N#. 2626, Tweede Blad bondag 1 Decemler 1912. 26ste Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
DOODGEZWEGEN.
Uit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uiig. Firma LANGEVELD& DE ROOIJ, Park-straatBurg op Te x e l
Stuitzegels.
Door sluitzegels wordt in dezen tijd de
aandacht op eenige zaak gevestigd. Zoo
ook wordt thans gedaan door de centrale
commissie van de Eerste Nederlandsche
Tentoonstelling op Scheepvaartgebied
welke van Juni tot October te Amsterdam
zal worden gehouden.
Wij ontvingen eenige dier zegels
waarvan de versiering een verkleining
vormt van de door denj hr. Rol ontworpen
reclameplaat der scheepvaart tentoon
stelling. De zegels zijn in de werkplaats
van de firma Posthumus te Amsterdam
vervaardigd.
Men schrijft aan L. Dbl.
Op ruim een uur afstands van Barne-
veld ligt het kleine dorpje Acbteveld,
hetwelk ongetwijfeld weldra meerdere
bekendheid zal verwerven. Nabij dit
plaatsje zal namelijk spoedig verrijzen
een opvoedingsgesticht voor verwaar
loosden en ontouderden, uitgaande van
de Geref. Vereeniging tot duurzame ver
zorging van minderjarigen, voorioopig
boven den schoolplichtigen leeftijd. Deze
stichting, waarin zoowel meisjes als
jongens worden verpleegd, en waarvan
ds. Rudolph, alhier, tot predikant
directeur is benoemd, zal worden gebouwd
op door de Vereeniging hiervoor aange
kochte boerderijen „Schoonderbeek" en
„Schaffelaar", welke te zamen een groote
hebben van ongeveer 115 Hectaren.
Behalve genoemde stichting zal op een
ander gedeelte der boerderijen later nog
worden gesticht een Landbouwkolonie
voor volwassenen.
De gronden, eenmaal in cultuur ge
bracht, zijn gedeeltelijk bestemd voor
vruchten- en groententeelt.
Bij de opvoeding en de verpleging zal
het paviljoen stelsel worden toegepast,
terwijl de jongens zooveel mogelijk voor
het landbouwbedrijf zullen worden opge
leid. Toch zal ook de gelegenheid voor
vakarbeid niet ontbreken.
door L. HAIDHEIM.
Prijsverimging der sigaren
Men meldt ons uit Amsterdam: Wij
hebben heden in verbaad met loopende
geruchten als zouden de prijzen der
sigaren worden verhoogd, naar de juist
heid daarvan geïnformeerd. Wij kunnen
medodeelen dat bij het hoofdbestuur van
de Ned. vereenigiDg van Sigarenwinke
liers daaromtrent niets bek9Dd is en
evenmin of de sigarenfabrikanten een
dergelijk voornemen hebben.
Een lid van het hoofdbestuur dezer
Vereeniging, van wien wij zulks ver
namen, gaf ons als ziju meening te
kennen, dat hoewel de, steeds stijgende
tabaksprijzen en de aan de werklieden
rechtmatig toekomende loonsverhooging,
eene prijsverhooging zou rechtvaardigen,
dit toch door de groote oneenigheid onder
de ongeveer 1000 sigarenfabrikanten
zeer zeker bezwaren zou ondervinden.
Er blijft dus niets anders over aldus
de meening van onzen zegsman om
de loonsverhooging, die de werklieden
zullen krijgen, wederom op de kwaliteit
der sigaren te verhalen, zooals dit ook
plaats heeft ten opzichte van de sedert
vroegere jaren met meer dan 100 pet"
gestegen prijzen der tabak.
Uit het Rolt. Nbl.
Daar gaat het ook al niet naar de
vleeze.
