"motordiknst Oldenburger Hengst IJZERHANDEL alle soorten IJZERWAREN Uitstoomen, Verven. D. K0EKSEMA Zn. De Kaart van de Zuiderzee, Zure Appelg Huishoudji PLANTABOl Jb. DE Wfc .,HET ANKER" G. COEVEBT, te den Burg. SNIJBLOEMEN, voor alle feestelijke gelegenheden Terel-Amsterdam via Zaanstreek Beschikbaar de Zwartbruine Eerste Onderlinge Stormschade Verzekering AgentP. KIKKERT Jbz. jonge KIPPEN. FEUILLETON. Het Golden Mysterie. Wed. P, J. ZOETELIEF, den Burg, Steeds in voorraad alsHeiningdraad, Vlechtdraad, Pnntdraad. Draadnagels, Krammen, Scheppen, Draven, Mestvorken, Stallantaarns, enz. Sneek Sneek Laagste prijzen. Keurige afwerking. ie klas inrichting. Sneek Sneek Voorhanden door T. Keijzer Pz. op linnenpapier f3.—. HOTEL „Het Wapen van Mei Jurgens 10 of 20 of meer Ro$ De Rekening en Verant\06< DAKLEIEN GROEAI te huur 9 Maatschappij van verzekering te Amsterdam. Adj, Inspecteur. "Weder voorradig Seringen, wit en blauw, Tulpen in alle kleuren, Anjelieren en Lelies Snijgroen, Narcissen, Mimosa, Gele Margrieten, enz. Sriza van Wittelsbacher, gevestigd te Oudkarspel. Scherp concurreerende prijzen. BELEEFD AANBEVELEND. Depot Den BurgTh.. Schraag; CocksdorpIVEej. KikkertKortenhoeve. Boekhandel Barkstraat. een delicatesse voor de bt Damrak 84, Amster wordt beleefd aanbe Wed. J. BRUIJN—1 C. GRAAF, Grave snijden van paarden,1 1 biggen, enz. oi® Verdere inlichting geelt J. I,( Oudesctjet de m Arbeidscontractverzekering. Ziekte- en Ongevallenverzekering. Individueel en Collectief. Vraagt inlichtingen aangaande premie en coulance bij uitkeering bij den heer van de nieuwste soort. n. K. W. VERSTEGEN, Nieuwstraat den Burg. VERTREKT van TEXEL Dinsdag middag: 13 uur en Zaterdagmorgen 6 uur. VERTREKT van AMSTERDAM Dins dag en Vrijdagmiddag 3 uur Aanbevelend D. J. BRUIN. J. ZUI BEWIND Dz. Standplaats Weezenboet. Gewone conditiën. P. KIKKERT Jbz. Verzekert Koeien en Paarden tegen werpen f 1,50 per 100 met 100 uit_ keering. TE KOOP ongeveer ÏOO prachtige Te bevragen Hofstede Vlijt, Eierland. door C. N. en A. M. Williamson. Vertaald door W. J. en H. A. Cornelissen Copierecht vjh Bureau „De Berner ConventieDeventer. 106.) Het was maar een kort briefje, waarin lady MacGregor Stephen mededeelde, dat zij het goed maakte, met spanning naar hen uitzag en dat zij een nieuw patience- spel had uitgevonden, dut ze naar Victoria Ray bad genoemden verder dat ze bij den brief een telegram voor hem insloot, dat van Algiers naar Touggourt was na gezonden. „Ik weet wel," schreef ze, „dat Nevill mij gezegd heeft, dat alles kon wachten tot gij hier terug waart. Maar nu ik toch de tweelingen zend, kan ik hnn evengoed het telegram ook meegeven. Het kon eens iets van belang zijnalleen vrees ik, dat het wanneer gij 't krijgt, al een paar dagen oud zal zijn." Stephen vermoedde reeds, nog voor hij het telegram had gelezen, van wie het kwam. En hij aarzelde om zijn vermoeden tot zekerheid te maken. Een oogenblik kwam de verzoeking in hem op, het op te vouwen en ongelezen in ziju zak te bewaren tot Touggourt, misschien zelfs tot Biskra. Waarom zou ik mij de heer lijkheid van deze dagen vergallen de laatste gelukkige dagen, die ik wellicht nog in mijn leven zal hebben dacht hij. Doch het volgend oogenbiik schaamde hij zich reeds over zijn zwakheid en opende hij hst telegram. „Vertrek.Hoop gij mij den 25sten Mei Liverpool kunt afhalen. Bemin en verlaDg. Margot." Heden was het de 25ste. De snel invallende schemering bad ein delijk koelte gebracht. In het Westen, waar zooeven de zon oDder was gegaan, kwam een donkere nevelwolk op, als rook van den thans onzichtbaren vuurbol. Terwijl de beide vrienden zich gereed maakten voor hot diner, in druk gesprek over wat elk hunner de laatste dagen had doorgemaakt, hoorden zij opeens de luide toornige stem van den waard: „Abdallab, Abdallah Er kwam echter geen antwoord op den roep, ook niet toen de FranschmaD, verhit van gelaat, en blijkbaar weer in een nieuwen roes, uit de keuken in den hof kwam en met allerlei scheldwoorden zijn Arabischen bediende giDg zoeken. „Kunt gij uw bediende niet vinden vroeg Stephen hem, ook naar buiten tredend. „Neen, antwoordde de man, met weer ettelijke krachtuitdrukkingeu aan het adres van den verdwenen Arabier. „Hij is zoo spoorloos verdwenen ot zijn vader, de duivel, bem onder