N°. 3159, Woensdag 30 Januari 1918. 31ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. [S. Van week tof week Dit blad verschijnt Woensdag-- en Zaterdagmorgen Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor mn Bürg 40 CU. Franco per post door ge heel Nederland 55 Cts. Naar Amerika en Andere landen met rerhooging der porto'e. Advertentiën daags voor de uitgave vóór 4 uur nam Prijs der Advertenliin. Van 1 tot -5 regel, 40 CU. Iedere regol meer Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers S CU. per nummer. ABONNEMENTEN en ABVERTENTIEN worden aangenomen by de Oitg. Firma LANGEVELD DE RO0IJ, Parkstraat, Borg op Tkxei,. nd Spoor- cn Bootdicnst. Beperkte dienstregeling. eVertrekuren van de boot van Texel ■l)" 8,- v.m. 1,30 n.m. Vertrekuren van de boot van Helder 9,30 vm. 3,- n.m. w Vertrek en aankomst van treinen van den Helder naar Amsterdam. Vertrek. Aankomst. 5,33 8,27 7,26 sneltrein 9,11 4,10 7,11 8,05 11,08 Bovendien loopt een trein op Zondag morgen van Helder naar Alkmaar, van Helder 6,35 te Alkmaar 7,54 Donderdagmorgen van Helder naar Schagen, ran Helder 7,49 te Schagen 8,28 Van Amsterdam naar den Helder. Vertrek. Aankomst. 5,32 8,36 9,20 11,30 2,10 5,35 9,09 ged. sneltrein 11,41 10,27 12,16 Qgr Zondagmiddag van Amsterdam ver strek 12,49 aankomst Helder 5,35. Niet op Zon- en feestdagen, alleen op Zondag. .er pei en INVORDERING 's Rijks Directe belastingen. De Burgemeester der Gemeente Texel maakt bekend, dat het kohier to. L der grondbelasting over het jelastingjaar 1918, invorderbaar is verklaard en aan den ontvanger ter invordering ter hand gesteld en ieder laarop voorkomende belastingschuldige verplicht is zijnen aanslag, op den bij le wet bepaalden voet te voldoen. Texel, den 29 Jan. 1918. De Burgemeester, BUTSING DAMSTE. 912JXEX. I- De Burgemeester van Texel noodigt seevarenden uit, indien door vaartuigen drijvende mijnen worden ontmoet, hem laarvan met den meesten spoed mede- leeling te doen. Texel, 29 Januari 1918. De Burgemeester voornoemd, BUYSING DAMSTE. KOFFIE. De Burgemeester der gemeente Texel naakt bekend, dat het met ingang van l Februari 1918 verboden zal zijn gemalen koffie af te leveren. Dit verbod zal niet van toepassing zijn ip koffie, gemalen in tegenwoordigheid ,n den kooper. Texel, 29 Januari 1918. De Burgemeester voornoemd, BUYSING DAMSTE. 19^-26 Jan. Terwijl op het oostelijk front van de ostzee tot de Zwarte Zee de kanonnen en feweren „in het vet* zijn gezet en die op pet westelijk front meerendeels zwijgen, pegint in de laa'ste dagen de actie op bet uidelfik front weer wat levendig r te ivorden. Beide partijen 1 nderboud n aan "piave en Brenta een kmonvuur en gaan over en weer tot den aanval over. Tot nog toe is in den algemeenen toestand echter nog geen wijziging ingetreden Waar schijnlijk zal er in den eersten tijd ook nog wel niet van groote militaire gebeurte nissen melding zy'n te maken, nu de toe stand van veld en wegen nog geen actie op uitgebreide schaal toe laat. Doch straks, als het voorjaar weer aanbreekt en de eerste mooie dagen komen, dan zal het bloedige oorlogsspel weer met vernieuwde woede losbreken. De oorlogsraad, die weer te Parijs staat gehouden te worden en de maritieme conferentie der geallieerden, die te Londen bijeen zal komen, staan onge twijfeld met de komende krijgsgebeurte- nissen in het nauwste verband. Alles wijst er op, dat de Lente van 1918 er weer een zal zijn van bange, bloerige worsteling. Tenzijspoedig, heel spoe dig dan, de verdwaasde oorlogsleiders, die als met vliegend gespan Europa naar den afgrond voeren, tot bezinning mogen ko men en de teugels wenden. Oogenschijn- lijk is de kans daarvoor al zeer gering. Eq toch, voor den aaodachtigen beschouwer is er in den laatsten tijd verandering inge treden, een verandering t6n goede, zeer zeker. Er spreekt een andere toon dan vroeger, uit de redevoeringen van de groe ten der aarde, men voelt er in iets van een ernstig zoeken, naar een weg om uit de oorlogsellende te geraken, men neemt een verandering van stemming waar. Wel staat het hoofd nog trotsch en stijf op den nek, wel fonkelt er Dog strijdvuur in de oogen, wel wordt er nog met de sabel gerammeld en met de sporen gerinkeld, maar het bruske, het tartende, het venij nige, het geweldige