N° 2911, Zondag 5 September 1915. 288t* Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Oit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 0 unr op den dag; der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de üitg. Firma LANGEVELD& DE R O O IJ, Parkstraat, Burg op Te x k l RAADSVERGADERING. Dinsdag den 7den September 1915, __i voormiddags te 10Va ure in de daarvoor bestemde zaal ten Raadhuize dezer Ge meente. LANDSTORM-KEURING. Jaarklassen 1914 en 1913. De Burgemeester der gemeente Texel breDgt ter algemeene kennis, dat de dienstplichtigen bij den landstorm der aarklassen 1914 en 1913 gelegenheid lebben zich aan een keuring te onder werpen bij den keuringsraad, die zitting houdt op Donderdag 9 September 1915, voormiddags 11 uur te Helder in het ülitair Tehuis, Kanaal weg 92—95. Het welbegrepen eigenbelang van de landstormplichtigen maakt het zeer wenschelijk, dat zij zich voor deze keuring aanmelden o.a. omdat zij, inge val zij ongeschikt mochten blijken nadat zij in werkelijken dienst zijn gekomen en alsdan weder huiswaarts worden ge zonden, hiervan moeilijkheden kunnen ondervinden ten aanzien van hun maat schappelijke of studiebelangen. Onder werpen zij zich aan een onderzoek bij den keuringsraad en blijkt daarbij vol doende van ongeschiktheid, dan worden zij van den dienstplicht bij den landstorm terstond ontslagen en staan zij niet meer bloot aan de kans om als land- stormplichtige in werkelijken dienst te worden geroepen. Wenscht een landstormplichtige bij een anderen keuringsraad het onderzoek te ondergaan, dan kan den Voorzitter van eerstbedoelden keuringsraad hem daartoe op zijn verzoek toestemming verleenen. De landstormplichtigen van de jaar klasse 1914 en 1913 zullen hoogstwaar schijnlijk worden opgeroepen op of om streeks 1 October en 10 November a.s. in werkelijken dienst te komen. Texel, 2 September 1915. De Burgemeester voornoemd, METS, L.B. Vereeniging tot verbetering van de schapenfokkerij in Noordholland. Het nut van Stamboekhouding. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per S maanden. Voor den Bobg 30 CU. Franco per post door go- heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Pryjs deiAdvertentitn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel moer 6 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. De Burgemeester der Gemeente Texel Gelet op art. 41 der Gemeentewet; Brengt naar aanleiding daarvan, ter kennis van de ingezetenen, dat eene ver gadering van den Gemeenteraad is belegd op Texel, den 31 Augustus 1915. De Burgemeester van Texel, METS, L.B. Onderwerpen ter behundeling: 1. Installatie raadsleden. 2. Mededeelingen. Ingekomen stukken. 3. Benoeming Wethouder. 4. Aanbieding gemeente verslag. 5. Kohier Schoolgelden O.L School te den Burg. 6. Vaststelling rekening armbestuur. 7. Voorloopige vaststelling gemeente rekening. 8. Aanbieding begrooting armbestuur. 9. Financiéele regeling, dienst 1915. 10. Benoeming onderwijzeres de Waal. 11 Benoeming weesvader en weesmoeder. 12. Strandhuur a/d Koog. Hoewel het aantal fokkers, die hunne schapenlokkerij onder controle van boven genoemde vereenigiDg stellen hier geregeld toeneemt zou het zeer wenschelijk zijn wanneer dat aantal nog veel grooter was. Wij meenen daarom goed te doen de aan dacht op het stamboekwezen in het alge meen te vestigen door onderstaand artikel van de hand van den heer Broekema, voor komende in Dr.Starings almanak, jaargang 1914, uitgever de heer Tjeenk Willink te Zwolle, op te nemen. Ofschoon het nut van stamboekhouding bij verschillende gelegenheden is bepleit en in de laatste jaren het aantal fokkers die hunne fokdieren in een der schier voor alle huisdierrassen bestaande stamboeken doen inschrijven aanmerkelijk is toegenomen, is de Btamboekhouding nog V6rre van alge meen. Zoekt men naar de reden dan blijkt het dat hiervoor verschillende gronden