PP*" Ontvangen!
Kachels
Kachels
Opruiming van Nieuwe JOHANNA KACHELS,
Aanbevelend, M. A, KUIJPEH.
Vulemmers. Turfbakken.
WAARSCHUWING.
BLOOKER's
CACAO.
WIERINGA,
Michilin
rijwielbanden
Buitenbanden f 5.50.
Binnenbanden f 3.75.
Voor de Staltijd weer ontvangen
de Wortelsnijmachine.
Ulsters, Demisaisons,
Winterjassen, naar maat.
S. J, VinkenParkstraat.
Twintigduizend kilo Voerbieten,
India-Rnbber-Stempels,
Nog voorradig alle soorten,
prijzen zeer laag.
vanaf TIESM GULDEN.
Emmerkacheltje met Nikkel, ZES GULDEN.
Geëmailleerde KACHELPLATEN,
geheel nieuwe Modellen.
MOTORDIENST
Texel, Amsterdam via
de Zaanstreek.
Gouden- cn Zilveren verken.
HORLOGES,
Regulatenrs, Wekkers, staande
Klokjes, Barometers.
K. J. v. d. Woude,
Petküser Zaairogge.
Zaaitarwe en Wintergerst
Prijzen saison 1912-1913
DE BESTE.
JÏÏ. Jt. JCuijper.
Duffel en Zeeduffe!
FEUILLETON.
DOODGEZWEGEN.
de nieuwste stoffen en stalen voor
Demi's en Winterjassen.
een gebruikt Fornuis en 2 Kachels.
De prachtcollecties STALEN
Boekhandel Parkstraat.
Verder een buitengewone collectie
Er wordt tegenwoordig onder de benaming
„cacao een product verkocht, in bussen zoowel als
los bij het gewicht, hetwelk zoo sterk ontvet is, dat
het eer de benaming van „afval" verdient dan die
van „cacao De verhouding der voedingswaarde
van dit „afval tot die van werkelijk goede cacao, is
dezelfde als die van uitgekookt soepvleesch tot een
sappige biefstuk.
Een ieder die geen gevaar wil loopen bedrogen
uit te komen, koope de bekende bussen
in goud, zilver en nikkel.
Ie qualiteit werken. 2 jaren garantie.
Michilin maakt slechts één kwaliteit
voor Rijjassen en Roergangers. Alles tegen
scherp concurreerende prijzen.
Aanbevelend,
LEXGÜAUS, Oosterend.
Helder, Keizerstr. 62.
Aan hetzelfde adres een Handkar te
koop tegen billijken prijs.
Ook in voorraad GIERVERSPREIUERS.
Ook nog TE KOOP
Aanbevelend, J. RILJAiV' Jbz.
Beste adres
worden gaarne op aanvraag gezonden.
Beleefd aanbevelend.
TE KOOP
eerste kwaliteit,
bij J. P. RIEM ENS,
het Koorden, Texel.
Groote
a rsToua zoon
41JSMAA8
prijzen.
voor
raad
om brieven van den naam des
afzenders te voorzien.
door L. HAIDHEIM.
.17.)
„Ik zal met mijn broeder spreken graai"
verzekerde zjj. Zij geloofde wel dat hij
zoo verstandig was Willa zoo ganw mogelijk
te willen uithuwelijken.
Uiterst dankbaar vertrok Ruscow en
mevrouw Hetta begaf zich op staanden
voet naar haar schoonzuster om haar te
vertellen, dat Ruscow verzekerd was van
Klaren bergs onschuld.
Ze stortte daardoor in het hart van de
bedroefde moeder dankbare vreugde.
„Ik zal het Willa vertellen, Hetta. Ze
heeft in haar leed wel wat opwekking
noodig."
„Trek je dat beetje oppervlakkige ver
driet nu niet zoo aan," antwoordde zij op
haar hartelijke manier. De ongelukkige
is zedelijk vernietigd, dat staat vaat;
zal Willa van haar sentimenteele inbeel
ding genezen worden, stel dan Ruscow's
edele houding in 't ware licht. Hij bemint
haar, vermoed zelfs haar voorliefde
voor Klaren berg, en toch is hij de eerste
die hem telkens verdedigt."
