedachtzaam vooit
te zetten.
We moeten een Rijksdag hebben, die be
reid is leger en vloot voortdurend in een
toestand van de hoogste slagvaardigheid te
houden en de gaten in onze uitrusting
te stoppen.
En daar de sociaal-democraten voor dat
alles niets gevoelen en deze de eenheid der
natie, en de geestelijke, politieke en zedelijke
erfenis der vaderen in gevaar brengen, is
het een levensvraag voor het vaderland de
sociaal-democratie te bestrijden. Waartoe
dan de kiezers opgeroepen worden.
Of het zal helpen zal over een paar dagen
blijken.
—o—o—o—
Over den oorlog tusschen Italië en Turkije
valt weinig nieuws te melden. Groote ge
vechten hadden er in de laatste dagen niet
plaats. Althans niet in Tripoli. De Turken
en Arabieren houden hun achterwaarts
gelegen stellingen nog steeds bezet en van
pogingen der Italianen om ze er uit te
verdrijven hoorde men niets. Italië mobi
liseerde in de afgeloopen week opnieuw
een drietal regimenten infanterie om naar
Tripoli gezonden te worden. Tevens werd
by Kon. beeluit opnieuw een buitengewoon
crediet van 30 miljoen voor den oorlog
beschikbaar gesteld.
In Barka hebben de Italianen het nog
niet zoo rer kunnen brengen om het c ordon
dat de Turken om Bengali en Derna ge
sloten hebben te verbroken. Integendeel,
er is in de afgeloopen week nog hevig
geschermutseld, waarbij naar het schynt
de Italiaansche troepen gevoelig klop
kregen.
In de laatste dagen duiken intusschen
allerlei vredesgeruchten op. Turkije heeft
een nieuw kabinet gekregen en dit moet
gezind zijn op eervolle wijze vrede te sluiten
En naar het heet moeten in die richting
reeds stappen zijn gedaan. Van andere
zijde wordt voorts gemeld dat de mogend
heden met de beide partijen in overleg
getreden zijn om den vrede tot stand te
brengen. De grondslag van de vredes
onderhandelingen zou dan zijn, dat Turkije
afstand doet van Tripoli, doch Barka behoudt.
Tal van hooggeplaatste personen hebben
aan de pers de verzekering gegeven dat de
vrede op komst is en dat daaraan
spoedig een wapenstilstand vooraf zal
gaan. Nog voor het voorjaar zou aan den
strijd een einde gemaakt zijn. Zelfs zijn
er die voorspellen dat de vijandelijkheden
binnen enkele dagen gestaakt zullen worden,
't Zou zeer te wenschen zijn.
Ook met het oog op den Balkan, en in
Turkije zelf. De Albaneezen beginnen zich
weer te roeren en gevreesd wordt dat ze
spoedig de strijdt tegen de regeering weer
zullen opvatten. En ook in Macedonië is
het alweer niet pluis.
o o—o
Aan het Hemelsche rijk waar het al
eenige maanden zoo helsch toegaat, zal het
nieuwe jaar waarschijnlijk wfel niet zoo
spoedig nieuwe toestanden brengen. Het
ziet er nog even onheilspellend uit als
weken geleden, HetoDheilspcllendst wellicht
voor de Keizerlijke familie. Meer en meer
toch begint het er naar te lijken dat voor
de Mandsjoedynastie het einde nadert. De
berichten der laatste dagen geven meer
dan ooit aanleiding tot deze ver
onderstelling. Joeausjikai is er niet in mogen
slagen tot een overeenkomst te geraken
met de revolutionairen en nu er geen
andere weg overblijft om de dynastie te
redden dan die van het zwaard, nu ontbreekt
hem het noodige geld om met kracht van
wapenen op te treden. De berichten zeggen
dat Joeansjikai geheel en al ontmoedigd en
overspannen en dat zijn aftreden voor de
deur staat. Op alle mogelijke wijze heeft
hij getracht zyn doel te bereiken. Tot
tweemalen toe trachtte hij de leiders dei-
opstandelingen met 'n heele rij concessies te
lijmen, die aan de macht der Mandsjoe-
dynasty voorgoed een einde zouden maken
doch de revolutionairen waren niet zoo
spoedig tevredtn. Ze bleven den eisch
handhaven dat keizerlijke regeering uit
moest zijn, het Hof en zijn aanhang moest
verbannen worden en China moest komen
onder de vlag van de repubiek. Toen
probeerde Joeansjikai het langs een anderen
weg. Een keizerlijk edict verscheen waarin
de troon verklaarde toe te stemmen in een
voorstel tot het vormen van een constitu-
tioneele vergadering, die over den
regeeringsvorm voor China zou beslissen.