be staan, waarvan nu eens de eene, dan weer de andere zich het meest doet gelden. In de eerste plaats zijn een aantal vee houders (het woord „vee" gelieve men in dit opstel in zijn ruimste beteekenis op te vatten, daaronder vallen dus paarden, run deren, schapen, varkens en geiten) geen fokkers, doch vullen zij hun veestapel aan met gekochte dieren. Ik meen dat deze categorie van personen gaandeweg inkrimpt; niet alleen brengt het aankoopen van dieren allerlei risico mee (men deDke b. v. aan besmettelijke ziekten bij varkens, lage vet gehalten van koeien, verborgen gebreken bij paarden) die zwaarder gaan wegen naar mate degenen, die wat te verkoopen hebben er beter het belang van gaan inzien het beste voor zichzelf te houden, maar ook is de lust om zelf fokker te worden meer en meer gewekt doordien de voorbeelden dat men hiermee goede resultaten kan bereiken steeds talrijker worden. Hiertoe hebben de stamboeken in niet geringe mate mee gewerkt en in 't algemeen beschouwd is hierin reeds een zeer groot nut gelegen. De stamboeken, ofschoon dit niet direct hun doel is geweest, hebben kennis ge kweekt en veel onkunde uit de wereld ge- holpeD. Zij hebben een scherpe beoordee- lingsleer ingang doen vinden en meer eenheid gebracht in onze opvattingen om trent goede en minder goede eigenschappen. In de tweede plaats hebben de stamboeken te kampen tegen onkunde en onverschillig heid. Natuurlijk doen deze zich niet overal e7en sterk gevoelen, doch en dit zal wel altijd zoo blijven zelfs in de hoogst staande landbouwstreken is altijd nog een zeker deel van de boeren met tegenzin t6gen nieuwigheden bezield, en van de zulken kan men allerlei tegen-argumenten hooren als„mijn vee wordt er niets beter om of het een nummertje draagt, öf „'t loont de kosten niet," öf „ik kan toch niet mee komen," öf „het voordeel komt toch alleen terecht bij de heeren die aan den grooten weg zitten" en dergelijke meer. Op den duur zijn zulke veehouders ge6n gevaar lijke tegenstanders van het stamboek wezen, ze zullen gaandeweg verminderen óf omdat hunne jongere opvolgers tengevolge van genoten landbouwonderwijs zich beter bij den tegenwoordigen tijd zullen weten aan te passen, óf omdat zij zullen worden ver drongen door bedrijfsleiders die, doordat zij de moderne hulpmiddelen beter te baat nemen, meer uit den grond zullen weten te maken. Mag de overwinning over onverstand en lauwheid slechts een quaestie van tijd wor den geacht, een veel gevaarlijker vijand is te zien in verkeerde begrippen omtrent het doel en het wezen van de stamboekhoudiDg en verschil van meeniDg ovei de wijze waarop zij moet worden uitgeoefend. En, om te waken dat deze eenmaal oorzaak worden van innerlijke verzwakking van het stamboekwezen, is het wenschelijk dat men elkaar daaromtrent voortdurend polst en verstaat. Om hierop de aandacht te vesti gen wordt dit artikel geschreven. Dat omtrent het nut der stamboekhou ding wanbegrippen bestaan ligt ten deele in de wijze waarop deze instellingen iD de wereld zijn geroepen en verder hebben ge kerkt. Een niet geringe stoot is uitgegaan van den handel in fokvee, vooral op het buiten land: Zonder er zich volkomen rekenschap van te geven waarom de buitenlandsche kooper het vooral op stamboekdieren gemunt had, hebben velen gemeend, dat men nu eenmaal een zeker decorum wensebte, en, gezien de hooge prijzen die voor stamboek vee werden besteed,» gezien de geringe kosten om zich dit decorum aan te schaffen, is menigeen getreden in de gelederen der „fokkers", zonder zich van de beteekenis dezer daad volkomen bewust te zijn. Maar natuurlek zjjn het deze leden die in de stamboekvereenigingen het conservatieve element vormen, die wel de lusten, niet de lasten wenschen, die zich boos maken, als een dier wordt afgekeurd en t6gen strib belen, wanneer het stamboek zijn eiscben verzwaart, die onder scherpe contróle