BIJVOEGSEL vod de „TEXELSCBE COURANT" Tan Zondag 21 Maart 1915. No. 2863.
VERGADERING
van Hoofdingelanden van het Water
schap „De 30 Gemeen8ch. polders
op Texel'', op Zaterdag 13 Maart 1915.
Afwezig met kennisgeving de heer
W. A. Eelman.
J. S. DIJT, Dijkgraaf, Voorzitter.
C. J. ROEPER, Secretaris.
Na opening der vergadering wor
den de notulen der vorige bijeenkomst
voorgelezen en onveranderd vastgesteld
Ter tafel wordt gebracht eene mis-
sieve van Gedeputeerde Staten hou
dende mededeeling
le. dat tegen de door het Water
schap ingediende raming van kosten
van werken tot herstel der schade
door stormen aan de zeewering toe
gebracht, bij hun college geen be
zwaar bestaat
f 2e. dat eveneens goedkeuring wordt
gehecht aan het ingezonden ontwerp
met toelichting van verbeteringswer-
ken aan de zeewering
3e. dat aan Ged. Staten is geble
ken, dat het College van Dagelijksch
bestuur van goed beleid heeft blijk
gegeven bij het aanbrengen der voor-
loopige maatregelen tot herstel der
schade.
De Voorzitter zegt dat aan de hee-
ren Koning en Eelman en aan de
■werklieden, die hun best hebben ge
daan, het werk zoo goed en vlug
mogelijk uit te voeren, ook een deel
van dien lof toekomt.
De Voorzitter deelt mede, den
opzichter last te hebben gegeven, om
de 100 meter lengte van den geheelen
zeedijk dwarsprofielen te nemen en
in teekening te brengen.
Bij de opnamen, die reeds zijn ge
daan, is gebleken, dat de dijk, tus-
schen de Schanssluis en het Rijks
werk te Oudeschild, waar de ergste
afschuivingen hebben plaats gehad,
ongeveer 30 40 c.M. lager is, dan
"het andere gedeelte dijk.
Met het oog op de herstellingen
van het binnenbeloop en de aan te
brengen '4 beton, stelt spreker voor,
om dit dijksgedeelte op de hoogte
van 3.60 M. boven Volzee te bren
gen, waardoor de dijkskruin eene
breedte zal verkrijgen van 2.50 M.
De kosten van dit wers zullen
ongeveer f700 bedragen, die wel te
vinden zijn uit het bedrag voor de
stormschade uitgetrokken, daar het
betonwerk, door de goedkooper prij
zen van het cement, ongeveer f 1000
minder zal kosten dan de beraming
aangeeft.
De voor herstelling en ophooging
benoodigden grond, zal verkregen
kunnen worden door aankoop van
een strook grond bewesten den
Schilderweg en een perceel land van
den heer D. P. Bakker beoosten den
grintweg.
Nu, met het doel om later eene
coupure te maken in het Schans
dijkje, eene tocht gegraven moet
wotden voor beter verbinding van
Oost en West, kan er van deze ge
legenheid gebruik gemaakt worden,
om de tocht thans te graven en de
daaruit komende specie voor den
dijk te benuttenen, omdat van het
perceel bewesten den Schilderweg de
grond gedeeltelijk gehaald moet wor
den, zou ook de tocht door dat per
ceel moeten gaan.
De heer D. P. Bakker stelt voor
zijn land de volgende eischen
le. Het Waterschap graaft eene
sloot van 10 Meter breed, waarvan
3 Meter schotwal op het land van
Bakker in de putten geslecht moet
worden
2e. De prijs zou dan voor 7 Meter
breedte slootgrond, benoodigd voor
den dijk, f 0,03 per vierkante Meter
zijn en de overige 3 Meter sloot zou
Bakker gratis aan het Waterschap
afstaan, zoodat de sloot over hare ge-
heele breedte van 10 Meters eigen
dom van het Waterschap wordt;
3e. De andere 2] pereeelen, sectie
D Nrs. 1497 en 1112 tezamen groot
48 Adie ook grootendeels benoo
digd zijn voor dijksverzwaring, wil
Bakker aan het Waterschap afstaan
voor f 350.
De Voorzitter zegt als wij hierop
ingaan, kan de tochtsloot gegraven
worden aan de benedenkant van het
hooge land en langs de bestaande
sloot in rechte lijn doorgetrokken
worden langs de Noordkaap naar de
gracht van de Lunet.
Na eenige discussie over de bruik
baarheid van den grond en de moei
lijkheden en kosten verbonden aan
het aanvoeren van leem van de
Hoogte, wordt op voordracht van het
College van Dagelijksch bestuur] be
sloten tot aankoop van het land van
Bakker.
