V 2851
Zondag 7 Februari 1915.
28sU Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
bd- en Tuinbouwbrieven.
Binnenland.
Dit blad verschQnt Woensdag;- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Borg 30 Cta. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
l'.nden met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 0 nor op den dag der uitgave
Prijs der Advcrlentièn.
Van 1 tot 5 rogels 30 Cts. Iedoro regel meor 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
BONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD& DE ROOI.T, Parkstraat, Borg op Te x e l
L.
Bieten- en Stengelaaltjes.
I zijn maar weinig landbouwstreken in
Brland, waar niet een of meer gewassen
[verschillende plaatsen ten offer-vallen
Ide parasieten, waarover wij in dezen
f zullen schrijven.
E bietenaaltje [Heterodera Schachtü] valt
»1 bieten en haver aan. De citroen-
öige wijfjes kan men gedurenden den
^elen zomer als krijtwitte puntjes aan
irortelvezels van zieke bieten of haver
Hen gemakkelijk waarnemen. De voort-
iting dezer aaltjes is buitengewoon
r wijfje legt ongeveer 300 a 400 eieren,
"Hfijl 6 a T generaties elkaar in een jaar
llpen opvolgen. Het is dan niet te ver
deren, dat de schade, duor het bieten-
'je veroorzaakt, dikwijls gelijk staat met
totaal misgewas, terwijl het te begrijpen
Bat de verspreiding der aaltjes op een
maal besmet stuk land onder voor de
asieten gunstige omstandigheden ver
end snel en hevig kan geschieden,
ijler geldt dus vooralbeter voorkomen
genezen.
febben toch eenmaal de aaltjes zich op
'[perceel gevestigd, dan is het vrijwel
mogelijk er die gewassen op te verbouwen
ko door de bietenaaltjes bij voorkeur
rden aangetastde grond is z.gn. „moe"
>r het gewas. Ook met het stengelaaltje
ij dit het geval zijn. Bieten- en haver-
ebeid door aanwezigheid van bieten-
eitjes, erwten-, uien en klavermoeheid ten
rolge van stengelaaltjes zijn geen zeld-
tism heden.
)m aaltjesziekten te voorkomen is een
ilmatige vruclitwisseling den eersten
ch. Om dit evenwel te kunnen doen
nt men op de hoogte te zijn van de
ivassen, waarin de aaltjes bij voorkeur
■^asiteeren, in welke zij zich desnoods
banen vestigen, waarin zij zich derhalve op
stuk land kunnen staande houden en ook
]flke gewassen niet door aaltjes worden
^getast.
1 Iet zijn voornamelijk bieten, haver en
koolzaad met zijn Daaste verwanten,
hals kool, raapzaad e.d., welke door het
jjitenaaltje worden aangevallen. Op sterk
imet land vestigen de aaltjes zich ook
,1 in gerst, tarwe en erwten. Rogge
jft altijd verschoond. Onder de onkruiden
aiin bietenaaltjes parasiteeren, noemen
nj-alleen herik en melde.
iiWaar de teelt van een bepaald gewas,
inbaar voor bietenaaltjes overdreven wordt,
ar is de kans op algeheele besmetting
St deze parasieten zeer groot. Dat in
Tpaalde omstandigheden dit echter nog
ag kan uitblijven leert de zeer sterk
jidreven bieteDCultuur op sommige be
kijven in de Haarlemmermeer, waar de
itjes nog op zich laten wachten. Op
"liiten grond is, vooral bij haver, de be-
ïetting gewoonlijk het sterkst. Het
isktebeeld bij bieten is als volgt. Op niet
j te sterk besmet land bemerkt men in
n vollen zomer, dat de bieten licht van
■ad worden, niet doorgroeien, terwijl de
aaderen vaak van buiten af beginnen te
ierven. Wanneer de plant niet afsterft,
prmen zich later nieuwe hartbladeren. De
,eke bieten blijven echler klein en vormen
mormaal veel zijwortels. Het zekerste
ïrkennicgsmiddel van de ziekte is do
'aarnemiDg van de citroenvormige wijfjes
sin de wortel vezels.
i Bij haver vertoont de ziekte zich gewoon-
ijk reeds, als de jonge plantjes zich niet
leer uit.de zaadkorrel voeden. De haver
Shiet niet op, de bladeren worden rood
et e6rst aan de toppen. Tegen den tijd,
'at gezonde haver in de pluim komt, is
ieke haver dikwjjls nog maar een voet
.oog. Enkele zieke planten vormen nog
en armoedige pluim. Gewoonlijk begint
e ziekte pleksgewijs. De opbrengst van
lieke haver is gering, zoowel naar de
ioeveelheid als naar de kwaliteit.
