N°. 2944
Donderdag 30 December 1915.
29'u Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland»
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de TJitg, Firma LANGIEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Borq op Tbx kd.
NIEUWJAAR.
Van week tof week
Oit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per S maanden.
Voor din Boeg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nzdbeland 45 Cta. Na*r Ameeika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór half negen op den dag der uitgave
Prijs der Advertcnlièn.
Ven 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 8 Ct.
Groote letters en Vignetten worden near plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer.
18-84 December.
De Tweede Kamer is er niet in geslaagd
met den begrootingsarbeid tegen Kerstmis
gereed te komen. Het gaan in de zeven
mjjls laarzen scheen haar al spoedig niet
best te bevallen, want in de afgeloopen
week was de vaart er al weer uit. En
toen de heeren eenmaal inzagen, dat men
toch niet meer tijdig gereed kon komen
gingen ze weer tot het oude doen over.
Alleen, de laatste zitting voor Kerstmis
kwam er weer een gejaagde ongeduldige
stemming over de Kamer, die zich uitte
in het hinderen van de sprekers, vooral
als deze wat lang van stof bleken te zijn.
Aan het decorum werd niet gedacht en
aan het vermanend woord en het hamer-
geklop van den voorzitter stoorde zich
niemand. De eindstreep van de begrootiDgs-
behaDdeling werd intusschen niet meer ge
haald en de OorlogsbegrootiDg en die voor
de West bleven voor de dagen tusschen
Kerstmis en Nieuwjaar bewaard. Ook de
Eerste Kamer komt dan bijeen.
Het waren niet zoozeer de „oorlogsonder-
werpen" die in de afgeloopen week naar
voren traden, al waren er dan ook nog
eenige militaire ontwerpen, als uitvloeisel
van den oorlogstoestand, die de Kamer bezig
hielden. Zoo kwam de Minister van Oorlog
een nieuw crediet van 50 millioen vragen
in verband met de mobilisatie-ODkosten.
En de millioentjes werden hem grif ver
leend al was de Kamer nu juist niet in een
SinterklaasstemmiDg en werd het den
minister als grief aangerekend, dat hij zóó
laat met zijn ontwerp kwam, dat de leden
niet eens behoorlijk tijd hadden de zaak
behoorljjk onder de oogen te zien. Voorts
nam de Kamer ook het ontwerp aan
(alleen de soc. dem. stemden tegen) tot
het langer in dienst houden van de militie
en de landweer. Inzonderheid kwam hierbij
ter sprake de positie van de militielichtiDg
1908, die zeer tegen den zin der soc. dem.
pas den 31 Juli a.s. naar de landweer zal
overgaan, om dan spoedig afgelost te
wordeD. Ook de oudste lichting zeemiliciens
en die der bereden wapens wilden de heer
Ter Laan c.s. naar huis zenden, maar de
minister kon daaraan niet voldoen. De
marine-minister kan zijn Jantjes nog niet
missen en voor 1 April a.s. kan de minister
zelfs zjjn oudste lichting bereden troepen
niet laten gaan.
Behalve deze militaire aangelegenheden
kwamen nog verschillende andere belang
rijke onderwerpen in behandeling. Zoo b.v.
het afmaaksysteom, waarover door den heer
Teenstra een interpellatie werd gehouden.
Deze kon zich met het afmaken van het
vee zoo maar niet vereenigen, al was hij
evenmin een voorstander vau het systeem
yan doorzieken. Na een lang debat en
ernstige bestrijding door den minister nam
de Kamer ten slotte een motie van den heer
Teenstra aan waarin wordt uitgesproken
dat naar het oordeel der Kamer de verdere
toepassing van het afmaaksysteem geen
aanbeveling verdient.
Men mag benieuwd zjjn Daar wat minister
Posthuma met de motie zal doen.
o o—o—
Het Engelsche Lagerhuis, dat in de
dagen vóör Kerstmis bjjeen was heeft de
regeering gemachtigd opnieuw een millioen
manschappen onder de wapens t6 roepen.
Het besluit werd zonder stemming genomen.
Hoe geheel anders klinkt dat, dan een
vredesboodschap in deze dageD, waarin de
menschheid opnieuw herinnerd werd aan
h6t „Vrede op Aarde" en aan Hem, die
aan de wereld als het hoogste gebod gaf
God lief te hebben boven alles en zijn
naaste als zichzelf.
De boodschap die de Engelsche regeering
en het Engelsche parlement in hun besluit
aan de wereld brachten was, dat de vol-
kerenoorlog met vermeerdering van kracht
zal worden voortgezet. Tot tweemalen toe
werd reeds een millioen jonge mannen in
Engelaud onder de wapens geroepen en op
de oorlogsvelden van Europa en Azie
werken meer dan een millioen met de
bondgenoten mede om de „overwinning
voor te bereiden." Wjj plaatsen deze laatste
uitdrukking tusscheD aanhalingsteekens
omdat ze niet van ons zelf is,- maar als
geliefkoosde term door de pers der gealli
eerden gewoonlijk wordt gebruikt. Reeds
eerder heeft de Engelsche regeering mede
gedeeld, dat het oogenblik om krachtiger
op te treden voor Engeland gekomen is.
