Bpad van de Texelsclie Courant van Zondag 6 Juli 1913. No. 2687.
Van week tot week.
31—28 Juni.
De afgeloopen week was de week der
herstemmingen. Allereerst hadden in de
verschillende provincies van het land de
herstemmingen plaats voor de Staten. En
al dadeljjk kan gezegd worden, dat deze
bijna overal teleurstelling voor de rechter
zijde, hier en daar ook voor de vrijzinnigen
en schier allerwege vooruitgang voor de
de sociaal-democraten brachten, in de
provincie Groningen werd slechts één van
de drie aftredende rechtsche leden herkozen
en viel een vrijzinnig lid uit, terwijl de
sociaal-democraten er drie zetels wonnen.
In Friesland moesten de vrijzinnigen het
ontgelden. Ze moesten 4 zetels aan d6
sociaal-democraten afstaan. Ovérijsel liet
de kerkelijke candidaten los zoodat de
Staten daar in September 24 rechtsche en
23 linksohe leden zullen tellen. In Zuid-
Holland veroverden de sociaal-democrat.en
niet minder dan 8 zetels en in Noord-Holland
7. In Zuid-Holland verloren de vrijzinnigen
5 en de kerkelijken 3 en in Noord-Holland
respectievelijk 4 en 3.
In de provinciën Gelderland, Utrecht en
Zeeland verloren de rechtsche partijen
samen 6 zetels. Daar waren de vrijzinnigen
jde gelukkigen, doordat zij vijf van de 6
veroverden, De sociaal-democraten kregen
de zesde.
Men ziet, dat bij de Statenverkiezingen
zich hetzelfde verschijnsel heeft voorgedaan
als bij de verkiezingen voor de Kamer, n,l.
een opvallende verschuiving naar links,
—o—o—o—
Werd van de uitslagen van de herstem
mingen voor de Staten hier en elders met
belangstelling kennis genomen, in veel
sterkere mate was dat het geval met de
herstemmingen voor de Tweede Kamer.
Geen wonder, ze zouden het antwoord
brengen op de vraag, of de rechtsche
regeering der Kamer in een minderheid
zou worden veranderd. Nu, het antwoord
is niet twijfelachtig geweest en in bijna alle
districten die bij de eerste stemming een
gevaarlijk aanzien gekregen hadden zijn de
candidaten der coalitie'gevallen, zoodat de
Kamer „om" is, met een linkerzijde van
55 tegen een rechterzijde van 45 leden.
Het opmerkelijke is dat de op de rech
terzijde behaalde winst gekomen is aan de
beide uiterste partijen der linkerzijde.
Konden Unie-liberalen en vrijzinnig-demo
craten niet hun aantal zetels geheel en
al weder in bezit nemen, de vrij
liberalen stegen van 4 tot 10 en de sociaal
democraten van 7 tot niet minder dan-18.
Wel werd een der vrij-liberale candidaten,
Mr. de Beaufort tweemaal gekozen, wat
ook het geval was met de sociaal-democraten
Troelstra en Mendels, terwijl hun partijge
noot Spiekman zelfs wel drie zetels ver
overde, maar de naverkiezingen zullen
waarschijnlijk wel geen verandering meer
brengen in de partijverhoudingen.
De coalitie heeft intusschen het loodje
moeten leggen. Meer dan in 1909 werd
gewonnen werd thans verloren. Als gevolg
daarvan heeft de regeering dan ook haar
ontslagaanvrage bij H.M. de Koningin
ingediend en treedt thans de vraag naar
voren, wat er nu verder zal gebeuren. De
vrijzinnige concentratie heeft geen meer
derheid in de Kamer gekregen en men
weet uit de verklaringen door de sociaal
democraten afgelegd, dat deze niet bereid
zijn de ministerieels verantwoordelijkheid
te aanvaarden. Wel echter zijn ze genegen
een concentratie-regeeriDg te steunen als
deze de beloften in het concentratie program
zal willen nakomen. Afgewacht dient te
worden of de vrijzinnigen bereid zijn op
grond daarvan de verantwoordelijkheid te
aanvaarden. Mogelijk zal dit dadelijk nog
niet zoo gemakkelijk gaan en het is te
verwachten dat de leiders der concentratie
van die der S.D.A.P. zoodanige waarborgen
zullen verlangen, dat een vrijzinnig Kabinet
met eenige gerustheid de onder de huidige
omstandigheden allesbehalve gemakkelijke
regeeringstaak zal kunnen aanvaarden. Er
zal nog wél heel wat overleg noodig zijn
voor de huidige Kabinetscrisis opgelost is.
