N°, 2928
Donderdag 4 November 1915.
29st# Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tof week
Bii
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
^ftonnemenfepi'ys per 3 maanden.
Voor dem Bdbb 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andore
l'inden met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 0 nur op den dag der uitgave
Prijs der Adverlentiè>i.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedore regel meer 5 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD DE ROOI.T, Parkstraat, Burg op Te x e l
33-30 October.
Tot de onaangenaamste en moeilijkste
rraagslukken door den oorlog aan de orde
gesteld, behoort zeker niet iD de laatste
plaats het financieels vraagstuk. De ont
zaggelijke oorlog duurt veel langer dan
aanvankelijk verwacht werd en afgezien
zelfs van de vraag hoe lang het nog wel
zal kunnen duren staat het vast dat hij
door de vele millioenen die hy dagelijks
verslindt op alle landen van Europa een
druk legt, die ontzaggelijk zwaar is. Geldt
dit in bniteDgewoon sterke mate voor de
landen die in den oorlog gewikkeld zijn,
ook de landen die zich nog in den vrede
mogen verheugen, voelen den druk dezer
buitengewone tijden al zwaarder worden.
Ook van ons land moet dat worden gezegd.
De taak van den minister van financiën
ten onzent is dan ook allesbehalve te benij
den. Er is een in alle opzichten krachtige
persoonlijkheid voor noodig en dat het
Kabinet die in Mr. Treub gevonden heeft
zal wel door niemand worden ontkend.
Een sterk staaltje van schier onverwoest
bare werkkracht heeft deze energieke be
windsman thans weer geleverd in den vorm
van zijn tot wetsontwerpen uitgewerkte
belastingplannen waarmee hij de Nederland-
Bche belastingbetalers dezer dagen heeft
verrast. Onaangenaam verrast wellicht,
hoewel ieder zich op een en ander had
kunnen voorbereiden, waar maar al te zeer
bekend is hoe groote offers eiken dag door
de buitengewone omstandigheden van de
Staatskas worden gevorderd. Het complex
belastiDgontwerpen thans door minister
Treub aanhangig gemaakt toont aan tot
welk een reuzenarbeid deze minister in
staat is. En 't is heusch geen belasting
herziening uit politiek oogpunt ingediend,
doch enkel en alleen om meer geld in de
staatskas te krijgen om weerbaar te zijn
tegen de millioenen verslindende omstan
digheden en een Staatsbankroet te voor
komen, De minister wil f 61,000,000 per
jaar meer uit de zakken der belastingbe-
taleTs halen en er zal straks schier niets
meer zijn of er zit belasting in. Het
spoorkaartje, dat men koopt zal evengoed
een belastingbiljet zijn, als een geboortebe
wijs met meer dan één naam, als de gevulde
tabakzak, het effect dat ge in uw brand
kast hebt, uw vrijstelling van den militairen
dienst, ja wat niet al. En boven dat
alles stelt de minister in uitzicht dat het
denkbeeld van een heffing in ééns om de
mobilisatie- en andere uitgaven t6 dekken
misschien wel zal moeten worden over
wogen.
Het is alleszins begrijpelijk, dat onze
pers zich tot heden nogal schoorvoetend
uitlaat over minister Treubs plannen. Eén
der bladen sprak schertsend van een belas-
tfnglawine en niet ten onrechte. Men
inoet eerst tijd hebben zich er door te
Werken voor het geheel voldoende te kun
nen overzien. Het is te verwachten dat
er in den komenden tijd nog wel heel wat
ever zal worden gezegd, omdat men hier
etaat voor een uitgewerkt stelsel van be-
lastingpolitiek, die in principe instemming
en tegenkanting beide zal ondervinden.
En wat zal men er in de Kamer van
zeggen?. Heel lang zal de onzekerheid
daaromtient wellicht niet duren, want
minister Treub wil spoedige behandeling
en heeft de stok bij de deur gezet. Nog in
dit zittingsjaar moet de belastingher
ziening haar beslag krijgen, anders acht
hy zich niet verantwoord en zal hij zich
genoodzaakt zien zyn portefeuille ter be-
ichikking van H. M. de Koningin te stellen
Of dit mogelijk is zal nader moeten blijken
waar het ook in 't voornemen der regeering
ligt de Grondwetsherziening eerst aan de
orde te stellen. De behandeling daarvan
kaD, volgens de berichten der laatste dagen
reeds spoedig worden verwacht.
Door de stok bij de deur te zetten heöft
Mr. Treub een ietwat dreigend beroep ge
daan op de werkkracht van de Staten-
Generaal. Er valt intusschen niet aan te
twijfelen of onze volksvertegenwoordigers
zullen in dezen zwaren tyd, die den mini
ster oplegde schier nacht en dag te werken
om met zijn omvangrijk werk gereed te
komen, wel niet de zweep van den voor
zitter noodig hebben om met inspanning
van krachten de getoonde werkkracht met
toewyding 6n ijver te beloonen.
o—o—o—
Een bericht uit New-York heeft gemeld
dat de ArperikaaDSche gezant te Berlijn
een langdurig onderhoud heeft gehad met
den Duitschen Keizer en daaraan de veron
derstelling verbonden, dat er ook over een
vredesaktie "Besprekingen' zouden zijn ge
voerd, ja dat zelfs in het geheim onderhan
delingen gaande zijn. Menigeen zal bij het
lezen van dit bericht onwillekeurig den
wensch in zich hebben voelen opkomen
och was het maar waar. Over 't alge
meen staat men ietwat wantrouwend
tegenover dergelijke vredesberichten. Er
zijn er al zoovele geweest. Maar ook is
het waar dat er eenmaal een einde zal
moeten komen aan den strijd en de wensch
naar vrede zonder uitzondering ook in de
kringen der oorlogvoerenden wordt gekoes
terd.
