2029,
Donderdag 12 December 1912.
26"te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Buro 30 Cta. Franco per post doer ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
l .nden met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
Kennisge ving.
De late inzending van adv. tot opname
in onze Courant, veroorzaakt ons voort
durend grooter moeite.
Wij maken daarom bekend, dat, wil
men verzekerd zijn van opname der aan
geboden advertenties, deze vóór 9 uur op
den dag der uitgifte van de Courant
moeten zijn aangeboden. Dij latere aan
bieding kunnen wjj de opname niet
verzekeren.
Advertenties, naar abonnementsprijs
berekend, moeten daags vóór de uitgifte
van de Conrant in ons bezit zijn wil men
verzekerd zijn van opname.
Adverteerders nemen hiervan nota.
De Uitg.
INRICHTINGEN,
welke gevaar, schade oi hinder kunnen
veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Texel brengen ter openbare
kennis dat het verzoek van SIJBRAND
JACOBSZ. KONING, alhier om in het
perceel, kadastraal bekend in Sectie K,
No. 1122 een petroleummotor van 4 P K.
te mogen plaatsen door hen is ingewil
ligd.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
volgens de bestaande jurisprudentie
eventueel NIET tot beroep van de beschik
king bevoegd zijn zij, die indertijd niet
voor het Gemeentebestuur zijn verschenen
om hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Texel, den 6 December 1912.
Burgemeester en Wethouders vnd.
De Secretaris, De Burgemeester,
JONKER. GAARLANDT.
30 Nov.—7 Dec.
Het was ontegenzeggelijk een belangrijke
verklaring die onze minister van buiten-
landsche zaken Maandagavond j.l. in de
Kamer aflegde. Een verklaring omtrent den
internationalen toestand, die in den laatst6n
tijd zich zoo allesbehalve rooskleurig liet
aanzien. Dat ze in zeer nederige bewoor
dingen gesteld was eerde d6 minister, die
zich de positie van een klein land bewust
is en dat de toon zoo optimistisch kon
zijn zal de kamer en ailen die bet hoorden
tot blijdschap hebben gestemd. Men mag
hopen, dat onze minister van Buitenland
niet in zijn gunstige verwachtingen moge
worde teleurgesteld.
Met niet minder groote voldoening zal
intusschen kennis genomen zijn van de
woorden van hulde, door minister Van
Swinderen gebracht aan hetgeen Nederland
deed en doet op de slagvelden van den
Balkan. Aan don arbeid van het Neder-
landscho Roode Kruis, dat daar ginder
200'n goed figuur maakt en zoo zegenrijk
werkzaam is ter leniging van den jammer
door den oorlog veroorzaakt. Inderdaad,
dat woord van hulde was verdiend, inzon
derheid en in de eerste plaats door de
Nederlandsche mannen en vrouwen, di6
zich hebben willen geven voor de mooie
maar ook zoo moeilijke opofferende taak,
maar ook door do mannen en vrouwen van
Nederland die hun beurzen hebben geopend
om het Roode Kruis in staat t6 stellen zijn
ambulances zoo goed inogelyk in te richten
en naar de oorden van ellende te zenden.
Er is door ben in een paar dagen tydseen
belangt' k bedrug bijeengebracht, uit geen
andere dryfvter dau om de ellende te
lenigen die door medemenschen ondergaan
wordt en uit de klauwen van den dood nog
te redden wat te redden is. Men mag
zeggen dat ook in dat opzicht ons kleine
land getoond heeft groot te zijn in dat
waarin het groot kan zijn.
—o—o—o—
De bladen hebben in de afgeloopen week
by gebrek aan ander belaDgryk politiek
nieuws, nog wat nagepleit over de ver
kiezing te Ommen en de beteekenis die
daaraan voor de toekomst moet worden
toegeschreven. Het orgaan der chr. histo-
rischen, de „Nederlander" gaf den raad
maar niet verder over het geval te praten,
omdat de wyze waarop sommigen hun
meeningen kenbaar maken, allerminst
geschikt zou zijn om de samenwerking
voor 1913 te bevorderen.
