N°. 2924 Donderdag 21 October 1915. 298t* Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Van week tot week Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor den Bras 30 Cts. Franco per post door ge heel Nbdeklahd 45 Cts. Naar Amebika en andere Linden met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der uitgave Pri/js der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer fl Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD <fe DE ROOIJ, Parkstraat, Bürö op Ta x k l LAXDSTOKM-REURIXG. Jaarklnsse 1913. De Burgemeester der gemeente Texel brengt ter algemeene kennis, dat de dienstplichtigen bij den landstorm der jaarklasse 1912 gelegenheid hebben zich aan een keuring te onderwerpen bij den keuringsraad, die zitting houdt te Helder in het Casinogebouw op Vrijdag I October 1915, voormiddags 11 uur. Het welbegrepen eigenbelang van de landstormplichtigen maakt het zeer wenschelijk, dat zij zich voor deze keuring aanmelden oa. omdat zij, inge val zij ongeschikt mochten blijken nadat zij in werkelijken dienst zijn gekomen en alsdan weder huiswaarts worden ge zonden, hiervan moeilijkheden kunnen ondervinden ten aanzien van hun maat schappelijke of studiebelangen. Onder werpen zij zich aan een onderzoek bij den keuringsraad en blijkt daarbij vol doende van ongeschiktheid, dan worden zij van den dienstplicht bij den landstrom terstond ontslagen en staan zij niet meer bloot aan de kans om als land- stormplichtige in werkelijken dienst te worden geroepen. Wenscbt een landstormplichtige bij een auderen keuringsraad het onderzoek te ondergaan, dan kan den Voorzitter Tan eerstbeduelden keuringsraad hem daartoe op zijn verzoek toestemming verleenen. Voor verdere bijzonderheden wordt verwezen naar de publicaties op de aan plakborden, U8 tijd, waarop de landstormplichtigen Tan jaarklasse 19'12 in werkelijken dienst zullen worden geroepeD,zal nader worden bepaald. Het ligt in het voornemen hen niet nog in dit jaar op te roepen. Texel, 18 October 1915. De Burgemeester voornoemd, BUYSING DAMSTE. 9-16 October. Als deze regels onder de oogen der lezers komeD, heeft de Tweede Kamer haar open bare beraadslagingen hervat. De begrootin- gen zijn in de afdeelingen onderzocht en voordat de openbare behandeling ervan aanvangt zullen eenige kleinere wetsont werpen aan het oordeel der Kamer worden onderworpen. Er komt dus weer leven ia de parlementaire brouwerij. Ook in de pers merkt men daarvan het een en ander. Verschillende belangrijke vraagstukken zijn thans aan de orde. Vraag stukken, die allen ten nauwste verband houden met den oorlogstoestand. Vooral die van financieelen aard, waarover in den laatsten tijd dan ook nogal het een en ander in de bladen gezegd werd. Zoo gaf het vrijz. democratisch rapport betreffende een heffing van een oorlogsbelasting in eens, dat geheel den vorm heeft van een wets ontwerp, nogal aanleiding tot bespreking in de pers. Het belangrijke, maar niet moeilijke vraagstuk „leening of heffing" is daardoor thans zeer op den voorgrond ge treden en voor- zoowel als tegenstanders van het ontworpen stelsel laten hun stem hooren. Het is een waardeerende rustige polemiek die over en weer gevoerd wordt en juist daardoor kan een vruchtbaar resul taat worden verwacht. De kwestie is zeker moeilijk genoeg om haar van alle kanten te bezien en rustig te overdenken. Ook de arbeid van de door de Regeering ingestelde Staatscommissie inzake een be lasting op de Oorlogswinsten, ondervindt van onze „Koningin der Aarde" de noodige belangstelling. Het denkbeeld is allen wel sympathiek maar de uitwerking ervan zal wel niet zoo licht mogen worden geacht. Dr. Bos, de voorzitter dezer Commissie heeft ter gelegenheid der installatie daarop reeds in zijn bezadigd, ernstig woord den nadruk gelegd. Zeker, behalve de gelukkige per sonen misschien zelf, zal ieder het toejuichen dat er van de extra winsien, die in som mige gevallen eenvoudig reusachtig blijken te zijn, een deel komt aan de gemeenschap die over 't geheel onder den oorlogstoestand lijdt, maar met een bravootje en een hoe. raatje zijn de duiten nog niet binnen. De zaak is intusschen aan bekwame handen toevertrouwd. Zoolang het onderzoek duurt zullen de „stuurlui aan wal» wel zwijgen, maar men mag er ook wel van overtuigd zijn, dat als de commissie over wellicht niet te langen tijd