;ei
3]
N° .3163
Woensdag 13 Februari 1918,
31ste Jaargang.
E
Nieuws- en
Advertentieblad.
1"
Van week tot wesL
Ids
:ek
ast
in
spa b o
ült biad vsrseliijct Woensdag- en ïaterdsjrnier^ei^
Advertentiön daags voor de uitgave vóór 4 uur nam
NNEMENTEN en ASVERTENTIEN worden aangenomen big de Ui tg. Fkma LANÖEVELÖ DE ROOI.T, Parkstraat, Bona op Tbx
'0
Met
:eki
0C)
ids
dei
Abonnementsprijs per S maanden-
Voor dik Bdrg 40 Cts. Franco per post door ge-
keel Nkdssiisd 30 Cts. Nier Amerika en andere
lrmden met verhooging der porto's,
Prijs der Advertenlitn.
Van 1 tot 5 regels 40 Cts. Iodere regel meer Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers S Cts. per nummer.
KL.
RAADSVER «ADERING.
,n„ Burgemeester der Gemeente Texel
Gelet op art. 41 der Gemeentewet
1 (Brengt naar aanleiding daarvan, ter
muis van de ingezetenen, dat eene ver-
e. .dering van den Gemeenteraad is belegd op
Zaterdag 10 Febr. a.s.
1 g voormiddags te 10,30 ure in de daarvoor
stemde zaal ten Raadhuize dezer Ge
vénte.
Texel, den 12 Febr. 1917.
[>T
t,
ojfi,
Do Burgemeester van Texel,
BUYSING DAMSTE.
Onderwerpen ter behandeling:
s]?Ingekonien stukken, Mededèelingen.
'A Vaststelling suppletoir kohier houden-
t belasting, dienst 1917.
1 Vaststelling kohieren van schoolgelden
over het eerste kwartaal 1918.
Benoeming hoofd der o.l. school te Oost.
Idem van een lid der commissie tot
L wering van schoolverzuim,
Subsidieverleeniug verbetering wegje
ruc langs Schoonoord.
Finaucieele regelingen ambtenaren ter
1 secretarie.
me Uitgifte in erfpacht strookje grond in
den Uinnenburg.
ep! Overdracht havenonderhoud.
i. Vaststelling verordeningen op de hef-
fing en invordering van een tonnen-
belasting.
Vaststelling snppletoir-kohler hoofde-
delijken omslag, dienst 1917.
MILITIE.
OPROEPING TER INLIJVING.
-»De Burgemeester der gemeente Texel brengt
<Fkennis van den dienstplichtige
Jv PIETER SORGDRAGER
geschreven onder no 50 in het alphabetisch
gister van de militie der lichting 1918 van
noemde gemeente, dat hij bij de militie moet
Drden ingelijfd op Donderdag 7 Maart 1918,
middags 12,30 uur, te Helder, cantine binnen
t fort Erfprins.
Voor verdere bijzonderheden wordt verwezen
ar de bekendmaking aangeplakt aan het
"blicatiebord.
JTexel, 8 Februari 1918.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
MARGARINE.
NDe Burgemeester van Texel brengt ter
enbare kennis, dat de Minister van Landbouw,
jverheid en Handel het volgende heeft be-
ald
illlo. Met ingang van 18 Februari a.s. mag
'"argarine niet anders verkocht of afgeleverd
arden dan in stukjes van of K.G. in de
llrspronkelijke verpakking van den fabrikant,
„aarop de verkoopprijs duidelijk moet zijn ver-
eld
2o. De maximum-kleinhandelprijs van mar-
trine bedraagt f0,50 per V, K.G.
3o. De maximum-kleinhandelprijs van andere
orten- margarine, welke naar hare kwaliteit
iderscheiden worden door een der gedrukte
tters A, B, C, D, E, H, K en L aangebracht
de verpakking bedraagt
Letter A f 0,55 per '/a K.G.
B 0,60
C 0,65
YJ D 0,70
E 0,75
H 0,80
K 0,85
V| L 0,90
J |4o. De sub. A—L bedoelde kwaliteiten zullen
I 'r keuze van den verkooper moeten worden
geleverd tegen ten hoogste f 0,50 per 7- K.G.
nor het geval de kooper normaal-margarine
enscht te betrekken en de verkooper geen
>rmaal margarine in voorraad heeft.
5o. Aan den verkooper zal het Rijks-centraal
..dministratiekantoor voor de distributie van
levensmiddelen te 's-Gravenhage de uit het
enoegen van voornoemden Minister wordt
nder 4 vermelde voortvloeiende kosten ver-
oeden, zoo door den verkooper ten
angetoond, dat hij huiten zijn schuld niet in
taat was normaal margarine af te leveren.
fiTexel, 9 Februari 191S.
De Burgemeester voornoemd,
Jj BUYSING DAMSTE.
RROOR.
De Burgemeester van Texel brengt ter
openbare kennis, dat zoogenaamd witbrood,
gebakken van regeeringsbloem, niet duurder
mag worden verkocht dan voor f 0,36 per
K.G. zoodat de verkoopsprijs van een brood
van 400 gram ten hoogste f 0,14'/2 mag be
dragen.
