N° 3001 Donderdag: 20 Juli 1916. 29ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Van week (of week Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor dbh Burg 30 Cta. Franco per post door ge- heel Nrdbbland 45 Cta. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór half negen op den dag der uitgave Prijs der Advertentiin. Van 1 tot 5 rogels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct. Qroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de üitg. Firma LANGEVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, BurgopTexet KOHIER van den Hoofdelijken Omslag. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Texel maken bekend, dat een afschrift van het primitief kohier van den Hoofdelijken Omslag voor het dienst jaar 1916, gedurende vijf maanden, van den 17den Juli 1916 tot en met den 16 December 1916, ter Gemeente secretarie voor een ieder ter lezing ligt. Texel, den 15den Juli 1916. Burgem. en Weth. voorn. De Secretaris, De Burgemeester, JONKER. BUTSING DAMSTE. 8-15 Jnli. Belangrijk werk had onze Tweede Kamer in de afgeloopen week te verrichten. Niet alleen bracht ze de behandeling van het ontwerp tot wijzigipg van de successiewet ten einde, maakte ze een aanvang met de behandeling van het ontwerp tot wijziging van het posttarief en riep de belangrijke Distributiewet haar Vrijdag in de afdeelin- gen; maar ook bracht ze de ingrijpende wijziging der Landstormwet tot stand. Nu van, de landweer zoo langzamerhand alle lichtingen afgelost zijn, wil de j-egeering die aflossing ook verder uitstrekken tot de militielichtingen. Daar zè echter met het oog op den internationalen toestand nog geen mannetje meent te kunnen missen, zal dat aflossen der miliciens alleen moge lijk zijn door de Landstorm met nieuwe jaarklassen uit te breiden en deze onder de wapens te roepen. Dat zal thans ge schieden, want de Kamer heeft het des betreffende ontwerp aangenomen. Men kan het in menig opzicht een bil lijke maatregel noemen om de miliciens die nu reeds meer dan 2 jaren onder de, wapens zijn geweest, geleidelijk naar huis te zenden, maar het aflossen van deze door oudere landstormeis, waarvan mis schien velen gehuwd zijn en die eigen zaken hebben of als hoofden en leiders van bedrijven optreden, heeft toch zeer zeker een groote schaduwzijde. Bij het debat over dit regeeringsontwerp kwam ook de vraag naar voren, of het leger niet gedeeltelijk gedemobiliseerd zou kunnen worden. Er werd van eenige zijden op aangedrongen, doch minister Bosboom had er geen ooren naar. Integendeel, naar diens meening moet eer van versterking dan aan demobilisatie gedacht worden. En toen dat niet zoo grif werd toegegeven, zorgde de minister-president voor het slot. Hij verklaarde het denkbeeld van gedeel telijke demobilisatie eenvoudig onaan nemelijk; stemmen tegen het regeerings ontwerp zou door het Kabinet als een be wijs van wantrouwen worden opgevat. De soc. democraten handhaafden toen nog wel hun amendement tot gedeeltelijke demo bilisatie, doch nu de regeering haar lot had verbonden aan het ontwerp, werd het amendement verworpen en het regeerings ontwerp aangenomen. Minister Coit van der Linden was in de bestrijding van het amendement nogal scherp. Hy wilde dat de Kamer wat meer he zaken aan de regeering zou overlaten en vond dat wat al te veel de stuurlui van hen wal zich laten gelden. Minister Bosboom heeft opnieuw de man netjes gekregen, die hij gevraagd heeft. Maar hij heeft meer noodig dan deze. Zoo zond hij in de afgeloopen week weer een verzoek bU de Kamer in om hem voor de bekende doeleinden opnieuw een crediet van 75 millioen te willen verleenen. Zoo blijft de oorlogstoestand voortdurend schatten vragen. En niet enkel door de uitgaven voor de mobilisatie alleen, maar ook door de extra posten die de andere departementshoofden op hun rekening moe ten stellen. Voor alle departementen zijn de uitgaven zeer gestegen. Er moet dus gezocht worden naar nieuwe bronnen, waarmee regeering en Kamer zich nu al maandenlang bezig houden. De verhooging van de tarieven voor post- en telegrafie is daarvan ook al een bewys. De Kamer is thans met de behandeling van het desbe treffend ontwerp bezig. Wordt aangenomen hetgeen de minister voorstelt, dan zal ei op een briefkaart straks een 3-cents post zegel moeten worden geplakt binnen den kring van het kantoor 2 cent doch levert het rijk gratis de formulieren. De porto voor gewone brieven zal gelijk blijven, maar voor zwaardere wordt verhooging ingevoerd. Ook zal het tarief voor een telegram of telefoongesprek met 5 cent worden