De begrotingscommissie van den Duit-
schen Rijksdag heelt dezer dagen de tweede
lezing teneinde gebracht van het wetsont
werp, dat de bronnen van inkomsten zal
moeten ontsluiten] waaruit de kosten voor
de legeruitbreiding in de schatkist moeten
vloeien. D.w.z. de buitengewone kosten.
Zooals de lezer weet zal er een buitenge
wone heffing geschieden, waarbij inzonder
heid de groote vermogens zullen aange
sproken worden. Het wetsontwerp werd in
tweede lezing goedgekeurd. Daardoor is
o.nr. bepaald, vermogens tot 500UÓ mark
vrij zullen blijven als het inkomen beneden
2000 mark is. Is hut inkomen meer dan
2000 en minder dan 4000 mark, dan blijfc
het vermogen slechts tot 30000 mark vrij.
Personen die alleen een inkomen van 5000
markt en geen vermogen hebben worden
door de buitengewone heffimg niet getroffen.
Van inkomens van 5 tot 10000 mark zal
1 pet. worden geheven, van 10000 tot
35000 mark 0,2 pet. voor elke 5000 mark
meer; van 35000 tot 40000 mark 2V2 pet.;
van 40000 tot 80000 mark voor elke "lUOOO
mark Va Pct- meer, van 80000 tot 100000
maik 5" pet. van 100000 tot 200000 mark
6 pet., van 200000 tot 500000 mark 7 pet.
en boven den 500000 mark 8 pet.
Aangeslagenen, wier vermogen minder
bedraagt, dan 200000 mark mogen voor
eiken derden zoon die gediend heeft of
tot 1916 dient 10 pet. der heffing in min
dering brengen, terwijl bij vermogens
beneden 100000 mark, door hen die een
inkomen hebben beneden 10000 mark voor
elke derde en voor elk minderjarig kind 5
pet. in mindering mogen brengen.
Ook de Fransche kamer zette in de afge
loopen week de behandeling der leger
voorstellen voort, met gunstig resultaat
voor de regeering. Verschillende amende
menten op het voorstel tot verlenging van
den diensttijd werden behandeld, doch geen
enkel belangrijk amendement kon genade
vinden in de oogen der meerderheid. Ook
aan scherpe bestrijding ontbrak het de
regeering niet en de stemming in de Kamer
was meer dan eens opgewonden. Toch
laat het zich voorspellen, dat de regeering
haar voorstellen in veilige haven zal
krijgen.
De tijd van de vorstelijke uitstapjes is
weer aangebroken. Keizer Wilhelm, die
thans de drukke hoffeesten achter den rug
heeft, is al bezig zijn koffers te pakken
voor de buitenlandsche uitstapjes die op het
programma staan. Voor alles zal hij zich
naar Kiel begeven waar de groote zeilwed
strijden worden gehouden en waar hij
tevens een ontmoeting zal hebben met den
koning van Italië die een reis naar het
Noorden, naar Zweden, gaat ondernemen.
De president der republiek is alreeds op
reis getogen en als deze regels onder de
oogen der lezers komen zal hij alweer
op het Elysee teruggekeerd zijn President
Poincarë is de gast der Engelschen.
Dinsdagavond vertrok hij naar Londen om
een wel wat overladen programma in
betrekkelijk korten tijd af te werken. Als
'gast van den koning had hij aan te zitten
aan een reusachtige feestmaaltijd waarbij
de gebruikelijke toespraken natuurlijk niet
achterwege bleven. Er moest, dat spreekt
van zelf, gedronken en geklonken worden
op de vriendschap die Engeland en
Frankrijk heet te verbinden, op den bloei
en vooruitgang beider landen, den welvaart
en de ontwikkeling der volken eu ver
schillende andere dingen meer, die bij
dergelijke gelegenheden betoosi plegen te
worden.
Behalve dit hofdiner was er ook een
hofbal waarvoor Poincaré zijn belangstelling
moest toonen en voorts waren allerlei
andere gelegenheden meer, die de aandacht
van den Franschen gast voor zich op
vroegen.
Dat het niet alleen te doen was om zich
even aan het Engelsche hof en het bevriende
Engelsche volk voor te stellen, wordt
algeleid uit het feit, dat Poincarë zich deed
vergezellen van zijn minister van buiten
landsche zaken, den heer Pichon, die met
zijn ambtgenoot te Londen besprekingen
had, Over kietjes'en kalfjes zullen de
heeren wel niet gesproken hebben en dat
het bezoek van Poincaré aan Engeland dan
ook meer beteekenis heeft, dan om den
vriendschap te toonen ligt wel eenigszins
voor de hand.
o—oo
0—-0 0
—0—0—0—