In Engeland worden dit jaar voor het
eerst op groote schaal suikerbieten ver
bouwd. Het delven dar bieten moet den
Engelschman door Hollanders geleerd
worden, vandaar dat alleen in WatsiDg-
ham ongeveer 300 bietendelvers uit
Zeeland zijn. Van die plaats wordt nu
aan den „Zierikz. Nwsb." geschreven
„Den 18en October heerschte onder
hen (de bietendelvers) een levendige agi
tatie. Zij beklaagden zich, dat het contract
hetwelk zij geteekend hadden, wat de
betaling betreft, niet ten opzichte van
hen werd nageleefd. En daarom legden
zij, zeggend „no money no work," de
spade neder. De heeren, voor wie zij
werkten, werden telegrafisch van deze
stakiDg op de hoogte gesteld. Zij kwamen
over en beloofden een beteren toestand.
Het loon werd bepaald op f 18. Hiervan
ontving men f3 in Engeland en f 15 zou
worden overgemaakt naar ZeelaDd.
Bovendien verkreeg men vrijen mondkost
bestaande in een pond vleesch per man
een kilogram brood per dag, kaas enz.
Het werk werd hierop eenparig en blij
moedig hervat. Een ieder haastte zich
om vrouw en kinderen den nieuwen
toestand te berichten. Er heerschte in
vele Zeeuwsche gezinnen groote vreugde
want moeder de vrouw ziet gaarne money.
Maar groote teleurstelling volgde op deze
korte vreugde. Er kwam bericht, dat
geen f 15, maar f 10 werd overgemaakt.
Nu ging bet Zeeuwsche volk wederom
onder de leus „no money* no work" tot
tot staking over."
Werkelijk, onze brave Zeeuwen hadden
wel in het lieve vaderland kunnen blijven.
Ook in de Haarlemmermeer was
„plenty work" geweest, terwijl de ver
diensten daar zeker niet mindei waren.
Men zoekt wel eens meer veraf dat
gene wat vaak dichtbij te vinden is
Zandvee.
Op den Frieschen zandgrond hebben
eenige veehouders eene beweging begon
nen om, naast het Friesch Rundvee-
Stamboek een stamboek voor Zandvee
op te richten, teneinde aldus de vee-
fokking op dien zandgrond ook te doen
genieten van Rijks- en Provinciaal
subsidie. N. v. d. D.
Bemest in tien herfst.
TEÏELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
hnden met verhooging der porto's.
Prijs der Advertmtièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
TTWMH ■■MIMI III I1IP" - BEO—
30.)
„Waar is dat papier," riepen beiden
tegelijk: „WillaRuscow was zijn onder
gang nabij, hij had een vrouw noodig, bij
heeft zich waarschijnlijk willen verge
wissen
„Maar de schrijver heeft er bij verklaard
't geheim van het testament te hebben af
geluisterd. Waarom merkte zij op, er
medelijdend bijvoegend; „'t zou me erg
spijten voor Elise 1" Steeds hechtte zij nog
niet de minste waarde aan de zaak.
„Willa, waar is dat papier gobleven
herhaalde mevrouw Klarenbcjg, die niet
ophield, argwaan to koestoren tegen Rus-
oow en met een zeker genot elke blaam
op zijn karakter als bewijs tegon hom aan
greep.
„Tante Hetta versoheurde hot Ak
dacht dat zij het hem torug zou geven.
„Versoheurde zij het?" rfop movrouw
Klarenborg.
„Dat had je niet moeten toelaten Willa,"
voegde Ludwig er aan toe.
„Maar wat ging mij dat verfrommoldo
stuk papier aan
„Misschien niets! misschien zeer veel,
en juist nu. Mij dunkt dat't wel de moeito
waard is te weten, hóe Ruscow aan dat
pipior kwam."
„Dat zullen wij wel hooren, die Ru-
precht is de beminde van Elise en is zeker
wel een goed mensch, als militair is hij
aan de Russische grenzeD geplaatst. Vroe
ger was bij in betrekking bij den heer
Weis, bij dien kon jo wel navraag doen
Ludwig.'
„O, dat je dat papier liet verscheuren,
Willa!"
„Zij zul het wel in de papiermand ge
stopt hebben, denk ik,misschien kan ik
de stukken wel terugvinden, maar welk
nut zullen zij ons doen
„Maar Willa, begrijp je dat dan niet?
Als Ruscow op de hoogte van je vermogen
wilde komen, uls hij een schriftelijk bewijs
verlangde.
„Maar dat deed hij toch misschien niet.
