Bijblad van de Texelscbe Courant van Zondag 30 Maart 1913. No. 2659
Vergadering van Hoofdingelanden
op Maandag 17 Maart 1913.
Aanwezig de heeren J. S. Dijt, Dijk
graaf, voorzitter, J. S. Keijser, K. T.
Bakker, H. J. Keijser, Jb. Kikkert PPz.,
J. D. Roeper, J. D. Witte,W. A. Eelman,
Jac. Kikkert Nz, C. Keijser Sz., G. P.
Witte en K. B. Lap.
Afweaig de heeren P. S. Koning, P. J.
Witte en J. J. Bakker.
C. J. Roeper, Secretaris.
Na opening der Vergadering worden
de notulen der vorige bijeenkomst voor
gelezen en vastgesteld met eene wijziging
dat voor de verharding van den Hoofd
weg in het Noorden voorloopig op de be-
grooting wordt geplaatst 300 M. ad f 400.
Betreffende de aanvrage voor verhar
ding van de wegen in de buurtschap
Ongeren wordt opgemerkt, dat de weg
in Tienhoven vanaf den Waalderweg
tot aan de poort van R. Eelman en het
wegje naar de Mars ook aan de buurt
schap Ongeren behooren, doch niet in
het adres van den heer C. R. Keijser
zijn genoemd.
Na eenige discussie wordt besloten
aanbieding aftewachten voor het koste
loos ter plaatse brengen der materialen,
zooals reeds in de vorige vergadering is
overeengekomen, om daarna deze wogen,
als zij voor verharding in aanmerking
komen bij gedeelten te verharden.
Aan de orde wordt gesteld
Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Van Gedeputeerde Staten, inhou
dende goedkeuring de kasgeldleening tot
een bedrag van f 15000 te verhoogen tot
f25000.
b. Van Gedeputeerde Staten inhoudende
goedkeuring tot aan- en verkoop van
grond voor verbreeding van wegen.
Beide stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
c. Van Gedeputeerde Staten inhoudende
mededeeling dat de Hoofdingeland J. N.
Kikkert recht heeft op een naar even
redigheid berekend bedrag aan presentie
gelden uitgekeerd in 1910.
Besloten wordt overeenkomstig de
zienswijze van Gedeputeerde Staten te
handelen.
d. Van W. J. Eelman e.a. L. Koning
e.a., C. Witte e.a. en mej. Wed. P. R.
Mentz met verzoek om verharding van
wegen onder aanbieding van kosteloos
ter plaatse brengen der materialen.
De Voorzitter stelt voor de verzoek-
schrilten te behandelen bij de begrooting.
Wordt goedgevonden.
e. Van het Molenbestuur, van den
polder het Noorden, met verzook een
motor met centrifugaalpomp te mogen
plaatsen tegen en op kade der boezem-
kolk van den polder het Noorden.
Na eenige discussie wordt besloten
het Molenbestuur te berichten dat bij
ons in hoofdzaak geen bezwaar bestaat
tegen het zetten van een motor met
centrifugaal pomp, evenwel behoudens
nadere goedkeuring van het geheele
plan betreffende plaatsing ten opzichte
van den molenboezem, kade enz.
Aan de orde wordt gesteld de beraming
van hetgeen in 1913 aan de zeewater-
keeiende werken zal worden verricht.
Het ontwerp door het College van
Dagelijksch bestuur opgemaakt vermeldt
uitsluitend gewoon onderhoudswerk.
Bij de artikelsgewijze behandeling
vraagt de heer W. Eelman of het niet
gewenscht zou zijn aan den Noorderdijk
een hoofdje uitteleggen.
De Voorzitter zegt dat deze vraag
vroeger reeds is besproken en wijst nog
op mogelijke verzanding van de geul bij
de aanlegplaats.
De heer G. P. Witte is van meening
dat het uitleggen van een hoofdje over
bodig is.
Na eenige discussie stelt de voorzitter
voor den opzichter eene begrooting van
kosten te laten maken voor een hoofdje
ter lengte 7an 50 Meter.
Wordt goedgevonden.
De heer Lap vindt de raming voor
onderhoud van de Zuid-Haflfelersluizen
te laag, voor 't geval dat de drempels
van deze sluizen voor beter waterafvoer
verlaagd moeten worden.
De voorzitter antivoordt, wanneer uit
het onderzoek bemaling blijkt, dat de
drempels te hoog liggen en dit jaar nog
verlaagd moeten worden, dan kan aan
Gedeputeerde staten verhooging van de
beraming worden aangevraagd.
De heer W. A. Eelman stelt voor de
opening voor de Oostersluis af te zetten
met zwaar ijzergaas voor het drijvende
zeewier.
De Voorzitter zegt met den opzichter
daarover te zullen spreken.
De beraming zooals die door het Dag.
bestuur is opgemaakr wordt daarna met
algemeene stemmen vastgesteld met een
totaal van f 4366,10.
Rondvraag. De heer G. P. Witte
vraagt naar den toestand van den dijk
bij het Weezenspijk.
Na eene bespreking over de hoogte
en nog eenig herstellingswerk wordt
besloten, dat het college van
Dagelijksch bestuur een onderzoek zal
doen om daarna met het Weeshuis over
een en ander in overleg te treden.
Sluiting.