I JONGENS- en MEISJESBOEKEN in prachtband, Ansichtkaarten van TEXEL. ^0\ 'ulpenfiouóers(prima Tot levering van Leer- en Leesboeken, Kaarten, Atlassen, Winkel- boeken en Kasboeken in alle formaten, zoomede Schrijfbehoeften en Kantoorbenoodigdheden, beveelt zich aan Firma LANGEVELD DE ROOM. 1 1 is ruim voorzien van in verschillende prijzen. Men vindt er de grootste sorteering Steeds in voorraad FEUILLETON Het Gulden Mysterie. m i (SStamfKMi&sGasi® mm— BOEKHANDEL PARKSTRAAT door C. N. en A. M. Williamson. Vertaald door W. J. on H. A. Cornelissen Copierecht v/h Bureau „Be Berner Conventie" Deventer. 54.) Hier en daar waren er plekken sneeuw, wit als leliënbladeren, die op een bed van veldviooltjes zijn gevallen. Een blik naar beneden was als het kijken van een hoogen op een groote zee van andere golven, waarvan elk op zijn top een paar stukjes gebroken mozaiek inedevoert; dat waren de daken der Kabylenhuizen. Zij ontmoetten geen levende ziel, terwijl zij voortwandelden, doch terwijl het dorp nog ver af was, hoorden zij het knallen van geweerschoten, in snelle opeenvolging terwijl de bergwind het geschetter van raitas, Alrikaansche klarinetten, tot hen voorde en het doffe, maar krachtige geluid van tom-toms. „Nu weet ik, waarom wij niemand te genkomen," zei Nevill. „Het bruilofts feest is nog in vollen gang, en daar is natuurlvk iedereen bij. Je weet, dat een Arabier en ook een Kabyl minstens een week noodig heeit om behoorlijk getrouwd te raken, en dat er in die week eiken dag duchtig feest wordt gevierd: muziek, dansen en eten; en als er geld genoeg is, dan moet vooral „het kruit sprekeD." JTouni's familie slooft zich blijkbaar voor haar uit. Hoe goed is het, dat we dat horloge voor haar meegebracht. Zelfs met Josette's aanbeveling zouden wij waar schijnlijk geen kans gehad hebben om tot de bruid te naderen,wanneer wij niet zoo'n fraai geschenk konden aanbieden." Het bergdorpje Yacona had geen voor steden en ook goen huizen buiten de ge- meentekom. De een-verdiepige leemen huizen met hun roode puntige daken, uiterlijk zoo geheel anders dan de Ara bische woningen, waren alle op een boop bij elkaar gezet, met niet meer tusschen ruimte dan beslist noodig was om een man met een muildier of ezel door te laten. De voornaamste huizen waren paarsgewijs gebouwd met een ommuurd erf er tusschen en terwijl Stephen en Nevill rondkeken naar iemand, die hun de woning van Houni zou kunnen wijzen, zagen zij van achter een muur een wit rookwolkje te voorschijn komen, gevolgd door een knal; toen nog een en nog een, met steeds kor ter tusschenpoozen. En tegelijk begon opnieuw het geschetter der raita het was niet meer noodig naar den weg te vragen. „Daar is het feest op dat erf," zei Nevill. „Ik ben benieuwd hoe zjj ons zulleu ontvangen." „Kunnen wij niet beginnen met hun te vertellen, dat wij uit Algiers zijn gekomen met een geschenk voor de bruid sprak Stephen. „Dat kunnen wij, wanneer zij iArabisch verstaan," antwoordde Nevill. „De Ka- bylsche taal is geheel anders Berbersch of een ander dialect. Ik had eigenlijk onzen chaffeur mede moeten nemen om als tolk te dienen." Het erf liep zoo steil lusschan de lage huizen naar beneden, dat de beide Euro peanen, na een omweg te hebben gemaakt, over den leemen muur in het erf konden zien, Vuil als de leemen hutten zelf waren en het ert er tusschen, was niette min het schouwspel in de vierkante om- hoioing van een schitterende kleurenrijk dom; het