„Ik wil niet dat je de wereld aanstoot
geeft, of het medelijden van de menschen
opwekt," had de generaal Da eenige dagen
zijn kind, dat hij afgodisch liefhad, streng
toegesproken, voor 't oogenblik geheel
onder den invloed van zijn zuster, die
zooals zij altijd gezegd had, „haar vaste
principes had."
En Willa erkende het zelf, dat streng
heid voor zichzelf het beste middel was
om zich staande te houden. Zij stond dus
stil en geduldig op, kleedde zich zooals zij
altijd gedaan had.
Geen medelijden van de wereld opwek
ken, sprak ze zacht tot zichzelf, van een
wereld, die ik zoo diep veracht, waarin
zulk een laagheid mogelijk was want
ik heb de rotsvaste overtuiging, dat men
DAALDERS
een schurkenstreek tegen Ulrich heeft
uitgehaald. Wie? waarom Waarom liet
men zooiets toe Waar was de gerechtig
heid, in 't oogenblik dat 't noodig was,
Ulrich te redden? Dit waren voortdu
rend de vragen, die haar 's nachts in de
laDge slapelooze uren, zonder ophouden
kwelden.
„Je hebt gelijk kind, geef ze geen reden
tot medelijden," en hoewel Willa zeer goed
voelde, dat tante Hetta daarmee heel iets
anders bedoelde dan zij, sterkte 't haar
meening tocb.,
O, geen medelijdeD, en toch leed haar
ziel zoo onuitsprekelijk, en toch wrong zij
's nachts emeekend de handen, geluidloos
vragend om eenig bericht, een enkel woord
van hem. Eerst nu wist zij, hoe lief zij
hem had, nu haar gedachten hem te .ver
geefs in die groote wereld'zocht, en zij
zoo naamloos leed.
Maar geen medelijden van do menschen.
En toch bleef haar heimelijk leed niet
verborgen voor de oogen van haar ouders.
Maar bij taöte Hetta was het voortdu
rend „Bedenk toch dat er geen beter
middel bestaat om leed te heelen, dan er
geen notitie van te nemen. Zoo'n kind
van achttien jaar schreit zich in slaap om
een pop, denkt er misschien nog een dagje
aan en grijpt dan verheugd naar de nieuwe.
Zij houdt zich immers flink, kan men
zeggen dat zij anders is dan vroeger
Steun haar toch niet in haar inbeelding."
Zooals meeBtal vond do generaal dat
zijn zuster een uiterst praktische levens
opvatting had, on hoeveel leed hem het
gebeurde met Klarenberg ook deed, was
hij er van den beginne al aan van over
tuigd, dat deze in elk geval voor hen oen
dood man was.
Misschien had Hetta wel gelijk, als zij
beweerde dat Ruscow's hartelijke liefde,
de beste troost voor Willa zou zijn, en
als de generaal eeDs goed bedacht over
diens karakter en speelzucht, dan deed de
eerlijke lol van Eeedern weer zijn uit
werking.
Do majoor hield het op zekeren dag voor
plicht te verklaren„Ik neem hem steeds
waarvolg hem als een spion ter wille
van dien ongelukkigen jongen, maar ont
dek niets wat tegen hem pleit, hij speelt
zelfs niet meer. Tegen DirgeDËeld heeft
hij gezegd, en die vertelde het mij
dat die geschiedenis met Klarenberg hem
onverklaarbaar bleef, en zoo'n indruk op
hem gemaakt had, dat hij geen kaait meer
zien kon. Je voelt wel Fildkirchen, dat
dit in mijn oogen meer dan boekdeelen
spreekt."
De geaieraal stemde dat toe.
Zells Otto Feedern, die nu in do uniform
der vrijwilligers stak en drukken dienst
had, kwam toch nog even vertollen, dat
hij Ruscow aangetroffen bad, en hij erg
met hem ingenomen was, door zijn kame
raadschappelijke en vriendelijke behande
ling.
Met Willa eon wandeling makend, ver
telde hij verder, dat Ruscow do eenige
speler was geweest die volhield dat de
zaak onverklaarbaar bleef en dat Ulrich
Klarenberg 't slachtoffer moest zjjn van
een noodlottig toeval.
