u
N* 2934
Donderdag 25 November 1915,
29"' Jaargang
- en
Advertentieblad.
Van week tof week
Gemeenteraad yan Texel.
Dit blad verschijnt Woensdag- ea Zaterdagavond
Advertentlën vóór 9 nar op den dag der nitgave
ABONNEMENTEN en ADVEKTENTIEN wordeu aangenomen bij de Ui tg. Firma LANGEVELD& DE R O O IJ, ParkstraatBurg op Tb x k l
viscn.
De Burgemeester der gemeente Texel
breng ter kennis van de ingezeneD, dat
zooveel mogelijk zal worden getracht
goedkoope visch verkrijgbaar te stellen
eiken Dinsdag en Donderdag des namid
dags ten drie ure in het waaggebouw
te den Burg alhier.
Texel. 19 Nov. 1915.
De Burgemeester voornoemd,
BÜYSING DAMSTE.
13-20 November.
De berichten uit Engeland van de laatste
dagen geven vooral den iDdruk, dat gelei
delijk alle krachten worden samengetrokken
voor den oorlog. Niet alleen wordt er nacht
en dag in de fabrieken gewerkt om in de
schier overstelpende vraag naar munitie te
voorzien, maar ook worden nog steeds de
recrutenmeetings voortgezet, houdt de
werving van soldaten nog altijd aan en
dreigt de regeering zelfs met dienstplicht
indien het aantal vrijwilligers niet toerei
kend mocht zjjn. De tijd, dat Engeland
genoeg meende te hebben aan zijn vloot
is al lang voorbij, de krachtsontwikkeling
van Duitschland heelt inspanning van alle
krachten noodig gemaakt. In alle opzichten
heerscbt er thans een buitengewone be
drijvigheid, waaruit zeker ook mag wordeu
afgeleid, dat de leidende personen in Enge
land den toestand als zeer ernstig beschou
wen.
Ernstig, zeer ernstig, maar toch met
goede hoop. Aldus verklaarde de afge
treden Engelsche minister Churchill dezer
dagen in het Lagerhuis, toen hij officieel
afscheid van de regeering nam, de reden
van zijn heengaan uiteenzette en een over
zicht gaf van den tegenwoordigen alge.
meenen toestand. Merkwaardige woorden
sprak de oud-minister daarbij. Woorden
waaruit kan worden afgeleid, dat bij de
geallieerden de gedachte dat ze uit België
en Noord-Frankrijk de Duitschers weerterog
zullen kunnen werpen, reeds prijsgegeven
is. B't Is voor ons" aldus Churchill
„om den oorlog te winnen niet noodig, om
de Duitsche linie terug te drijven over het
geheele grondgebied, dat zij ic beslag heeft
genomen, evenmin om er doorheen te
breken. Duitschland zal doodelijker kunnen
worden getroffen in het tweede of derde
jaar, dan wanneer de legers der bondge-
nooten Berlijn in het eerste jaar waren
binnengerukt. De Eugelsche heerschappij
ter zee en de groote verliezen onder de
Duitsche jonge mannen, ziju factoren waar
op de geallieerden hun verwachting voor
de toekomst kuDnen bouweD. Duitschlaod's
macht slinkt, maar Engeland wordt een
steeds krachtiger mogendheid. Tot dusver
hebben het Russische én het Franscbe volk
de zware offers gebracht, doch Engeland
vormt de reserve voor de bondgenooten en
de ure is thans gekomen om deze reserve
ten volle in de schaal te werpen. De veld
tocht behoort in 1916 ten nadeele van
Duitschland te wordeD beslist door gebrek
aan manschappen."
Churchill's woorden werden toegejuicht.
Het zijn echter nog niets dan woorden en
de daden zullen nog moeten blijken.
De Fransche oud-minister van oorlog
Millerand heeft zich dezer dagen bijna op
de zelfde hooggestemde wijze uitgelaten
over de toekomst. De orgauisatie der ge
allieerden wordt met den dag beter en
Duitschlands kracht moet door de ontzag
gelijke inspanning gaandeweg afnemen.
Thans aldus Millirand wordt nog met
gelijke krachten gevochten, maar spoedig
zullen de geallieerden tegenover hun tegen
standers 3 tegen 1 staan en voor ieder
projectiel dat deze afvuren zullen de geal
lieerden tien kunnen terugzenden
Woorden, we merkten het boven al op,
zijn er al zoo veel gewisseld en menig
staatsman heelt zich in den laatsten tijd
aan voorspellingen durven wagen, maar
wat geeft dat alles ten slotte. Wel is er
thans tusschen de geallieerden een oorlogs
raad tot stand gekomen en gaat men van
die zijde de oorlogsmaatregelen meerorga-
niseeren, doch of er wel ooit kans zal
bestaan de op het westelijk en oostelijk
front vastgeloupen legers weer in beweging
te krijgen en een beslissende wending in
den algemeenen toestand te brengen, mag
sterk worden betwijfeld. Wie ook uit de
kringen der geallieerden zal kunnen zeggen
hoelang de Duitschers en Oostenrijkers den
strijd nog op den ouden voet kunnen voort
zetten, hoe groot hun reserves nog zijn,
Niemand die daarover, buiten de verant
woordelijke Duitsche staatslieden, ook maar
iets afweet.