met haar rapport voor den dag komt, deze stuurlui hun reputatie eer zullen aandoen. Er is nog een vraagstuk waarover in de laatste dagen nogal het een of ander is gezegd. We bedoelen de vraag wat even tueel zal moeten voorgaan bij de behan deling in de Staten-Generaal, de Grondwets herziening of de belastinghervorming. Beide zijn zooals men weet, door de regeering aangekondigd en beide zijn alleszins actueel. Uit een bericht, dat voor eenige dagen in de bladen de rondte deed, mag inmid dels worden opgemaakt, dat de regeering den voorrang aan de Grondwetsherziening wenscht te geven. Volgens dat bericht toch kan de indiening der voorstellen daartoe spoedig worden verwacht. —o—o—o— Meer nog dan de binnenlandsche aange legenheden blijven de groote wereldgebeur tenissen de aandacht opvorderen. De 21e, 22e en 23e oorlogsverklaringen zijn er thans. En er zullen waarschijnlijk in de eerstkomende dagen nog wel een paar bij komen. Bulgarije verklaart Servië den oorlog en uit Nisj wordt als antwoord een oorlogs verklaring naar Sofia teruggezonden. En vervolgens deelt het Engelsche Ministerie van Buitenlandsche Zaken mede, dat tus- schen Engeland en Bulgarije den oorlogs toestand is ingetreden. Daarmee is thans de groote nieuwe en belangrijke Balkanworsteling ingeluid. In het westen en het oosten is de strijd vast- geloopen houden de legermachten elkan der in bedwang. Er is weinig uitzicht, dat daar spoedig verandering in zal komen. Met des te grooter ijver wordt thans in de Balkan het „slachtveld van Europa" gereed gemaakt. Op den Balkan begon de Euro- peesche, de wereldoorlog en zij die aan den „eeuwigen kringloop" der dingen ge- looven voorspellen dat op den Balkan ook het einde zal vallen. Dat de nieuwe oorlog op den Balkan dus het begin van het einde is. Jammer, dat elke garantie ontbreekt. Dat het tusschen Bulgarije en Servië tot een botsing zou komen was in de laatste dagen wel duidelijk. De Centralen uit het noorden, Bulgarije uit het oosten zoo werd het nieuwe veldtochtsplan tegen Servië vastgesteld. In Sofia stelt men het thans echter voor, dat Bulgarije tot het optreden tegen Servië gedwongen werd, doordat de Serven een inval in Bulgarije deden. Dat reeds eerder Bulgaarsche troepen de Servische grens schonden, schijnt te Sofia niet bekend te zijn. 't Gaat misschien weer precies als in 1913 toen Bulgarije de schuld van den oorlog ook op de schouders van zijn tegenstanders schoof, maar later zelf de aanvaller bleek te zijn. Het klinkt althans wel wat onwaarschijnlijk, dat Servië de vijandelijkheden geopend zou hebben. Het heeft al meer dan de handen vol aan de Verbondenen en had geen enkele reden om er nog een nieuwen vijand bij aan te halen. Men moet het in deze dagen van oorlogj nu eenmaal niet al te nauw nemen met officieele verklaringen. Dat is al meermalen gebleken. De oorlogsverklaringen zijn er en Bulgarije doet nu dan officieel met de Centrale Mogendheden mee. In Berlijn en Weenen en niet het minst in Konstantinopel juicht men. En in Londen en Parijs is de stemming alles behalve opgewekt. Men pruttelt er hardop. Vooral de Londensche oppositie pers doet nijdig en laat van den diplomaat Sir Edward Grey liefst geen stuk heel. De heele Balkanpolitiek is één misrekening, één groote vergissing geweest. En Grey en Delcasséen hun Russische collega hebben zich leelijk in de kaart laten kijken. Zoo pruttelt en sputtert de oppositiepers te Londen. En in de republiek, waar de regeering en de Kamer vóór alles de één heid der natie nastreven, heeft Delcassé de plaat gepoetst. Hij kan zich troosten met de gedachte dat hij niet d6 eenige is die aan de Balkanpolitiek politiek te gronde is gegaan. Eet moet nu blijken of Viviani beter de gewenschte koers zal kunnen vinden. In de naaste toekomst zal er echter op den Balkan wel meer aandacht bestaan voor de stem van h6t kanon dan voor het woord der diplomaten. Servië, dat tot nog toe dapper eiken vijand het hoofd bood, krijgt het hard te verantwoorden. Temeer kan dat worden gezegd nu het wel vast staat, dat Griekenland niet van plan is zijn benarden bondgenoot te hulp te komen. Ware Venizelos nog aan het bewind, de plaats van Griekenland zou thans bepaald zijn, niet anders dan aan de zijde van Servië. Maar Zaïrais denkt er niet aan. Hij maakte officieel bekend, dat het verdrag tusschen Servie en