verhoogd, tqrwijl het tarief voor dringende telegrammen driemaal het ge wone zal zijn. Ook de vracht voor zware drukwerken, het recht voor het innen van kwitanties etc. zal verhooging ondergaan. En dan is er nog een amendement om voor ieder stuk dat op Zondag besteld wordt extra 5 cent te heffen, maar dat dit. zal worden aangenomen is nog Z6er de vraag. Belastingverhooging, posttarief verhooging, het zijn eenige der middelen om de meer dere gewone uitgaven te dekken, Blijkbaar echter zoekt de regeering thans ook naar een ander middel, n. 1. dat van bezuiniging. Gemeld wordt althans, dat de geheele komende week de minister van Financiën besprekingen zal houden met de hoofden der departementen over de voorloopige bc- grootingen, die thans gereed zijn. Die be sprekingen zullen ten doel hebben om „de stijging der uitgaven te houden binnen de perken der ontvangsten". Een verstandig denkbeeld. Gelukt zulks, dan zal er althans in het komende, begrootingsjaar niet reeds dadelijk met tekorten behoeven te worden gewerkt. Bezuiniging, waarop bezuinigd kan wor den mag gerust ook voor de grootste firma en werkgever van het land, den Staat, in de komende tijden het parool zijn. Temeer nu de voorziening in de stoffelijke behoef ten van de groote massa schatten gelds zal noodig maken. De regeering heeft voor dat doel 20 millioen aangevraagd, maar daarmee zal ze er wel lang niet komen. De Distributiewet, die met de 20-millioen- aanvrage ten nauwste samenhangt, is thans in de afdeelingen onderzocht en met een beetje goeden wil zal het nog voor de zomervacantie zyn beslag kunnen krygen. De Kamer zal zich wat moeten haasten, maar dat heeft ze zoo langzamerhand onder den druk der buitengewone omstandig heden, ook wel geleerd. Er wordt flink ge werkt, dat moet gezegd. Ook de verschyning van bet voorloopig verslag omtrent het afdeelingsonderzoek van het ontwerp tot wijziging van art 192 het Onderwijsartikel der Grondwet, is daarvan een bewijs. Evenals over de wijziging der andere artikels, zal over die van dit artikel stellig nog wel heel wat worden gezegd, als een en ander straks ia het openbaar aan de orde komt. Er valt nog niet te zeggen of bet Bevredigings- voorstel een voldoende meerderheid zal vinden. Evenmin of minister Lely succes zal hebben met het door hem ingediende ontwerp om de Ouderdomswet te doen aansluiten by de Invaliditeitswet. Het ontwerp is bedoeld als een poging om overleg mogeiyk te maken tusschen rechter- en linkerzijde. Ook een bevredi- gingsontwerp dus. Treffend straks komt het Bevredigings- ontwerp inzake de Onderwijskwestie aan de orde en de groote man die de groote lynen ervoor aanwees we bedoelen Dr. Bos heeft niet de uitkomst ervan mogen be leven. En als straks het bevredigingsontwerp inzake de verzekering aan de orde komt, zal zeker ook met weemoed herdacht worden do andere groote man, die de In validiteitswet in het aanzien riep de oud-minister Ds, Talma, wiens stoffelijk overschot pas werd toevertrouwd aan den koelen schoot der aarde en aan wiens nagedachtenis in de Kamer'en de pers in de laatste dagen eerbiedig hulde werd gebracht. Bos en Talma, beide gevallen in den vollen bloei der jaren, in de kracht van het leven en beide te vroeg omdat ze zich te veel hebben gegeven aan de groote zaak van ons allen. Oud minister Talma heeft in de rechter- zyde een groote plaats opengelaten en de democratie leed in hem tevens een ge voelig verlies. —o-o—o— Er is sedert we ons vorig overzicht schre ven weinig verandering gekomen in den algemeenen oorlogstoestand. De strijd woedde voortop sommige frontgedeelten zooals in het westen aan de Somme en bij Verdun en in het oosten aan de Stochod zelfs buitengewoon hevig. Over al echter bedwingt de verdediging den aanval en waar ze daarin niet geheel slaagt daar blijven slechts resultaten over van betrekkelijk geringe beteekeDis. Beslissende resultaten beeft het groote offensief der geallieerden nog niet opgeleverd. Toch zou het zeer lichtvaardig zijn te zeggen dat de groote aanvallende beweging reeds doodgeloopen is. Integendeel, aan de Stochod blyven de Kussen vorderen ondanks het hardnekkig verzet van generaal van Linzingen en in Oost-Galicie kunnen de Oostenrijkers ook den zwaren druk geen weerstand bieden. En op het westelyk front hebben de Engelschen thans aan de Somme hun tweede offensief geopend en gaan ze langzaam vooruit. Langzaam, voetje voor voetje doch de Ententepers heeft het dadelyk voorspeld. Het zou niet sn6l kunnen gaan de Duitsche linie achteruit te beuken. Ook minister president Asquith liet zich dezer dagen