N° 2814
Donderdag 24 September 1914.
28ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
binnenland.
Van week fot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD DE R O O IJ, Parkstraat, Burg op Te x e l
Orakels van den tyd, wat wordt er van
den naebt?
En wachterwelk oen dag wordt aau de
kim vorwacht
TEXEL, 23 September 1914.
Oorlogsbrood.
We lezen in het Rott. Nieuwsblad
„Aan den heerG J. v. Daalen, bakker
te Utrecht, is bet gelukt na het nemen
van verschillende proeven, een mouw
soort brood te bakken, dat volgens den
vervaardiger aan alle redelijk te stellen
eischen voldoet.
Het wordt vervaardigd voor uit
tarwemeel, >/i uit rjjst, terwijl '//deel
bestaat uit een graansoort dat den ver
vaardiger om diverse redenen nog geheim
wenscht te houden.
Aan minister Treub zijn eenige!mon-
sters van dit brood opgezonden en tevens
inlichtingen gevraagd of van het „onbe
kende" graan voldoende voorhanden is
of aangevoerd kan worden.
Aan burgemeester Fockema Andreae
zijn eveneens monsters aangeboden, die
door den gemeentelijken keuring-dienst
thans do voedingswaarde doet onder
zoeken, om daarna te overwegen wat
in deze gedaan moet worden."
Bij gebrek aan brood eet men korstjes
van pasteien.
In tal van andere gemeenten zijn mede
proeven genomen met het bakken van
noodbrood, d. i. brood dat wij zullen eten
als de voorraad tarwe in ons land niet
toereikend zal blijken te zijn.
Zaterdag j. 1. werd een zoodanige proef
ook genomen in onze gemeente, de
bakkerij Kikkert Zonen verstrekte
ons zoo'n proefbroodje en het hoofd onzer
gemeente verzocht ons, over dat brood
ods oordeel te zeggen.
Aangezien het brood toen het ons
werd verstrekt, nog warm was, kwam
het ods goed voor, ons oordeel op te
schorten, en het in het nummer van
heden eerst mede te deelen.
Nu dan, het brood ziet er smakelijk
uit, dat wil zeggen, het is goed verzorgd,
het is fijn van rijs en goed van kleur,
overigens, 't is best eetbaar, doch ons
gewoon witbroodje is ons meer begeerlijk,
roggebloem en aardappelmeel komt ons
voor hebben een geheel andere bakaard
dan tarwebloem en op andere wijze ver
werkt is zeker van aardappelmeel
smakelijker product te verkrijgen.
Maar bovendien, moet het vraagstuk
wel in de richting bloembrood worden
opgelost
Wanneer van tarwe of rogge bloem
wordt vervaardigd, gaan voedende be-
standdeelen te loor, ons dunkt wanneer
werkelijk gevaar bestaat, dat de voorraad
tarwe niet toereikend zal zijn, laat ons
dan proeven nemen om van gemalen
tarwe, gemalen rogge en al wat meer
daarvoor in aanmerking komt een sma
kelijk voedingsmiddel te fabriceeren.
12—19 Sept.
Het was als vorige jaren. Vol schittering
van goud, vol kleur en leven, was weder
de stoet, waarmee onze Vorstin zich op „den
derden Dinsdag van September" naar het
Binnenhof begaf om de vereenigde zitting
der Staten-Generaal te openen. Er was
weer veel volk in de straten om het kleur
volle schouwspel gade te slaan. De ridder
zaal met haar getemperd licht, haar kost
bare gobelins, haar koninklijk gestoelte,
waarin de herinnering rondwaart aan lang
vervlogen eeuwen en de verbeelding de
schimmen ziet varu helden en edelen uit
dagen lang] geleên, de ridderzaal bood
al haast denzelfden aanblik als in vorige
jaren op den derden September-Dinsdag.
Het was als vroeger.
En toch ook was het niet als vorige
jaren. Want de ernstige tijd drukte op de
geheele plechtigheid zijn stempel, zooals
heel ons openbaar lev6n daarvan het ken
merk draagt. De ontzettende bloedige
Europeesche verwikkelingen, die al sinds
weken aller gedachten vasthouden, aller
hart angstig doen kloppen, aller ziel met
droefheid vervullen, wierpen hun schadu
wen op het luisterijke tafereel, dat zich
steeds aan het oog vertoont als onze Lands
vrouwe verschijnt te midden van de ver
tegenwoordigers van Haar volk. En ook
de toon van het Koninklijke woord hoe
kon het ook anders stond in het teeken
van onze ongekend ernstigen, angstwek-
kenden tijd.
Men had H. M. zoo gaarne onder blijder
omstandigheden in kleurigen stoet zieD op
trekken naar de ridderzaal.
