N«. 2593.
Donderdag 8 Augustus 1912.
25ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
van en naar Texel.
Binnenland,
BOOT- EN SPOORDIENST
Van week tot week.
6-56
TEXELSCHE COURANT,
Dit blad verschijnt Woensdag:- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden-
Voor den Burg 30 Ct3. Franco per post door gc-
bc Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
l-.nden met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der uitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD& DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Te x e l
12.45
4.10
n ^-30
Vertrek boot 5.15
9.30
12.30
4.15
7.30
aansluiting gevende
O
Van Texel. Van Helder.
Afvaart Boot 4.15. Vertrek trein 6.28
6.30. 7.45
11-15-
n 2.50.
6.00.
Aank. trein Helder.
8.39*
12.01
3.26
Des Zondags komt de eerste trein
niet te 8.39 doch te 9 42 te Helder aan.
In verband hiermede vaart de boot des
Zondags niet te 9.30, doch te 10.20 van
Helder naar Texel.
27 Juli—3 Augustus.
Wo kunnen weer gerust zijn. De ver
maarde zeeslang is al weder gezien, zoodat
het menschdom het nu wel zal willen
gelooven dat voor de journalistiek de magere
tijd weer aangebroken is. Een Engelsche
dame, de dochter van een bekend schrijver,
heeft het monster gesignaleerd en er een
beschrijving van gegeven, die de indruk
vestigt, dat ze in de gelegenheid geweest
is de zeeslang zeer nauwkeurig gade te
slaan.
Op de kust van ons land heeft het monster
zich intusschen nog niet vertoond, ofschoon
het zoo zachtjes aan wel tijd begint te
worden. Er begint zoo langzamerhand
weder schaarscbte aan nieuws te heerschen
die eiken vacantie kenmerkt. Nu het
parlement op reces is en de algemeene
verkiezingen nog niet dichtgenoeg bij zijn
om de vacantiegeneugten te bederven,
nu dus de politiek zoo'n beetje een dutje
doet valt er voor een overzichtsschrjj ver
al weinig stof te verzamelen voor zoover
het de binnenlandsche aangelegenheden
betreft. Alleen de regeering houdt de
belangstelling voor het publieke leven nog
een beetje gaande, door het indienen van
meer of minder belangrijke wetsontwerpen.
Zooals ook in de afgeloopen week het
geval was. Ingediend werd een wetsontwerp
betreffende de echtscheidingsprocedure en
een dat ten doel heeft voorwaardelijke
veroordeeling mogelijk te maken. Men
mag gerust zeggen dat hot geen karweitjes
zullen worden voor het komende parlemen
taire jaar, waar het programma daarvoor
reeds al te overladen is.
Het laat zich aanzien, dat het ontwerp
betreffende de herziening van de Tariefwet
alsmede de Invaliditeits- en Ouderdomsver-
zekering de hoofdschotel zullen vormen
van het meDU voor het volgend jaar. De
Commissie van voorbereiding voor het
Tariefontweip is met haar werk gereed
gekomen en het rapport is in de
afgeloopen week gepubliceerd. Een lijvig
stuk werk, waaruit blijkt dat de commissie
de kwestie van alle kanten bezien heeft
en waarin de meeningen van voor- en
tegenstanders voldoende tot uitdrukking
komen. De minister is aan de bezwaren
der tegenstanders al heel weinig tegemoet
gekomen, al zullen dezen ook met voldoening
vernomen hebben dat Z.Ex. de meelrechten
teruggenomen heeft. Daartegenover zijn
echter weer andere artikelen vorhoogd,
want het geld moet er komen. Het zal
nog wel een heele strijd worden als het
ontwerp straks in do Kamer aan de orde
komt.
De Commissie voor de Invaliditeits- en
Ouderdomsverzekering is zoo goed als
gereed met haar werk. Haar rapport zal
eerstdaags verwacht kunnen worden. Uit
do berichten in de bladen over hetgeen in
de commissievergaderingen verhandeld werd
kan blijken, dat minister ïalma slechts
Voor een klein deel aan de ingebrachte
bezwaren tegemoet gekomen is. Het ontwerp
zal dan ook niet veel wijziging ondergaan,
-o-o—o—
Van het buitenland was het wel in
zonderheid Japan, dat onze aandacht in de
afgeloopen week vragen kwam. Het land
van de rijzende zon, met zijn dichterlijke
en toch zoo energieke bevolking, met zijn
bloemen en bloemenfeesten is thans
gedompeld in nationale rouw. Keizer
Moetsoehito is te Tokio op 60-jarigen leeftijd
overleden. Een nierziekte maakte een
eiDde aan zjjn voor Japan zoo beteekenis-
volle leven.