is verdwenen. Men rammelt nog met de sabel, omdat men bet nog aan zijn gouden tressen en blin kende knoopen verplicht is, maar men zou er toch niet meer louter uit vecht lust op in hakken. Er begint zooiets als oorlogsmoeheid te komen, zelfs over hem, die vroeger met bekranste degens tegen den vijand optrok. De kans voor een schit terende overwinning is voorbij. Men ziet van weerszijden met voldoening neer op wat de legers gepresteerd hebben, maar bevredigd is zelfs de geestdriftigste houw degen niet. De stelling oorlog verlamt de energie, de indruk, dat de oorlog vastge- loopen is, heeft zich bij beide partijen ge vestigd. Teekenend is het, dat allen zoo met voorliefde spreken van „verdediging" en zoo weinig van „aanval". Voor de Duit- schers heeft deze oorlog nooit een ander doel gehad, dan om zich te verdedigen het is in de treure herhaald maar lang voor de oorlog uitbrak stonden in de kel ders van Krupp de 42 centimeters klaar, die in het land van den tegenstander de kracht der verdedigingswerken zouden moeten breken. Italië, dat zich in den oorlog wierp, zonder dat zijn bestaan ook maar in het minst bedreigd werd, tracht de wereld te doen gelooven, dat het alleen om zich te verdedigen het zwaard trok- Nog dezer dagen verklaarde Orlando, dat de Entente Italië dankbaar mocht zijn voor het tegenhouden van de Duitschers. Indien dat niet gebeurd ware Alsof Italië daar voor in den oorlog is gegaan en niet de „bevrijding" of de „roof" van Triëst de aanleiding was. De geestdrift voor den „frischen fröhli- chen Krieg" is allang bekoeld, zelfs in de militaire kringen. En bij de volken zeer zeker al veel langer. By sommigen moge de oorlog ten tijdlang „populair" zijn ge weest, die tijd is lang voorbij. De offers, die men aan goed en bloed heeft moeten brengen, zyn te zwaar geweest, het kruis dat de oorlog nog eiken dag op millioenen schouders legt, begint steeds meer te knel len. Er is niets verheffends in dezon oor log meer en zelfs de nieuw uitgedachte, hoogverheven leuzen en idealen, waaronder de machthebbers de volken nog tot .de uiterste krachtsinspanning oproepen, be ginnen voor velen hun waarde en luister te verliezen. Er is in den laatsten tfjd een andere stemming onder de volken waar te nemen en dat is een verschijnsel, waaraan we alle aandacht moeten wijden. Die stemming weerspiegelt zich in de houdÏDg der oorlogsleiders. Ze worden be wust of onbewust voortgedrongen in de nieuwe richting, die eindelijk tot vrede zal moeten voeren. Hoe is de toon der redevoeringen reeds veranderdDe tijd van spot en bitterheid, van verwensching en vervloeking is voor bij. De redevoeringen van Lloyd ,George en Wilson ademden een anderen geest dan die van vroeger we wezen er reeds op. De antwoorden, die de Duiteche kanse lier, graaf von Hertling, en de Oostenrijksch- Hongaarscbe minister van buitenlandsche zaken, Czernin, in de afgeloopen week hebben gegeven op de redevoeringen van Lloyd George en Wilson, ademen ook den nieuwen geest den geest van toenade ring en verzoening. Men zal als gevolg van het antwoord dezer centrale leiders nog niet het einde van den strijd mogen verwachten, daarvoor staan de oorlogvoe rende partijen te ver van elkander af, maar aan duidelijkheid liet het autwoord weinig te wenschen over en de Entente-Staatslie den zullen niot laoger kunnen-volhouden, dat ze Diets afweten van het standpunt van den tegenstander, Kort samengevat hebbeu von Hertling en Czernin g6zegd Komt nog een een beetje nader bij, mijne heeren, Wilson en Lloyd George. In vele opzichten zijn we 't wel eens met u en over enkele onderwerpen, waaromtrent wij een ander standpunt innemen, valt met ons te praten. Maar ge moet nog wat dich ter komen en elke veroveringszucht laten varen. De rede van von Hertling werd Donder dag gehouden voor de Rijksdagcommissie. Heel kort resuuieerend, is hetgeen de Rijks kanselier zeide, aldus samen te vatten: lo. Duitschland moet de teruggave van Elzas. Lotharingen weigeren, omdat het in 1871 geen onrecht aan Frankrijk heeft gedaan, maar alleen de gebieden, die eeuwenlang bij Duitschland hadden behoord, dóch voor en tijdens de revolutie in 1795 daarvan werden losgerukt,weer beeft doen des annex- eeren 2o het heeft nooit het plan gehad België of deelen van