m2591.
Donderdag 1 Augustus 1912.
25ste Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland,
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der nitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD& DE R O O IJ, Parkstraat, Burg op Te x el.
MILITIE.
Tweede zitting van den Militieraad.
20—27 Juli.
Hot parlement ia met vacactie, docti naar
luid der berichten kunnen alle ministers
zich nog niet do weelde veroorloven rust
te nemen. Met name geldt dit de ministers
van landbouw en financiën, die voor de
komende parlementaire periode nog het een
en ander in gereedheid hebben te brengen.
Minister Talma vergaderde iD de afgeloopen
week met de Commissie voor de Invaliditeits-
en Ouderdomsverzekering en verwacht mag
worden dat als de Kamer in September
weer bijeenkomt, de voorbereidingen voor
deze omvangrijke ontwerpen ten einde
zullen zjjn gebracht. De Kamer staat dan
voor de keuzo of zo met de behandeling
dezer ontwerpen een aanvang zal maken,
dan wel of ze den voorrang aan de
Ziekteverzekering zal geven. Niet onwaar
schijnlijk lijkt het dat laatstgenoemd
ontwerp voor de Invaliditeits en Ouderdoms-
verzekerings-ontwerpen zal moeten wijken.
Dr. Kuyper heeft destijds den wensch
kenbaar gemaakt en waar minister Talma,
blijkens zijn verklaring in de Kamer afge
legd geen principieele bezwaren heeft, is
het mogelijk dat d6 rechtsche meerderheid
in dien geest besluit.
Ook minister Kolkman schijnt voornemens
in het komende parlementaire jaar de aan
dacht te vragen van de Kamer voor het
belangrijkste zijner ontwerpen, dat tot
herziening van het Tarief. Mag men de
berichten van sommige bladen gelooven
dan stelt deze bewindsman er prijs op zijn
ontwerp in Februari aan de orde te stellen.
Het verslag van de commissie van voorbe
reiding zal binnenkort verschijnen. Naar
de Haagsche kroniekschrijver van de N.G.C.
mededeelt moet het ontwerp nogal belang
rijke wijzigingen ondergaan hebben als
resultaat van de besprekingen tusschen
de commissie en den minister gehouden.
Zoo zou o.m. het meelrecht niet gehand
haafd blijven, terwijl het verhoogde recht
op andere dagelijksohe levensbehoeften
eveneens losgelaten zou zijn. Daarentegen
zouden andere artikelen wat verhoogd zijn,
omdat de minister in zijn raming van de
totale opbrengst geen verandering wenscht
te brengen. De technische samensteller
van het ontwerp, de heer Slottemaker, die
geruimen tijd ziek geweest, doch thans
hersteld is zal minister Kolkman by de
verdediging in de Staten-Generaal als
Regeeringscommissaris ter zjjde staan,
—o-o-o—
Terwjjl bij ons en ook elders de volks
vertegenwoordigers met vacantie zijn, houdt
het EDgelsche Lagerhuis nog z\jn zittingen.
In de afgeloopen week was aan de orde de
behandeling van de suppletoire vlootbe-
grooting. Dë regeering wil het aantal
oorlogschepen in actieven dienst van 28
op 33 brengen waardoor Groot Brittanië
dan 1914 vijf eskaders van slagschepen
zal hebben, waarvan 4 in actieven dienst.
Minister Churchil verdedigde deze aan
vrage, waardoor de bemanning der vloot
tevens met 1500 man vermeerderd zal
worden, in het Lagerhuis en verklaarde
daarbij in ronde woorden, dat de regeering
de vlootuitbreiding noodig oordeelt met
het oog op Duitschland, dat met koorts
achtige haast zijn vloot uitbreidt. De
eigenschap der nieuwe Duitsche vlootwet
is, dat hjj de strijdkrachten van alle schepen
vermeerdert. Omstreeks deel der geheele
Duitsche vloot zal permanent in dienst
bljjven, onmiddelijk ten strijde gereed.
