Steekje op, Steekje neer, Banketbakkerij Weverstraat. Tel. 15. "Kennisgeving. Een degelijk geschenk Een blijvend geschenk - is - Boekhandel PARKSTRAAT. van Daan Hoeksema, f 0,75. Onze fijne BORSTPLAAT, BOTER- BANKET, SPECULAAS weder voor- radig. Beleefd aanbevelend, KIKKERT Zonen. ZIE DE ETALAGE. W ekelijkschc Motordienst. in bussen van 1 kilo ƒ1.50 is een Doos Postpapier EEN BOEK IN PRACHTBAND, een schrijfmappe of sous-mains, een inktpot, een vulpenhouder, een penkala-potlood, een laklampje, een papierbak, een vloeidrukker, een briefweger, een postzegelalbum, een poesiealbum, een papierstander, een schrijfgarnituur, een collegetasch, een muziektasch, of een pen newisser. Alles in ruime keuze voorhanden in den ZIE DE ETALAGE. Boekhandel Barkstraat, Wij brengen onder uwe aandacht dat de prijzen van ONVERANDERD zijn gebleven en ons fabrikaat derhalve overal verkrijgbaar is 1/2 1/4 1/10 0.80 0.421/2 0.18 BLOOKER'S CACAOFABRIEKEN. FEUILLETON. Het Gulden Mysterie. met bijpassende envelloppen, Dinsdagmorgen ran Texel naar Rotter dam. Vrijdagmiddag 12 uur van Rotterdam. Woensdagmorgen van Texel naar Har- ngen. Zaterdagmorgen van Harlingen naar Texel. Agent te Rotterdam, B. M. V AN KEULEN Wijnhaven 108. Haarlem, fa. K. NELIS Kaasmarkt no. 32. Alkmaar, P. BAKKER Verdronkenoord 3. Aanbevelend, J. Pli. BAKKER Zn. P. PLAATSMAK. door 0. N. en A. M. Williamson. Vertaald door W. J. en H. A. Coknelissen Copierecht vjh Bureau „De Berner ConventieDeventer. 76.) Het was de particuliere oase van den Marabout, die hem jaarlijks een goede opbrengst gaf. Doch alles rondom de vrouw op het dak was eigenlijk van den Marabout. En zij was ziek ten doode toe van al zijn rijkdommen, eerbewijzen en macht. Want zij was de vrouw van den Marabout. Doch in deze dagen bad zij hem even weinig liet als den tuin van oranjeboomen, dien bij haar had geschon ken, en minder dan alles, wat hij haar nog bovendien had gegeveD. Gèen geluid steeg thans meer tot haar op uit den hof van haar eigen vertrekken of uit die van de gasten van den Mara bout, of van zijn dienaren; geen geluid kwam ook uit het verder afgelegen deel van de Zaouia, waar de studenten hun verblijf hadden en waar de armen onderdak en voedsel kregen om de liefdadigbeidswil In het dorp, aan gene zijde van de rivier in haar breede bedding, was het geruisch- volle leven ongetwijfeld in zija vollen gang; doch slechts zelden drong van daar eenig geluid door tot de sombere stilte van Liét groote Zaouia. De vrouw zag naar het westen, over het schamele dorp met zijn daken van palmbladeren heen, raar de witte koepel- stad en naar de groenende oase en de goudgele duinen daarachter. Dan wendde zij zich naar het oosten, naar de groote woestijnmeren, of chotts, het eeoe van blauw water, het andere van salpeter, blauwer nog dan het water, en met witte oevers, die op het zand waren als een rand van sneeuw op een gouden vlak. Lang bleef zij staren over deze meren. Blijk baar wachtte zij op iets, dat door de lucht van uit de verte tot baar komen moest. Beneden haar, in de rivierbedding, baadden de vrouwen en jonge meisjes en haar luid gelach drong door tot de een zame vrouw op het dak. Zij ,vroeg zich af hoevele jaren het geleden was, dat ook zij had gelachen; en ze zei tot zichzelf dat over haar lippen zeker nooit meer een lach zou komen. En toch was ztj nog zoo jong; nog slechts even achtentwintig j aar. Zij was nu de vrouw van den grooten Marabout, en daarom was zij een Mara- bouti, een heilige vrouw, al die meisjes en vrouwen die daar beneden thans zoo vroolijk lachten, zagen tegen haar op met diepe vereering, als tot een wezen van bovenaardsche hoogheid eu van boven- aardsch geluk ookZij lachte heel even, maar bitter, bij de gedachte hoe die eenvoudige meisjes en vrouwen zich haar geluk voorstelden. Soms ging zij ze voorbij doch dan bedekte een dichte sluier haar gelaat,'*en ze werd bewaakt door gesluierde negerinnen en eunuchen, zoodat niemand haar gelaat bon izieD. Doch