N°. 3122. Woensdag 19 September 1917. 31ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Van meek tof week. srd iur Dit bl»d verschijnt Woensdag- en Zaterdagmorgen Abonnementsprijs per S maanden. Voor ben Bobo 30 Cta. Franco per post door ge heel Nederland 45 Ct-a. Near Amerika en andere landen met rerhooging der porto's. Advertentiën daags voor de uitgave vóór 6 nur nam. Prys der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct. Qroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uitg. Fibma LAN0EVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burö op Tixel. 8-15 Sept. De oorlogstoestand duurt voort en de moeilijkheden worden grooter. Ook nog in ons land, waar ongetwijfeld velen met zorg den winter zien naderen. De nieuwe beperking van de reeds beperkte dienst regeling der spoorwegen, die reeds inge voerd zal zijn als deze regels onder de oogen der lezers komen, stelt ons maar si te duidelijk'voor oogen, hoezeer de kolen- nood begint te nijpen. En het kaarsje, dat by gebrek aan gas of petroleum, 's avonds ontsteken, om toch maar niet geheel in 't donker te zitten, vertelt ons maar al te zeer, hoe donker het met onzen tijd wel gesteld is. En dan de broodkaart, die al langer, terwijl het broodje steeds klei ner wordt, en de levensmiddelendistributie met bons hiervoor en bons daarvoor en porties, die bij de hectogram worden afge wogen. Ze herinneren ons voortdurend aan het groote voedselvraagstuk, dat in alle landen aan de orde is, ook in het onze. En als de kaarten en de bonnetjes en al dat andere ons er niet telkens weer by bepaalden, dan zouden de inge zonden stukken in vele bladen, de adressen aan de regeering, de demonstraties hier en daar tegen minister Posthuma's levens- middelenpolitiek, het wel doen. Er worden dan ook vele en ernstige klachten ver nomen over die politiek, klachten van de zijde van producenten, zoowel als van de consumenten. De boeren zyn zelfs heel boos op minister Posthuma, om de maat regelen die deze genomen heeft, inzake de in beslagname van de oogst en de distri butie van veevoeder. Het systeem wordt als ondeugdelijk afgekeurd, er wordt veel te veel geld over de balk gegooid, de land bouwers krijgen niet wat hun toekomt en beloofd is, en met hun veestapel gaat het mis. In de laatste dagen werden tal van byeenkomsten gehouden, waarin tegen de politiek van minister Postuma geprotes teerd werd. Zelfs werd zeer felle kritiek gehoord, van meer dan een zijde, ja, bedrei gingen bleven zelfs niet uit. Niet alleen de producenten ook de con sumenten klagen. En inzonderheid de arbeidersorganisaties laten hun protest hooren. Ook zy meenen reden te hebben tot kritiek en als men eraan mocht twij felen, dan zullen de groote demonstraties voor de levensmiddelenvoorziening, welke van sociaal-democratische zyde deze maand over heel ons land zullen gehouden wor den, wel voor de bevestiging zorgen. Of het beter kan We wagen ons niet aan een antwoord, Wel weten we, dat het huidige stelsel tal van meer of min dere ernstige gebreken aankleven, dat er ook veel te veel „aan den strijkstok" blijft hangen, dat er zeker wel reden is te klagen. Maar ook weten we, dat het ambt van minister van landbouw in deze om standigheden buitengewoon zwaar is, dat maar al te vaak de beate stuurlui aan wal staan en dat ook de knapste minis ter niet het geheim kent uit het sprookje onzer kinderjaren, het geheim van het „Tafeltje dek je 't Is voor minister Posthuma intusschen w* .mooi ding geweest dat de kamers hét besu in den laatsten tijd niet erg las tig hebben gemaakt. Maar Dinsdag begint de nieuwe zitting en wie weet, of er n et heel spoeciig de een of andere interpellatie op het agenda komt. Dinsdag begint weer het nieuwe parle mentaire jaar, tuaar de jtsidentie kiijgt niet zyn Prinsjesdag. Ook al als een ge volg van de omstandigheden, de tijdsom standigheden, zoowel als de politieke om standigheden. De beperkte treinenloop kan ook in de residentie, die nu haar drukke derde Septemberdinsdag mist, gerust worden ingevoerd. En nu het uitzicht nog steeds niet groot is, dat we in de komende maan den hetzij van Duitschland of Engeland ons gerief kolen kunnen betrekken, is die beperking zeer zeker niet overbodig. In tusschen, er wordt nog onderhandeld, óók met Engeland, en nu de Engelschen blijk baar in de Noordzee de duikbooten begin nen baas te wordener kwamen in de afgeloopen week heele convooien schepen onze havens binnen is de kolonaanvoer uit Engeland nog niet