Engeland mag tegenover zoo'n activiteit
niet werkeloos blijven, meende minister
Churchill. Juist het voortdurend op
oorlogssterkte houden van de Duitsche
vloot noodzaakte de Engelsche regeering
het voorstel te doen dat hetzelfde ten
opzichte van de Engelsche vloot beoogt.
Minister Churchill bleek heel goed met de
Duitsche vlootwet op de hoogte te zijn en
met den snellen aanbouw van Duitsche
oorlogsbodems. De Engelsche regeering
speelt dan ook met open kaart en verbloemd
het geenszins dat de suppletoire begrooting
enkel en alleen te wijten is aan de Duitsche
regeering, die maar voortbouwt en van
eonig ontwapeningsplan niet wil hooren.
Het Engelsche Lagerhuis heeft, zooals te
verwachten was, het voorstel tot vloot
uitbreiding aangenomen met groote meer
derheid van stemmen. De bouw van do
groote monsters, die jaarlijks zooveel
millioenen verslinden, zal dus met nieuwe
kracht voortgezet worden. Engeland kan
niet anders, omdat het zijn nationale kracht
meent te moeten zoeken in een vloot
welke die van Duitschland en Frankrijk
beide met 10% overtreft. En Duitschland
schijnt geen ander doel te hebben dan
Engelands gelijkwaardige op zee te worden
waardoor het dan de sterkste positie
in Europa zal innemen. Minister Churchill
gewaagde dan ook niet ten onrechte van
het feit, dat geen enkele andere mogendheid
m6t zoo groote snelheid als de Duitsche
werkt aan de vlootuitbreiding. Uit dezer
dagen gepubliceerde statistieken, blijkt dat
waar in de laatste 12 jaren de uitrustings
uitgaven in Frankrijk met 240 miljoen en
in Engeland met 323 miljoen stegen, die
in Duitschland met niet minder dan 596
miljoen omhoog gingen.
Engeland beschikt thans echter over 19
van de reusachtige slagschepen, tegen
Duitschland 10 en Frankrijk 5 en is ook
met zijn ander marinemateriaal Duitschland
nog een heel eind vooruit, doch daarbij
moet ook niet uit het oog worden verloren
dat de Engelsche vloot ov6r verschillende
deelen der wereld verspreid is terwijl
Duitschland zijn geheele vloot in de Noord
en de Oostzee dadelijk bij de hand heeft.
Engeland blijft dus rusteloos voortbouwen
zoolang Duitschland niet bereid is den
dollen wedloop te staken. Doch „Germania"
praat weinig maarbouwt voort, ieder
jaar weer zooveel oorlogsmonsters meer.
En niemand weet nog waar het einde is.
—o—o—o—
De Luxemburgsche regeering staat voor
een onaangenaam en moeielijk geval, n.l.
voor een conflict tusschen de nieuwe jonge
vorstin eenerzijds en de volksvertegenwoor
diging en regeeringanderzijds. Groothertogin
Marie Adelheid die den 14 Juni j.l. pas de
regeering uit handen harer moeder overnam
weigert halstarrig de bekrachtiging te
schenken aan de nieuwe Schoolwet die in
alleD vorm tot stand gekomen is. Deze wet
werd n.l. dooi de Kamer met het bij de
wet vereischte aantal stemmen (het deel")
aangenomen. Tot nu toe stond het onder
wijs in het groothertogdom bijna geheel
onder den invloed der Katholieke kerk. De
nieuwe Schoolwet zou daarin verandering
brengen. Daartegen heeft de geestelijkheid
zich echter verzet, onder aanvoering van
de Luxemburgschen bisschop en nu heeft
de groothertogin, die 6en streng-katholieke
opvoeding genoot, de partij van d6zen ge
kozen. Ze weigert nn het wetsontwerp te
bekrachtigen.
