Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Het Galden Mysterie. Uit het Rott. Nbl. Met de wichelroede. Dezer dagen is te Apeldoorn een proeve en bewijs tevens geleverd, dat sommige personen de eigenschap bezitten, met de wichelroede gewapend, ondergrondsche wateraderen aan te wijzen. Het geval had onder de volgende om standigheden plaats Op een bouwterrein aan den Bartels- weg moest ten behoeve van een te bouwen huis een pomp worden geslagen. Om vergeefsche pogingen om water te vinden te voorkomen had de eigenaar den heer K. R. Graber verzocht de plaats aan te wijzen, waar deze geslagen moest worden. Met de wichelroede een allu- miniumstaf in de hand, wandelde G. over het terrein en weldra bewoog zich de roede ten bewijze, dat hij zich boven een waterader bevond. VoortloopeDdo word de beweging hevi ger en weldra wees de heer Graber de plaats aan waar zich de wel bevond, met de mededeeling dat die op 7 M. diepte was gelegen. Na boring op dio plaats bleek dit de juiste te zijn er werd een voldoende hoeveelheid voor treffelijk drinkwater gevonden. De oudste. De oudste vrouw van Duitschland, de weduwe Hedwig Stavne te Dermowo (in den kreits Meseritz, Posen), van wier gezegenden ouderdom wij dikwijls mel- diDg gemaakt hebben, is nu eindelijk gestorven. Den 15den October had zij nog heel kras haar 120sten verjaardag gevierd. Het was bewezen, dat vrouw Stavne in 1794 in de buurt van Pleschen, dicht bij de Russische grens, geboren was, waar zij ook als volwassen meisje het groote leger van Napoleon naar Rusland zag trekken en later ook de kozakken langs haar huis, de dorpsherberg, voorbij heeft zien galoppeeren. Sch. Crt. Minister Bertling. De Haagsche Kroniekschrijver van de „N. Gron Ct." meldt o. m. De heele stad is er vol van In de clubs en café's in ambtelijke kringen, in de aanzienlijke kringen wordt 'tals een vaststaand feit besproken. Misschien, dat de betrokken personen zooals gewoonlijk, er nog heelemaal niet van op de hoogte zijn. Maar ieder ander weet het. Dezen zomer zullen we het zien gebeuren. Men weet 't zekerde leiders van de rechterzijde in de Eerste Kamer moeten het hebben vastgesteld de heer Bertling zal als eerste slachtoffer van de onte vredenheid in onzen Senaat moeten vallen. door C. N. en A. M. Williamson. Vertaald door W. J. en H. A. Cornelissen Copierecht vjh Bureau „De Berner Comentie" Deventer. 2.) „Hij is geen jongen meer. Hij moet bijna dertig zijn." „Alle knappe normale mannen zijn tot hun dertigste jaar jongens. Lady Peggy's nieuwe naam voor dezen armen jongen is de „Martyr Knight." „St. Stephen de Tweede" is zeker wel het allernieuwste. Stephen de Eerste was ook een martelaar, niet waar Gesteonigd of zooiets." „Ik geloof van wel," antwoordde de dame haastig, die niet bijzonder thuis was in de marthyrologie. „Hij zal ook gestee- nigd worden als hij probeeren wil, Miss Lorenzi aan zijn familie, of zelfs aan zijn vrienden op te dringen. Hjj zal wel be grijpen, dat hij met haar naar het buiten land zal moeten gaan." „Dat zou het beste zijn. Vreemdelingen zouden niet rillen bij haar uitspraak. En ze is ongetwijfeld een van de schitterend ste schepsels, die ik ooit gezien heb. „3a, dat is volkomen juist gezegd. Schit terend. En een schepsel. Ze lachten beiden en spraken verder weer over het interview. Stephen Kuight's ooren tuitten. Hij kon niets verstaan van hetgeen de menschen zeiden, maar hij had een levendig voor stellingsvermogen, en gevoelig als bij was Eigenlijk heeft men 't meer tegen den heer Treub en tegen den premier tegen de sociale- en de grondwetsvoor stellen, die op komst zijn maar het heeft eigenaardige bezwaren om daar tegen in te gaan en op