HOOFDKAAS
Kunsttanden.
Tandarts Ansingh
Een heilzaam middel.
Etaleeren en
Adverteeren"
Haast Haast
1
Speciale Afdeeling Dames- en Kinderconfectie
„DE ZON"- Kanaalweg 71.
Vos, Skunks,
Sealskin, Ghèvre,
Alaska, enz.
LIJNZAADKOEKEN
BONTWERKEN
I. GRUNWALD, Kanaalweg 71, (bij het Postkantoor) HELDER.
N. V. Koninklijke Fabrieken
en Soyaboonenkoeken
Bij J. F. Kikkert.
Tand-teciiniker Zaandam.
Stationstraat 11, Helder.
Spreekuren dagelijks
van 9—5 uur
snel- en zekerwerkend
Texelsche Courant.
FEUILLETON,
Het Gulden Mysterie.
In den Boekhandel Parkstraat zijn nog voorhanden
diverse complete en niet-complete jaargangen van ver
schillende tijdschriften, die tégen SPOT-SPOTPRIJZEN
worden van de hand gedaan.
Elsevier 1903, 1004, 1005, 1907, 1908,
Holl. Revue 1903,
Nederland, Eigen Haard, Elsevier en Holl. Revue
voor de helft van bovenstaande prijzen.
C. GRAAF, Gravenstraat.
Wekelijkschc Motordienst.
E Mantelcostnmes.
ff Paletots, Avondmantels.
Regenmantels.
Kindermantels.
Blouses,1 Peignoirs.
Gostnnmrokken.
Gekleede Japonnen.
Meisjesjurken.
K. ACKEMA,
Complete jaargangen
grauwe ERWTEN,
Nieuwste Genres. Aparte Modellen. Groote keuze.
v.h. Wessanen Laan, Wormerveer.
Opgericht 1765.
KONINKLIJKE FABRIEKEN.
Voedert uw vee met de zuivere Murwe
Merk „Ster" en „W. L.".
merk W.L.
uitmuntende door hoog eiwit-en vetgehalte
en grootste voedingswaarde.
EERE-DIPLOMA PRIJS 1900.
NEREN ROEDEN MEDAILLES.
komt thans weer geregeld spreek
uur houden 's Woensdags 11-12 en 1-2
uur.
Hoofdgracht 61, <len Helder.
Het bedrijt staat nog op het doode punt
Zakenmenschen beproeft de nering weer
in de oude banen te brengen.
Wij bevelen U het volgend
middel ten zeerste aan
Zorg dus vooral voor een advertentie
in de
door C. N. en A. M. Williamson.
Vertaald door W. J. en H. A. Cornelissen
Copierecht v/h Bureau „De Bomer
ConventieDeventer.
69.)
„Ik moet u wel vergeven," zei Victoria
met een zucht. „Gij hobt veel voor mij
gedaan. En dikwijls lig ik 's nachts wak
ker en bedenk, hoe ik u alles vergelden
zal."
„Wanneer wij aan het einde van onze
reis zyn, zal ik u zeggen, wat gij voor
mijn geluk kunt doen," zei Maieddinemet
zachte stem, als Bprak hij tot zichzelf.
„Kunt gij mij thans dan wellicht ver
tellen, naar welke plaats wij gaan vroeg
Victoria, alsot ze zijn laatste woorden niet
had gehoord.
Maieddine zweeg eenige oogenblikken.
Toen zei hij langzaam: „Het is mijn nood
lot u alles te moeten weigeren; maar het
staat mij niet vrij het geheim te vertellen,
zells niet aan u."
„Het geheim!" herhaalde zij. „Maar gij
hebt het vroeger nooit een geheim genoemd.
Bedoelt gij misschien het geheim van
Cassim, den man van mijn zuster
„Cassim ben Halim heelt opgehouden
te leven."
Victoria steotto een kreet uit. „Dood!
Maar gy hebt mij in het geloof gehouden,
dat hij, in weerwil van alle geruchten,
nog leelde."
„Ik kan ook dit u niet uitleggen," zei
Maieddine. „Maar aan het eind. zult gy
alles weten, ook waarom ik zwijgen moest.
„Maar mijn zuster smeekte het meisje.
„Er is toch geen geheim met haar Gij
hebt (och niets van Saidee voor mij ver
borgen gehouden
Let slechts op onderstaande noteering
abonnementsprijs f 15,-- nu voor f 2,—
f 7,50 nu voor f 0,90
Nog eenigè niet-complete jaargangen voorhanden van
Puik beste
30 cent per kop
Groene Erwten 17
Gele Boontjes 20
Boste Rijst 12 en 14 ct. p.p.
Kippenrijst 8 ct.
bij de 5 pond 371/» ct.
Huishoudjam 30 cent per pond
Beleefd aanbevelend,
Dinsdagmorgen van Texel naar Rotter
dam.
Vrijdagmiddag 12 uur van Rotterdam.
Woensdagmorgen van Texel naar Har-
ngen.
Zaterdagmorgen van Harlingen naar
Texel.
Agent te Rotterdam, B. M. V AN KEULEN
Wijnhaven 108.
Haarlem, fa. K. NELIS
Kaasmarkt no. 32.
Alkmaar, P. BAKKER
Verdronkenoord 3.
Aanbevelend, J. Pb. BAKKER Zn.
P. PLAATSMAN.
IN
„Gij hebt mijn woord dat ik u zal bren
gen daar waar zij is. Eens hebt gij mij
uw vertrouwen gegeven. Geef het mij
nogmaals,"
„Ik heb het u niet ontnomen. Gij hebt
het behouden," zei Victoria. Maar een
gevoel van angstige vrees was over haar
gekomen.