De vraag, of de rechtsche coalitie in
1913 zal worden voortgezet is in den
laatsten tijd meer dan eens in de bladen
besproken en meesttijds werd aangenomen,
dat dit wel het geval zal zijn.
Mag men sommige berichtgevers gelooven
dan zijn of worden ei reeds samensprekin-
gen gehouden tusschen de leiders der drie
rechtsche partijen om tot een verkiezings
programma te geraken, dat dan o.m.
gericht zal zijn tegen algemeen kiesrecht
en staatspensioneering,
Het geval te Ommen zal dan ook wel
geen invloed hebben op het besluit dat
door de leiders der partijen gesloten mocht
worden.
Nu we het toch over Ommen hebben
ook Dr. Kuyper schreef er over in de afge
loopen week. De „Standaard" bracht een
driestar waarin beweerd wordt dat de
nederlaag aan de anti-rev. te Ommen
toegebracht, het werk was van een
complot, dat reeds voorlang tusschen
enkele liberalen en chr. historischen opge
maakt werd om Dr. Kuyper te wippen bij
de verkiezingen in 1913. Deze afgevaardigde
nam echter ontslag wat voor „het complot"
een teleurstelling was. Bij de verkiezing
echter zouden ze het voorgenomen spelletje
nu maar gespeeld hebben tegen den anti
revolutionairen candidaat De driestarrer
had een en ander van betrouwbare zijde
vernomen. En waarom zou het omnogelijk
zy'n? In de politiek worden soms nog
wel heel andere spelletjes gespeeld.
Waar de algemeens politieke toestand
ten gevolge van de ernstige gebeurtenissen
op den Balkan, in den laatsten tijd een
somber aanzien hadden, was het als van
zelf sprekend, dat met groote belangstelling
kennis werd genomen van de verklaringen
die dienaangaande door den den Duitschen
rijkskanselier en den Franschen minister
president, in de afgeloopen week afgelegd
werden en die in de buitenlandsche pers
een drukkö bespreking ten deel gevallen
zijn. Ket meest trok de verklaring van
Von Bethman Holweg de aandacht. Niet
zoozeer omdat ze wat nieuws bracht, maar
meer omdat zo een vrij scherpe wenk aan
het adres van Rusland be»atte. Na betoogd
te hebben dat geen van de- Europeescbe
mogendheden van plan is ook een stuk
van de Turksche buit te vragen, wees hij
er echter op dat Duitschland en zijn bond-
genooten belangen op den Balkan hebben.
Vooral Oostenryk, zooals men weet. En
nu deelde de kanselier mede, dat wanneer
de bondgeuooten van Duitschland, bij het
opkomen voor hun belangen van derde zijde
aangevallen en daardoor in hun bestaan be
dreigd mochten worden, dan zou Duitschland
zyn plicht als bondgenoot kenneu, of
zooals de kanselier vrijwel woordelijk zei
Duitschland zal zich vastbesloten aan
de zijde van zyn bondgenooten stellen ter
bescherming van zijn eigen positie in
Europa, en tot verdediging van de veiligheid
en de toekomst van zijn eigen land aan de
zyde van zyn bondgenooten moeten vechten.
Deze verklaring zou dus, overgezet
zijnde uit de taal der diplomaten iu die
van het gewone leven, beteekcnen, dat als
Rusland het waagt zich in een eventueelen
oorlog tusschen Oostenrijk en Servië te
mengen, Duitschland zijn bondgenoot zal
byspringen. De Russische regeering zal
met deze opvatting van die te Berlijn wel
al langer bekend zijn en anders heeft ze
het uit de mededeeling van den Duitschen
kanselier in den Ryksdag duidelijk genoeg
kunnen vernemeu.
Voorts besprak Von Bethmann de nood
zakelijkheid van het houden van een inter
nationale conferentie om de Balkanzaken
te regelen. Er worden daaromtrent thans
gedachtenwisselingen gevoerd tusschen de
kanselarijen en de kanselier verwachtte
daarvan een gunstig resultaat.