in die geest uit. Asquith hield een rede in het Lagerhuis, waarin hy o.m. de verzeke ring gaf dat het gebeurde der laatste dagen nog maar het begin was „van de groote daad, die wij moeten afwachten." —o—o—o— Er deed zich in de laatste dagen ter zee een gebeurtenis voor, die in breederen kring de opmerkzaamheid beeft getrokken. Plot seling verscheen in de Amerikaansche haven Baltimore een groote Duitsche duik boot, de „Deutschland", die er in geslaagd was goed en wel den langen weg dwars over den Oceaan af te leggen en niettegen staande Engelands oppermacht ter zee, de veilige Amerikaansche haven te bereiken. De „Deutschland" is geen gewone duikboot niet ingericht voor oorlogsdoeleinden, maar een koopvaardijschip, dat zijn weg niet over maar onder de golven kiest en dat, zooals de gezagvoerder met eenige zelf overschatting zeide, gebouwd is, „om deel te nemen aan den geregelden haadel van Duit8chland met de overzeesche landen". Ongetwyfeld mag worden gezegd dat de Duitschers met deze zeereis een stout stukje zeemanschap hebben laten zien. En mag men de Duitsche bericbien gelooven dan. zal het by dit eene staaltje niet blijven. Reeds moet een tweede koopvaarder-onder- zeeer naar de Vereenigde Staten onderweg zijn. De „Deutschland" was geladen met een kostbare lading verfstoffen en denkt terug te keeren met een lading nikkel en rubber, waaraan do Duitschers groote be hoefte hebben. Ze is de eerste van een aantal onderzeeers die voor handelsverkeer te Bremen worden gebouwd en toebehooren aan de reederij „Ocean" aldaar. Van Eogelsche zyde wordon pogingen gedaan om het schip in Amerika te doen interneeren, doch daar zal wel geen sprake van zyn, omdat de boot niet als een oorlogsvaartuig kan worden, beschouwd en als handelsvaartuig aanspraak kan maken op dezelfde gastvryheid als de Franscbe en Engelsche koopvaarders in Amerikaan sche havens ondervinden. In Bremen heeft men ter eero van de behouden aankomst van de „Deutschland" in Baltimore, druk gevlagd en de reedery ontving tal van gelukwenschen. En de Duitsche pers heeft aan de inderdaad be langwekkende gebeurtenis geestdriftige artikels gewyd. Zij schynt er allerlei grootsche dingen van te verwachten. Zoo werd betoogd, dat Duitschland bewezen heeft, dat de Engelsche blokkade niet effectief is en de Engelsche prysgereohten daarom geen rechten meer kunnen laten geilen tegen neutrale schepen die goederen naar DuitBcbland brengen. Een ander blad orakelt dat thans het gerégelde verkeer tusschen DuitsohlaDd en de Vereen. Staten is hersteld en dat de afsluiting ter zee niets meer te beteekenen heeft, omdat de Duitschers er eenvoudig onder door varen. Men gevoelt dat daarin nog al eenige overdryving schuilt. De nieuwe onderzee booten hebben slechts bescheiden afmetin gen, zoodat de slechts geringe voorraden goederen kunnen overbrengen. Bovendien is het zeer de vraag of de Engelschen nibt in staat zullen blijken den weg naar Amerika voor deze onderzeeer gevaariyk te maken. Intusschen is de tocht van de „Deutsch land" oen mooi moreel succes voor Duitsch land. Dat kan niet worden ontkend. TEXEL, 19 Juli 1916. De Wognummers. Een heel gewone advertentie in ons vorig nummer meldde de buitengewone uitvoering van de, Gemengde Zaügver- eeniging „Jacob Kwast" alhier op Zater dag a.s. en die eenvoudige adveitentie werkte als een electrische vonk en bracht het kunstminnend publiek in onze ge meente in beweging. Goede wijn behoeft geen krans, de naam van de Wognummér Zangver- eeniging is te zeer gevestigd, dan dat wij hier eenige aanbeveling behoeven te doen (dat blijkt vooral door de vraag naar toegangskaarten, Maandagavond waren reeds 300 kaarten verkocht) Toch kunnen wy niet nalaten hier een recensie van het „Dordrechtsch Nieuwsblad" van 21 Jan. '16, te laten volgen: „De Wognummers" vermeldden de aanplakborden. En honderden trokken weder op naar Kunstmin, om het be roemde koor te hooren. Laten we er dadelijk bijvoegen en om weer te go- nieten. Meermalen mochten wij de uit stekende kwaliteiten van „.Jacob Kwast" roemen en we zullen daarom nu niet weder in den breede uitweiden over alle goede eigenschappen. Laten wij alleen in herinnering breDgen den prachtvollen klank, vooral van de vrouwenstemmen het onvergetelijke pianissimo, het bewon derenswaardige ensemble, dar, meermalen gelijkt op een heerlijk orgelspel, de mooie nuanceering én de fijue voordiacbt. Ja, Willem Saai, de eenvóudgo man uit Wognum, dwingt, bewondering af met hetgeen bij met zijn koor bereikt." TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1916 | | pagina 1