Van eenige geneigdheid tot vrede was geen
sprake. De overtuiging, dat ten slotte de
kracht van Duitschland en Oostenrijk ge
broken zal worden schijnt bij de Engelsche
regeering en de andere Ententeregeeringen
nog sterk te zijn. En de uitkomsten van
het werfstelsel door lord Derby in het Ver-
eenigd Koninkrijk in toepassing gebracht
schijnen van dien aard te zijn, dat er uit
mag worden afgeleid, dat het Engelsche
volk den oorlog nog niet moe is. Ofschoon
nog geen bepaalde cijfers zjjn gepubliceerd
kan toch wel uit de voorloopige mededee-
lingen worden afgeleid, dat het aantal
nieuw ingeschreven recruten het heel goed
mogelijk maakt een nieuw leger van een
millioen soldaten uit te rusten. Er schijnen
voorts bepaalde plannen omtrent de toe
komstige krijgsoperaties vastgesteld te zijn
door de militaire commissie die te Parijs
dezer dagen bijeenkwam. Van die zijde
wordt dus nog geenszins toegegeven dat
de oorlog op het doode punt gekomen is,
zooals b.v. de JJongaarsche minister-presi
dent Tisza gelooft. Dezer dagen hield deze
bewindsman eene rede in het Magnatenhuia
waarin hij o.a. zeide, dat de vijanden van
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije toch
eindelijk wel overtuigd konden zijn, dat
zij het doel van hun aanval nooit zuilen
bereiken. De positie der Centrale Mogend
heden is op de verschillende oorlogster
reinen zoo sterk als nooit te voren, en ook
aan economische kracht ontbreekt het hun
nog Diet. De overwinningen door hunne
legers en die hunner bondgenooten overal
behaald geven hun waarborgen voor hunne
veiligheid. „En meer wenschen wij niet
te bereiken," verklaarde Tisza, „en geens
zins bestaat het plan om aanvallen te
ondernemen op het bestaan der overige
Europeesche mogendheden. Elke voort
zetting van den oorlog is van den kant
der Entente slechts een doelloos bloedver
gieten en een doelloozo krachtverspilling.
Elke druppel bloed, die van du aan nog
vergoten wordt, zal vergeefs zijn vergoten
en schreit ten hemel.*
Is, zooals uit 't bovenstaande mag worden
afgeleid, dus volgens de meening van Tisza
de oorlog beslist, in de kringen der Entente
denkt men daar heel anders over. Men
houdt zich daar no^ overtuigd dat ten
slotte de 07erwinnig op de Centralen zal
worden behaald. We brengen maar even
in herinnering de woorden kort geleden
door Asquith gesproken, n.l. dat de krachten
der geallieerden met den dag grooter worden
en dat die der Centralen met den dag
slinken. Bewijzen werden daarvoor niet
aangevoerd, maar dat schijnt overbodig te
zijn.
Voor den buitenstaander valt al heel
moeilijk uit te makeD, wie van de beide
partijen gelijk heeft, maar wel staat vast,
dat de algemeene toestand zich al zeer moet
wijzigen, voor dat hjj gunstig voor de ge
allieerden genoemd kan worden. En ook
zullen er stellig niet meer van die groote
misslagen moeten worden begaan als er in
dezen oorlog door de diplomaten en de
millitaire autoriteiten der Entente begaan
zijn.
Thans b, v. zit men weer te zweeten met
de Daidanellenkwestie. Er is geen twijfel
meer mogelijk, de actie aan d6 Dardanellen
van de zijde der geallieerden behoort tot
het verleden. Een aantal belangrijke stel
lingen op Gallipoli is ontruimd en alleen
het westelijke punt bij Sedul-Bahr zal vast
gehouden worden om de ingang van de
zeeengte te blijven beheerschen. De pogin
gen mn de Dardanellen te forceeren en door
te dringen tot KoDstantinopel zullen niet
herhaald worden. De expeditie naar Galli
poli is jammerlijk mislukt. Natuurlijk is
men daarover in de Engelsche pers heel
slecht te spreken en krijgen de verant
woordelijke autoriteiten heel wat te hooren.
De poging om de Dardanellen te forceeren
is dan ook de grootste misslag geweest die
men zich denken kan. Aanvankelijk nam
men de zaak zóó licht op, dat men meende
met een paar oorlogsschepen de zeeëngte
te kunnen open schieten, wat echter op
een jammerlijk fiasco uitliep. De aanvallen
ter zee en te land hebben zware offers ge-
eischt aan menschenlevens en bovendien
zijn eeu aantal waardevolle Engelsche en
Fracsche slagschepen er bij verloren gegaan.
Geen wonder, dat men in Londen onder de
gebeurtenissen op Gallipoli niet erg prettig
gestemd is en dat de oppositiepers met de
„Times" aan het hoofd niet zuinig op haar
klomp speelt en zich voor nieuwe misslagen
bezorgd maakt.