Wat de gevolgen van dit constitutioneele
conflict zullen zijn, valt nog moeielijk te
zeggen. De regeering heeft de niet aange
name taak de jonge vorstin tot andere
gedachten te brengen, 't Is intusschen
geen heel gelukkig begin voor deze 18-
jarige groothertogin.
o o o
De toestand in het ryk van den „Heer
der Koningen" schijnt nog W6inig gerust
stellend te zijn. Het aftreden van het
kabinet van Said-pasja, maakte geen einde
aan de onlusten in Albanië en ook de aanval
der Italiaansche vloot op de schepen inde
Dardanellen en de daarop gevolgde dringen-
do proclamatie van den Sultan tot het leger
maakten den toestand niet gezond. De
muitende oificieren blijven vasthouden aan
hun eisch, dat niet alleen de regeering be
hoorde af te treden, doch dat ook de
Turksche Kamer ontbonden moet wordeu.
Deze is naar hun beweren gekozen onder
den dwang van hot Jong-Turksche comité
en derhalve onwettig samengesteld. De
Sultan heeft wel de oproerige officieren tot
kalmte aangemaand, doch veel uitwerking
heeft dit niet gehad. De muitende soldaten
treden in vereeniging met de Albaneesche
opstandelingen steeds driester op en naar
luidt der berichten met succes. De regee-
ringstroepen werden verslagen of terug
gedreven, tal van steden in Albanië zijn
bezet en gezegd kan worden dat geheel
noordelijk en midden-Albanië in handen
der opstandelingen is.
Intusschen is een nieuw Kabinet opge
treden onder Moekthar-pasja en deze heeft
natuurlijk over den ongewenschten toestand
beraadslaagd. Er zal nu een commissie naar
Albanië gaan om de grieven te onderzoeken,
't Staat echter te vreezen, dat de muitende
officieren enkel daarmee geen genoegen
zullen nemen. Ze willen een nieuwe Kamer
of beter gezegd een einde maken aan het
bewind van het Jong-Turksche comité. De
samenstelling van het Kabinet wijst erop
dat de Sultan wel eenigszins rekening met
dezen laatsten wensch gehouden heeft.
Bovendien moet Moekthar-pasja zeer goed
aangeschreven staan in Albanië. De gang
die de zaken in de laatste dagen genomen
hebben is dan ook volstrekt niet in het
voordeel der Jong-Turken. Afgewacht moet
evenwel worden of de concessies door den
Sultan gegeven de muitende sabeldragers
zullen bevredigen.
Het nieuwe Kabinet staat ongetwijfeld
voor een zeer moeilijke taak. Niet alleen
met het oog op Albanië, doch niet minder
ook met het oog op den oorlog met Italië.
Die oorlog legt, nu het actief optreden der
Italiaansche vloot in de Egeïsche Zee op
nieuw begonnen is, een steeds zwaarderen
druk op Turkije. Bovendien moet ook reke
ning worden gehouden met den wensch der
mogendheden, die met het oog op de
handelsbelangen en den Europeeschen vrede
naar het einde van den oorlog verlangen.
Mogelijk echter dat de vrede dichterbij is
dan het öogenschjjnlijk lijkt. Turkije heeft
thans een ander Kabinet. En dat niet alleen,
ook werd in de laatste dagen melding ge
maakt van vredesonderhandelingen die
gaande zouden zijn. Naar luid der berichten
vertoeven er thans eenige vertegenwoordi
gers der Turksche regeering te Rome, waar
ze met vertegenwoordigers der Italiaansche
regeering over den vrede onderhandelen.
Deze onderhandelingen zouden voorbereid
zijn in een samenkomst door beid& partijen
voor eenigen tijd in een klein plaatsje in
Zwitserland gehouden.
Het zal niet zoo gemakkelijk zijn een
basis te vinden voor het sluiten van den
vrede, nu Italië ter ongelegener ure de
annexatie van Tripoli in allen vorm afge
kondigd heeft, maar toch zal wel ernstig
naar een oplossing gezocht worden. Want
niet alleen Turkije wil wel gaarne een einde
hebben aan den strijd, Italië wenscht zulks
nog vuriger, omdat ook op dat land de
gepantserde vuist van den oorlogsgod zwaar
drukt.
T EX EL, 31 Juli 1912.
Op het land van den heer Joh. D.