Wie weet hoo hij aan dat papier is ge
komen."
„Dat hij in een portefeuille bij *ich
droeg Hoe langer ik er over nadenk,
hoo vreemder mij de zaak voorkomt,"
riep Ludwig.
„En in dut papier had hij dan zijn red
middel gevonden," zei mevrouw Klaren
borg, langzaam mot een gezicht dat als
vorstoond was.
„Dan had hij het bewijs dat hij mijn
God, mijn hoofd duizeld."
„Kom mee Willa, laten we die stukken
bij elkaar zooken, wat zij dan ook waard
zijn, wjj moeten woten hoe de zaak in
elkaar zit. Hot werpt missohien licht op
zijn karakter."
Op zijn voortdurend aaudringon stond
Nu vergaderen weer de coöperatieve landbouw-
vereeuigingen, want het wordt tijd, bij de
koeboeren om voor bun hooiland, misschien ook
voor hun weiland den noodigen kunstmest aan
te schaffen. Duft klopt ook menigeen bij mij aan
om raad voor dc benoodigde meststoffen. Wie
op hun gemak gesteld zijn, zeggen wij koopen
grasmest. Dre„ bevalt ons bsst en dat gaat altijd
goed Daarvoor wordt dan b.v. 4 gulden per 100
Kg. gerekend. Geeft de bandelaar eeriijk de
samenstelling op, en men rekent hem na, dan
blijkt er, dat er voor dien koopman een aardig
winstje overschiet. Nu ik gun den handelaar
gaarne zijn winst. De boer laat het nadenken
dan over aan den handelaar. Die rekent het
Willa eindelijk op; zij geloofde niet dat
het ergens toe zou dienen en was te
weinig menschkundig om Ludwig goed te
begrijpeD.
Vlug liepen zij voort, 't begon reeds te
schemeren. Hun weg voerde hen langs
de Jockeyclub. Voor de deur stond de
kellner Ruprecht in zijn smaakvolle livrei.
Sedert dien ongeluksnacht was t\Villa er
wel honderd keer voorbij geloopen, als zij
om inkoopen te doen naar de winkelstraten
moest. Steeds deed het haar smartelijk
aan. Nu viel het haar op, dat de kellner
hoewel hij niets te doen had, en kalm de
straat inkeek, schrok en haastig verdween,
toeu zij met Ludwig voorbij kwam.
„Die arme menschen, zij durven geen
minuut lucht te scheppen," zuchtte Willa
medelijdend, „jij kent hem zeker wel,
Ludwig
„Ik heb geen voet meer in dat huis
gezet, Willa."
Bij de vrouw van den generaal waren
een paar oude dames op de thee, in de
kleine salon, zoodat Willa ongemerkt de
papiermand weg kon halen, en deze op de
tafel in de huiskamer kon omkeeren; tot
zijn groote voldoening kon Ludwig al de
stukken bij elkaar vinden, deze dadelijk
zorgvuldig inpakkou. Iiitusschen gingen
Willa's gedachten op ongekende banen
vorder.
„Als deze stukken nuoeus-je moot
weten-Ludwig, dat ik eens gelezen heb,
hoe het vinden van een bewijs tot de ont
dekking vnn oen inbreker leidde. Maar
mengen der meststoffen en het nadenken ook.
Voordeeliger en doelmatiger handelt echter de
gebruiker van grasland die de meststoffen afzon
derlijk koopt. Dat kost eeuig hoofdbreken, maar
wie wii nu nog gerangschikt worden onder de
//domme/' boeren 'i Ieder landbouwer behoort een
knappe boer te zijn, zou ik zeggen. Laten we nu
alle theorie maar terzijde zetten en zien we, wat
de praktijk leert.