Bij dat alios komt nog de teleurstelling
die de loop der gebeurtenissen in Servië
heeft gewekt. Daar zijn niet minder mis
slagen begaan door de Entente, eerst allerlei
diplomatieke misrekeningen en ten slotte
de militaire vergissingen. Ware Servië on
middellijk Bulgarije op het lijf gevalleD,
dan zouden de Serven den weg naar het
zuiden vrij bobben kunnen houden, doch
de staf der geallieerden schoof het Servi
sche strijdplan eenvoudig ter zijde. En nu
is Servië verpletterd en is alle verband
tusschen het Servische leger en dat der
geallieerden verbroken. Zoo wordt er ge
mopperd, ook in Engelsche bladen, al ver
klaart men ook dat het oordeel opgeschort
moet worden tot later als de oorlog achter
den rug is en de verantwoordelijke des
kundigen voor de vierschaar zullen dienen
te verschijnen.
Met dat al schijnt men in Engeland of
Frankrijk nog geenszins geneigd de vraag
eens ernstig onder de oogen te zien, of
onder de gegeven omstandigheden nog ni6t
een voor alle partijen eervolle vrede moge
lijk is.
—o—o—o—
Eigenlijk oorlogsnieuws was er in de af
geloopen week heel weinig. Alleen op hot
westelijk front, in de Vogezen, werd ver
woed gevochten om het bezit van den
Hartmannsweilerkopf, die eerst door de
Franschen veroverd werd, dooh later door
de Duitschers werd hernomen. Overigens
was het betrekkelijk rustig op alle fronten.
Zelfs in Macedonië werd niet gestreden,
ofschoon de Grieksche verkiezingen al ach
ter den rug zijn. Doordat Venizelos en zijn
aanhang zioh van stemming onthielden
kreeg de tegenwoordige regeering gemak
kelijk een meerderheid in het Parlement.
Of dit van invlood zal zijn op den verderen
loop der gebeurtenissen op den Balkan moet
worden afgewaoht. Evenmin is thans reeds
te zeggen wat de Centralen, Bulgaren en
Turken vorder zullen doen. Naar luid der
berichten zal Griekenland zich niet ver
zetten indien de Centralen het Grieksch
gebied gaan betreden, als voldoende waar
borgen gegeven worden voor de belangen
van Griekenland. De Bulgaren zouden ech
ter niet mee mogon doen.
Intusschen breidt de oorlog zich steeds
meer naar het oosten uit. Zoo is in de
laatste dagen een levendige actie gaande
in Perzië en Mesqpothamië. Nu de verbin
ding tusschen Berlijn en Konstantinopel tot
stand gebracht is tracht Duitschland zjjn
invloed verder naar het oosten uit te breiden.
In Perzië is dat ook geschied. Men weet
dat daar al sedort lang door Rusland en
Engeland de lakens worden uitgedeeld.
Door Duitschen invloed is er echter een
opstand uitgebroken onder de Perzische
gendarmen, die onder bevel van Zweedsche
officieren staan, die in Perzië dezelfde taak
te vervullen hebben als onze officieren
destijds in Albanië. Ze hebben de Russische
troepen aangevallen, maar een sterke
Russische legerafdeeling heeft dadeljjk
revanche genomen. Deze versloeg de gen
darmen, bezette een paar strategische pun
ten en zet thans verder den opmarsch naar
het zuiden voort. In het zuiden bevindt
zich een sterk Engelsch expeditieleger en
de bedoeling scbjjnt te zjjn, dat de Russen
en Engelschen elkander de hand geven om
een dam op te werpen t6gen het voort
dringen van den Duitschen invloed.
VolgeDS andere berichten neemt een
Duitsch-Turkscbe expeditie naar Egypte
ook steeds vasteren vorm aan. In Sirië is
een groot leger geconcentreerd, samen
gesteld uit Duitsche en Turksche leger-
afdeelingen, die in opdracht schijnt te
hebben Daar Egypte op te rukken. We
zullen er waarschjjnlijk spoedig wel meer
van hooren.
T E Z E L, 29 December 1916.
Van de Kerstdagen,
Ruw en somber weer kenmerkten de
kerstdagen. De regen viel af en toe
bij stroomen, akelig huilde de wind langs
de kale velden en door het bladerloos
geboomte. Het was het gewone beeld
van een groene kerstmis, men zou er
waarlijk een witte boven verkiezen.
En toch-...
't Is waar, het reizen met een weers
gesteldheid als nu het geval is, biedt
niet veel aanlokkends, maar spoor en
boot blijven in tact en voor de velen,
COURANT.
Euenals oorige jaren willen wij onzen
zers de gelegenheid bieden om bij de
jaarwisseling hunne Nieuwjaarsgroeten
door middel uan ons blad aan familie,
urienden en bekenden te doen.
De prijs uan zulk een aduertentie, niet
meer dan 5 regels beslaande is 20 Cents
bij uooruitbetaling.
Vriendelijk uerzoeken wij, die adu. ons
TEN SPOEDIGSTE (uoorden Oudejaarsdag)
te doen toekomen. Wij herinneren er aan
dat uoor ons NIEMAND rondgaat om zulke
aduertentiën op te uragen.
De Uitg.