Geen wonder dus, dat Willa dankbaar
was, voor die warme overtuiging.
Do oude barones Walburg, was eindelijk
twee weken na die catastrophe gestorven.
En Willa zonder bijzonder getroffen te
zjjn door dit sterfgeval, want ze kon om
niemand en niets anders lijden, dan om
„hom" stak zich gewillig in de rouwklee-
ding, zooals die in het gezin vaD den
generaal werd aangenomen.
Nu dit do kleeding was, die haar inner-
lijken toeutaud aanduidde, nu kon zij ook
uiterlijk om Ulrich treureD, —zij behoefde
nu niet steeds te lachen was nu niet
verplicht theaters en gezelschappen te be
zoeken ja, zij kon nu alleen zijn,
wat oen geluk; in haar stemming van
diepon smart.
Dat zij een groot vermogen erlde, was
haar volkomen onverschillig.
Maar een keer toen zij niet kon slapen,
stond ze midden in den nacht op.
Als ik meerde1 jarig boD, en doen kan
wat ik wil, neeca ik al dat geld, en ga
Vertrekt van Texel Zaterdagmorgen
6 uur en Dinsdagmiddag 2 uur van Am
sterdam,
Beleefd aanbevelend,
Ju. ZUIDEWIND.
Horlogemaker. Goudsmid.
Inkoop en ruiliDg van Goud- en Zilver
Onder minzame aanbeveling.
de Cocksdorp, Texel,
levert origineele, en eenmaal op de beste
kleigronden in GroniDgen na verbouwde
Voorts: Roode-, dikkop-of Square Head
eveneens verbouwd op de beste Groninger
Kleigronden. t
Depót voor Texel bij
hem door alle landen heen zoeken, sprak
ze zichzelf bemoedigend toe.
Dat was een hemelsche gedachte een
iDgeving yan God, zooals zij meende.
God wil me niet zonder troost laten, nu
mag ik weer hopen. En toen kon ze weer
slapen, toen zag zij in haar voortdurend
eenzaam leven een steun, al was de
tijd nog ver verwijderd om zich aan
vast te klemmen, Ludwig kon zij dit ge
heim onmogelijk toevertrouwen.
Ook de barones dacht daar niet aan,
hoewel zij zich van Willa's verantwoor
delijkheid bewust was.
Maar in de zieke, door haar gezin ver
wonde vrouw, had sinds dien ongeluks
nacht een verandering plaats gehad, die door
ieder, in zijn gansche omvang opgomerkt
werd, maar, eerst langzamerhand begrepen.
Zjj, die vroeger zoo angstvallig alle op
winding had vermeden, zich tegen het
miDste verdriet, zoowel als tegen elke
teleurstelling hoedde, scheen plotseling zich
om niets meer te bekommeren, volkomen
onverschillig te zijn, voor alles wat haar
vroeger ter harte ging.
„Je moet den dogen neerleggen en het
landgoed overnemen," verklaarde zij haar
jongste zoon, dien zjj dadelijk bij baar
terugkeer in het slot bij zich ontbood. Zij
sprak mot tranenlooze oogon, waari n diopo
vcrtwijieling te lozen stond, zonder tranon;
zooovon had zij hom .hot gebeurde kort,
ruw en uiterlijk onbewogen verteld.
Die hartstochtelijke Ludwig, hij kon, hij
wilde het niet geloovon, 't was alles zoo
vreemd, niet te vatton, maar eindelijk
moest hij toch inzien, dat zijn moedor bij
haar volle verstand was.
„Dat je ontslag moet vragen is zonder
twijfel noodzakelijk," voegde zij or bjj,
schijnbaar koud. Ach, hij wist wel dat ze
sprak, daar haar hart gobrokon was.
„Dat is zeker, ik kan nu onmogolijk in
het regiment blijven, maar wat moet ik
hier doen ik versta niets vun hot beheer
van oen landgoed."
„Moet je leoreu, mon moot in hot lovon
alles leeron, ik ga hoon naar do stad.
Wordt vervolgd.)