Medicinale Levertraan „Op loog Bevel". Speciale Afdeeling Dames- en Einderconfectie „DE ZON" - Kanaalweg 71. DAALDERS GEVONDEN No. 1 België, No. 2 Oost-Duitschland, WAND- en VLOERTEGELS, firma W. F. STOEL 4 ZOON, I. GRXJNWALD, Kanaalweg 71, (bij bet HELDER. 5 Gemalen Javarijst en zelfrijzend Bakmeel Dienst van 21 September 1914. 5 CENTS. Boekh. Parkstraat. Mantelcostumes. Paletots, Avondmantels. Regenmantels. Kindermantels. Blouses, Peignoirs. Gostunmrokken. Gekleede Japonnen. Meisjesjurken. de prijs is laag, de cacao is best, de verpaking is eenvoudig. FEUILLETON. Het Solden Mysterie. i. F. KLEIN, Harlmgen. Rusland en Oostenrijk. Verkrijgbaar in Boekhandel Parkstraat a 20 cents per stuk. Nieuwste Genres. Aparte Modellers, Groote keuze. Alle maten. Een uiterst practische zakkaart van het Oorlogsveld. Drogisterij Binnenbnrg. Aanbevelend T. BUIJS. uitgebreide sorteering. "Wegens Feestdagen GESLOTJEN" vanaf Zondag 4= Oct., 's middags 5 uur tot Dinsdag 6 Oct., 's avonds half zeven. 57 merk „de [Roode 3?loeg", In de meeste goede winkels verkrijgbaar. ook van de firma DRAISMA VAN VAL KENBURG, en andere verkrijgbaar in de Nederlandscbe Staatsspoorwegen, Ned, Centraal Spoorweg Mij., Noord-JBrab.-Duit- eche S. Mij. Nederl. Tramweg. Maatecb. Ooster-Stoomtram Maatscb. Maas-Buurt spoorweg Mij. Stoomvaart Mij. „Zeeland". Alkmaar. 6 W. V.:-r\v-:i-_ - -L- "- -• BLOO CACAO door 0. N. en A. M. Williamson. Vertaald door W. J. en H. A. Coknelissen Copierechl v/h Bureau De Berner Conventie''' Deventer. 59.) „Laten we de poort bombnrdeeren en ze laten hooren dat we er in willen," advi seerde Stephen, die kwaad werd. Maar Nevill gaf hem den raad geduld te kebbeD. „Wees nooit te haastig, wanneer gij met Arabieren te doeD hebt. Geduld is bij hen het eerste en eenige noodige." „Daar komen twee mannen te paard," zei Stephen, het pad langs kijkend, dat naar het verder op gelegen groepje leemen huisjes voerde,die in den feilen zonneschijn als zoovele vierkante blokken goud leken. „Het schijnt dat ze van de auto niets be grijpen. Ik ben benieuwd of ze op weg hierheen zijn." „Misschien is het wel de Caid, die met een vriend naar huis terugkeert," meende Nevill. Zijn gissing was juist. Het was de Caid, die naar huis terugkeerde, en Maied- dine was bij hem, want lella^M'Barka had drie dagen ^absolute rust moeten nemen in het hujs op den heuvel, en de gast van den Caid had hem vergezeld om een witte mehari of racekamoel, eigendom van Sidi Elaid ben Sliman, en waar deze zeer op was gesteld, te gaan zien het dier was zwaar ziek en onder behandeling van een „wijzen man" van het dorp, De mehari was echter kort na hun koniBt gestorven en daar Maieddine haast scheen te hebben om terug te keeren, waren zij niettegen staande de hitte van den middag dadelijk teruggereden. Maieddine had dien morgen het huis met tegenzin verlaten. Niet dat hij Vic toria zoo vaak kon zien als hij wilde zij paste M'Barka op, en zag er zoo treu rig uit, dat hij vermoedde, hoe zij zeker half had gehoopt haar zuster te zien, verwachtend haar te vinden achter den witten muur op den gouden henvel. Of schoon hij dus weinig van Victoria's ge zelschap zou missen, en or geen reden was om te vreezen dat haar iets zou overkomen of dat zij in zijn afwezigheid zou vluchten, was hij met 'tegenzin de poort uitgereden. Als de Caid er niet zoo op had gestaan dat hij meeging, zou hij haar zeker niet alleen achter gelaten hebben. Ea nu hij naar boven opkeek, en daar een gele auto bij de poort zag staan, was hij overtuigd, dat zijn tegenzin van dien morgen een voorgevoel was ge weest, waarnaar hij had moeten luisteren. Hij en de Caid waren nog een goed eind ver, toon bij de auto reeds in het oog kreeg en haar gesnor, voortgedragen door de ijle woestijnlucht, duidelijk hoorde. Hij kon haar identiteit nog niet met be slistheid vaststellen. Maar hij droeg niet voor niets roem op zijn scherpte van gezicht en gehooren waar deze te kort schoten kwam zijn instinct hem te hulp. Hij was er dadelijk zeker van, dat het de auto was, die