zij zelf zag wel met welk een eerbied alle vrouwen en meisjes naar haar keken. Naar haar, Ouled Nail, tot wie de groote Marabout was neergedaald om haar wijd- betaamde schoonheid, haar wonderlijke liefelijkheid en bekoorlijkheid, die haar tot een gezellin maakten, zelfs een heilige als den Marabout waardig. Nog altijd staarde de vrouw op het platte dak der moskee naar het Ouslen. Daar riep op eens de luide stem van den muezzin de geloovigen op tot het avond gebed. En in breede schare klommen de mannen en jongelingen van Zaouia de trappen op naar de andere daken der St. Nicolaascadeaux. moskee, waar ze in hun witte burnoe's en turbans zich voorover wierpen om Allah te aanbidden. En de duiven van het minaret imams genoemd omdat zij nooit de moskee verlaten en altjjd, als in voort durende aanbidding van Allab, vliegen met het hoofd naar beneden gebogen begonnen om het hoofd der eenzame vrouw te fladderen, onder een klagend, roepend gekir. Zou zij eindelijk komen, de boodschap, waarop zij wachtte Voor haar voeten stond een klein mandje, waaruit zij een handvol graan korrels nam. En terwijl de immams in alleronheiligste wedijver elkaar de korrels betwiestten, kwam opeens, recht uit de verte op het platte dak aanvliegend, een vreemde, geheel witte duif zich bij haar voegen. De bleeke kleur op het gelaat der, vrouw week voor een gloeiend rood, toen de witte duif zich neerzette op den rand van haar mandje. Voorzichtig maakte zij een zijden koord, bevestigd aan een veder onder een der beide vléugels van den vogel los. Tegelijk viel er een klein stukje papier, zeer fijn opgevouwen, in den mand. Het zelfde oogenblik had de vrouw het met haar hand bedekt. Toon zag zij voor zichtig in het rond Neen, er was Diemand, die haar had gezien. Niemand was er ook, die haar zien kon; want haar dak was hooger dan alle andere daken. Alleen het eigen dak van den Marabout was nog hooger; doch die was vertrokken en in zijn aiwezigheid was het niemand geoorloofd zijn dak te betreden. Voorzichtig rolde zij het stukje papier open, niet meer dan twee vierkante duimen groot eu bedekt met een microscopisch klein schrift. Het briefje was in het Eransch geschreven, doch er was geen naam in, noch in het begin, noch aan het eind „Wees dapper, mijn schoone, en heb den moed, te doen wat nw hart u iDgeeft. Bedenk dat ik u lielheb. Van het wondere oogenblik af, waarop de wind de sluier van uw gelaat dreef, is de geheele wereld voor mij veranderd. Ik zou duizend dooden willen sterven om u uit uw gevangenis te bevrijden. Doch ik wil leven om u te redden en u zoo gelukkig te maken, dat gij al uw ongeluk uit het verleden zult vergeten. Een nieuw leven zal dan voor ons beiden aanbreken, wanneer gij mij slechts wilt vertrouwen en de gemoeds bezwaren, die gij koestert, terzijde kunt stellen gemoedsbezwaren, die gij niet behoeit te hebben. Hoe kunt gij gelooven dat gij aan dezen man door eenige wet van God of menschen gebonden zyt, wan neer gij weet dat hij Dog een vrouw in leven had, toen hij u trouwde, en dat hij ook daarna nog een ander heeft genomen? Laat mij u verlossen van deze draak, zooals in oude tijden de prinsen prinsessen bevrijdden. Wanneer ik maar een:l£0 oogenblikken met u zou kunnen rek'en en u zeggen wat zich eiken da<" We6raail' mijn geest opdringt, zoudt gniet kunnen weigeren. Ik heb reeds, meer dan een weg overdacht, doch darf he(. njet papier neerschrijven uit Tree8 dat 0Qzen kleinen boodschapper een ongeluk oyer. komt. Doch spoedig zal ik een geheim schrift voor ons gereed hebben. Wellicht zend ik het u morgen reeds. Geef mij intussc^en, om der wille van mijn liefde, een weinig hoop. Wanneer gij uw best WJ.fi doen om een ontmoeting tussehen ons beiden mogelijk te maken, die wij dan kunnen regelen zoodra ons geheimschrift gereed is, wind dan drie van uw jschoone gonden haren om het koord, wanneer gij onzen boodschapper terugzendt." (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1914 | | pagina 4