moeten staan in wat hunne verrichtingen jegens de vereeniging betreft en die zich leenen voor verkoop van dieren, die tot eiken prijs behouden moesten worden. De leden, die het stamboek als adresboek be schouwen, zijn in staat deze instelling inplaats van nuttig schadelijk in den lande te doen zijn, en wie voor stamboekbouding propaganda gaat maken, onthoude zich er wijselijk van te roemen op „de finantieele voordoelen", daarmee te behalen. Evenzeer heeft een stamboek er zich van te ont houden reclame te maken voor dieren voor verkoop bestemd, het bevordere integendeel alles wat tot behoud van uitmuntende fokdieren kan dienen en make eerst dan reclame voor zulke dieren als fokdieren, wanneer het behoud ervan binnenlands voldoende verzekerd mag worden geacht. De verkoop van fokdieren voor schijnbaar hooge prijzen mag in beginnende fokgebie- den een eenigzins verdedigbare prikkel zijn, men traebte hoe eer hoe liever bij de fok kers bet begrip te vèstigen, dat een fokdier voor hemzelf in 99 van de 100 gevallen méér waarde heeft dan voor den buiten- landschen kooper, die altijd met belangrijke kosten en risico rekenen moet. Het bovenstaande neemt Diet weg dat Stamboeken in den handel zeer veel nut kunnen stichten wanneer zij den taak die op dat gebied voor ben is weggelegd, maar scherp in het oog vatten. Hun eerste doel moet dan zijn den binnen- landschen handel in juiste banen te brengen, gedreven door den wensch het goede zooveel mogelijk binnen de eigen grenzen te houden en onpartijdige inlichtingen te verstrekken. Eén groot voordeel heeft de handel in stamboekvee steeds gehad hij brengt kooper en verkooper in directe aanraking met elkaar, waardoor niet alleen de winst van tusscheDpersonen wordt uit geschakeld, doch de kans aanmerkelijk verminderd dat de kooper in zijn verwach tingen wordt teleurgesteld. Met onpartijdige deskundige voorlichting zal de binnenland- sche kooper zich veel eerder wagen aan den aankoop van een goed fokdier dat elders overtollig is. In gevallen, waarin eenmaal niet te beletten is dat de buiten landsche afnemer van het beste materiaal tot zich trekt dieot het stamboek ook dezen zoo volledig mogelijk in te lichten daardoor kan althans worden bereikt dat de goede dieren, die naar elders zijn uitge voerd, daar een goeden naam vestigen, die ons te stade zal komen wan neer de t(jd eenmaal aanbreekt dat ons land overvloed van fokdieren bezit en inder daad te exporteeren heeft. Niets is verder felijker dan dat men tracht den kooper voor goed geld iets minderwaardigs aan te smeren en de stamboeken hebben te strijden tegen kortzichtigheid op dit gebied. Is tot du toe slechts gesproken van bijkomstig nut van stamboeken, thans dient nog het directe nut in het licht to worden gesteld. Nu kan men hierin de verschillende stamboeken niet over één kam scheren. Er zijn te onderscheiden stam boeken met een plaatselijken werkkriDg, andere die zich over een groote landstreek uitstrekkener zijn er die betrekking hebben op een landras [b.v. onze rundvee stamboeken] of op een ingevoerd soort [w.o. verschillende schapen-, varkens- en geitenstamboekeD]er zijn er die als hulp middel moeten dienen voor een pas begin nende fokkerij en andere die te kust en te keur bunnen gaan in een gebied waar een oude gevestigde fokkerij heerscht en een zekere hoogte is bereikt. Al naardien het een of het ander het geval is, komt de eene of de andere functie van het stamboek meer naar voren. Er zjjn drie functien te onderscheiden le het zuiver houden van het ras. Er is een tijd geweest waarin men het belaDg van raszuiverheid niet helder inzag en, verblind door de aanvankelijk echoone en snelle resultaten van kruising met vreemde rassen, deze kruising op groote schaal giDg toepassen totdat men is gaan inzien dat van een kruising eigenlijk zelden iets constants te maken valt en na veel vergeefsche moeite