geheel en al onze ker. Laat ons hopen hoop doet leven, —ooo Hoop doet leven dat geldt ook ten opzichte van de vraag of er dan nooit een einde zal komen aan de tegenwoordige menschenslachting. Als men let op de ver bitterde gevechten, die ook in de afgeloopen week nog op schier alle fronten werden geleverd, dan moet men zich haast alle hoop voelen ontzinken. lederen dag brach ten de legerberichten ons mededeelingen omtrent felle aanvallen en tegenaanvallen, acties van vliegtuigen en artillerie, etc. Duizende levens werden weer geofferd op het altaar van den wreeden oorlogsgod. Op de slagvelden bespeurt men niets van een neiging tot vrede. Maar als men let op de uitkomsten van al die groote en kleine gevechten in de laatste dagen, dan voelt men toch weer de hoop die leven doet. Nergens is een be slissende verandering in den algemeenen toestand kunnen worden gebracht en dat moet tenslotte toch de strijdende partijen kunnen overtuigen, hoe hopeloos het eigen lijk is zijn vertrouwen te stellen op een offensief of op een duikbootenactie. Plet besef dringt steeds meer door bij de volken dat een vrede dóór overwinning tot de on mogelijkheden behoort en dat de vrede door overleg moet worden verkregen. Op het westelyk front volgde in de laatste dagen de eene vruchtelooze aanval op den anderen, op het zuidelyke oorlogsterrein eindigde de lie Isonzoslag, die de Italianen niet het resultaat heeft gebracht dat zij or van verwachttenop het front van Riga kwam de Duitsche stormloop tot staan en op het Roemeensche gevechtsterrein bleef de toestand, ondanks hevige gevechten, ongewijzigd. Overal is de strijd vastge- loopen. Michaëlis, de Duitsche kanselier, heeft by zijn vertrek uit Stuttgart tot de ver zamelde menigte gesproken van de hoop, dat de vrede nog dit jaar mocht komen. Heeft Michaëlis redenen om aan t6 nemen dat die hoop vervuld wordt? Ongetwijfeld hy zou ze anders niet gewekt hebben in het hart van het Duitsche volk. Duitsche bladen hebben er ons ook al zoo langza merhand op voorbereid, dat er hoop op een spoedige beslissing bestaat, Op welke wyze Steunt Michaëlis op de resultaten van de duikbootenactie of verwacht bjj het einde van den strijd als een gevolg van de vredesactie van den Paus. Er komt over enkele dagen een nieuw vredesvoor stel van de Gentralen, dat is voorspeld door Michaëlis zelf. Verwacht hy daarvan het einde van den kryg Of bouwt hy zijn hoop op den toestand in de geallieerde landen Daar is veel, dat op een kentering wijst. In Frankrijk is na veel moeite een nieuw kabinet ge komen. Painlevé, die eerst al zyn pogin gen om een kabinet voor nationale verde diging samen te stellen, had moeten op geven, werd opnieuw door Poincaré aange zocht en slaagde er ook in zijn mannetjes te vinden. Ribot bleef ook in dit ministerie minister van buitenlandscbe «aken, en de Duitsche pers noemt het nieuwe Fransche kabinet daarom ook nog een annexatie kabinet; maar ze vergeten eén ding, n.l. dat de socialisten geen deel meer uitma ken van het kabinet. Dat is de nawerking van Stockholm Wel zegden de socialisten het nieuwe kabinet bun steun toe, doch er is weinig toe noodig, om Painlevé dien steun te ontnemen en er zonder, zal zijn kabinet niet op de been zyn te houden. In Engeland is het merkwaardig stil op politiek gebied, al een dag of wat. Dat heeft zeker iets te beteekenen. Zelfs Lloyd George heeft al meer dan een week ge zwegen. Uit Italië komen berichten van een ka binetscrisis, in verband met de levens middelenvoorziening. Dat zyn alle gunstige teekenen, guns tig om den vr6de, die toch eens zal moe ten komen. Laat ons hopen, spoedig —o—o—o In 1915 vestigde de Engelsche regeering de aandacht der Zweedschë op het feit' dat er tusechen de cyfertelegrammen, wel ke uit Amerika naar Stockholm gezonden werden, Duitsche telegrammen liepen. Men kon ze te Londen niet ontcyferen, maar vertrouwde het zaakje niet. Door de Zweed- sche regeering werd beloofd, dat tegen zooiets in het vervolg zou worden gewaakt. Maar zie, dezer dagen heeft de inlichtings dienst te Washington mededeeling gedaan van telegrammen, wel afgezonden door den Zweedschen gezant te Buenos Aires en gericht aan het ministerie van buiten- landsche zaken te Stockholm, maar die in werkelykheid mededeelingen bleken te zyn, van den Duitschen zaakgelastigde in Ar gentinië aan zijn regeering te Beriyn. H6t bewys werd hierdoor geleverd, dat Zweden handlangersdiensten aan de Duitsch6rs be wees, nog wel aan den Duitschen