Ook is het een feit, dat het besef meer
en meer bij alle partijen doordringt, dat
deze oorlog wel niet "uitgevochten" zal
kunnen worden. Op het westelijk front
hebben tot nog toe alle pogingen om door
middel van een nieuw offensief een be
slissing te verkrijgen, gefaald. Elke aan
vallende beweging werd gesmoord in
stroomen bloeds en er schjjnt zoo goed als
geen kans te zijn de muren van ijzer en
staal te doorbreken.
Op het Oostelijk front hebben de Central en
hun opmarsch moeten staken. De Russen
hebben versterking ontvangen en nieuwe
voorraden munitie en kanonnen, de winter
staat voor de deur en de hoop dat het
misschien gelukken zou door te breken
naar Petersburg of Kiew wordt thans niet
meer uitgesproken. Zelfs is het aan Von
Hindenburg, niettegenstaande de weken
achtereen uitgevoerde aanvallen, niet mo
gen gelukken Dunaburg of Riga te bezetten,
terwijl het laatste stuk van Galicië nog
steeds door de Russen bezet wordt trots de
forsche pogingen der Oostenrijkers om dit
van vijanden te zuiveren.
Op het Zuidelijk front, in het Italiaanse!
Oostenrjjksch grensgebied doen de Italianen
nu al eenige maanden lang de hardnek
kigste pogingen om door te dringen tot
Triest, maar zelfs tot Görs zijn ze niet
kunnen naderen. Ook daar is de strijd blijk
baar vastgeloopen.
En van de Dardanellen kon in de laatste
weken geen enkele verandering worden
gemeld.
Wel zijn thans aller oogen naar den
Balkan gericht en verwacht misschien
menigeen dat de gebeurtenissen die zich
daar afspelen, van beslissenden invloed
zullen zijn op den oorlog, maar hoe de
uitslag daar ook moge zijn, wie der beide
partijen er ook verslagen moge worden
„uitgevochten" ie de zaak niet.
En als men let op dat alles en aan mag
nemen, dat het besef van het hopelooze
van den toestand meer en meer overal
doordringt dan kan het oogenblik voor
vredesonderhandelingen alleszins rijp wor
den geacht.
o—o—o
Het ban niet worden ontkend, dat de
toestand op den Balkan in de laatste dagen
een voor de geallieerden steeds somberder
aanzien verkreeg. De tegenstand, die de
Serviërs met ware doodsverachting bieden
blijkt wel verre van toereikend te zijn. De
toestand is thans van dien aard, dat het
misloopt met Servië indien de geallieerden
niet ijlings_hulp_jwfiifin_te verschaffen. De
Duitschers en Oostenrijkers zetten hun op
marsch in het noorden voort en ook de
Bulgaren dringen in het oostenjmet kracht
vooruit, zoodat zy zich met de legers der
Verbondenen konden vereeDigen. Nisj wordt
thans reeds ernstig bedreigd, nu de Bul
garen er in geslaagd zjjn de beide Servische
vestingen Pirot en Zajecor alsmede het
versterkte punt Knasjasjewatz, die Nisj 6n
het hart van het land tegen een Bulgaar-
schen inval moesten dekken, te veroveren.
De Servische hoofdmacht wordt thans meer
en meer in het nauw gebracht en het ge
vaar te worden omsingeld is lang niet ge
ring. Als Nisj gevallen is, zullen de Ver
bonden legers het eerste doel van hun
veldtocht hebben bereikt. Dan is de spoor
lijn naar de Bulgaarsche grens in hun bezit
en is de weg van Berlijn naar Konstan-
tinopel geopend.
In Macedonië waarvan een aantal belaDg
rijke punten |door de Bulgaren zijn bezet
is hun opmarsch, voorloopig althans tot
staan gebracht. Troopen der geallieerden,
te Saloniki geland, hebben zich met den
Servischen rechtervleugel kunnen vereeni
gen en oefenen eenigen druk uit op den
linkerflank van het Bulgaarsche invalleger.
Hoe sterk die troepenmacht der geallieerden
is, valt niöt te zeggen en evenmin of er
kans bestaat dat het leger daar in de eerst
komende dagen meerdere versterkingen zal
onvangen, doch hoe het ook zij, vast staat
dat de hoofdmacht der Serviërs die in
noord- en midden Servië in do klem zit,
niet bereikt zal kunnen worden zoolang de
Bulgaren in het bezit zijn van de spoorlijn
die naar het noorden gaat. En dat is een
bedenkelijk feit.