Stephen Knight had afge haald, toen deze met de „Charles Quex" aankwam, de auto vau Nevill Caird, Daar wien hij een onderzoek had laten ibstellen voor hij Algiers verliet. Maieddine wist natuurlijk, ^dat Victoria naar Djenan el Djouad was geweest, en hij was niet alleen achterdochtig maar ook jaloersch op Knight, tengevolge van den brief, die Victoria dezen voor haar vertrek had geschreven. Hij wist ook, dat de beide Engelschen aan het hotel de la Kasbah waren geweest en daar allerlei dingen gevraagd hadden; en zoo was hij eigenlijk in het geheel niet verbaasd dien wagen zijn twee artikelen die in geen gezin moeten ontbrekeD, daar zij goed bereid een gezonde aiwissoling geven in het dagelijksch menu. voor de poorten van des Caids huis te zien staan. Wanneer hij alleen in het huis was ge weest, zou hij er zich weinig om bekom merd hebben. Dan had hij zonder moeite Caird en Knight kunnen beletten Victoria te zien, en zelfs voorkomen, dat zij eonig vermoeden kregen van haar aanwezigheid. Het was wel ongelukkig dat hfj uu juist buiten de poort was, want nu kon hij niet in ,het huis van don Caid terugkeeren, zoolang de beide Engelschen daar waren. Knight zou hem zeker herkennen en in een oogwenk alles raden, wat hij nog niet wist. Maieddine dacht snel na. Hij durfde niet verder rijden, uit vrees, dat de beide mannen een verrekijker zouden hebben. Het eeDige wat bem overbleef, was den Caid verder te laten gaan, zoodat, wanneer zij van den heuvel bespied werden, het zou zijn alsof deze van een vrieDd uit het dorp afscheid nam. Hij moest dan geheel en al op Elaid's takt vertrouwen, zooals hij reeds wist dat hij rekenen kon op diens eerlijkheid en oprechtheid jegens hem. Niettemin de toestand was wanhopig. Takt, en instinct om het juiste woord op het juiste oogenblik te kiezen, een blik van openhartigheid waren thans nog van grooter waarde dan eerlijkheid en oprecht heid. En hoe moeilijk was het zich in al deze dingen op het oordeel van een anderen man te verlateD. Bovendien het kwaad kon reeds gebeurd zijn nog voor Ben Sliman ten tooneele kon ver schijnen; en de gedachte daaraaD deed Maieddine's hart bonsen en kloppen van woede en vrees. Hij had nog nimmer een gevoel gekend, zoo smartelijk naar geest en lichaam, dat gevoel van machteloosheid, van te weten, dat hij alleen zichzelf schade zou kunnen doen wanneer hij ook den heuvel opreed. Evenwel, wanneer hij Victoria naar buiten zou zien komen om met die beide mannen te spreken,"dan zou hij zich niet meer laten weerhouden, maar ook daarheen rijden. Wellicht zou hfj hen dan dooden, en den chauffeur ook, Alles liever, dan het meisje thans op te geveD. „Dat zijn de beide mannen uit Algic-rs waarover ik u gesproken heb," zei hij tot den Caid. „Ik moet hier terugkeereD. Zij mogen mij niet herkennen, ot do zwarte van de twee zal vermoedens krijgen. Misschien verdenkt hij mij er toch al van dat ik in de zaak betrokken ben." „Maar wie kan ben naar mijn huis ge zonden hebben vroeg Ben Sliman ver baasd. „Ik hoop, en ik ben daar bijna zeker van, dat zij niets van haar weten, of .van mij. Ik hoop dat zij, vragend naar B^n Halim, om iets van haar zuster te ver- nemen, en zoo uit te vindon waar dezo gebleven is, alleen gehoord hebben, dat Ben Halim hier vroeger heeft gewoond. Wanneer uw bedienden zwijgen kuonen, is bet nog mogelijk, dat dit bezoek voor bijgaat zonder ons te deren." „Zij zullen zwijgen. Wees daar gemt op," verzekerde hem de Caid. Hij stond op het punt om te zeggen„maar de jonge dame zelt, wanneer zfj het geluid van de auto hoort, kan een of andere dwaasheid doen." Doch bij sprak het niet uit. Zelfs al was het meisje dat bij niet had gezien eon Itoumia, wilde hij Diet met Maieddine over haar spreken. Wanneer zfj zich zelf aan de mannen wilde vertoonen, dan was daar niets aan te doen. Wat gebeuren moest, zou ge beuren. Mektub. „Vertrouw op mij," ging hij voort. „Ik zal tegen deze Koumis zoo vriendelijk zijn, alsof het ware geloovigen zijn." (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1914 | | pagina 4