Afgaande echter op de woorden van
Churchill e. a. mag worden verondersteld,
dat men in de leidende kringen der gealli
eerden nog lang niet het einde van d6n
oorlog aanstaande acht. En dat is ook zoo
wat het algemeene denkbeeld. Niemand
kan zeggen hoe lang het nog zal moeten
duren eer de vredesklokken kunnen worden
geluid. De situatie is van dien aard, dat
zelfs een een beslissing op den Balkan nog
goon6ziDS het einde van den oorlog zou
heteekeneo. De vredesklanken die zoo af
en toe gehoord worden verstommen dan
ook telkens weer, omdat de overtuigiug
steeds opnieuw naar voren dringt dat het
een hopeloos werk is de vechtende partijen
bijeen te brengen. Allen hebben zware,
ontzaggelijk zware offers gebracht, honderd
duizenden menschenlevens zijn vernietigd,
voor müliarden is vernield en schatten
gouds zijn in den geopenden muil van den
moloch des krijgs geworpen. ^Niemand is
verslagen, dan de kleine staatjes België en
Servië. De grooten staan nog in volle
wapenrusting tegenover elkander en droo-
men nog van een uiteindelijke zegepraal.
Dat het onmogelijk zal zijn de kracht van
een Duitschland en Oostenrijk volkomen te
breken schijnt nog niet tot het besef der
geallieerden te zijn doorgedrongen en even
min schijnt men in den kriog der Centra-
len overtuigd te zjjn, dat het hun nimmer
zal gelukken Engeland's macht ter zee te
fnuiken. Evenmin als naar menscbelijke
berekening de geallieerden ooit binnen de
grenzen van het Duitsche rijk zullen komen
om naar Berlijn op te rukken, evenmin
zal Duitschland zich kunnen bevrijdeu van
de Engelsche blokkade, waardoor het van
de zeezijde volkomen van de wereld is
afgesneden. En ook zal het een noch hot
ander verandering ondergaan door een be
slissing in Servië. Hoogstens zal een ver
plettering van Servië en een nederlaag der
Engelsch-Fransche strijdkrachten de gealli
eerden wat gunstiger kunnen stemmen
voor eventueele vredesbewegingen. Voor-
loopig zal er wel niemand gevonden wordeD,
die zich als bemiddelaar durft aanbieden,
ook omdat onder de huidige omstandig
heden zoo moeilijk een basis zal zijn te
vinden waarmee alle partijen genoegen
zouden kunnen nemen.
Er is nog geld, er zijn nog manschappen
de noodlottige strijd zal nog lang niet
eindigen.
—o—o—o
Er zijn in de laatste dagen van de zijde
der geallieerden intusschen ook andere,
minder opgewekte beschousvingen gehoord.
Speciaal betroffen die dan den toestand op
den Balkan, di6 de Entente stellig geeD stot
tot gejuich kan geven. Ja men kan zelfs
moeilijk aan den indruk ontkomen, dat de
optimistische beschouwingen van een Chur
chill en een Millerand eigenlijk met geen
ander doel werden gepubliceerd, dan om
de aandacht af te leiden van den toestand
op den Balkan, die met den dag ernstiger
werd voor de Ententë. Eet krijgsbedrijt in
Servie is tot volle ontwikkeliug gekomen.
Een ontwikkeling, die met iedereu dag on
gunstiger werd voor Servie en zijn vrienden.
Het lot van het arme door den oorlog reeds
zoo vreeselijk geteisterde land begint meer
en meer op dat van België te gelijken.
Verreweg het grootste gedeelte is thans door
de Bulgaren en de troepen der Centralen
bezet en in het laatste stuk van hun land
dstrnog'in hun bezit is, storten zij zich in
een laatsten wanhopigen tegenstand. De
hulp der geallieerden is te laat gekomen
het noodlot wordt ovor Servie voltrokken.
Officieren te Saloniki aangekomen om te
smeeken om meer hulp, verklaarden tot
schreiens bewogen, dat het Servische leger
ten gronde gaat. Het heeft geen kracht ge
noeg tegen do overmacht en het voedsel
ontbreekt om de troepen behoorlijk te voeden.