HOOFDSTUK XXIX.
Den volgenden dag was het zeer heet.
Zoover het oog zag was een onafgebroken
hittetrilling boven het gloeiende zand. De
vliegen, in dichte zwermen de kleine
karavaan volgend, waren een ware plaag.
Victoria begreep alleen niet hoe zij
midden in de woestijn konden leven, mijlen
ver van elk huis, mijlen van eenige no
madentent en terwijl elke vegetatie zoo
goed als ontbrak, behalve een heel enkele
struik of een paar eenzame gourds, wier
bladeren de Arabieren gebruiken tegen
den beet van scorpioenen.
Herhaaldelijk was de karavaan dezen
dag gekomen langs beenderhoopen, som
mige reeds verbleekt als tot oud ivoor,
anderen nog bloedig rood, getuigend van
drama's, die zich laogs den weg hadden
afgespeeld. Victeria had van deze droevige
sporen er echter geen enkele gezien. Want
telkens wanneer de karavaan er weer een
naderde, wist Maieddine haar aandacht in
andere richting af te leiden. Want hij
wilde, dat zij zijn woestijn lief zou krijgen.
Dien middag bij het kampeeren voor
het middagmaal, had Maieddine reeds ge
legenheid te getuigen van de zorg, waar
mede bij de reis had voorbereid. Op het
menu verschenen achtereenvolgens kip in
gelei, roomkaas, amandeltaart en sinaas
appelen en ijskoud spuitwater, koel ge
houden in natte dekens. Victoria maakte
hem er een compliment over, en zeide,
dat hij zeker een tamme djiun tot slaaf
moest gebad hebben.
„Wacht tot den avond," zei hij, „wel
licht kan ik u dan iets laten zien, dat u
nog meer genoegen kan doen." Doch hij
was verrukt over haar vriendelijke woorden
en liet haar water drinken uit het glas
waaruit hijzelf had gedronken. Dat was
volgens Arabische gewoonte, de bezegeling
van het contract, dat zij den vorigen avond
hadden gesloten, zei hij.
Dien avond, toen een speciale kok,
welke Maieddine van zijn vader had mede-
gekregen, den avondmaaltijd gereedmaakte,
wandelde Victoria alleen een eind weg
van het kamp. Maieddine was gaarne met
haar raedegegaan, doch hij gevoelde, dat
hij beter deed haar zijn tegenwoordigheid
niet op te dringen, wanneer zij met haar
gedachten alleen wilde zijn.
Victoria gevoelde het, dat deze woestijn
niet was, zooals zij zich die in haar droo-
men had voorgesteld. Arabieren zeiden,
dat wie in de woestijn was zijn geheele
verleden vergat; doch haar was 't juist of
het verleden met te grooter kracht zioh
opdrong in deze wijde ruimte, waar zooveel
tijd tot denken en peinzen bleef. En het
was haar of zij starende in den oneindigen
horizon iets zou kunnen begrijpen van
het groote mysterie, dat zij zelfs in haar
droomen nog slechts vaag had vermoed.
De onmetelijkheid der woestijn voor haar
deed haar geest als in vogelvlucht iets
gevoelen van hetgeen de eeuwigheid was.
Lang bleel het jonge meisje zoo staan,
met haar peinzenden blik de schaduwen
doorborend, die in den avond over de
woestijn vallen, en trachtend het leven
van haar te zien, die daar ginds, heel ver,
op haar wachtte
Zij was er Maieddine dankbaar voor,
toen zij naar het kamp terugkeerde, dat
bij haar met haar gedachten alleen had
gelaten, en waardeerde zijn kieschheid.
„Waart gij gelukkig alleen vroeg hij.
„Ik was niet alleen."
Hij begreep haar. „Ik weet wat gij
wilt zeggen. De stemmeD der woestija
hebben tot u gesproken, van het mysterie
dat zij alleen kennen; de stemmen, welke
alleen hij hoort, die met zijn geheele ziel
luistert,"
„Hoe wonderlijk, dat gij onder woorden
kunt brengen, wat ik nog slechts als een
vage gedachte in mijn geest had."
„Yindt gij dat wonderlijk? Maar ik ben
een man der woestijn. Ik bleef achter
opdat gij alleen de stemmen der woestijn
zoudt kunnen hooren, die u zouden leeren
mij en mijn volk te begrijpen. En ik
wist ook, dat gij niet alleen waart, want
dat uw eigen witte engel naast u zou
gaan, zooals altijd."
„Gij spreekt dichterlijk, Si Maieddine."
„Het is niet dichterlijk te spreken van
uw witte engel. Wij gelooven, dat ieder
van ons een witte engel aan zijn rechter
zijde heelt, die al zijn goede daden op-
teekent. Doch gewone stervelingen hebben
ook hun zwarte engelen, ter linkerzijde
die al hun slechte gedachten en daden
opteekenen. Hebt gij nooit gezien, hoe de
mannen naar hun linkerzijdo spuwden, om
hun verachting te toonen voor hun zwarten
engel Doch omdat uw ziel nog nimmer
is bezoedeld met zondige gedachten, hebt
gij geen zwarte engel van noode gebad,
en heeft Allah haar reeds toen gij nog
een kind waart, van u weggezonden.
„Maar gjj, Si Maieddine, geloott gij ook
werkelijk, dat ieder een zwarte engel aan
zijn linkerzijde heeltP"
„Ik vrees van ja." Maieddine wierp een
steelschen blik ter linkerzijde, alsof hij
daar een zwarte gestalte zag, die op zijn
lei iets opschreefIets van de plannen,
die hij had met het jonge meisje naast hem.
Wordt vervolgde