Ter tafel wordt gebracht eene mis-
sieve van den polder Waal en Burg
over den verkoop van het doorstroo-
mingsrecht door Eijerland, als de
waterstand aldaar 5 d.M. minus
volzee is.
De Voorzitter stelt voor Waal en
Burg zoo vrij mogelijk te laten in
den verkoop van het servituut, mits
de opbrengst binnen drie jaren wordt
besteed tot verbetering van den
waterafvoer.
Na eenige discussie wordt bij rond
vraag met algemeene stemmen con
form het voorstel van den Voorzitter
besloten.
Benoeming van eene commissie
voor het nazien van de rekening.
Gekozen worden de heeren H. J.
Keijser, D. J. Bruin, P. J. Witte en
L. J. Roeper.
Daarna volgt de mededeeling, dat
er aanstonds behoefte zal bestaan aan
kasgeld, zoodat tijdige voorziening
gewenscht is. Die behoefte is ont
staan door de betaling van het bui
tengewoon werk aan de zeewering.
Bij de begrooting zal een voorstel
worden gedaan öf tot het aangaan
eener vaste leening öf tot het heffen
van een buitengewonen omslag tot
dekking der stormschade. In afwach
ting daarvan wordt nu door het
Dagelijksch bestuur voorgesteld, ter
voorziening in de behoefte aan kas
geld, eene tijdelijke leening aan ie
gaan van f 25000 hoogstens tegen
een rente gelijkstaande met het pro
messen-disconto van de Nederland-
sche Bank plus de gebruikelijke kas
siersprovisie.
Het voorstel wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
De Voorzitter zegt met den heer
Griffier te hebben gesproken over de
heffing van een buitengewonen om
slag voor verbetering van de zeewe
ring, wanneer het jaar 1915 voor
Texel voorspoedig mag zijn.
In dit geval zou het voor het
Waterschap van belang zijn, als de
f 2000 extra aflossing bij Gemeente-
crediet, gedurende vijf achtereenvol
gende jaren aangewend mocht worden
tot formeeren van het noodige voor-
deelig saldo.
Wijl het Waterschap zelve voor
wil gaan met f 3.per fl.A. aan
buitengewoon werk te besteden uit
de opbrengst van den omslag, om
daardoor eene dure geldleeniug te
voorkomen, die de druk zou ver
zwaren in jaren van tegenspoed, heeft
de heer Griffier toezegging gedaaD
een voorstel betreffende de extra
aflossing bij Gemeente-Crediet bij Ge
deputeerde Staten te bepleiten en
ons te zullen berichten als er zeker
heid bestaat dat Gedeputeerde Staten
aan een betrekkelijk besluit van ons
bestuur, hunne goedkeuring zullen
hechten.
Ten slotte wordt door den Voor
zitter mededeeling gedaan van eene
circulaire van den Anti-Oorlogsraad,
die zich ten doel stelt, door samen
werking, den oorlog onmogelijk te
maken.
Na eenige toelichting van de wijze
waarop deze vereeniging werkzaam
is, wordt met algemeene stemmen
besloten, dat het Waterschap als lid
maat zal toetreden.
Rondvraa g:
De heer J. N. Kiakert vraagt eene
schuif in het Kadijkje bij de Redout,,
om die in geval van nood te kuunen
gebruiken.
De Voorzitter zegt dat vroeger in
eene vergadering van Hoofdingelan
den is besloten schotbalken in voor
raad te hebben.
Het Dagelijksch bestuur heeft reeds
besloten, die schotbalken nu aan te
brengen en van den voorraad hout
eene schuif te laten maken.
De heer J. J. Bakker vraagt naar
de afwerking van den overtoom in
het Noorden en tevens verharding
van dien Overtoom.
De Voorzitter zegt dat het werk
aldaar tijdelijk is gestaakt, omdat de
werklieden aan den dijk hebben ge
arbeid den opzichter is reeds opge
dragen het werk te laten hervatten.
Betreffende de verharding vraagt
de Voorzitter de goedkeuring- dei-
vergadering en ook om het benoodigde
materiaal voor rekening van het
Waterschap aantevoeren.
Wordt goedgevonden.
De heer P. J. Witte geeft kennis
van lekkage in de Havens) uis en
geeft in overweging de oude sluis
te vervangen door een duiker zooals
die bij de Kamp.
De Voorzitter zegt onderzoek van
het College van Dagelijksch bestuur
toe. Waarna de vergadering wordt
gesloten.