*De Fransche minister-president Poincaré
sprak al haast in denzelfden geest. Frankrijk
heeft groote belangen op den Balkan en
hij hoopte dat de Balkanstaten daarmee
rekening zouden houden. Ook hij achtte
het gezamenlijk optreden van de mogend
heden noodig, omdat ze allen belang heb
ben bij den toestand op den Balkan en de
verandering die daarin zal worden gebracht.
Met lof sprak Poincaré over het streven
der groote mogendheden om den oorlog te
localiseeren. Er was te dien opzichte groote
overeenstemming van het begin af, die
geen enkele maal verstoord werd. Thans
behoort er evenwel nader over de Balkan
aangelegenheden gesproken te worden.
Poincaré acht een conferentie daarom ook
noodig.
Heel hard schiet het met die conferentie
echter nog niet op.
—o—o—o—
Het machtige CeDtrum heeft aan de
Duitsche regeering het vertrouwen opge
zegd. Tenminste als de katholieke Rijksdag
afgevaardigde Spahn niet in overdrijving
gesproken heeft. De oorzaak daarvan is de
houding door den Bondsraad aangenomen
tegenover de toepassing van de Jezuiten-
wet in Beieren. In het Duitsche rijk bestaan
uitzonderingsbepalingen jegens deze katho
lieke orde, zoools men weet. Toen echter
in Beieren de nieuwe minister-president
Von Hertling optrad vond hij onder de
stukken ook een geheim besluit van zijn
ambtsvoorganger „waarbij de bepalingen
van de Jezuitenwet wat verzacht of buiten
werking gesteld werden. Von Hertling
hield zich daaraan, doch de zaak lekte uit
en in den Rijksdag kwam ze te sprake.
Het gevolg was dat de Bondsraad nader de
kwestie onder de oogen zag en de regeering
een nieuwe interpretentie der wet gaf, die
zoo goed als niet afweek van de oude.
Beieren werd dus in het ongelijk gesteld.
Dit heeft den toorn van hot Centrum gewekt
en deze heeft nu in den Rijksdag verklaard
dat het aan de regeering zijn vertrouwen
opzegt. Wat wellicht ernstige gevolgen kan
hebben. Gaat het Centrum met de socialisten
één lijn trekken, dan kunnen de begroo
tingen verworpen worden en zal de regeering
groote moeilijkheden wachten. Met belang
stelling wordt het beloop der zaak afge
wacht.
—o—o-o—
De kanonnen, die in het Oosten van
Europa zulk een vreeselijk werk hebben
verricht, zwygen thans, tenzij Griekenland
inderdaad op eigen houtje den strijd tegen
Turkije wil voortzetten. De wapenstilstand
is in de afgeloopen week tot stand gekomen
en de onderhandelingen over de vredes
voorwaarden zullen binnenkort te Londen
een aanvang nemen. Dat is goed nieuws.
Alleen kan de vreugde daarover nog niet
volkomen zijn, omdat Griekenland weigerde
de voorwaarden voor de wapenstilstand te
onderteekenen. Er is naar luid der berichten
een nogal groot verschil van opvatting
ontstaan tusschen de Grieken eD Bulgaren.
En zelfs meent men dat het uiteenvallen
van den Balkanbond aanstaande is. Hoe
het zyGriekenland weigerde genoegen
met de voorwaarden te nemen. Het zal den
strijd voortzetten ofwellicht met
Turkije zelf over de voorwaarden beraad
slagen Verwacht wordt echter, dat Grieken
land ten slotte niet in haar weigerende
houding zal volharden. Iutusscben, de
kanonnen zijn tot zwijgen gebracht en over
den vrede wordt beraadslaagt. Dat is ver
blijdend.
Zijn er teekenen die er op wyzen, dat
het einde van den onzaligen oorlog in het
Oosten eindigt er mag ook met meer recht
dan tot nog toe hoop gekoesterd worden
dat het conflict op den Balkan gelocaliseerd
zal blijven. Wel is bet tusschen Oostenryk
en Servië nog lang niet in het reine, doch
het staat nu wel vast, dat de Servische
eischen in Europa geen ondersteuning vin
den en dat alles gedaan wordt om de
spanning te doen afnemen. Naar luid vau
de berichten in de Engelsche bladen in de
atgeloopeu week gepubliceerd doet Engeland
alles om zijn Russischen vriend te kalmee-
ren, terwijl Duitschland zich inspant
Oostenrijk wat kalmer te stemmen. Er is
in de laatste dagen dan ook inderdaad
eenige ontspanning merkbaar.
