N° 2976 Tweede Blad. Zondag 23 April 1916. Kunsttanden. ïïarmonicagaas, flinke R.K. Dienstbode Steeds de grootste sorteering, nieuwste modellen en laagste prijzen yindt men in onze speciale Confectie-Afdeeling m is IET LOON DER ZONDE. 29st° Jaargang. K. ACKEMA, Zaandam, Jpreeknren fe den Helder 12 op kalven slaande KOEIEN, Ylechtdraad in verschillende maas- wijdten en hoogten# Wed. P. J. ZOETELIEF. Jb. DE WIT set kooi AANBEVELEND, Stationstraat 11, Opnieuw ontvangen Een flinke Knecht 'l, FEUILLETON, ïn Woensdags 1--4 uur, p.a. Wed. fcEUKES, IIET Stationsweg of Spoorstraat. in hoogten van 50 cM., 75 cM. en 1 M. Steeds wordt in voorraad geh.ou.den alle soorten V"erderHeiningdx^aad, draadnagels, krammen, asphaltpapier en asplialtnagels, enz. snijden van paarden, stieren, biggen, enz. J. IJ. WITTE, Oudesohild Texel. Met half Mei of Juni gevraagd, loon 15 guldcu per week met kost. I'. RAIvKEIt, Burg Texel. Moterdiooat. leil voori 'is: TEXELSCHE COURANT. VIAREXSTRAAT S. J Op aanvrage zend ik gratis een boekje let inlichtingen en nuttige wenken. TE KOOP 2 en 3 jaar oud. A. VISSER, Everstekoog. Beleefd aanbevelend, boveolt zich beloofd aan tot hot Verdere inlichtingen geelt gevraagd door ftlej. Til. W. C. JOXKIIEER, Uillegoiu. 18. Uülj ïtterl icrJ doe Vol lOUJ ieni Dames- en Kinderconfectie. Kanaalweg 149, den Helder. Fa. S. A. KAMEWASSER en Zn. mtnaj -Ter :egei TE, Nadruk nerboden. |Foor den direoteur van het tuchthuis te tonden twee mannen, wier bleek gelaat eereten aanblik hun lijden in dat here huis verried. Toch was voor bei- het oogenblik hunner vrijlating ge en zij hadden de tuchthuiskleeding 1 afgelegd en de kleeren aangetrokken mee zij de gevangenis waren binnen- imen. boetjlet hartelijke woorden en vaderlijke aniDgen om den goeden weg te be delen en nooit meer het pad der mis te betreden, ontsloeg de grijze ambte de beide gevangenen. Nadat hun het was uitbetaald, dat zij in hun straftijd verdiend hadden, ontsloot de cipier de r beslagen eikenhouten deur en de mannen waren vrij vrij op dien I iTjSsrüjken lentemorgen. Liilgloe verschillend was de uitwerking van verweldigend oogenblik op die twee! De een, een man van ongeveer veertig somber voor zich heenblikkend, naast meer jeugdigen metgezel. Deze neu- een operawijsje, liet het oog spottend ts en links laoga de huizen gaan en daarbg dikwijls eén ironische opmer- of een treffende aardigheid hoaren. begeleider had hij echter noch een [Z0!]»°ord, noch een lachje kunnen afdwin- r- Voor den duivel, kameraad! riep de te sif n 3 lend, jonge man eindelijk met luide stem, toeD de beide wandelaars de stad reeds achter den rug hadden en op den straatweg voort gingen. Je sohijnt naar de vleescbpotten van Egypte terug te verlangen en in 't miDst niet blij te zijn, dat je weer een mensoh, niet langer een Dommer bent. 't Hoofd omhoog. Nu zal er een heerlijk leven beginnen; wij hebben ook gespaard in vier jaar 180 gulden. Nu, dat geld zullen wij dadelijk op interest zetten, om het flink te laten vermeerderen. Hij lachte hartelijk en liet de zilver, stukken in zijn zak klinken. Wil je ook naar B. F vroeg hij na een poosje. Zijn metgezel knikte. B. is de naaste groote stad. Ik denk dat ik daar wel iets zal vinden, waarmee ik op bescheiden wijze mijn brood kan verdienen. O, zeker, antwoordde de vroolijke jonge man iets is er wel te vinden. Het komt er maar op aan of het iets goeds is. Welk vak heb je uitgeoefend, voor men u naar het groote kosthuis zond F