besloten is tot de fokkerij van een zuiver ras terug te keereD, hetzy h0t landras, hetzij een ingevoerde soort. Vrijwel alle stamboeken zijn mans zoover dat zij een bepaald ras voor oogen hebben en niet zooals nog enkele [b.v. paarden-] stamboeken alles, wat maar aan bepaalde eischen, die men aan eeD ge- bruiksdier mag stellen voldoet, opnemen. Raszuiverheid is bet fundament voor elke rationeele fokkerij, en het zou goed zijn, om de raszuiverheid nog meer te waar borgen, dat men de raskenmerken scherp scheidde van gebruikseigenschappen 6n qualitatief boogere| eischen daaraan stelde. Het spreekwoord „een goede koe beeft geeD slecht haar" mag alleen voor een gebruiks- dier, niet voor een fokdier gelden. Een tweede functie van de stamboeken is het geven van een beoordeeling van de fokdieren, en deze te splitsen in ODgeschikt en geschikt voor de fokkerij. Nuttig kan dit goed- en afkeuren [voor zoover het niet op raskenmerken betrekking heeftj zijn, indien de fokkerij op een lagen trap staat; men gaat hierbij uit van de hoofdgedachte, dat de inspecteur op het eerste gezicht beter de fokwaarde van oen dier kan beoordeelen dan de eigenaar, doch er schuilen groote gevaren in dit beginsel. Niet alleen kan men zich gemakkelijk aan een dier verzien, niet alleen is het de vraag of men hiermede zijn doel feitelijk bereikt, m.a.w. of een af gekeurd dier werkelijk van de fokkerij zal worden uitgesloten, doch vooral moet men voor oogen houden, dat deze wijze van beoordeelen ten slotte zeer onvolledig is en dat ook de beste kenner niet in staat is alleen op grond van uitwendige kenmerken de fok- of zelfs maar de gebruikswaarde van een dier voldoende te beoordeelen. De eigenlijke waarde van een dier blijkt het best uit zijn verrichtingen, doch zoolang die niet bekend zijn en men niettemin weDscbt te oordeelen, moet men een aantal gegevens zien te verkrijgen omtrent d9 familietrekken van het dier en deze zeer sterk mee laten wegen. Wanneer de stamboeken op den weg van goed- of afkeuren naar gelang van meer of minder aanwezige oogenschijnlijke voor treffelijkheid willen voortgaaD, is het m.i. zeer wenschelijk dat zij bij de beoordeeling meer gegevens ia acht nemen en deze ook doen geschieden op niet te jeugdigen leeftijd. Dit is met een een stap in de richting der derde functie die het stamboek heeft te aanvaarden, n.l. het objectief vaststellen van de eigenschappen die e>n fokdier in zyn leven vertoont en vergelijking mogelijk te maken met zijne familieleden, waardoor het mogelijk wordt de uitmuntendestammen te onderkennen en de afzonderlijke fokkers elkaar niet op goed geluk af doch doelbe wust kunDen bijstaan. Het stamboek zal dan met recht een stamboek geworden zijn en den weg hebben geopend tot een snellere en verder strekkende methode van rasver betering dan tot nu toe in onze fokkerij in hoofdzaak gebruikelijk is. Het aantal geslachten dat van een dier kan worden opgegeven zal dan bijzaak zijn, doch de vraag zal worden wat deze ge slachten beteekenen. Hieromtrent zal het stamboek voorlichting dienen te geven, waarbij als eerste hoofdzaak moet worden onderscheiden een homogene en niet-homo- gene afstamming, terwijl de beourde lmg van bet voorgeslacht heeft te geschieden op grond van alle daaromtrent bestaande gegevens. Natuurlijk moet, indien binneu het ras verschillende fokrichtingen wordeu gevolgd, de beoordeeling plaats hebben in verband met een zuiver vast te stellen fokdoel. In fokgebieden waar een zekere graad van volmaaktheid is bereikt zal stamboek houding in den hierboven geschetste^ zin niet wenschelijk doch noodzakelijk blijken om hooger op te klimmen en hoe eerder het besef van het groote nut van siam boekhouding algemeen wordt, hoe eerder de tijd daar zal zijn dat de Htarnh ken hunne boogere functiën kunnen uuoeleneu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1915 | | pagina 1