die wijze een ernstig parlementair of zelfs constitu tioneel conflict uit te lokken. Als men echter door den Minister van Financiën den voet dwars te zetten, de uitvoering van het programma der Regeering on mogelijk maakt, is 't doel langs een omweg toch bereikt. Dus... Geen pardon de heer Bertling moet er aan Wat ik hierboven zei is de weerklank van de politieke gesprekken van den laatsten tijd, de nagalm van hetgeen men sedert de jongste discussies van de Eerste Kamer elkander bij wijze van staatkundige voorspelling voor de naaste toekomst vertelt. Waar werd oprechter trouw Wij lezen in het Leidsch Dgbl. „Een echtpaar te Katwijk aan den Rijn heeft dezer dagen eens laten zien, dat het „in den houwelijcken staat" ook niet altijd rozengeur en maneschijn is. Een paar maanden getrouwd, was er nog al eens ruzie. Hoe gaat dat, nietwaar Manlief een beetje jaloersch en de vrouw niet op haar mondje gevallen, dan geeft het al heel gauw haken en oogen. Tot vóór een paar dagen, hii haar op gesloten had, ze mocht met niemand meer praten. Dat is voor een vrouw toch een te harde straf, zoo ook voor deze. Door de vlucht onttrok zij zich aan de macht van haar huistiran, maar niet voor goed, want Vrijdagmiddag is zij weer thuisgekomen en greep dadelijk, zooals het een goede huisvrouw betaamt naar een stoffer, maar niet om haar boeltje eens netjes aan kant te doen, neen, dat voorwerp werd nu door haar gebruikt om zooveel mogelijk van het huisraad kort en klein te slaan. Na het verrichten van deze helden daad, is het zachtzinnige vrouwtje, naar men zegt, dwars door de ruiten heen stappend, weer vèrtrokken. Het geval trok de buitengewone be langstelling der dorpsgenooten. Een groote schare nieuwsgierigen had zich voor de deur der echtelijke woning opgesteld en telkens werd aangebeld, om den man op kwasi-belangsteilenden toon naar zijn „lieve vrouwtje" te vragen. Wat wel attent is van de Katwijkers!" In Maart 1914. 't Gerucht wilde, dat er te IJmuiden een spookhuis was. 't Klonk bijna onge looflijk. Nu spoken waren het dan ook eigenlijk niet. Geestenbleek ons na eenig onderzoek dezer geheimzinnige zaak. was deze eigenschap tot iets bijna zieke lijks geworden, sedert het begin van de zaak NorthmorlandLorenzi, toen al de tekortkomingen en eigenaardigheden der familie als in een bioscoop voor de oogen van het publiek waren vertoond. Het kwam niet in Stephen op, dat hij een voorwerp van medelijden was, maar hij had een gevoel alsof hij door zijn eigen dwaasheid en die van een ander een soort vogelverschrikker, een voorwerp van spot geworden was; en omdat tot nog toe de wereld met hem, inplaats van om hem gelachen had, had hij liever gestaan] voor een kogelregen dan voor dit gevoel van in ieders oog belachelijk gemaakt te zijn. „Hoe gaat het vroeg hij kortaf, en drukte miss Lorenzi's band, die ze hem toereikte, zonder van haar rose sofa op te staan. Ze staarde naar hem op met haar groote, lichtbruine oogen, en sloeg daarna de lange donkere wimpers op een haar eigene manier neer, hetgeen iets aandoen lijks had wanneer men het voor het eerst zag. Maar Stephen had het dikwijls gezieD. „Wal ben ik blij, dat je gekomen bent, mijn witte ridder," sprak ze met haar zware altstem, die aangenaam geklonken zou hebben, als ze niet een ruw accent had gehad. „Ik was zoo bang, dat je kwaad was." „Ik ben niet kwaad, alleen maar erg bogeërgerd, als je werkelijk met dien krantenman gesproken hebt," antwoordde Stephen, zijn best doende, niet scherp te worden en zacht te spreken. „Maar in 's hemelsnaam Margot, noem me niet meer zooals je mij zooeven noemde nergens maar zeker niet hier, waar we als het Maar gekker, of zoo men