was barbaarscb, maar in zijn woestheid van een grootsche schoonheid. Verscheidene rijen vrouwen, de laatste tegen den muur van het huis, zaten ge hurkt op den grond, allen ongesluierd, met de onbedekte armen tot aan de elle bogen vol armbanden, de knieën omvattend. De namiddagzon scheen op haar feestelijke gewaden en wierp een vurigen glans op het rood, blauw en groen van het email van haar halssnoerenop haar groote ronde oorringen, en de zilveren kettingen, vastgehecht aan haar scharlaken of gele hoofddoeken, kaatsten wonderlijke kleuren- stralen van de platte, ronde broches, die de hel gestreepte mantels bij den schouder vasthielden, en maakten haar groote don kere oogen tot bruine topazen. Twintig of dertig mannen, met hun beste burnoe's aan, schilderachtig hangend over nieuwe gandourah's, hot hoofd omwikkeld met een nieuwen schoone witten turban van mous seline, zaten aan den tegenovergestelden kant van bet erf met ingespannen aan dacht te kijken naar het „kruitspel", ten beste gegeven door twee flink uit de kluiten gewasseD, goedgebouwde knapen, die met bevallige gratie en handigheid allerlei bliksemsnelle evoluties uitvoerden met langloopige geweren, ingeleg-d mst koraal en zilver. Terwijl het „kruitspel" aan den gang was, had niemand aandacht voor iets anders. Alle oogen waren gericht op de beide knapen met de geweren, en richten zich alleen nu en dan in extase omhoog om de kleine rookwolkjes te volgen, die als dikke sneeuwvlokjes telkens uit den tromp opstegen. Daar snelde opeens een schoou gebouwde jonge Kabylenvrouw naar voren om een wilde dans te beginnen met lichaam en armen een dans geliefd zoowel bij de bewoners der bergen als bij de nomaden der woestijn en de- eerste oogenblikken was aller belangstelling nu op haar gevestigd. Doch plotseling keek een kiud, dat blijkbaar den dans minder boeiend vond dan het kruitspel, naar boven en zag de beide ïtoumis in de hoogte achter deu muur. Het stootte zijn buurmeisje aan en wees naar de tvf vreemde mannen. En zoo ging welii het nieuws rond, dat vreemdelingen oog' noodigd waren gekomen om het bruiloft feest bij te wonen; mannen begonnen kt wenkbrauwen te fronsen, vrouwen fluistereu, terwijl voor het gerinkel en i kniebuigingen der danseres weldra ui mand meer eenige belangstelling aan dt dag legde. Het werd blijkbaar tijd voor de indtii gers om het duidelijk te maken, dat niet uit ijdele nieuwsgierigheid gekomt waren en Nevill stapte naar voren, vw zich uit houdende het kaartje, dat kt door Josette was gegeven en; het donki roode fluweelen etui met het horloge, d Stephen in Algiers had gekocht. HOOFDSTUK XXII. Een man op leeftijd met een rossigd baard trad te voorschijn uit de grof mannen, die achter de muzikanten g schaard stonden en fluisterde iets tep eeD der knapen, die „het kruit haddf laten spreken." Ze sprakeD een oogenbli samen, waarna de jongen zijn gewea aan den ouden man overgaf en vol waa digheid naar een gesloten hek schreed dat hij halverwege voor de beide vreei delingen opende. „Cebah el kheir, ia Sidi goeden do; mijnheer," zei Nevill, vriendelijk in zij mooiste Arabisch. „Tarafi el a'riyer[? spreekt u Arabiect De jonge man boog, blijkbaar nog aller minst verzoend met hat vreemde bezoek „Ach men sebba jit lbena, ia Sidi Waarom komt n hier mijnheer vroc, bij achterdochtig in het Arabisch, m' zeer sterk keelgeluid. E7ordf vervotod

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1914 | | pagina 4