In Moetsoehito is een vorst van groote
beteekeDis heengegaan. Het wordt door
de buitenlandsche pers eenstemmig getuigd.
En het is niet het „van den dooden niets
dan goeds" dat hierbij een rol speelt, want
inderdaad de overleden keizer van Japan
heeft getoond te zijn iemand van buiten
gewone beteekenis, onder wiens 45-jarige
regeering het wondere land van de rijzende
zon zich tot een hoogte heeft kunnen op
werken in de rij der staten, die verwonde
ring moet wekken.
Toen Moetsoehito in 1866 aan de regeering
kwam, was de toestand iD zijn land
allesbehalve rooskleurig. Het had zich niet
kunnen onttrekken aan de eischen der
groote staten die handelsrelaties met Japan
en openstelling der havens wenschten.
In dién tijd was het sjoegoenaat nog in
zijn kracht, d. w. z. dat Japan eigenlijk
naast den Mikado een anderen heerscher
had de Sjoegoen. Deze grootwaardigheids-
bekleeder was feitelijk de regeerder, terwijl
de Mikado niets meer dan het geestelijk
hoofd der Japanners was. Geheel de
opvoeding van Moetsjoehito was daarop
gericht geweest. Hij was de verhevene en
het feit dat hij voor zijn troonsbestijging
nog niet kon loopen omdatzijn verhevenheid
gebood steeds in een draagstoel gedragen
te worden, zegt genoeg. De Sjoegoen
regeerde bijgestaan door de diamios, een
soort adel.
De openstelling van Japan voor den
vreemdeling bracht in het land zelf een
ODgewenschten toestand en toen Moetsoehito
kort na zijn troonsbestijging er toe overging
de erfelijkheid van verschillende ambten
onder bepaalde geslachten op te heffen
kwam het tot een uitbarsting. De diamio-
opstand brak uit dooh Moetsoehito wist
deze in 1869 te dempen en nam nu zelf
de teugels van het bewind in handen. Ook
het sjoegoenaat werd afgeschaft.
De jonge Keizer begreep, wat noodig was
voor de ontwikkeling van zijn land. Dat
was de Westersche beschaving. Van
lieverlede vóerde de Keizer tal van veran
deringen in. Hij schouk zijn land een
grondwet, nam de reorganisatie van leger
en vloot ter hand, omringde zich met, een
staf bekwame raadslieden die niet tever
geefs in de moderne staten hadden rond
gekeken en wist het eerst vrij onbeteeke-
nende Japan op te voeren tot een parle
mentairen staat van kracht, en energie naar
wiens vriendschap wereldmogendheden als
Engeland en Rusland niet zonder reden
dongen.
Door een tweetal gelukkig gevoerde
oorlogen wist Moetsoehito zijn rijk te be
vestigen en zeer in aanzien doen toenemen.
China, het reusachtige zooveel grootere rjjk
moest de vlag strijken voor Japan en zelfs
de grimmige Russische beer moest de kracht
van de Japansche vuist ondervinden.
Doch by die voordeelen ondervond Japan
toch ook de nadeelen der Westersche
beschaving. De gevoerde oorlogen niet
het minst die tegen Rusland kosten het
land reusachtige olfers. Nog steeds lijdt
Japan ondor de gevolgen van den oorlog
met Rusland. Eu ookdeed met de Westersche
beschaving de sociale kwestie zjjn intrede
in hot snelgroeiende rijk, dat in de laatste
jaren ook zjju sociaal-democraten en zelfs
zijn anarchisten h6eft gekregen.
Keizer Moetsoehito had bij zijn wettige
echtgenoote geen kinderen. IInam zich
echter „bijvrouwen" uit de dochters van
den hoogen adel. En een dezer verbinte
nissen schonk hem een zoon, den troon
opvolger, die thans de teugels van het bewind
uit de verstijfde handen van z\jn vader
overgenomen heeft.
De nieuwe Keizer Josjihito Is thans 32
jaren oud. Hij genoot zjjn opleiding in een
adel school, doch doordat zijn gezondheid
lango jaren zeer wankel was, werd het mot
hot onderwijs niet al te streng gonomen.