Uit het verloop der gebeurtenissen blijkt
hoezeer de geallieerden en Servië zich ten
opzichte van Griekenland vergist hebben.
Al te zeer was gerekend op de Grieksche
hulp de hoofdmacht van het Servische
leger werd naar het noorden gedirigeerd,
tegen den Oostenrijksch-Duitschen inval
de Grieken en geallieerden zouden Macedonië
tegen de Bulgaren moeten beschermen.
Doch de Grieken blijven toezien en de ge
allieerden zijn lang niet sterk genoeg.
Er kwamen in de afgeloopen week ver
schillende noodkreten van Servische staats
lieden. Wordt Servië niet spoedig krachiig
geholpen dan is het verloren. En de ge
allieerden beloven hulp, maar de troepen
zijn blijkbaar nog niet eens ingescheept.
Gi zal er nuip van Kusland komen. Volgens
sommige berichten hebben de Russen in
Besarabië 600000 man geconcentreerd en
is de Czaar daarheen vertrokken. Deze
troepen zouden bestemd zijn voor een inval
in Bulgarije, Roemenie zou hebben toege
stemd om het Russische leger door te laten.
Het zal wel spoedig blijken wat er waar
is van dat bericht.
De Russische vloot in de Zwarte Zee is
alvast begonnen een handje mee te helpen
om zoo mogelijk het lot van Servie te ver
lichten, door het bombardeeren van de
Bulgaarsche kustplaatsen. Doch by het
bombardement hebben de Russen volgens
een bericht uit Sofia twee slagschepen ver
loren, terwijl ook een Turksche onderzeeboot
een Russisch oorlogsschip in den grond
moet hebben geboord.
Ook de vloot der geallieerden bombar
deert af en toe de Bulgaarsche kust en
schoot daarbij de havenstad Dede-Achatz
bijna geheel in puin.
Maar met dat al wordt het Servische
l6ger niet uit zijn gevaarlijke positie ge
holpen. En de noodkreten uit Servie doen
zich met den dag luider hooren.
i is i it ii
TEXEL, 3 November 1915.
Nut.
De nutslezing Maandag j.l. in hotel
„Texel" gehouden, kon, niettegenstaande
het minder gunstige weer en de om
standigheid, dat de vergadering niet in
het gewone lokaal kon plaats hebben
wegens de aldaar gegeven bioscoopvoor
stelling, toch op een goed bezoek bogen.
In z'n openingswoord wees de voorz.
de heer Leopold daar op enbracht daarbij
dank aan den heer de Waard, die zijn
zaal kosteloos voor de lezing had be
schikbaar gesteld, waarna ZEd. den spr.
den heer Ds. Huizinga inleidde, die tot
z'n onderwerp had gekozen „Jerusalem"
van Selma Lagerlöf.
Wij achten het noodig ons verslag
te beginnen met datgene waarmede de
spreker zijn lezing eindigde, n.l. met de
mededeeling, ons bewust te zijn onze
taak niet naar waarde te kunnen ver
vullen, omdat dat slechts mogelijk is
voor hen, die boven het onderworp
staan en ootmoedig, als spr., bekennen
wij het tegendeel.
Met een aanhaling uit een der werken
van Nico van Suchtelen, die spr. toe
vallig onder de oogen kwam en die zoo
duidelijk weergeeft wat spr. bij bet lezen
van de werken van Selma Lagerlöf heeft
gevoeld: „De dichter kan niet anders
en heeft geen andere behoeften dan
zich zelf openbaren, enz." ving spr. aan
en wij hebben ons die woorden bij her
haling te binnen gebracht, want Selma
Lagerlöf, zooals spr. haar noemde, dich
teres bij Gods genade, staat in sommige
opzichten zoo ver buiten de gedachten-
sfeer van ons gewone merischen, och,
neen, wij gewone menschen staan zoo
aan den buitenkant va i hare gedachten-
sfeer, dat wij iemand noodig nebben die
ons daar binnen leidt.
Spr. die de taak om over hare per
soonlijkheid te spreken voor zich te zwaar
achtte, bleek een goede gids te zijn want
bij herhaling heeft hij ons gewezen op
allerlei, dat anders zeker aan onze waar
neming ontsnapt was.
De geschiedenis die zich in „Jerusalem"
afspeelt, is er een uit het boerenleven
in Zweden, het land van naïef by geloot
zooals spr. het o.m. noemde, en de geest
die het boek ademt is „dat slechts vredig
gaan, die op Gods wegen gaan."
Het tooneel blijkt ons bij afwisseling
te voeren naar Zweden en naar het
Heilige land. De sectariscbe geest, die
vooral in Zweden welig tiert en die
door meester Storm, in de meening, die
te bestrijden, is aangewakkerd, heeft tot
gevolg, dat een aantal boeren een
kolonie stichten in het heilig land, een
onderneming die jammerlijk schipbreuk
lijdt.
Maar het was vooral op de teekening
van den held van het verhaal dorr den
schrijfster, dat spr. het Jicht vallen, op
Emar Emarsen, die als een kenmerkende
TEXELSCHE COURANT.