Over het stengelaaltje en de bestrijdings-
oiddelen hiertegen schrijven wij in den
'olgenden brief.
H. v. S.
TEXEL, 6 Februari 1915.
Vereen, van Oud-leerlingen
van liandbonwwintercursussen.
Wanneer, in een tijd als dezen, nu
door ziekte en mobilisatie zoo velen ver
hinderd zijD, de Delft van het aantal
leden eener vereeniging op de vergade
ring aanwezig is en zich bovendien nog
een 5-tal nieuwe leden laten inschrijven,
dan is o. i. zulks een bewijs van bloei
van die vereeniging, van gezond ver-
eenigingsleven. Welnu, dat was Woens
dag j. 1. op de vergadering van de Ver
eeniging van oud-leerlingeD van iandbouw-
wintercursussen in cafe „den Burg" het
geval.
In z'n openingswoord riep de voorz.
de heer M. de Graaf, de aanwezigen het
welkom toe, vooral aan de nieuwe leden
waarna de secretaris, de heer Joh. Witte
de notulen las, die ongewijzigd werden
vastgesteld.
Uit de rekening over liet afgeloopen
jaar bleek dat vbet kassaldo over 1914
was gestegen van ruim f 38, tot f 52,
Ze werd door de heeren Joh. de Graaf
en S. Smit Pz. nagezien en op hun advies
goedgekeurd den secretaris werd dank
gezegd voor z'n nauwkeurig beheer.
Nadat vervolgens metovergroote meer
derheid van stemmen de aftredende
bestuursleden de heeren Joh G. Flens
en Joh. Witte als zoodanig waren her
kozen, gaf de adviseur der vereeniging,
de heer Klimp een bijdrage ten beste
over „Besmettelijke veeziekte."
Over de behandeling van de ziekten
zal ik niet spreken, aldus de heer K.,
omdat wij leeken ons daarmede niet te
veel moeten bemoeien, te veel dieren
toch reeds zijn in den grond geholpen
door de hulp van „knappe buren"spr.
waarschuwt daarom voor die hulp.
Het feit dat weer een besmettelijke
veeziekte binnen onze greDzen is gebracht
zegt spr. is aanleiding voor mij om thans
juist dit onderwerp te behandelen.
Besmettelijke ziekten, ook infectie
ziekten genoemd, omdat ze van buiten
af in het lichaam worden gebracht, heb
ben reeds sedert eeuwen geheerscht en
reeds lang had men eenig begrip daarvan
en weet het aan een of andere stof of
wel aan een kwaden damp, de bacte
riologie heeft daarover eerst recht eenig
licht doen opgaan en aan de onder
zoekingen, van mannen ais Pasteur en
Koch is der menschheid veel verschuldigd.
De bacteriologie heeft geconstateerd
het bestaan van een levende stof, de
bacteriën, die zich, wanneer ze in het
lichaam van mensch en dier worden
gebracht, daarin ontwikkelen, ziekte, ja
zelfs den dood veroorzaken.
Besmettelijke veeziekten zegt spreker
breDgen directe en indirecte schade te
weeg, direct door verlies van het dier
of minder voortbrengingsvermogeD, in
direct door dat de handelswaarde van
het nog gezonde vee achteruitgaat door
sluiting van de grenzen van andere rijken
voor ons vee.
