N° 2987 Donderdag 1 Juni 1916 29s" Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Van week tot week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor den Boeg 30 Cta. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naur Amerika en andere landen met verhooging der porto'». Advertentiën vóór half negen op den dag der uitgave Prijs der Advertentibn. Van 1 tot 5 regols 30 Cta. Iodere rogel meer 6 Ot. Qroote lettors en Vignetten worden naar plaaUruimto berokond. Bewijsnummers 3 Cta. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uitg. Firma LANGEVELD&DEROOIJ, ParkstraatBurg op Tex LandbonwhnishoudonderwQs. Burgemeester en Wethouders van Texel maken bekend, dat de gelegenheid tot tangifte voor deelneming aan een even- ueelen landbouwhuishoudcursus in deze ;emeente blijft opengesteld tot Woensdag 7 Juni e. k. Texel, 26 Mei 1916. Burgem. én Weth. voornoemd, BUTSING DAMSTE. De Secretaris, JONKER. Bezoek Commissaris der Koningin. Üe Burgemeester der gemeent»Texel rengt ter openbare kennis, dat de Heer ommissaris der Koningin deze provincie voornemens is op aandag, 6 Juni a.s. een bezoek n deze Gemeente te brengen. Zij, die Zijn Hoogedelgestrenge alsdan reDschen te spreken, worden verzocht ervan kennis te geven ter gemeente- Bcretarie uiterlijk Zaterdag 3 Juni a.s. es nam. te 2 uur. Texel, 30 Mei 1916. Do Burgemeester voornoemd, BUYSING DAMSTE. ld. MILITIE. Vrijstelling van Kostwinners. De Burgemeester der gemeente Texel laakt bekend, dat omtrent de hieronder enoemde ingeschrevenen voor de militie, chiing 1917, dezer gemeente, op hun anvrage om vrijstelling van den dienst regens KOSTWINNERSCHAP, door «deputeerde Staten dezer provincie de shter ieders naam vermelde uitspraak gedaan Van der Knaap, C., vrijstelling ge- eigerd. Scheilinger, M., voor een jaar vrijge- leid Van deze uitspraken kan gedurende en dagen, te rekenen van den datum izer bekendmaking, bij de Koningin in iroep worden gekomen lo. door den ingeschrevene, wien de itspraak geldt, of door zijn vader, loeder, voogd of curator 2o. door elk der overige voor de ge- leente ingeschrevenen of door zijn vader, loeder, voogd of curator 3o. door den Commissaris der Konin- iiT ie in de provincie. De personen onder lo. en 2o. bedoeld, loeten het verzoekschrift, waarbij in iroep wordt gekomen, behoorlijk met Henen omkleeden en ter secretarie «er gemeeDte inleveren. Verzoekschriften, niet ingericht of niet geleverd op de hierboven aangegeven ijze, kunnen geen gevolg hebben. Texel den 29sten Mei 1916. De Burgemeester voornoemd, BUIJSING DAMSTE. 111 de< :dc 20-87 Mei. De Tweede Kamer heeft minister Bos- •om opnieuw de gevraagde 100 miljoen egestaan, die hg in verband met de mobi- "ie noodig heeft. De credietaanvrage Hft de heeren een paar dagen bezig ge- >uden en hun gelegenheid gegeven tal 'o militaire aangelegenheden ter sprake br' gen. Ook nu weer viel er over "t beleid van den minister nogal het een ouder te zeggen en meer dan eens was ciitiek laDg niet malsch. 't Is nu een maal een bekend feit dat aan h6t Oorlogs departement en in de militaire hoofdkwar tieren nog maar al te zeer St. Bureaucratius wordt aangebeden, niettegenstaande de voortschrijdende denkbeelden op elk ander gebied. Er is echter reeds veel verbeterd in den loop der laatste jaren, het moet billijkheidshalve worden erkend. Alleen zou in veel nog een snellere vooruitgang gewenscbt zyn, al erkennen we ook voor waarheid het zeer oude Hollandsche woord, dat, wat lange leven wil, traegh geboren moet worden. De Kamer had weer tal van grieven en een der voornaamste was wel die betreffende de militaire ziekenverpleging. In eenige bladen zijn reeds vroeger daaromtreut be droevende staaltjes gemeld en de algemeene indruk, dat het met den militair-genees kundigen dienst lang niet in orde was had zich ook buiten den kring der ingewijden gevormd. Inderdaad is, bij de behandeling van deze kwestie de juistheid ervan ge bleken. Verschillende staaltjes van onvol doende behandeling, soms met de ernstigste gevolgeD, zfjn onder de aandacht van den Minister gebracht. En deze zelf heeft, zy het dan ook schoorvoetend, moeten erken nen,dat er aan de militaire ziekenverpleging nog heel wat ontbreekt. Echter verklaarde hy ook, dat voortdurend gewerkt wordt aan de verbetering van den dienst en de