Roeper aan het einde van de Kooger
straat hebben een 2ütal padvinders uit
Baarn hun kamp opgeslagen.
Zij legeren in een linnen tent en koken
hun potje op een open vuur't, is een
hetile attractie voor de jeugd.
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Borg 30 Cts. Franco per post door ge-
he Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
1 inden met verliooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
De Burgemeester der Gemeente Texel maakt
bekend, dat de Tweede zitting van den Militieraad
voor de ingeschrevenen voor de militie, lichting
1913, dezer gemeente zal plaats hebben te Hoorn
ten stadhuize op Maandag den 5en Augustus 1912
des voormiddags te 10 uur.
In de tweede zitting wordt uitspraak gedaaD
omtrent
lo. geschiktheid voor den dienst voor hen, te
wier aanzien het gevoelen der geneeskundigen
van den Keuringsraad niet van gelijke strekking
was
2o. geschiktheid voor den dienst van hen, van
wie een nieuw geneeskundig onderzoek is aange
vraagd
3o. vrijstelling van in hetzelfde jaar geboren
broeders
4o. vrijstelling, waaromtrent buiten schuld van
hen, wie zij geldt, in de eerste zitting van den
Militieraad geen uitspraak kon worden gedaan.
5o. uitsluiting van hen, te wier aanzien sedert
de eerste zittiog van den Militieraad eene reden
tot uitsluiting bekend geworden is, voor zoover
zij niet reeds bij onherroepelijk geworden uit
spraak vrijgesteld of ongeschikt bevonden zijn.
In het algemeen is ieder ingeschrevene, omtrent
wiens geschiktheid voor den dienst het gevoelen
der geneeskundigen van den Keuringsraad niet
van gelijke strekking was of omtrent wien Da de
uitspraak van den Keuringsraad binnen den voor
geschreven tijd en op de voorgeschreven wijze
een nieuw geneeskundig onderzoek is aangevraagd
verplicht op den bepaalden tijd voor den Militie
raad te verschijnen en zich aldaar aan bet onder
zoek te onderwerpen. Zoo noodig kan hij met
den sterken arm voor den Raad worden gebracht.
Hij kan echter aan den Commissaris dor Koningin
in de provincie het verzoek doen om het onder
zoek voor een anderen Militieraad te ondergaan.
Dit verzoek kan ongezegeld zijn, doch moot ge
frankeerd verzonden worden.
De uitspraken van den Militieraad worden in
het openbaar gedaan. Bovendien worden zij door
den Burgemeester schriftelijk medegedeeld aan
hen, wie zij gelden, of aan hun vader, moeder,
voogd of curator.
Bezwaar tegen de uitspraken van den Militieraad.
Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent
de geschiktheid voor den dienst kan geen bezwaar
worden ingebracht.
Tegen de omtrent vrijstelling of uitsluiting door
den Militieraad gedane uitspraak kan binnen
tien dagen, te rekenen van den dag, waarop die
uitspraak is geschied, bij Ged. Staten bezwaar
worden ingebracht door den Militiecommissaris en
lo. cfeor den ingeschrevene, wien de uitspraak
geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of curator;
2o, door elk der overige voor de gemeente in
geschrevenen of door zjjn vader, moeder, voogd
of curator.
Hij of zij, die bezwaren inbrengt lovert het
daartoe strekkend verzoekschrift, dat behoorlijk
met redenen omkleed moet zijn in bij den Bur
gemeester der Gemeente, waar de ingeschrevene
wien de uitsprnak geldt, voor de militie inge
schreven is. Van de inlevering wordt een bewijs
van ontvangst afgegeven. Verzoekschriften, niet
ingeleverd op don tijd en de wijze, hier om
schreven, kunnen geen gevolg hebben.
De uitspraik van Ged. Staten wordt door don
Burgemeester ter algemecne kennis gebracht en
bovendien medegedeeld aan den ingeschrevene,
wien de uitspraak geldt, en aan hem of haar, die
de bezwaren inbracht.
Texel, den 20 Juli 1912.
De Burgemeester voornoemd,
J. S DIJT, L.-B.