Een militaire opvoeding viel hem dienten
gevolge ook niet ten deel. Naar luid der
berichten moet de jonge gebieder een be
minnelijk karakter hebben ofschoon zijn
optreden in het openbaar tot nog toe ge
tuigde van eenige bevangenheid. Waar
schijnlijk een gevolg van zijn opvoeding.
De uieuwe vorst is nimmer buiten de
grenzen van zijn land geweest. Wel zou hij
destijds naar het buitenland gezonden zijn
ware niet de Russisch-Japansche oorlog
uitgebroken.
Men kan nu juist niet zeggen, dat de
jonge Keizer ónder voor Japan gunstige
omstandigheden aan het bewind komt.
Boven merkten we reeds op, dat de gevol
gen van den oorlog met Rusland zich nog
steeds gevoelen laten. Het lijdt geen twijfel
of de machtsontwikkeling van het rijk heeft
gedeeltelijk plaats gehad ten koste van de
economische ontwikkeling. De zorg voor
leger en vloot hebben groote óffers gevraagd
en schijnbaar het land uitgeput. Het volk
gaat gebukt onder zware lasten en dienten
gevolge is er ontevredenheid ontwaakt.
Zelfs werd onlangs melding gemaakt van
een samenzwering tegen den Keizer.
Veel zal van het beleid van den jongen
Keizer en zijn raadslieden gevraagd worden
om het evenwicht te herstellen en het land
tot meerdere welvaart te brengen,
—o—o—o—
De Fransche minister-president, de heer
Poincarré, zal een bezoek aan Rusland
brengen. Als deze regels onder de oogen
der lezers komen zal Poincarré reeds onder
weg zijn. Den llden dezer zal hij door den
Czaarin audiëntie ontvangen worden, waar
na hij met de keizerlijke familie op Peterhof
dineeren zal om vervolgens getuigen te zijn
van een groote wapenschouwing, welke te
zijner eer gehouden zal worden. Denzelfden
avond zal hij naar Petersburg terugkeeren
waar hij belangrijke conferenties zal hebben
met den Russischen minister-president en
den Russischen minister van buitenlandsche
zaken. Verder staat op het programma een
diner bij den minister-president, terwijl hij
den volgenden dag 'n groot déjeuner zal
bijwonen, hetwelk de Academie van Weten
schappen hem als lid van het Instituut
de France zal aanbieden, 's Avonds volgt
dan een galadiner in de Fransche ambassade.
Den 14en zal hij de gast zijn van de Fransche
kolonie, die hem een diner zal aanbieden,
om den volgenden dag de terugreis te aan
vaarden aan boord van het Fransche oorlogs
schip „Condé". Voor de afreis zal Poincarré
aan boord van zijn schip de Russische
ministers ontvangen om dezen een diner
aan te bieden.
Men ziet, een welvoorzien programma,
met diners haast overladen.
Met groote belangstelling zal de Fransche
minister-president op zijn reis gevolgd
worden. Immers, het ligt zoo eenigszins
voor de hand, dat deze meer te beteekenep
heeft, dan een vacantieuitstapje. Ofschoon
de officieele Fransche pers het laat voor
komen, alsof geen bijzondere politieke be
teekenis moet worden gehecht aan de reis
van Poincarré, weten andere niet-officieele
bladen te vertellen, dat deze dienstbaar zal
worden gesteld aan de verwezenlijking van
nieuwe conventieplannen tusschen Frankrijk
en Rusland. Men spreekt inzonderheid ovei
plannen betreffende een maritiem verdrag
tusschen beide landen. Rusland is met
Engeland de bondgenoot reeds van de
republiek, doch men verwacht nog een
afzonderlek verdrag omtrent de maritieme
aangelegenheden. Rusland zal op maritiem
gebied spoedig veel hebben te beteekenen
nu de Doema de reusachtige vlootuitbreidiug
goedgekeurd heeft en Frankrijk weet op
zijn getij te visschen. Zoo althans wordt
beweerd. Doch het rechte weet nog niemand,
—o—o—o—
Sedert den jongsten inval der monar
chisten ir. Portugal bestaat er geen al te
aangename verhouding tusschen de regee
ring van de jonge republiek en die van
Spanje. In Portugal nam men het dé
Spaausche regeeriug van den aanvang af
al kwalijk, dat deze niet met kracht optrad
tegen de Portugeesche royalisten, die op
Spaansch grondgebied maar ongestoord een
legercorps konden uitrusten voor den inval
in de republiek. De Portugeesche protesten
bleven niet zonder uitwerking, want toen
de inval mislukt was namen de Spaansche
autoriteiten de royalisten die op Spaansch
gebied waren uitgeweken, gevangen en
ontwapenden ze. Daarbij bleef het echter
en de gevangenen werden weer vrijgelaten.