uitbreiding van het materiaal en dat daar mee zal worden voortgegaan. Toch achtte de Kamer, ook Da den Minister gehoord te hebben, het volstrekt niet overbodig om de motie Ter Laan aan te nemen nog wel met algemeen^ stemmen een motie waarin niet minder dan een „grondige verbetering van den geneeskundigen dienst dringend noodzake lijk" werd genoemd en waarin het ver trouwen werd uitgesproken, dat de minister bij de begrooting van 1917 mededeeling zal doen betreffende de maatregelen, die tot verbetering van den toestand werden aangewend. Er was ook nog een andere motie waarin een Staatscommissie werd gevraagd om de kwestie vamde militaire ziekenverpleging onder de oogen te zien, maar die door den voorsteller, den heer Van der Voort van Zijp, ingetrokken werd nadat d6 minister had verklaard, dat een deskundige com missie zal worden in het leven geroepen, om hem omtrent de onderhavige vraag stukken van voorlichting te dienen. Ook werden den minister inlichtingen gevraagd omtrent de munitie-aanmaak en uit het antwoord bleek, dat thans in een 100 tal fabrieken munitie vervaardigd wordt Verder kon ook worden medegedeeld, dat men bezig is met de aanmaak van stalen helmen en gasmaskers. Natuurlyk kwamen ook de zware straffen ter sprake, die opgelegd zijn aan de mili tairen, die met Paschen „gedroscht" zijn. De minister deelde mede dat het duizenden zijn geweest, meerendeels jODge soldaten en hij keurde de door den legercommandant opgelegde straffen goed. Alleen zullen geen rancune-maatregelen tegen de wegloopers genomen worden en ze zullen ook in de voorrechten van de periodieke verloven deelen als hun straftijd om is. Het bleek de minister las het stuk voor dat de opperbevelhebber eenige dagen voor Paschen een aanschrijving aan de corpscom mandanten heeft -gericht met de bedoeling, die ter kennis van de manschappen te brengen. Of er een goed gebruik van dat schrijven is gemaakt moet worden be twijfeld en het mag worden betreurd, dat het niet door middel van de pers ter kennis- van de soldaten en hun verwanten is go- braoht. Wellicht zou hetgetal „gedroschten" dan niet zoo groot zijn gewoest als nu, nadat het langs den bureauoratischen, hiörarchieken weg is gegaan. Zoo was er te klagen over veel, maar minister Bosboom kreeg ten slotte zijn honderd miljoen, zonder dat zich daartegen één stem verhief, By onze oostelijke buren vroegen enkele belangrijke binnenlandsche aangelegenhe den in de afgeloopen week de aandacht. De Staatssecretaris van binnenlandsche zakeD, dr. Delbrück, zag zich wegens ziekte genoodzaakt ontslag te vragen en de keizer verleende het onder dankbetuiging, vervat ln een persoonlijk schrijven waarby de orde van den Zwarten Adelaar gevoegd was. Een bewijs dat Delbrück niet heenging om dat hy in ongenade was gevallen, zooals het wel werd voorgesteld. Als zijn opvolger werd benoemd, dr. Helfferich, staatssecre taris van financiën, vice-Rykskanselier, een man van erkende bekwaamheden. Graaf von Roedern kreeg in zijn plaats de sleutel van 's Ryksschatkist en de zorg daarvoor, wat in dezen duren oorlogstyd met de eene oorlogsleening na de andere geen gemak- kelyke taak is. Naast deze benoemingen was er echter nog een andere die de aandacht verdient. Duitschland kreeg n.l. een „voedingsdicta tor." De Bondsraad machtigde den Rijks kanselier een „Kriegsernahrungsamt" in het leven te roepen, 'tlsonsnietmogelyk daarvoor een g06d klinkend Hollandsch woord te vinden doch de bedoeling ervan zal den lezers wel duidelijk zijn. Deze nieuwe instelling wordt belast met de zorg voor de voeding van het Duitsche volk ge durende den oorlog. De president ervan krygt het recht te beschikken over alle mogelijke voedingsartikelen, die er in het land gevonden worden, alsmede over alle artikelen van veevoedering. De distributie ervan wordt door hem geregeld, zoo noodig kan hy alles onteigenen en ook de uitvoer en de invoer van dergeiyke artikelen zijn aan zyn beslissing onderworpen. Ook de prijzen worden door hem geregeld. De president wordt dus in den waren zin des woords een voedings-dictator." De voedingskwestie is in Duitschland wel de voornaamste kwestie. Het kan niet worden ontkend, dat er gebrek is aan veel en dat bovendien zeer ongeregelmatig is verdeeld datgene wat er nog is. Het heeDgaan van Delbrück wordt