Aanvankelijk schenen de geallieerden in
Zuid Servie m6t eenig succes op te tredon,
maar het heeft slechts kort geduurd. De
Bulgaren kwamen opnieuw en nu met over
weldigende overmacht opzetten en namen
de eene plaats na de andere. Thans be
dreigen ze reeds Monastir, waaruit de
vreemde consulaten zich reeds de vorige
week hebben teruggetrokken, om zich in
Skoetari te vestigen. Wel worden er in
Saloniki nog voortdurend troepen geland
maar het gaat uiterst hmgzaam, terwijl het
transport naar het Servisch oorlogsgebied
groote moeilijkheden ondervindt. Steeds
verder wjjken de Serviers en de geallieer
den voor de overmacht terug. De linker
vleugel der Bulgaren rukte reeds voort tot
Prilep en Kutsjuwo, waardoor de in Zuid-
Servie vechtende troepen met omsingeling
ernstig worden bedreigd. In elk geval
voorziet men een spoedige terugtocht op
Albaneesch of... Grieksch gebied.
Vooral de mogelijkheid, dat dit laatste
kan plaats viDden heeft den toestand op den
Balkan zeer ernstig gemaakt. Inzonderheid
voor Griekonland. De Entente heeft aan
de regeeriog te Athene de vraag voorgelegd
wat zjj denkt te doen, als de Serviers of
de troepen der geallieerden op Grieksch
grondgebied mochteQ terugwijken. En ze
eischen daarop een beslist en een onverwijld
antwoord. Daardoor is Griekenland tusschen
twee vuren geplaatst. Besluit hot, om de
teiugwijkende troepen stil hun gang te
laten gaan, dan is de kans groot, dat de
oorlog op Grieksch grondgebied zal worden
overgebracht en dat de Bulgaren een deel
van Griekenland zullen bezetten. De Ser
vische en geallieerde troepen te ontwapenen
en te interneeren, zal een botsing met die
troepen en met de Entente teDgevolge
hebben.
De geallieerden eischen een onmiddellijk
en bevredigend antwoord. Ze vertrouwen
de Grieksche regeering Diet meer. 't Is
uitgelekt dat er tusschen de koningen vau
Bulgarije, Rumenie en Griekenland een
verbom! is gemaakt, dat geheel ten voor-
deele is van de Centralen. Blijkbaar vreest
men in Parijs en Londen, dat Griekenland
plotseling zijn rol van neutrale staat zal
opgeven ten bate van de t6genstauders der
Entente, dat het de geallieerde troepen op
den Balkan in den rug zal aanvallen. En
daarom wordt onmiddellijk een beslissing
geeischt.
De Fransche regeering heeft minister
Denijs CochiD naar Athene gezonden om
de onderhandelingen te leiden, Cochin is
door de bevolking van Athene met groote
geestdrift ontvangen, waaruit blijkt, dat
het veel voor de republiek gevoelt. Dat
kan een vingerwijzing zijn voor de Grieksche
regeering. De onderhandelingen te Athene
zijn op het oogenblik dat wij deze regels
echrijven nog niet geëindigd. Maar de
Entente heelt de Grieksche regeering de
duimschroeven aangezet en inde pers der
geallieerden wordt met strenge wraakneming
gedreigd indien Griekenland de zijde der
Centralen mocht kiezen. De Engelscb-
Fransche vloot ligt onder stoom en de
belangrijkste steden in Griekenland kunnen
van uit zee met het zware geschut bereikt
worden de Grieksche eilanden liggen
zoo maar voor het grijpeD eu heel Grieken
land kan volkomen van de zeezijde worden
afgesneden Zoo dreigt men in
Parijs en Londen.
De Grieksche regeering zal een gowich-
tige beslissing hebben te nemen.
Doch hoe die beslissing ook zij, de toe
stand op den Balkan wordt er voor het
oogenblik niet vee) anders door. Servie
wordt er niet door gebaat de weg naar
Konstantinopel is geopend, daar is Diets
meer aan te doen. En de Duitschers profl
teeren reeds van hun succes op den Balkan
Ze konden er al groote voorraden graan
vandaan halen en de kopermijnen van
Servie zijn voor hen van veel waarde. De
weg naar Egypte en Zuid-RuslaDd ligt
voor hen open.
Geen wonder dat men te Parijs en Londen
den toestand ernstig acht ea dat er van alle
zijden bij de regeeringen op wordt aange
drongen meer troepen naar den Balkan te
brengen. En ook op do regeeriDgen te
Rome en Petersburg tracht men invloed
uit te oefenen, opdat men ook van daaruit
zal gaan deelnemen aan de actie op den
Balkan.
Met spanning worden de gebeurtenissen
gevolgd.
1. Mededeelingen. Ingekomen stukken.
RANT
Abonnementsprijs per 3 maanden.
V oor mn Boeg 30 Cts. Franco per post door go-
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
londen met verhooging der porto's.