En toch mag er groote dankbaarheid zijn
in ieders hart. Dankbaarheid, omdat ons
gezegend landje tot nog toe verschoond
gebleven is van de groote ellende, die de
woedende oorlogsdemon uitstort over bijna
geheel Europa. Dankbaarheid ook omdat
meer dan ooit te voren bij de groote natio
nale plechtigheid de eenheid van ods volk
gevoeld is en ook hoe met groote zorg en
vastberadenheid door Vorstin en Regeering
gewaakt wordt over ons aller belangen en
het kostbaar pand van ons onafhankelijk
volksbestaan.
Het koninklijke woord heeft weldadig
aangedaan en heeft geklonken niet alleen
voor de ooren van ons volk, maar ook voor
die van gansch Europa, dat het kleine
Nederland met vast beradenheid en onwan
kelbare trouw zijn woord van oprechte
neutraliteit zal gestand doen. En tot
verheuging moge stemmeD, dat de konink
lijke mond het in zoo plechtige ure zoo
plechtighjk heeft mogen verzekeren, dat
Nederlands vriendschappelijke betrekkingen
met alle mogendheden ongestoord zijn ge
bleven. Moge dat immer zoo blijven. We
hebben geen andere begeerte dan met al
onze buren in vrede en vriendschap te
leven. Zoo volkomen juist heeft ook de
regeering het door den mond onzer Vorstin
gezegd, dat Nederland diep begaan is met
het lot van alle volken die in den krijg
zijn medegesleept en hoe het met open
armen de ongelukkige slachtoffers van den
oorlog ontvangt, allen zonder onderscheid.
Dat alles vraagt veel van onze beperkte
krachten, temeer waar de economische
gevolgen van den toestand reeds zwaar te
dragen zijn, maar
't dragen onderling
trekt zoetheid uit de smarten,
en nimmer werd de eendracht van ons
volk sterker gevoeld dan in deze donkere,
sombere dagen.
—o—o o
Als een groote, woedende golf gaat de
oorlogsellende over Europa. We hooren
het bruisen en koken al is het uit de verte,
we gevoelen het, dat het vreeselijk is,
dat er geleden wordt onbeschrijflijk groot,
geleden op de slagvelden, geleden in stille
huizen van rouw. Gelukkig zien we van
dat alles niets. Want, waar de gedachte
alleen reeds pijn doet, hoe zeer moet aan
schouwen een gruwel zijn.
We klagen er niet over, dat zoo weinig
bijzonderheden worden gemeld van de
veldslagen, nu de oorlogscorrespondenten
ver verwijderd worden gehouden van het
front der troepen. Alleen we zouden
nu en dan wel wat meer licht wenschen
omtrent den algem6enen toestand. Want
het is dikwerf V6rre van gemakkelijk, zich
een eenigszins juist denkbeeld daaromtrent
te vormeD. We denken aan de laatste
gebeurtenissen op het westelijk oorlogs
terrein, waarvan we de juiste beteekenis
nog niet kunnen afleiden uit de officieele
en officieuse berichten. Alleen het groote
algemeene feit staat vast, dat het Duitsche
leger in Noord-Frankrijk teruggeworpen is,
ook al bljjven de Duitsche officieele be
richten dit totaal verzwijgen en heeft de
generaal-berichtgever van het Duitsche
hoofdkwartier den moed te zeggen, dat de
door Engeland en Frankrijk verspreide voor
Duitschland ongunstige berichten „falsch"
zijn. Tot nog toe waren de Duitsche
officieele mededeelingen betrouwbaarder
gebleken dan die uit Londen of Parijs Maar
toen betrof het ook steeds den voorspoed
der Duitsche wapenen. Thans nu de
krijgskans zich gekeerd schijnt te hebben
is aan de Duitsche officieele berichten geen
touw vast te knoopen. Met dat al vallen
de feiten niet te ontkennen en daaromtrent
zijn de Engelsche en Fransche berichten
zoo pertinent mogelijk. Eet Duitsche leger
is teruggeworpen waar het tegenstand bood,
teruggetrokken waar het bijtijds inzag niet
stand te kunnen houden. Daaraan valt
niet te twijfelen. En evenmin, dat de
terugtocht der Duitschers geschiedde over
een groote uitgestrektheid en over het ge
heele front.
Maar toch is ei in de laatste week dooi
de Fransche en Engelsche berichtgevers
nogal overdreven wat de beteekenis van
den tegenspoed der Duitsche legers betréft.
Men kreeg zelfs uit de Fransch-Engelsche
overwinningsberichten niet deD indruk,
dat de Duitschers verslagen zouden zijn.
Ze moesten terug, al wilde de Duitsche
pers, dit aanvankelijk aan ten stelligste
ontkennen. Maar verslagen waren ze niet,
nog veel minder vernietigd.
Op het oogenblik, dat wij dit schrijven
is 'kdan ook al weer een groote worsteling
over het geheele front aan den gang. Ver
schrikkelijk zal weer de strijd zijn, die
opnieuw over Noord Frankrijk is losge
barsten. De Duitschers spannen al hun
krachten in om den tegenstand der ver
bondenen te breken. Er hangt van de eind
beslissing ontzaggelijk veel af. Ieder Duit-
scher weet dat en dat maakt den strijd
hardnekkig en bitter. Want ook generaal
Joffre, de aanvoerder der verbonden legers,
wiens bekwaamheden in het oorlogvoeren
thans wel voldoende aan het licht zijn
getreden, weet hoeveel er van den uitslag
afbaDgt. Hij en zijn troepen zullen er alles
op zetten om de Duitsche legerscharen
terug te werpen en den zegen te behalen.