zelfs voor een deel aan die toestanden toegeschreven. Als president van het voedingsdeparte ment is benoemd von Batocki 6n hij heeft reeds in de Ryksdagcommiasie het een en ander van zpn plannen medegedeeld, waar uit blijkt dat hy met kracht zal optreden 0—0 0 De stryd om Verdun duurt nog steeds voort, onverminderd in kracht. In de laatste dagen is er weer zwaar en bloedig gevochten met wisselende kansen'. Zoo blijft de bloedige strijd by Verdun heen en weer golven, zonder dat een be slissing van beteekénis kan worden ver kregen. Hoe lang nog? Op het oosteiyk front was het opmerke lijk kalm, doch op het zuidelijk oorlogs terrein is de stryd heviger dan ooit, De Oostenrijksche troepen, die in Zuid-Tirol het offensief openden staan thans op Itali- aansch gebied, na de Italianen zware ver liezen aan manschappen en kanonnen te hebben bezorgd. Ze loopen thans storm tegen de Italiaansche hoofdstellingen bij Asiago en Asiero tn met spanning wordt afgewacht of zy or in zullen slagen dezen geweldigen tegenstand te breken. Dat zou een succes* zyn van groote beteekenis en wellicht beslissende gevolgen. Als een terugslag op do aotio in Italië merkt men thans ook leven en beweging op den Balkan. Alles wyst er op, dat daar nu het spel zal beginnen. De geallieerden zyn versterkt met de Servische troepen van Korfoe, terwyi aan de andere zijde een groot aantal troepen aan het front zyn onttrokken om tegen deltalianen gebruikt te worden. Biykbaar acht men thans het oogenblik gunstig om handelend op te treden. Er viel in de afgeloopen week ook weer melding te maken van belangwekkende diplomatieke redevoeringen. Zoo stond de Duitsche Rykskanselier een onderhoud toe aan oen AmerikaanschdagbladcorrespondeDt waarin hij een bestrijding leverde van de onlangs gehouden redevoering van den Engelschen minister Sir Edward Grey. Zoo verklaarde hy 0. m. dat Grey heel goed wist waarom Duitschland niet op het voor stel van Engeland kon ingaan voor een conferentie inzake het conflict tusschen Oostenryk en Servië. De reden toch was de Russische mobilisatie, die alweer een gevolg was van de toezegging van Enge land aan Rusland van militaire hulp. Hoe de kanselier over eventueele vredes pogingen denkt, zette hij nader uiteen. Hij verlangt een duurzamen vrede, maar men zal dien vrede niet nader zien komen, zoolang de verantwoordelijke staatslieden der Entente hun eigen voortreffelijkheid trachten te doen uitkomen in opmerkingen over „Pruisische tyrannic", „Pruisisch militarisme" of veranderiug beoogen van Duitschlands politieke toestanden. Von Bethmann Hollweg besloot aldus „Tot tweemaal toe verklaarde ik open lijk dat .Duitschland tot onderhandelingen bereid is, op den grondslag welke het in de toekomst tegen aanvallen door een coalitie beschermt en den Europeeschen vrede waarborgt. Gij hebt het antwoord van Poincaré gehoord (Duitschlands onder werping). Alleen wanneer de staatslieden den oorlogstoestand nemen, zooals die door elke oorlogskaart wordt aangetoond, als zo eeriyk de vragen van oorlog en vrede practisch willen bespreken, zullen wij nader tot den vrede komen. Wie daartoé niet bereid is, draagt de schuld als Europa ver der verbloedt. Ik wijs die schuld verre van mij." Grey heeft al dadelijk gerepliceerd op deze uiteenzetting van den Duitschen kanselier. Voor hem biyft Duitschland aansprakeiyk voor het voortzetten van den oorlog, omdat zij zich op het standpunt stellen dat de geallieerden verslagen zijn. Deze moeten zich nu des te krachtiger concentreeren om den oorlog in een stadium te brengen, waarin het vooruitzicht van een hechten duurzamen vrede tot werkeiykbeid kan worden gebracht. De eerste schrede om tot vrede te komen moet zyn, dat Duitschland erkent, dat de geallieerden niet verslagen zijn. In heel wat krasser bewoordingen liet president Poincaré zich dezer dagen over den toestand uit. Het was by de begroeting van de Russische parlementsleden dat hy verklaarde, dat de geallieerden zoolaDg zullen strijden totdat zy door een beslis sende overwinning Duitschland den vrede kunnen voorschryven. De Fransche minister-president Briand sprak iQ denzelfden geest „De vrede" zei hij „kan slechts groeien uit de over- TEXELSCHE COURANT. EL. —0-0—0— —0—0—0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1916 | | pagina 1