Het moet Joeansjikai heel wat moeite
gekost hebben de Keizerin-Weduwe te
bewegen tot het uitvaardigen van dit
ediet. Naar luid der berichten is ze vooraf
een dozijn malen flauw gevallen. Doch
't moest, al scheen Joeansjikai ook overtuigd
dat de zaak maar uit te vechten de beste
weg zou zyn. Voor een voortzetting van
den strijd heeft Joeansjikai echter geld
noodig de Keizerlijke prinsen beweerden
geen geld te hebben en de Keizerin Weduwe
schijnt mg eigenlijk meer waarde te
hechten aan haar laels dan aan den
Chineeschen troon.
Het edict kwam trouwens ook al te laat,
want de revolutionaion hadceu reeds de
republiek uitgeroepen en een president
benoemd. Den bekenden Dr. Sun Yat Sen,
de ziel der revolutionaire beweging, viel de
eer te beurt uitgeroepen te worden als hoofd
van het vereenigde China. De blijkbaar
laatste poging om zijn Keizerlijke meesteres
te redden is mislukt en naar luid der
berichten hebben de revolutionairen de
vijandelijkheden bij Hankau weder hervat.
Joeansjikai is vermoeid, ziek en wenscht
a^;te treden. Zijn val zal vermoedelijk de
val van de Mandsjoedynastie zijn.
Dr. Sunt Yat Sen treedt op en hij is de
aartsvijand van de Mandsjoes. Hij is de
de hervormer die in Ruslands geschiedenis
een groote rol speelt. Een twintigtal jaren
geleden reeds nam hij deel aan een samen
zwering tegen de Mandsjoedynastie en
moest vluchten. Hij studeerde in Europa,
verwierf den dokterstitel en wijdde zich
voorts geheel aan de vrijmaking van zijn
vaderland. Sedert 1896 heeft de Chineesche
regeering voortdurend groote sommen
uitgeloofd voor dengene die Sun Yat Sen
levend of dood in handen kreeg. De prijs
op het hoofd van dezen hervormer gesteld
was zelfstot P/4 miljoen gulden aangegroeid.
Toch is Sun aan den bijl van den beul
ontkomen. In 1896 échter had het weinig
gescheeld of hij had zijn hachje er bij
ingeschoten. De Chineesche gezant te
Londen, wist Sun die aldaar vertoefde en
gelden inzamelde voor een revolutie, in een
hinderlaag te lokken en op te lichten.
Juist echter toen hij naar China overge
bracht zou worden, waar de bijl hem
wachtte, trad de Engelsc'ae regeering
tusschenbeide en... Sun moest vrijgelaten
worden.
En dezelfde man die een twintigtal jaren
de ballingschap gedragen heeft om te
arbeiden voor de vrijmaking van China,
ziet thans zijn arbeid beloond, als
de eerste president van de Chineesche
republiek. Er zal nog heel wat moeten
gebeuren voor zijn zetel stevig staat, maar
het begin der republiek is er.
—0—0—0—
In Perziê is het in de laatste dagen wat
rustiger geworden. Zooals we reeds gemeld
Óebben heeft de Perzische regeering 't hoofd
voor de eischen van het Rusische ultimatum
gebogen. Er zat niets anders op. Rusland
scheen stellig van plan desnoods met
wapengeweld aan de Perzische regee
ring gehoorzaamheid af te dwingen. In
enkele steden, vooral in Tebris. is de vorige
week nog hard gevochten tusschen de
Perzische bevolking en de Russische troepen
Natuurlijk behielden de goed gewapende
Russen de overhand, herstelde de orde in
de stad en knoopten een aantal hoogge
plaatste „oproermakers" op.
Rusland deelt thans in Perziê de lakens
uit en de regeering danst naar zijn pijpen.
Shuster, de Amerikaan die de Perzische
financiën in orde bracht en feitelijk oorzaak
werd van het optreden van Rusland gaat
de laan uit. Er zal nu een gemengde raad
van financiën komen uit onderdanen van
tweede rangs mogendheden.
Rusland beveelt naar het heet in
overleg met Engeland en de Perzische
regeering gehoorzaamt. Als de orde her
steld is zal Rusland zijn troepen uit Perziê
terug trekken. Althans het heeft zulks
verzekerd. Maar dat kan nog wel een
tijdje duren. Als het nog maar zoover
komt.