De Russen hebben lang zoo niet trachten
te ontkennen dan toch verzwegen, dat ze
in Oostpruisen duchtig klop hebben gehad.
Generaal von Hindenburg heeft niet alleen
de Russische opmarsch tot staan gebracht,
doch tevens een volkomen overwinning op
de Russen behaald. Het gevolg daarvan is
geworden dat het Russische leger dat nog
ia het noorden van Oostpruisen opereerde
zich heeft moeten terugtrekken, zoodat er
tusschen Tilsit en Koningsbergen geen
Russische troepen meer gezien worden, Dit
alles is ongetwijfeld een groot succes voor
den reeds bejaarden generaal von Hinden,
burg.
De vreugde over de overwinning in bet
Oosten wordt echter aanmerkelijk getemperd
door de besliste nederlagen, die het Oosten-
rijksch-Hongaarsche leger in Russisch-
Polen en Galicië heeft geleden. HetOosten-
rijksche leger schijnt lang niet te zijn wat
het Duitsche is. Ook krijgt men don indruk
dat do Russen na de Oostenrijkers bij
Lembeig aan het wijken te hebben gebracht
een groot deel van hun kracht naar
Galicië en Polen hebben verplaatst, om
door krachtig doorgezette aanvallen den
Oostenrijkschen tegenstand geheel te breken.
De officieele Oostenrijksche berichten
geven thans toe, dat de Oostenrijksche
troepen den strjjd niet tegen de Russen
hebben kunnen volhouden. Ze spreken van
een geweldige Russische overmachten ver
klaren, dat de troepen tbans stellingen
hebben ingenomen, die onneembaar zijn.
Evenals in het westen wordt ook in het
oosten een geweldige strijd gestreden, waar
van de beslissiog nog geenszins valt de
voorspellen.
Van den oorlog ter zee hoorde men in
de laatste dagen zoo goed als niets. Er zijn
er, die dit in verband brengen met allerlei
geruchten over het over zee aanvoeren van
belangrijke versterkingen voor het leger
der verbondenen in Noord-Frankrjjk. Reeds
zouden er veel Russische troepen geland
zijD, terwijl groote afdeelingen koloniale
troepen onderweg zouden zijn. De vloten
der verbondenen zouden het tbans te druk
hebben met de bescherming dezer troepen
transporten. Het zijn niet meer dan ge
ruchten en al te veel geloof verdienen ze
daarom niet.
In België is in de laatste dageD ook
weer hevig gevochten. Het leger heeft door
het vertrek van een deel der Duitsche
bezettingstroepen naar het front in Frankrijk
de handen wat vrijer gekregen en treedt
met kracht op om de Duitschers in den
rug zoo hevig mogelijk te bestoken. Bij
Dendermonde is met groote hevigheid ge
vochten en mag men de berichten uit Ant
werpen gelooven, met succes voor de Bel
gische wapens. De Belgen schijnen door
hun succesjes zelfs reeds wat opgewonden
te worden. Ze spreken van het plan om
Luik te heroveren en de Duitsche verbin
dingslijn door België (aan te vallen. We
gelooven dat het wel bij plannen zal blijven;
voor de uitvoeriog ervan zullen de
krachten van het Belgische leger wel niet
toereikend zijn.
Een 7-tal weken heeft de groote gewel
dige oorlog thans in ons werelddeel gewoed.
En nog altijd is het einde niet te voorzien.
Ontzaggelijk is er reeds geleden en men
moet huiveren bij de gedachte aan al het
leed dat nog komen zal. We leven in tijd
van spanning en ellende, die ons onwille
keurig de dichtregelen vau een Da Costa
in het geheugen roepen
Een chaos: strijd alom van worden en
ontworden,
Van duisternis en licht, vaD stilstand
en wanorden 1
De verkorte weg.
Op de Staatsbegrootiog 1915, Hoofd
stuk Waterstaat komt o. a. voor een
post [groot f 12,200.— als bijdrage aan
de gemeente Texel in de kosten van
een nieuwen verbindingsweg tusschen
de haven en den Burg op Texel.
Als bijdrage aan de gemeenten Ter
schelling en Vlieland in de kosteu van
het onderhouden gedurende de zomer
maanden van een dubbele dagelijksche
Stoombootverbinding tusschen die eilan
den en Harlingen komt op datzelfde
hoofdstuk een bedrag van f 1790 voor.
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
l'mden met verhooging der porto's.
Pr{js der Adverlenliin.
Van 1 tot 5 regels 30 Cta. Iedoro rogel meer 8 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bowtfsnummors 2 Cts. per nummer.