De Portugeesche regeering verzocht de
Spaansche de vluchtelingen over de grens
te zetten, omdat anders de mogelijkneid
bestaan blijft dat ze opnieuw een inval
voorbereiden. Dat weigert de Spaansche
regeering evenwel. Niet regelrecht echter,
doch door van Portugal te vragen de on
kosten voor het vervoer der gevangenen
te betalen, waarop Portugal niet wenscht
in te gaan. De onderhandelingen zijn er
met dat al niet aangenamer op geworden,
—o—o—o—
De toestand in Turkije blijft, nog steeds
critiek. Bedriegen de voorteekenen niet,
dan gaat de regeering zich al verder van
het Jong Turksche Comité afwenden. En
deze houdt zich tot nog toe bijzonder kalm,
al te kalm zou men zoo zeggen. Want
het lijdt geen twijfel, de tegenstanders van
het Jong-Turksche regime zien de regeering
steeds meer op hun hand komen. Ver
schillende eischen zijn reeds ingewilligd
en ook treedt de regeering alles behalve
krachtig tegen de opstandelingen in Albanië
op. Ook het feit dat de sultan 130 personen
van het regime van 1908, waaronder alle
ministers en waardigheidsbekleders
begenadigd heeft, moet tegen het Jong-
Turksche comité gericht beschouwd worden
Het schijnt dat de regeering bezig is te
trachten een conflict met de Kamer uit te
lokkeD, teneinde een reden te hebben, deze
te ontbinden. Daarmee zou dan aan de
wenschen der Albaneesche offieieren voldaan
zijn. In de afgeloopen week diende de
grootvizier een voorstel in bij de Kamer
om de grondwet zoo te wijzigen, dat de
Sultan ook zonder toestemming van den
Senaat de Kamer kan ontbinden. Dit
ontmoette heftige tegenstand bij de Jong-
Turken, die er een schending van dp
constitutie in ziet en de regeering wellicht
niet ten onrechte verweet dat zij handelt
onder pressie der opstandelingen.
Zoo wordt de klove tusschen de Jong-
Turksche Kamermeerderheid eD het nieuwe
Kabinet steeds dieper. Dat de Jong-Turken
zich nog zoo kalm houden moet daaraan
worden toegeschreven, dat ze zoo lang
mogelijk een kamerontbinding willen voor
komen. Vreezen ze wellicht dat nieuwe
verkiezingen niet voordeelig voor hen
zullen zijn Onmogelijk is dat niet, te meer
waar de aanhang van het Comité in de
paar jaren dat het de lakens uitdeelt niet
vermeerderd, integendeel geslonken is.
Naar luid der berichten heeft de Kamer
meerderheid intusschen besloten als een
conflict niet gekeerd kan worden een nieuwe
regeering uit te roepen en den zetel ervan
naar elders te verplaatsen. Gebeurt dat,
dan wordt de toestand dubbel verward en
is een vredelievende oplossing al heel
moeielijk geworden. De Albaneezen laten
echter de regeering geen oogenblik met
rust. Wel is de toestand critiek.
TEXEL, 7 Augustus 1912.
Texelseli Fanfarecorps.
Het fanfarecorps verschafte ods
Zondagmiddag weder een mooi concert,
dat door zeer velen werd bijgewoond.
Vermoedelijk was het druk bezoek voor
een deel te danken aan de omstandigheid
dat het weer zich niet bijzonder leende
voor tochtjes naar de Koog of Dennen,
waarom de voorkeur werd gegeven aan
een middagje in hst Park, om van de
muziek te genieten; de bezoekers(sters)
hebben hun gang daarheen zich zeker
niet beklaagd.
Wij hoorden bij dit concert door
sommigen de opmerking maken dat het
Fanfarecorps blijkbaar goede vordering
maakt, hetwelk niet onmogelijk zijn
oorzaak vindt in het feit dat het corps
in don laatsten tijd nogal eens in het
publiek optreedt.
Met genoegen mag zeker worden
geconstateerd dat het corps zich dezen