Kunsttanden.
kisten, zakken of
balen,
Monsterzakjes met
patentsluiting,
een
groote sorteering
doozen
Luxe-post,
Oorlogskaart
,,HET ANKER"
Wekelijkschc Motordienst.
Tand-technikcr Zaandam.
Stationstraat 11, Helder.
COEVERT, te den Burg.
Informatie- en Incassobureau
„DE HANZE"
Een middel voor Riieumatiek.
FEUILLETON.
Het Hulden Mysterie.
Yoor het merken
van
zinken letters, zinken cijfers,
merkkwastcn en merkinkt,
zoomede stiften in potlood,
rood, blauw en violet, (onuit-
wischbaar.
Boekhandel Parkstraat
aanhangetiketten
en labels
In den Boekhandel Parkstraat
R. Bos Atlas v. Nederland,
Ten Brinks Zakatlas 7. Nederl.
Reisatlas van Nederl.
R. Bos Atlas d. geh. aarde
dezelfde met platen
P. R. Bos Atlas d. geh. aarde
Voorhanden
Boekhandel Parkstraat,
de groote
van Europa,
Groote kaart van
Het Westelijk Operatietooneel,
K. ACKEMA,
Dinsdagmorgen van Texel naar Botter
dam.
Vrijdagmiddag 12 uur van Rotterdam.
Woensdagmorgen van Texel naar Har-
ngen.
Zaterdagmorgen van Harlingen naar
Texel.
Agent te Rotterdam, B. M. Y AN KEULEN
Wijnhaven 108.
Haarlem, fa. K. NELIS
Kaasmarkt no. 32.
Alkmaar, P. BAKKER
Verdronkenoord 3.
Aanbevelend, J. Pil. BAK REU Zn.
P. PLAATSMAK.
komt thans weer geregeld spreek
uur houden 's Woensdags 11-12 en 1-2
uur.
Maatschappij van verzekering
te Amsterdam.
Ziekte- en Ongevallenverzekering.
Individueel en Collectief.
Vraagt inlichtingen aaDgaande premie
en coulance by uitkeering bij den heer
Adj, Inspecteur.
Warmoesstraat 467 Den Burg.
Incasseeren van vorderingen op Dalatige
debiteuren met groot succes.
Voorwaarden worden op aanvrage gratis
en iranco toegezonden.
Wie nu genezen wil worden van
Rheumatiek, die kome bij
Mej, A. I. HAZEBROEK geboren Dekker,
Luttikoudorp C no. 30 Alkmaar.
Spreekuur van 's morgens 11 tot na
middags 3 uur, Verschillende getuig
schriften ter inzage.
Rrachtens machtiging van H. M, de
Koningin.
door O. N. en A. M. Williamson.
Vertaald door W. J. en H. A. Coknelissen
Copierecht vjh Bureau „De Beirner
Conventie" Deventer.
55.)
Nevill was blijde te bemerkeD, dat ze
althans geen groote moeite zouden hebben
elkander te verstaan, en ging aan het
uitleggen, Josette's kaartje toonend. Ze
waren gekomen met een aanbeveling van
de Materna te Tlemcen. Ze brachten hun
beste wetischen en een geschenk voor de
bruid van het dorp, de deugdzame en
schoone Mouni, van wie ze gaarne eenige
inlichtingen zou krijgen omtrent een
Europeescbe dame. Was dit haar vaders
huis Zouden ze haar mogen spreken en
haar dit kleine horloge uit Algiers mogen
geven
Nevill zette aan zijn woorden kracht bij,
door het fluweelen doosje te openen. De
bruine oogen van den Kabylschen knaap
schitterden van onverholen bewondering,
olscboon het gelaat onbewegelijk bleef. Hij
antwoordde dat dit inderdaad bet huis van
MouDi's vader en hij zelf Mouni's broeder
was. Dit was de laatste dag van haar
trouwleest, en over een uur zou ze naar
het huis van haar echtgenoot gaan.
De toestemming van deze laatste, zoo
wel als die van haar vader moest gevraagd
worden, voordat vreemdelingen met haar
mochten spreken. In elk geval heette hij
nn echter de Roumis welkom op het erf
en mochten zij het leest gadeslaaD.
De knaap trad daarop terzijde en ver
zocht hen het hek binnen te gaan. Eenige
oogenblikken later stelde bij hun eea
jongen man in een witte burnoe voor,
terwijl nu ook de man met den rossigen
"hebben -wij
Boekhandel Parkstraat.
in drie afmetingen,
in verschillende grootten,
baard zich bij hen voegde.
„Dit is mijn zusters echtgenoot. Hij
spreekt ook Arabisch, maar mijn vader niet
zoo goed," zei de knaap. „Messaud-ben-
Arzen is de zoon van onzen Caid," voegde
hij er met trots aan toe. „Wilt u hem en
mijn vader zeggen, wat u van Mouni
verlangt P"
Nevill gaf verdere uitleggingen, en
klaarblijkelijk waren de beide mannen
tevreden gesteld. Want de beide Roumis
werden het huis binnengeleid, terwijl het
dansen en schieten ophield, en de rijen
neergehurkte gasten hen zwijgend aan
staarden,
Het was grooter dan de meeste huizen
in het dorp, maar behalve de stal, die de
bezoekers doorgingen, was er slechts een
kamer, lang en smal, verlicht door kleine
raampjes. De donkerste hoek was de
slaapkamer, waar zich een verhooging be
vond van steeD, waarop kleeden lagen
uitgespreid; verder was er nog een ver
hooging van gedroogde modder, door twee
of drie blauwe foutah's, die waren opge
hangen aan koorden van gevlochten alfa
ot gedroogd gras, als door fijne gordijnen
gescheiden van de overige ruimte.