Ik ben met alle handelswerkzaam heden en met de Fransche en Eogelsche correspondentie bekend. Maar op zulk een betrekking hoop ik in het geheel niet meer. Als men uit het gindsche huis daar komt is de weg tot zulk een betrekking voor altijd afgesloten. Maar ik heb in dat huis als meubelmaker gearbeid. Ik denk, dat ik in vier jaren wel zooveel van het handwerk geleerd heb, om als knecht er gens mijn brood te kunnen verdienen. Ab, zoowil je arbeiden F sprak de andere met een onderdrukt lachje. Ik dacht, uw plan was - nu ook goed—wat hindert het mf] P Misschien wordt je later ook eens verstandig, maar nu het noodlot ons heeft samengebracht, zullen wij als be schaafde menschen do vormen der welle vendheid in acht nemen. Mijn naam is Frans Golinski. Een naamkaartje heb.ik belaas niet. Ik heetTbeodoor mijq familienaam doets niets te zake. Zeker niet, waarde Tbeodoor, ant woordde Golinski lachend. Ik begrijp n volkomen. Achting voor de familie, wü kennen dat. Een tijdlang stapten de beide lotgenoo- ten voort; ook Golinski was stil eu scheen aan plannen voor de toekomst te denken. In zijn gedachten was hij reeds in de groote stad, die bun doel was. In den geest zag hij de verbaasde gezichten zijner vrienden, als hij, plotseling van zijn „pleizierreieje* terngkeerend, de leiding dor „zaken* weer op zich zou nemen. Hij verdiepte zich in de zaken en zijn verbeelding voerdo hem in een grooten kelder, waarvan de ingang alleen aan de ingewijden bekend was. Hij zag in die donkere, dompige ruimte heer lijke waren van allerlei soort, in bonte verwarring opgeslagenzijde en stoffen, fijoe linnens, gouden en zilveren sieraden, horloges, kettingen, ringen, parures met diamanten bezet, kortom schatten, die hon derdduizenden waard waren. Wel waren deze heerlijke zaken niet dadelijk te gelde te maken. Ze moesten hier in de diepte blfjven tot men ze daar boven vergeten bad en bet oog der politie niet meer in alle richtingen daarnaar zocht; maar wat hindert dat Binnen eenige jaren zouden deze rijk dommen in contant geld omgez6t worden, een deel daarvan zou hem toebehooreu en dat zou groot genoeg zijn om zioh in een ander land te vestigen en daar in rust do vruchten van zijn .arbeid* te genieten. Deze godaohten werden afgebroken door den aanblik van een koffiehuis, dat nabij een dorp aan den straatweg lag. De scha duwrijke tuin noodigde de wandelaars tot rusten. Zij hadden flink doorgeloopen en langen tijd het genot van bier ontbeerd. Alzoo besloten zg binnen to gaan, den gloed der middagzon onder hot koele loot van den tuin te mijden en dan met Iris— schen moed verder te gaan om voor den nacht te B. aan te komen. Laten wfj nu eens praten, zei Go linski, na een flinken slok bier te hebben gedronken. Zeg eens, Theodoor, hoe is het toch gekomen, dat je voor vier jaren op staatskosten geleefd hebt F Je ziet er niet uit of je daarvoor ia de wieg bent gelegd. Ik durf er op wedden dat jo slechts een enkele maal een misslag hebt begaan, en men je dadelijk heeft te pakken genomen. Dat vermosdt je zeer terecht, ant woordde Theodoor met een smartelijke uit- drnkkiag op het gelaat. Bij mijn wieg zou men niet voorspeld hebben, dat ik een maal de schandvlek mijner familie zou zijn. Mijn leven begon onder gelukkige omstan digheden, die het beate deden hopen. Op een leeftgd van zeven-en-twintig jaar was ik kassier in een groote, bekende bankiers- Wordt vervolgd I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1916 | | pagina 1