Prijs der Adverteniiin.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 8 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer.
no-0[]
Vergadering op Woensdag 20 Novomber 1915,
voormiddngs 10,30 ure.
Voorz. do beer Buysing Dnmsté, Burgemcostor
Secretaris, de beer C. Jonkor.
Aanwezig 10 loden, afwezig do boeren Djjt
Kikkert en Boumkos.
Nadat de vergadering is geopend worden do
notulen dor vorige vergadering golezen, die onver
anderd worden vastgesteld.
Do voorz. doet voorlezing van de volgondo
stukken, die alle voor kennisgeving wordeu aan
genomen.
a Scbrijvcn van den heer J. Buijs, houdende
aanneming van zijne benoeming tot kndcmcester
van den loswal bij Oost.
b. idem van den tieor Dr. W. W.v.d, Vegt
houdende aanneming benoeming tot lid van do
commissie v. toezicht M. in deze gemeente,
o. idem van den beer F. Zegel Kz. te Oudeschild,
houdende medcdeeling, dat do grond door hem
in erfpacht wordt aanvaard op do gestelde voor
waarden
2. Vaststelling der uerordeningen op de
heffing en inuordering uan een hoofde-
lijken omslag.
De voorz. deeltmedo.dat er geen andere amen
dementen zjjn dan een van den heer D. 1',
Bakker, waarop de beer de Graaf zjja verwondering
te kennen geeft, dat een amendement, doorhem
per post aan n en w verzonden niet is aangekomen.
Op de vraag van der. beer Dros deelt de voorz.
mede, dal er geen bezwaar bestaat niet schriftelijk
ingediende voorstellen in overweging te nemen,
waarna de artikolsgewijze behandeling van de ver
ordening op de heffing een aanvang neemt.
Bij art. 1 maakt de beer Keesom de opmerking
dat bet maximum te heffen bedrag daarbij is ge
bracht op f42500,en alzoo alweer met f 5000,
is verhoogd. Spr. herinnert er daarbij aan, hoe
voor ongeveer 16 jaar dat maximum slechts f 14000
bedroeg en een voorstel om dat op f 16000,te
brengen toen geen meerderheid kon vinden en
zegt zich tegen de verbooging thans niet te zullen
verzetten, al acht bij de sprong te groot.
De voorz, toont aan, dat veruooging tot
f 40000,door bet niet toeslaan van buitenge
woon subsidie voor L.O. thans reeds noodzakelijk
is en houdt ook tegon den heer Bakker staande,
dat in verbooging van bet maximum geen gevaar
schuilt en het thans lager Btellen slechts een rem
is die niets uitwerkt.
Art. 1 wordt ten slotte zonder stemming aan
genomen, zonder discussie vervolgens ook artt.
2 en 3.
Bij art. 4 doet de voorz. op verzoek van den
beer de Graai voorlezing van de daarin genoemde
artikels betreffende de heffing van Itijksinkom-
stcnbelastingwaarna ook dat artikel zonder
stemming wordt aangenomen.
Zonder discussie wordt vervolgens art. 5 na
voorlezing aangenomen
Betreffende art. 6, 5 pCt. aftrek voor inkomen
z.g. uit arbeid, deelt de voorz. mede, dat do
redactie nader cenigszins gewijzigd is en de aftrek
thans geoorloofd is voor ben die minder dan
f13000bezitten.
De aftrek van 5 pCt. komt den beer Keesom
te laag voor, wat kan bet nu iemand die f 1000,
verdient geven of hij voor f700,of f650,
wordt aangeslagen.
De voorz. liebt toe, dat bet kleine inkomens
al gauw een klasse lager brengt, waarop de heer
Keesom te kennen geeft", dat z.i. de middenstand
bet het kwaadst heeft, spr. zou een aftrek aan
25 pCt. willen voorstellen.
Met een dergelijke aftrek kunnen b en w niet
meegaan, zegt de voorz. en een vergelijking met
de gemeente Helder, waarvan de beer Keesom
spreekt, gaat, meent de voorz., niet op.
De heer Bakker begrijpt de beer Keesom niet,
die verklaart de kleine inkomens niet te willen
ontlasten en thans een dergelijk voorstel doet,
waarop de heer Keesom antwoordt dat de kleine
inkomens door zijn voorstel niet gebaat worden,
die werden tot nu toe gemieg ontzien en hunne
aanslag zal wel 20 pCt. hooger zijn dan thans
het geval is.
Nadat de Voorzitter beeft aangedrongen om in
de richting als door den heer Keesom bedoeld
niet veel te doen, omdat daarbij vooral de groote
inkomens zijn gebaat, stelt de heer Keesom een
aftrek voor van 10 pCt., welk voorstel met op
één na algemeene stemmen, die van den voorsteller,
wordt verworpen, zoodat art. 6 ongewijzigd wordt
aangenomen.