in de hel heeft getrok ken." „En waar zijn de anderen? Mijn eigen Arabieren en die van mijn vriend? Staan zij nog altijd buiten de poort te kijken naar het kamp in het Zuiden?" De half dronken waard antwoordde vloekend dat hij genoeg te doen had met op zijn eigen „tuig" te passeD, en dat hij het niet wist, maar dat hij, als hfj Abdallah weer ia handen kreeg, hem zijn nek zou omdraaien alsof het een kip was. Daarop begat hij zich weer in de keuken. Stephen voelde zijn ongerustheid met nieuwe kracht in zich opkomen en besloot zeil te gaan zien. Hij beklom een steile, ruwe trap, die voerde naar den bovenrand van den muur om de bordj. Deze was ongeveer twee voet breed en men toD er zonder moeite op ioopen. Vroeger waa hij wel vol glasscherven en scherpe spijkers geweest, om een beklimming onmogelijk te makeo, doch daarvan was thans zoo goed als niets overgebleven. Het was reeds vele jaren geleden sinds de bordj, in den tijd, toen raids en razzia's nog veelvuldig waren, was gebouwd.' Stephen zag de woestijn in, doch ontdekte nergens een teeken van leven. De Ara bieren waren verdwenen. Voor alle zeker heid besteeg Stephen nog alle torens om een wijder uitzicht in alle richtingen te hebben. Doch tevergeefs. Geen levend wezen vertoonde zich om de bordj. Terwijl hij den laatBten der vier torens verliet, kwam hem zijn vriencf Nevill tegemoet. „Ik hoop, dat de vermiste Abdallab terecht is, en dat wij zoo dadelijk kunnen gaan eten riep hij vroolijk. Stephen vertelde hem wat er was ge beurd. Nevill's vroolijk en onbezorgd ge laat werd ernstig. „Het schijnt dat de mannen van den Marabout ze hebben meegenomen," zei hij langzaam. „Wat spijt het mij nu, dat ik de tweelingen van hun post heb gehaald om mij te helpen. Zij hadden het ons dadelijk kunnen berichten, toen die schur ken er vandoor gingen." „Veel zou het ons niet geholpen hebben. Laten we liever blij zijn, dat we hen kwijt zijn. Wanneer zij waren gebleven, zouden wij niet alleen een vijand buiten doch ook binnen de muren gehad hebben. Maar we zullen nu goed doen met de poort onmiddellijk te sluiten. Welk een geluk dat we onze geweren en revolvers hebben „En we mogen waarachtig mijn tante ook wel dankbaar zijn, dat ze ods de twee lingen heefï gestuurd. Er kunnen misschien beter bedienden zijn. doch beter en dap perder vechters zeker niet." De beide vrienden besloten nu onmiddel lijk nader overleg te plegen met de waard over wat hun nu te doen stond. Op weg ;,25 cent 30 cents;; Aanbevelend, C. -f N <>45 cent p>3 j Aanbel 3 _cb; e 1 beveelt zich beleefd aan en, TE KOOP ei met oi zonder anker®1' Adres J. J. BAKKER, __G over 1914 van het Molenbeek^ der het Noorden ligt van 13 lee ter inzage voor ingelanden f ningmeester. >di Het Molenhei, >s< ge A. A. EELMAiV P. K. BREMER, V llt( !rzi zijn in verschillende mateijei handen aan de Steenkoope 1 firma W. F. STOEL 1 1 Alkmaar. 3r: en Jg Ie naar de keuken moesten zij ras de kamer der beide zusters. d stond balt open en toen zij voo?£' trad Victoria naar buiten.! m „Wij hoorden den waard zij l tevergeefs roepen. En toesla bang gewordeD, dat er iets 'gt^. Ge weet, dat zij reeds vroegs®1 dat haardat Cassim zjji,' zou honden. Zijn alle An! dwenen b Nevill zweeg. Hij wist vriend misschien voor de beii het gevaar, dat dreigde, nog g< houden, om hen niet wellicb^ ongerust te maken. Doch Ste[>J het blijkbaar beter dat ook ')0 haar zuster geheel op do hoog^i toestand waren. „Ja," zei hij, „ze zijn verdwf kan zijn, dat er niets gebeurt, zal toch goed zijn, waDneer v de poort sluiten en alle mogf^ bereiding treffen." „Voor 't geval wij aangevallen, „Ja. Maar wij kebben hier foi kende plaats om te verdedigen, D' er vrij wat erger voor ons uitzied' wij in de open woestijn waren.'6| „Er zijn nu hier vijf mannen, landers meegeteld," zei Victorivo Nevill wendend. „En ik gek'11 2 dat zij heel dapper zijn. Hoe zijt, weet ik." Bij deze laatste, riohtten zich haar oogen op Sl<ki wat de blik daarin zeide was dezen bestemd. Het werd Step derlijk te moede, toen bij die ui:)( in haar oogen las. „En Sai^£ ging Victoria voort, zijn ook geete Wij betreuren het alleen, dal P' dit gevaar hebben gebracht. V'j] er niet waren geweest, zoudt thans veilig in Algiers zijn." Wordt te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1915 | | pagina 4