Speciaal sprekende over het heerschen
van mond- en klauwzeer in ons land,
wijst spreker op don plicht van iederen
veehouder om de regeering te steunen
bij hare pogingen om de ziekte te be
strijden, door nauwlettend op te volgen
de raadgevingen, wat betreft het ver
wijderd houden van vreemden van de
stallen, de ontsmetting van alle zaken
die gevaar van besmetting voor den
veestapel opleveren en zelf geen andere
stallen te bezoeken en dit ook aan het
personeel te verbieden.
Spr. wijst verder op het gevaar voor
eigen en auderor kudde dat verzwijgen
van ziektegevallen met zich brengt,
wijdt eenigszins uit over verschillende
besmettelijke veeziekten, en toont aau
dat de veehouders zelf nog zoo weinig
hun belang begrijpen, zooals zoo teeke
nend is gebleken, ten opzichte van de
tuberculose.
Bedroeg het aantal onteigende dieren
per jaar soms S000 stuks rundvee
zoolang de regeering alle kosten voor
hare rekening nam, niet zoodra droeg
de regeering de kosten van het eerste
onderzoek op de veehouders over of het
aantal daalde onmiddellijk tot 1700 stuks,
niettegenstaande onderzoek aan de abat
toirs aantoont dat 17 tot 34 pCt. van
Hollands rundvee aan de ziekte
lijdende is.
In verband met het onderwerp vestigt
spr. de aandacht op de zoo nuttige in
richting in den lande waarover ook de
de heer v. d. Molen onlangs sprak, de
Rijksseruminrichting te Rotterdam, op
de bereiding aldaar van sera om ziekten
te bestrijden, van entstoffen om dieron
onvatbaar voor sommige ziekten te
maken.
De overwinning van de besmettelijke
veeziekten, zal, meent spr. komen door
samenwerking met de regeering, bij wekt
daartoe op, en eindigt met den wensch
uit te sprekeD, dat wanneer op een
excursie van de leden, de weg voert
over Rotterdam dan vooral een kijkje
in de Rijksseruminrichting zal genomen
worden.
Voor zijne bijdrage, met applaus be
loond, door den spr. een kleine; doch door
den voorzitter niettemin een belangrijke
genoemd, ontvangt de heer K. den dank
des voorzitters, waarop na een kleine
pauze een bijdrage volgt van den secre
taris der vereeniging, den heer Joh. Witte
De heer W. geeft aan de hand van
oen brochure van den heer J. Hudig
te Groningen een beschouwing over de
veenkoloniale haverziekte, die naar spr.
meent, waarschijnlijk ook reeds op Texel
voorkomt.
De ziekte, zoo genoemd omdat ze het
eerst, nu 13jaar geleden, is waarge
nomen in de Noordelijke Veenkoloniën,
openbaart zich door het zoo ongeveer
half Mei pleksgewijze geel worden van
de planten, zoodat men aan chili-gebrek
zou denken, duurt het eerste jaar zoo
ongeveer 3 weken, gaat daarna schijn
baar over, doch iaat zich wel degelijk in
den opbrengst van den akker merken.
In steeds heviger graad keert de ziekte
telken jare weer, een voorbeeld werd
genoemd van een oogstvermindering van
50 pCt., op een boerenplaats waar de
ziekte "U van het land had aangetast.
Want de ziekte is gebleken een ziekte
van den grond te zijn en waarschijnlijk
te ontstaan, door dat voortdurend alka
lische bemesting den humus in
den grond ziek maakt. Op zieken
grond vermijde men slakkenmeel, kalk,
mergel en chili en wende men Zwavel
zure ammoniak en superfosfaat aan.
Aanwending van een mangaansulfaat-
bemesting van 50 tot 100 K.G. per H.A.
is een geneesmiddel gebleken, dit dient
aangewend, zoodra de ziekte zich ver
toont en slechts baat voor het jaar van
aanwending.
Ten slotte deed spr. voorlezing van
een rapport van deD Phytopathologischen
dienst te Wageningen, betreffende zieke
mangelwortelen door den heer M. de
Graaf dezen zomer opgezonden. Het
vermoeden werd uitgesproken dit ook
deze ziekte aan te sterke werkiDg van
alkalische bemesting, moest worden toe
geschreven. Een zaakkundige toelichting
van den voorz. betreffende het ziektege
val, den grond waarop en de omslan lig-
heden waaronder het zich openbaarde,
volgde.