Maar toch, zoolang de verdeeling van de
Turksche buit niet geregeld is, blijft het
g6vaar dreigen, En die verdeeling zelf zal
nog wel heel wat zwarigheden opleveren.
Nu de Balkanstaten er reeds onderling over
beginnen te twisten en Oostenrijk en Servië
elkander er bijna reeds om in de haren
vliegen, behoefde er werkelijk geenRumenië
bij te komen om zich ook als erfgenaam
te presenteeren. Er zijn in Roemenië, dat
zich in den Balkanoorlog tot nog toe on
zijdig heeft gehouden, in de afgeloopen
week groote betoogingen gehouden, die in
zonderheid tegen Bulgarije waren gericht,
Er werden moties aangenomen, waarin er
tegen geprotesteerd werd dat Bulgarije een
te overwegenden invloed op den Balkan
zal krijgen. En ook moet in dien geest door
de Roemeensche regeering een beroep zijn
gedaan "bp de groote mogendhedén.
Men ziet, dat bij het verdeelen van de
Turksche buit rekening zal moeten worden
gehouden met heel wat eischen en wen-
schen. Dat zien de mogendheden blijkbaar
ook in, vandaar de pogingen die aangewend
worden om tot een internationale confe
rentie te komen. Tot dusver leverden deze
nog niet het beoogde resultaat op de
mogendheden zyn het in den regel niet zoo
gauw eens. Maar komen zal de conferentie
er toch wel alsja als er tenminste niet
eerst nog ergere diDgen geschieden.
TEXEL, 11 December 1912.
De verkieziDg van een Hoofdinge
land van den polder Waalenburg,
Zaterdag j.l. gehouden, had ten uitslag
dat als zoodanig werd herkozen de heer
Dr. J. Timmer, met bijna algemeene
stemmen.
Tot arrondissementsschoolopziener
in het arrondissement Texel is benoemd
de heer E. Rahder te Beverwijk.
Zeevaarfsckool.
Ruim een halve eeuw terug voeren
van uit deze gemeente verscheidene
gezagvoerders en stuurlieden ter koop
vaardij en enkele families in ons midden
verheugen zich nog in welvaart van
winsten in die dagen vergaard.
De_ tijden zijn sedert veranderd, al
kunnen wij ODder de thans in den
raDg van gezagvoerder of le stuurman
varenden een 6-tal Texelaars noemen
die den middelbaren leeftijd nog niet
hebben bereikt, en alzoo tot de jongere
linie behooren, tcch is Texels percent
ter koopvaardij aanmerkelijk gedaald.
Een zeevaartschool werd door velen
gewenscht, als een gelegenheid om de
Texelsche jongens met geringe kosten
te kunnen doen opleiden.
1 Januari a.s. wordt een dusdanige
school geopend, directeur en leeraar zijn
benoemd, gelegenheid tot aangifte van
leerlingen is sedert 19 November j.l.
opengesteld.
Van elders hebben zich een 6 of Stal
leerlingen aangemeld, doch tot nu toe,
10 December, heeft zich niet een Texelaar
aangemeld.
Een eigenaardig verschijnsel voorwaar.
Tot 15 December is de aangifte
mogelijk, maar het laat zich niet aanzien
dat zich in die enkele dagen nog leer
lingen van hier zullen aanmelden.
Onbekend maakt onbemind, als er
een schaap over de dam is volgen er
meer, en welke Hollandsche spreek
woorden zullen wij nog meer aanhalen,
doch aan het feit veranderen zij niets.
Niet dat wij alle ouders zouden willen
opwekken hunne jongens naar de zee
vaartschool te zenden, maar waar lust
en aanleg aanwezig is, daar biedt toeh
zeker de opgerichte school 'n goede kans.
TEXELSCHE COURANT.
—o—o—o—