^ongans- en dïïe isjes Boe Ren, in pracRtGanè. Wij hebben in voorraad eene mooie collectie De lijst hiervan wordt binnen enkele dagen aan de clientèle toegezonden Boekhandel PARESTRAAT FEUILLETON. DOODGEZWEGEN. dooe L. HAIDHEIM. 10.) By dit berioht bleef Ruscow tot aan de ■tal naast haar loopen aleer Klaren berg, ijverzuchtig op zijn recht, hem voor kon zijn, had hij haar geholpen met af stijgen, en liep zij haastig groetend naar huis. Onderweg even bedenkend, dat Klaren- berg nog antwoord moest hebben op zijn vraag, wanneer hij haar mocht komen be- soeken riep zij hem zich omkeerend nog even toe, „vergeet niet de afspraak met papa's verjaardag, mijnheer Klaren berg." „Dat was zeker een aangename ont moeting,1 kon Rnscow zich niet weerhou den dezen schamper te vragen. „Zeer aangenaam, en te meer, omdat ik daardoor in de gelegenheid was, haar mijn diensten aan te bieden." „Die dan ook, behalve het gezelschap gaarne werden aangenomen. Ja, men moet maar gelnk hebben, niet alleen bij het spel maar ook by de vrouwen." „Goeden morgen Ruscow, excuseer me, ik heb een afspraak," was 't eenig ant woord van Klaren berg, op de hatelijke aanmerking. 't Schijnt hem aan de noodigo zelfbe- heersohing te ontbreken, jalousie heel begrijpelijk, dacht Klarenberg. Die ontmoeting was een wanklank in Ulricbs opgewekte stemming, maar bij 't telegram dat hij aan zijn moeder schreef, voelde hij zich weer even gelukkig als te voren. Hij verzocht haar onder het een of ander voorwendsel naar do stad te komen, om zijn groot geluk met hun beidjes te deelen. En toen kwam het koortsig verlangen naar Willa weer over hem liet hem geen rust, dreef hem het huis uit, om den tijd tot schemerdonker zoo goed mogelijk door te brengen, daar hij eerst dan met zekerheid hoopte bij de dames te worden toegelaten. Met de Feedern's wier warme vriend schap hem zoo goed deed, ging hij eten. De majoor vertelde hem, dat mevrouw "Walburg op s-terven lag. Als dat waar wa3, dan kw&ra er helaas van de verjaars- fuit ook niets. Een kleine afleiding had hij nog, bij do onverwachte komst van zijn blonden broeder Ludwig, die uit zijn klein dichtbij geleg.en garnizoen komend om een engagementfeiest bij te wonen, Ulrich met de oude vrienden samentrof, 't Strekte zeer tot Ulrich's teleurstelling, dat hij met den nachttrein weer weg moest, want: je weet 't Ulricb, de dienst gaat boven alles. Zoo ging de namiddag langzaam voorbij totdat Klarenberg zijn bezoek aan de dames kon brengen. Maar helaas al de dames waren aan 't sterfbed der barones die niet rustte, voor men Willa ook ge haald bad, zooals de generaal, die geheel door zaken in beslag genomen en met zijn gedachten bij de stervende, hem haastig vertelde, toen ze elkaar op de trap ont moetten. „Ja, Klarenberg, zij is altijd een vrouw geweest vol grillen en buien, maar in de laatste dagen schijnt ze geheel aan Willa te denken en haar al haar liefde te schen ken. Is dat geen groot wonder!'" Groot wonder, Klarenberg vond dat vol strekt geen groot wonder, integendeel. Maar zijn excellentie was zoo gehaast, dat er aan geen antwoord meer te denken viel. Bedrukt en vol verlangen zocht hy zijn troost in den schouwburg, waar hij veel kennissen aantrof, Er werd een nieuw langdradig stuk gegeven. Eerst aan het slot werden de gemoederen wat warm maar toch waren de vrienden het eens dat die verloren uren vergoed moesten worden, Men ging toen maar naar de Jockeyclub soupeeren, en een klein spel volgde. „Zeg Klarenberg, jij moet me vanavond revanche geven," eischte een van zijn vrienden. „Ons ook, ons ook 1" riepen twee luitenants. „Goed," hij kon daarop geen neen zeggen en quasi zuchtend, verzekerde hij: „Nu maar vanavond zal je eens zien wat een tegenslag ik heb." „Geluk in de liefde," dacht hjj in zijn verlangen naar Willa. Nauwelijks gezeten kwamen er nog an deren van zijn kring binnen, waaronder ook Ruscow, die heden niet wilde spelen en met een paar anderen aan een tafeltje plaats namen; allen letten meer of minder op de kansen van het spel. Men begon met zeer kleine sommen. Niemand had lust zich reeds zoo vroeg in het vuur te wagen, integendeel verkeerde ieder nog in een rustige behagelijke stem ming. De mooie voornamo eenvoudig ingo- riehte zaal, was in donkere warme tinten gehouden, en de helder witte lichtstralen gaven er 't aantrekkelijke van comforta bele huiselijkheid aan. ïlaar welke zijde men ook zag, alles maakte een weldadigen indruk, door de edele weelde en smaakvolle Inrichting. Geen wonder dat ieder zich hier op zyn gemak voelde. In de aangrenzende zalen was 'het even zoo. Op de met prachtige tapijten belegde trappen en gangen, hoordö men nauwelijks de schreden der gaanden en komenden, hoogstens het zacht gekletter der sporen of sabels. Hot was woelde in de hoogste graad, die hier heerschte, zonder dat de oogen pijnlijk getroffen werden. Majoor Feederen was door een ouden vriend voor 't eerst geintroduceerd. Terwijl zijn zoon met vrienden feestvierde, leunde hij welbebagelijk in de groote stoel, zijn oogen onderzoekend over deze hem geheel nieuwe weelde latende gaan. Wdarachtig. hy moest geluk in de liefde hebben, het kon niet anders —dacht Ulrich wat een tegenslag, en zoo gestadig achtereen, evenals vroeger zijn winnen. Nu, zonder reden laat Fortuna je niet in den Bteek, Klarenberg, riepen eenige. Beken 't maar, toe kom er maar voor uit, mogen wij je geluk wonschen. „Waarmee P" „Stil toch," riepen weer anderen, „men loopt toch met zijn hartsgeheimen niet te koop. Ha, ha, ha, zie je wel, al weer ver loren!" lachte en jubelde het uit den kring der levenslustlgen, tot den majoor. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1912 | | pagina 2