Het was niet te verwonderen, dat de
adviseur dervereeniging.de heer Klimp
deu wensch uitsprak, dat op iedere ver
gadering een of meer der leden een
onderwerp ter bespreking zou inleiden.
Onze ruimte laat niet toe verder op
op het behandelde in te gaan, dit moet
gezegd, dat de gedachten wisseling zelfs
op niet-vakmenschen een aangenamen
indruk maakte.
Bij de rondvraag die volgde, stelde
de heer Klimp, behalve het reeds ge
noemde, voor, ook dezen zomer een ex
cursie te maken besloten werd wanneer
de tijdsomstandigheden het toelaten in
het reisplan op te nemen een bezoek
aan de Rijksseruminrichting, dat daarvoor
een reiskas zal worden gevormd en dat
het uitstapje zoo mogelijk, begin Juni
zal plaats hebben; bet bestuur werd de
voorbereiding opgedragen.
Op voorstel van den penningmeester
werd besloten, wanneer zich dit jaar
weer z g. „zwaaiers" onder de lammeren
vertoonen, daarvan een of meer exem
plaren naar de Rijksseruminrichting op
te zenden, opdat aldaar een onderzoek
naar den aard en de oorzaak der ziekte
kan worden ingesteld.
Nadat aan een 3-tal veehouders-leden,
de heeren C. Keijser Hz., J. Roeper Cz.
en J. Mak die taak was opgedragen,
werd de vergadering met een gepast
woord door den voorz. gesloten.
Heden, Zaterdagavond geeft Eigen
Oefening van Oudeschild te Oosterend
een zanguitvoering, morgen, Zondag, zal
de Arbeiders-Tooneelvereeniging „Kunst
aan het Volk" in Hotel Texel opvoeren
„Vergulde leugens" en binnen enkele
dagen wacht ons oen feestavond bij ge
legenheid van de opening der nieuwe
Zeevaartschool. Waarlijk er is in deze
dagen wel gelegenheid voor ontspanning.
Naar men ons mededeelt is reeds door
een groot aantal personen deelname aan
het gekostumeerde bal toegezegd.
De Cocksdorp
De Cocksdorper Sociëteit „Vrienden
kring" di9 j.l. Donderdag een gezelügen
avond georganiseerd heeft, had eene
goede keuze gedaan, toen zjj den dichter
Elferink uit Haarlem deed overkomen.
Met zijn grappig en guitig gezicht deed
hij zijn geestige liedjes uitstekend tot
hun recht komen. En even goed als zjjne
gebaren waren, was zijn stem, die wel
luidend en overtuigend klonk. Het
repertoire was met zorg gekozen zang
en voordracht, ernst en luim volgden
afwisselend op elkander en in elke genre
wist de heer Elferink iets goeds te
bereiken. Het is niet gemakkelijk alléén
een geheelen avond een publiek bezig
te houden het is dezen voordrager ge
lukt en dat is het beste bewijs voor zjjn
talent. Tot laat duurde de vroolijkheid,
die hij er in gebracht had. voort. En
de sociëteit kan voldaan terugzien op
haren feestavond, waarop zij haren leden
en genoodigden tot het eind toe een
vroolijk en beschaafd genoegen bereidde.
Wegens plaatsruimte eerst heden geplaatst
Oudeschild, 4 Fehr.
Wel gaat het met de garnalen visscherij
bij lange na niet zooals in voorgaande
jaren, maar geheel en al staat de vis
scherij toch niet stil. Bjj eenigszins goed
weder wordt er nog dagelijks gevisebt
en de gevangen garnalen worden zoowel
ongezouten als gezouten door middel
van den onlangs bier opgerichten bond,
naar het binnen- en buitenland ver
zonden. De omstandigheden in aarmer-
king genomen zijn de resultaten vrij
bevredigend. Indien het weder in den
laatsten tijd niet zoo ongunstig ware
geweest, dan zou de visscberman zeker
nog Diet zoo te^klagen hebben gel ad als
thans het geval* is.
TEXELSCHE COURANT.