wil, ernstiger wordt het geval, als men atheïsten hoort verklaren„Zelf gezien, meneer. Dat een kopje van de tafel vloog Een rok en blouse ons passeerde. De tafel zich ver hief en met zes man niet naar beneden was te drukken. Een zak suiker tweemaal naar het plafond zich verhief en toen uiteenspatte." En nog veel meer. ,,'t Begon 's nachts met het hoofdkussen van den man. Dit werd weggetrokken. Een kopje vloog van de tafel naar het bed. De menschen zijn ten slotte acht dagen bij hun kinderen gaan inwonen. Drie geesten zjjn het, twee kwaden en een goede. Ze zijn nu weg. Maar hebben reeds aangekondigd wanneer ze weer- keeren." We hopen dan er bij tegenwoordig te mogen zijn. O. H. Ct. Mal verzuim. Maandagavond zou een spreekbeurt plaats hebben iu de Mariazaal te Utrecht, uitgaande van de afd. Utrecht van den Geref. Zendingsbond. Men had overal voor gezorgd, alleen had men vergeten den spreker van deze beurt in kennis te stellendie natuurlijk niet kwam op dagen I Ned. Haagsche chique ofeen nieuwe aardappelmand 't Gebeurde in onze Residentie, in het centrum der stad, op een der drukste uren van den dag, schrijft de „Res.-bode". Een dametje, gekleed la mode de Paris, wandelde parmantig door de Haagsche straten, terwijl zij schijnbaar veel moeite had met het dragen van een vioolkist. Hoe het kwam, weten wij niet maar tot groot vermaak van een dikken verkeersagent en vele voorbijgangers, raakten een paar haakjes van het foudraal los, de kist viel op den grond, sprong open en in plaats van het muziek instrument, rolden over de straat aardappelen rauwe aardappelen. Het dametje wist geen raad, bloosde, pakte zenuwachtig het noodlottige voor werp van den grond en verdween in allerijl. Een reusachtige vliegmachine. De reusachtige vliegmachine van den ingenieur Sykorsky is door de marine autoriteiten aangekocht. Het vliegtuig heeft met 16 personen een tocht vol bracht. De vliegmachine zal naai- Libau vliegen. De ingenieur heeft nog een vijftal dergelijke aeroplanes in aanbouw. Mond- en Klauwzeer. De ziekte begint zich hier en daar in ons land weder te vertoonen. Nu weer is ze uitgebroken op een stal te Lands meer. Vier zieke runderen zijn afgemaakt en begraven, 83 verdachte beesten worden geslacht aan het abattoir te Amsterdam. ware op hot tooneel van een schouwburg zijn." „Niemand kan ons hooren," verdedigde ze zich zelf. „Je moest juist houden van dat lieve bijnaampje dat ik verzon, omdat je mij te hHlp kwam en mij er voor be hoedde mijn vader te volgen omdat je iu mijn leven kwam, alsof je een moderne George was. Door je mijn „witte riddder" te noemen, geef ik blijk, hoe ik gevoel, hoe ik waardeer, en alles. Als je dat maar alleen wilde begrijpen, dan zou je mij geen uitbrander geven." „Maar ik geef je geen uitbrander," zei hij wanhopig. „Doch had je nu niet iu de salon kunnen blijven die zul je toch zeker wel hebben en me daar kunnen ontvangen Het is zoo afschuwelijk zoo'n vertooniDg te maken van ons zamen- zijn „Ik heb geen apparte zitkamer. Dat zou te duur geweest zijn," antwoordde Miss Lorenzi. „Maar ga zitten hier bij me Stephen beet zich op de lippen, en nam plaats. Hij moest niet beginnen, met haar de les te lezen, of zelfs te vragen, waarom zij haar rustige kamers verwisseld bad voor hot Carlton Hotel, omdat, wanneer hij eenmaal begOD, bij wel "wist, dat hij zich zou laten leiden op onveilig terrein. Daarbij was hij dwaas genoeg, om er tegen op te zien het gevoel van een vrouw te kwetsen, zelfs al had ze het dubbel en dwars verdiend. „Best. Er is nu niets meer aan te doen. Laten we samen praten," zei Stephen. (Wordt vervolgde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1914 | | pagina 3