Er is hooiland op zandgrond, kleigrond en
veengrond. Dikwijls ook op een mengsel dier
gronden, Er zijn landerijen, die mest in overvloed
ontvangen. Er zijn ook hooilanden, die vracht-
baar genoeg zijn van hun zelf, b.v. uiterwaarden
langs de rivieren. Maar overigens hebben allen
noodig: Kainiet en Thomasfosfaat (Slakkenmeel)
in den herfst. Dat is de regel. Een tweede
vraag is: hoewel van elk heb ik noodig? In
Zuid-Holland en Utrecht vindt men gronden, die
zeer zelden of nooit mest ontvangen. Die hebben
zeer veel mest noodig. Dat zijn meestal de zand
en veengronden. Men moet deze arme landerijen
zeer veel van deze beide kuc3tmeststoffeu geven,
doch vooral veel Kainiet, b.v. per hectare 10
zak Kainiet en 6 a S zak Slakkenmeel. Veel
kainiet voldoet in den praktijk het best. Geeft
men b.v. evenveel als slakkenmeel, dan groeien
de bekende stekels veel te hard. Meer Kainiet
houdt de stekels er onder. Wie te zuinig is en
van beide soorten b.v. 6 zak geeft, heeft kans op
minder boeveelheid en minder kwaliteit gras.
Eenigszins anders staat de zaak op onbemeste
kleigronden. Daar kan men met minder van
beide b.v. 6 zak, wel volstaan, Hoe eer,
lioe liever worden kainiet en slakkenmeel aan
geschaft en uitgestrooid.
Laat de Kainiet vooral niet te lang liggen, want
dan wordt de inhoud vochtig en daardoor moeilijk
strooibaar op een drogen, niet te winderigen dag
vermengt men de beide mestsoorten en strooit uit.
Komt bet voorjaar, dan is op vele landerijen eenig
Cbilisalpeter gewenscht, b. v. 1 a l'/2 zak. Niet
te veel, want Chili is duur. Wie liever geen Chili
koopt, kan bet zonder doen, of op een deel van
het land probeeren of bet werkt. Geen chili,
maar wel kainiet en slakkenmeel maken het land
rijk aan klavers en wikken (ringelwiek.) Deze
planten verbeteren het hooi, maar de opbrengst
is wat minder. Een doelmatige bemesting geeft
meer gras van beter kwalitiet. Gewoonlijk worden
de kosten der- bemesting zeer ruim vergoed.
Buitendien kan men met reden het tweede
jaar 'nog een belangrijke nawerking verwachten.
Op heel enkele landeren geeft kunstmest geen
voordeel. Gewoonlijk zijn daar de stoffen niet
in de gewenschte verhouding gebruikt, veelal te
weinig Kainiet uitgestrooid, of de gronden zijn nog
zoo rijk van stalmest voorzien dat de bodem nog
plantenvoedsel in overvloei bevat. Doch wie
brengt daar nu kunstmest op
B.
werkelijk hier staat iets over mij
met Ulrichs noodlot heeft dit echter niets
te maken."
„Dat weten we niet. Missohien kan
Weis ons wel ophelderen hoe dit geschrilt
ontstond, 't Lijkt me van groote betee-
kenis, hoewel ik niet inzie in hoeverre.
Zeg er nu niets van tegen je (ante, anders
zou zij 't misschien voor Ruscow terug-
eischen, want eigenlijk was zij verplicht
hem 't heele blad terug te zenden.
Na Willa naar haar moeder geleid te
hebben, liep Ludwig dadelijk naar den
raadsheer, waar hij majoor Feedem aan
trof Beide oude heeren zaten gemoedelijk
achter een paar flesschen wijn.
Ludwig ducht dadelijk aan het gerucht
dat Otto aanzoek had gedaan om de hand
van de kleindochter van den raadsheer
want beide oudjes zagen er zeer verge
noegd uit. De kuecht moest dadelijk een
glas breDgenen Ludwig werd uitgenoodigd
bij hen te komen zitten.
„Wij spraken juist over uw ongeluk kigen
broeder, Baron," begon de raadsheer, „en
ik moet bekennen, dat, als toen ter tijd
eon waarschijnlijke laagheid, door gezame-
lijke overeonkomst grondig ondersteund is,
de zaak zoo staat, dat ik zeer ontmoedigd
ben. I)e majoor kaa geen naam met
zekerheid noemen. Alleen dien van Prins
Arnold van Schönberg, dien toen bij de
kurassiers stond. Misschien kunt u van
hem gedaan krijgen de namen van de
overige ingewijden te Doemen.
Wordt vervolgd.)