Een gat in den vloer aan het andere
einde van het vertrek was de keuken
vao het gezin en daarachter vormde een
opstand van geperste aarde een groote
plank voor een lange rij kruiken en ander
vaatwerkvan een ameublement, althans
wat in de oogen van Europeanen dien
naam dragen mocht, was geen sprake,
In de slaapkamer zaten eenige jonge
vrouwen in een kring. In haar midden
zat een jonge vrouw, die door den man
met den rossigen baard aan de bezoekers
als zijn dochter Mouni, de bruid, werd
voorgesteld. Na een kort oogen blik van
pijnlijk zwijgen trad zij naar voren, met
half verlegen nieuwsgierigheid. Ze was
beladen met sieraden, en haar foutah was
verkrijgbaar
ingenaaid f 0,30. geeart. f 0,50
10.35
10,75
geeart. f 0.75
ingen, 10,90 geeart. f 1,25 geb. f 1.40
f 4,90
barbaarsch bont van kleur; doch ook voor
den Europeaan was zij met haar slank
figuur, haar grijze oogeD, en bruin, krul
lend haar, dat te voorschijn kwam onder
den oranje hoofddoek, een bekoorlijke
bruid.
Trotsch op haar Eransch, begon ze
dadelijk in die taal te spreken, heette de
gasten welkom, en zei hun, dat ze zeer
verheugd was kennissen te zien van haar
lieve mademoiselle Soubise. Maar ze
moest weldra vertrekken naar het huis
van haar echtgenoot, en de jonge, don-
kergetiate bruidegom, zoon van den Caid,
werd reeds ongeduldig. Ze moesten geen
tijd verloren laten gaan, wanneer ze haar
iets wilde vragen.
Nevill begon met het fluweelen horloge-
etui in Mouni's hand te leggeD. Met een
kreet van innige verrukking opende zij
het, om onmiddellijk in een stroom van
dankbetuigingen los te barsteD. Ze had
nog nooit zooiets moois gezien. En gaarne
zou ze alles vertellen, wat ze wist, als
ze daarmee den gevers een genoegen kon
doen.
„Ja zeker," antwoordde ze op Nevill's
eerste vragen, „de schoone dame, bij wie
ik gediend heb, was de vrouw van Ca6sim
ben-Halim. Eerst was ik in Algiers bij
haar, maar weldra vertrokken wij en
gingen dieper het laad in, ver, heel ver
weg, naar het Zuiden. Het huis [leek een
groote boerderij, en mij leek het als kind
want ik was toen nog maar een kind
prachtig en grootsch. Toch was mijn
meesteres niet gelukkig. Ze vond het grof
en geheel anders dan de huizen, waaraan
ze gewoon was. Mijn arme, schooEe
meesteres. Ze was daar niet gelukkig.
Ze schreide veel, en eiken dag vond ik
haar bleeker dan den voiigeD."
Mouni sprak Fransob, nu en dan zoekend
naar een woord, of een paar woorden in
het Arabisch zeggend. Stephen verstond
Ontvangen
Uitgave SMULDERS
prijs f 1.
uitgave SMULDERS,
prijs f 1.--.
Boekhandel Parkstraat.
bijna alles wat zij zeide, en was te onge
duldig om het ondervragen geheel over
te laten aan Nevill.
„Waar ergens was de boerderij vroeg
hij. „Kunt u ons niet zeggen, hoe we
haar vinden kunnen
Mouni trachtte het zich te herinneren,
„Ik was nog geen dertien," zei ze, „toen
ik wegging uit dat huisen zoolang ik
bij mijn meesteres was, kwam ik nooit
buiten het groote erf. Het zal u dus wel
niet te zeer verwonderen, dat ik nu, na
al die jaren, niet nauwkeurig zeggen kan
waar het huis precies lag. Maar het was
een groot, wit huis, op een heuvel, met
torens die het uitzicht gaven over het
land daar beneden. En in die torens aaa
beide zijden van de groote, breede poort,
waren kleine vensters, waardoor mannen
naar buiten konden kijken en zelfs schieten
als ze dat wilden."
„Heeft u nooit den naam gehoord van
de een of andere stad uit den omtrekt'
ging Stephen voort.
„Ik geloof niet dat er een stad in de
nabyheid was; wel was er niet ver al,
naar het Zuiden, een dorpje. Ik zag het
vanaf den heuveltop, toen ik met mijn nicht
Yamina, die daar ook diende, de poort
binnen ging en toen ik, maanden later,
met haar werd weggezonden omdat zij een
brief voor onze meesteres had weggebracht,
We gingen er niet door, omdat onze weg
lag naar en van het Noordenen ik ken
zelfs den naam van het dorpje niet.'Maar
een eindje verder lag een kerkhof, wasr
enkele voorvaderen en bloedverwanten
van Cassim ben Halim begraven lagen,
Ik bob mijn nicht eens met andere be
dienden hooren praten over een oase, Bon-
Saada genaamd, Het was niet dicht bij,
maar ik geloof dat men het in een goeden
dag per diligence kon bereiken."
(Wordt vervolgd.".