Frankrijk te annex- eeren, doch de ontruimiDgskwestie dezer gebieden behoort tot het complex van kwesties, die bij de vredesonderhandelin gen geregeld moeteD worden en zoolang de geallieerden zich niet zonder reserve op het standpunt stellen, dat de intregiteit van het gebied der bondgenooten den eenig moge lijken grondslag voor vredesonderhandelin gen kan bieden, kan Duitschland zich niet nader over België en Noord-Frankrijk, die beide belangrijke vuistpanden vormen, uit laten 3o wat de Italiaansche grensregeling betreft, deze moet worden overgelaten aan de OosteDrijkscho regeeringen, alsmede de regeling van de aangelegenheden der Donaumonarchie en die der Balkanstaten 4o omtrent Polen moet door de Centralen en Polen zelf worden beslist; 5o Duitsch land wil de ontruiming van het bezette Russische gebi6d regelen met do Russen zelf nu de geallieerden niet op het verzoek van Rusland zijn ingegaan om aan do bespre kingen over een algemeenen vrede deel te nemen 6o de intregiteit van Turkije vormt een levensbelang voor Duitschland7o het is bereid d6 eischen van Wilson iDzake arbitrage, beperking van bewapening, het breken met de geheime diplomatie, de vrij heid der zeeën, deels te aanvaarden, deels tot een punt van bespreking te maken. Openhartiger was de rede door Czernin, Vrydag in de commissie voor buitenland sche aangelegenheden gehouden. H|j ver klaarde, dat naar zijn meening de'onder handelingen met de Russen tot een goed resultaat zullen loiden en dat als eenmaal de vrede met Rusland gesloten is, een alge- meene vrede Diet lang meer zal kunnen uitblijven. Spr. zag in de rede van Wilson eon belangrijke toenadering tot het Oosten- rjjksch-Hongaarsche standpunt, maar moest vooropstellen, dat de boDdgenooten elkan der bij het behartigen hunner belangen zullen steunen en dat Oostenrijk-Hongarije alle raadgevingen hoe het land geregeerd moet worden, hoffelijk van de hand moet wijzen. Overigens, met tal van Wilson's programpunten kon Czernin zich vereeni- gen. Oostenrijk Honagrije en Amerika stem men inzake de grondbeginselen overeen en de overige geschillen zijn niet zoo groot dat ze niet uit d9n weg zouden zijn te ruimen. Oostenrijk moet meer zekerheid hebben omtrent het standpunt der gealli eerden, inzake Italië, Servi6, Roemenië en Montenegro. Laat Wilson daarover eens met zyn bondgenooten spreken. ZoolaDg de ge allieerden op het standpunt van een eind overwinning blijven staan, kan Czernin geen enkele concessie doen. Italic bad voor den oorlog gelegenheid, zonder één schot te lossen, een groot gebied te verkrijgen, maar het heeft de aanspraken daarop thans verloren. Het bracht door te weigeren ellende over zijn volk, kreeg 100.000 dooden en milliarden aan oorlogskoston. Tenslotte meende CzerniD, dat er grond wasvoorde overweging, of niet de Vereen. Staten en Oostenrijk-Hongarye, als de groote mogend heden onder de beide groepen, wier belangen 't minst met elkander in strijd zijn, een gedachten wisseling tusschen alle oorlog voerende staten zouden kunnen bewerk stellingen. Daartoe riep 'Czernin Wüsods huip in. Tot zoover over den hoofdinhoud der beide belaugiyke redevoeringen. Het woord kan nu weer worden gegeven aan Lloyd George en Wilson. Ze weten nu, waar ze aan toe zijn. Natuurlijk zullen ze nog zoo dadelijk niet nog een stap vooruit doen, maar voeije voor voetje zullen do oorlogs leiders elkander zeker blijven naderen. Daartoe dringt ook de toestand in de landen zelf, de stemming onder de volken. Niet voor niets confereert de Engelsche regeering voortdurend met de vakvereeDigingen, niet zonder reden moet Lloyd George al zijn welsprekendheid aanwenden, om het Engel sche volk warm voor de overwinnings gedachte te maken. In Frankrijk tracht Ciémenceau door opzienbarende schandaal processen de aandacht van het volk af te leiden van de oorlogsellende. Caillaux in den kerker, Malvy onder politieke bewaking, zelfs om de woning van Briand sluipt grijnzend de „Tijger". Absolutisme zit in de vrije republiek op den troon, maar hoe lang nog In Oostenrijk gist en woelt bet, nog pis eindigde een bijna algemeene staking. Czernin bee't al zijn overredings kracht noodig om het volk te overtuigen, 12 62 64 62

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1918 | | pagina 1