spion- nagedienst. Want en dat is wel het bedenkelijke de telegrammen, die onder schept werden, bleken wel alles behalve van onschuldigen aard te zyn. De Duit sche zaakgelastigde in Buenes Aires, graaf Luxburg, gaf in die telegrammen aan zyn regeering allerlei inlichtingen, omtrent de schepen, die uil Argentijnscbe havens naar Europa vertrokken. Daarbij gaf hy den raad de Argentynsche schepen tot den terugtocht te dwingen, ze door te laten, of spoorloos in den grond te boren. Met man en muis naar den kelder, zoodat er geen boodschappers overbleven. Verder noemde graaf Luxburg den Argeotynschen minister van buitenlandscbe zaken een „beruchte ezel," enz. Tegelyk haast met deze onderschepte telegrammen, publiceerde Lansing een brief van den Duitschen gezant in Mexico, die voor zijn Zweedsche collega een Duit sche ridderorde verzocht, omdat deze diplo maat platweg gezegd, spionnagediensten voor de Duitscbers zou kunnen verrichten. Begrypelyker wijze heeft de publicatie dezer telegrammen veel opzien gebaard. De regeering van Argentinië zond graaf Luxburg zijn paspoorten thuis en in Bue nos Aires hebben ernstige anti-Duitsche opstootjes plaats gehad. Het is volstrekt Diet onmogelyk, dat het tot een afbreken der betrekkingen komt tusscben Argen tinië en Duitschland. Wat Mexico zal doen, valt nog niet te zeggen. De Zweedeoae regeering, die zich door dit alles wel ernstig geblameerd moet ge voelen, heeft zich trachten te verontschul digen, door to verklaren, dat zy van dit alles niets heeft afgeweten. —o—o-o Buitengewoon ernstige berichten kwa men er in de afgeloopen week uit Rusland. Meer dan eens was er in den laatsten tyd verschil van meening aan den dag getre den tusschen Kerenski en Kornilof, de beide leiders der revolutie. Kornilof is de man van het strenge regime, wat hy voor al bewezen heeft in de wijze, waarop bjj do muiterij onder de Russische troepen heeft trachten te dempen. Hy voerde niet alleen de doodstraf in aan het front, maar liet zelfs heele troepenafdeelingen, die zon der reden uit de loopgraven liepen, met zijn kanonnen aan flarden schieten. Hy is er in geslaagd Kerenski en den Raad van Arbeiders en Soldaten een heel eind mee te voeren, op dien weg van ge strengheid en geweld, maar daarmee was hij nog niet voldaan. Hy stelde Kerenski den eiscb, dat deze hem 't dictatorschap zou overdragen. Hij wilde alle militaire en civiele macht, wenschte een andere regeering in te stellen, met één woord een einde te maken aan den huidigen gang van zaken en een krachtiger beleid te voeren. Kerenski, die zich gebonden acht aan de vrijheidsbeginselen der revo lutie, heeft geweigerd aan dien eisoh ge volg te geven. Ja, hy heeft onmiddeiyk van Kornilof gevorderd, dat deze het opper- bevelhebbersohap van het leger zou over geven aan generaal Klembofaki, den aan voerder van het Noordelijk frontleger. Waarop Kornilof zich aan het hoofd zijner „wilde divisie" stelde, om naar Petersburg op te rukken. Maar Kerenski had zyn maatregelen genomen en, om kort te gaan, volgens de berichten, die thans ter onzer beschikking staan, is de staatsgreep van Kornilof op een mislukking uitgeloopen. TEXEL, 19 Sopt. 1917. Onder de „Marineberichten" in de Held. Ct. lezen wij, dat de tegenwoordige commandant der troepen op Texel, de WelEd.Z.Gestr. Heer P. E. K. Ebblnge Wubben, luitenant ter zee le klasse, met ingang 25 September wordt belast met het bevel over Hr. Ms. „Braga", terwyl. de WelEd. Gestr. Heer C. A. Brugmans, luitenant ter zee le klasse, tot zijn opvolger is benoemd. Het begint te nijpen. Tal van gezinnen zitten 's avonds al in donker, tal van bedrijven ondervinden nadeel en schade van het gebrek aan petroleum voor verlichting en wat erger is, voor die bedrijven is er voorshands geen verbetering te bespeuren. De toe- wijzingscommissie berient aan de aan vragers, dat eerst de z. g. lichtlooze ge zinnen moeten worden geholpen en terecht, maar hoe, moeten de bedrijven het in den komenden winter zonder kunstlicht redden? In waarheid het begint te nypen. Onze „Dageraad" vaart met ingang van Maandag a. s. éénmaal van Texel en wel 's morgens 9 uur en de reizigers wier doel van de reis verder is dan den He'der, al is het Schagen, moeten meer daa 6 uur aan den Heider wachten op het vertrek van den trein. Aan kritiek op de vastgestelde vertrekuren geen gebrek. Maar wie weet beter. Hetbastuur vau T.E 0,0. beeft waarschijnlyk de zaak; TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1917 | | pagina 1