Griekenland niet van toepassing is op den tegenwoordigen toe stand, daar de vijandelijkheden op den Balkan het gevolg zijn van uitbreiding van den algemeenen oorlogstoestand en geen Balkangeschil vormen. Over dergelijke dingen verbaasd men zich niet meer er is in dezen oorlog al zooveel gesold met overeenkomsten en tractaten Wat zal Venizelos en de Grieksche Ka mermeerderheid van deze houding van het nieuwe Kabinet zeggen Mogelijk wel niets. Althans voorloopig niet. Maar evenals alle andere belanghebbenden zullen ze met koortsachtige spanning het resultaat der kanonnen afwachten. Bulgarije zal ongetwijfeld aan Griekenland als loon voor zyn neutraliteit wel een behoorlijk loon toegezegd hebben, in elk geval wel de verzekering hebben gegeven, dat het er niet aan denkt aanspraken op Kavala etc. te laten gelden. Maar als Servie verpletterd wordt hoe zal het dan worden Als Bulgarije eens het Pruissen van den Balkan mocht worden Griekenland heeft de gewapende neutra liteit afgekondigd, maar hoe moet het aan m6t de te Saloniki gelande troepen der geallieerden. Dat is nog steeds een open vraag. Er schijnen nog geen troepen naar Servie te zijn doorgezonden; misschien ook wordt wel een inval in Bulgarije over wogen. Maar in beide gevallen moet de opmarsch geschieden over Grieksch grond gebied. Van de verdere ontwikkeling van de krijgsbedrijven in Servie zal veel afhangen voorde houding van Griekenland. Evenals voor de houding van Roemenie, dat aan Bulgarije ook de verzekering van strikte neutraliteit schijnt te hebben gegeven. Er zijn meer open vragen ten opzichte van de aangelegenheden op den Balkan. Zoo b.v. inzake de houding van Italië. De geallieerden zijn stellig overtuigd van het dreigende gevaar, indien Servie verpletterd en de weg naar Konstantinopel voor de Centrale Mogendheden ontsloten mocht worden. Maar toch schijnt het nog zeer de vraag te zijn, of Italiaansche troepen aan een actie op den Balkan zullen deelnemen. Lang zal de onzekerheid wel niet duren. Het groote Duitsch-Oostenrjjksche leger onder aanvoering van de bekende gene raals Mackenzen en von Gallwitz rukken steeds dieper uit het noorden Servie binnen en van het oosten uit vallen de Balgaren aan. Waarschijnlijk zullen binnen enkele dagen beslissende slagen geleverd worden. o—oo De gevechten op het westelijk en oostelijk front werden in de laatste dag6n met ver bittering voortgezet. Doch belangrijke be slissingen brachten ze niet. De beriohten van het westelijk oorlogsterrein vestigen meer en meer den indruk, dat het offensief der geallieerden doodgeloopen is en men er weer geheel en al een positieoorlog voert. Wel wordt er over en weer ver- woeder dan ooit aangevallen en worden dag aan dag ontzaggelijke massa's projec tielen verschoten, doch met geen ander resultaat dan dat het aantal dooden en ge wonden met den dag schrikbarender wordt Op het oostelijk front schijnt men ook weer tot den positieoorlog te zijn gekomen In ieder geval is do opmarsch der Duitschers voorloopig weer gestuit en behoort de de oorlog in grooten stijl er vooreerst weer tot het verleden. Al de pogingen door Hindenburg in de laatste weken aangewend om Dunaburg te veroveren en door te dringen tot Riga, hebben gefaald. Ont zettend is er gevochten op dat deel van het front en nog steeds duurt dat zoo voort. De Duna begint zoo langzamerhand 6en tweede Yser te worden. Ook in het centrum vorderen de Duit schers niet meer en in Galicie hebben ze zelfs de handen vol om de Russische aan vallen af te slaan. In de jongste gevechten aan de Strypa schijnen de Russen zelfs niet onbelangrijke voordeelen behaald te hebben. Maar toch schijnt de aaDvalskracht der Russen nergens voldoende om de verbonden legers terug te werpen. Van de overige krijgsbedrijven der laat ste dagen stippen we nog even aan, dat eenige Engelsche duikbooten de Oostzee zijn binnengedrongen en de Duitsche scheepvaart op Zweden ernstig bedreigen. Er werden reeds eenige Duitsche stoom- booten in den grond geboord. En voorts, dat de Zeppelins weer bommen wierpen op Londen met het gewone gevolg dat veel burgers het slachtoffer werden. TEXEL, 16 October 1915. De bioscoop. Het ligt in de lijn van den tegen woordigen tijd, dat een plaats van eenige beteekenis kan bogen op het bezit van TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1915 | | pagina 1