Voorts wordt in herinnering gebracht, dat
het verboden is melkbestanddeelen of melk
producten te bezigen bij de bereiding van
brood.
Texel, 12 Februari 1918,
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
Onttrekking1 van grond aan den openbaren
dienst.
Burgemeester en Wethouders van Texel
brengen ter openbare kennis, dat het voor
nemen bestaat den Raad voor te stellen te
verklaren, dat een stukje van den openbaren
weg. deel uitmakende van den Binnenburg te
den Burg, en gelegen voor het perceel wijk
B, no 374 niet meer voor den openbaren dienst
bestemd is.
Zij, die daartegen bezwaren hebben, worden
ui,tgenoodigd daarvan kennis te geven ten
gemeentehuize voor 16 Februari 1918.
Texel II Februari 1918.
Burgemeester en Wethouders van Texel,
BUYSING DAMSTE
De Secretaris, JONKER.
3-9 Febr.
De Tweede Kamer heeft de Oorlogsbe-
grootiug onder handen genomen en daarbij
hebben zich, als naar gewoonte, weder
verschillende belaugryke kwesties voorge
daan. De mobilisatietoestand maakt ook,
dat in bijzondere mate de aandacht ge
schonken wordt aan allerlei interne leger-
aangslegenheden. Daarbij dringt zich ook
de belangrijke kosteu vraag naar voren.'t Is
waarlijk geen kleinigheid, dat door den
mobielen toestand ons leger per dag aan
ons laod zoo ongeveer een half millioon
kost. En als meu daarbij bedenkt, hoeveel
honderdduizenden daarnaast nog per dag
noodig zijn voor allerlei andere uitgaven,
die met onze abnormale tijdsomstandighe-
dem in verband staan, dan is het alleszins
verklaarbaar, dat in onze Volksvertegen
woordiging met ernst de vraag onder de
oogen gezien wordt, of niet een gedeelte
van het leger met verlof zoude kunnen
worden gezonden. De beer Ter Laan heeft
bij de behandeling der oorlogsbegrouting
deze vraag iu een motie belichaamd, doch
do regeering heeft den voorsteller geen kans
van slagen gegeven, door deze motie on
aannemelijk te verklaren. Van gedeeltelijke
demobilisatie zal voorloopig nog niets kun
nen komen, al zjju de ons vau buiten af
bedreigende gevaren oogenschijnhjk ook
niet zoo ernstig meer, toch moet Nederland
tot het laatste toe paraat blijven.
Als we neerschnjvea, dat de ons van
buitenaf bedreigende gevareD afgenomen
zyn, dan wil dat zeggen, dat de betrek
kingen met onze eL.aar beoorlogende buren
minder gespannen zijn, dan wel eens eer
der öet geval was Geenszins echter betee-
kent het, dat alles pais en vrès, of koek
en ei is tusschen ons en de oorlogvoerenden.
Daarvoor wordt ei te veel met onze rech
ten gesold, daarvoor legt men een veel te
zwaie economische druk op onze schou
ders, daarvoor treitert men ons al te zeer.
We moeten ons dat alles laten geworden,
omdat we een klein volk zijn, maar weten
toch ook voor ons recht op te komen en
waar het dat recht betreft, niet voor dwang
maatregelen of bedreiging uit den weg te
gaan. Dat heeft de Eugelsche regeering
van ons kunnen leeren uit de zand- en
grintkwestie als ze 't nog niet eercer wist.
Deze netelige kwestie, waarover zooveel te
doea geweest is en die onze economische
belaogen zeer geschaad heeft,«mag thans
als opgeiost worden beschouwd. De Eogel-
sehe regeering heeft ten slotte het ten
opzich'e van ons land verbroken overzee-
scbe telegrafische handelsverkeer weer her-
sieid. Men heeft te Londen ten slotte inge
zien, dat men niet „den koppigeu Hullan
der" nieu bereikt, wanneer men hem met
dreigementen in onrecht wil 'alen toestem
men. Aileen voor het recht, niet voor ge
weld hoeft het Hollandsche volk eerbied.
Men mag na deze voor onze regeering
zoo eervolle oplossing alle eer aan mi
nister Loudon - verwachten dat de grad
en zandkwestie zelf nader zal worden on
derworpen aan arbitrage. De regeeriug heeft
zich daartoe destyds reeds berc-id verklaard,
zoodra Engeland zijn dwangmaatregel zou
hebben ingetrokken. Wat thans geschied is.
—o—o—o—
Er hebben zich op geen der oorlogs
fronten in de laatste dagen belangrijke
feiten voorgedaan. Men wacht af on maakt
zich voor de komende krijgsbedrijven in do
Lento gereed. Op grond van verschillende
berichten mag worden aaugenomen, dat de
Duitschers thans in het westen een buiten
gewoon groote legermacht hebben samen
getrokken of bezig zjju samen te trekken.
Of deze macht straks tot een groot offensief
zal overgaan, om zoo mogelijk Calais en
Parijs binnen te dringen, dan wel zich enkel
zal hebben te bepalen tot het defensief,
teneinde nieuwe doorbraakpogingen der
Ententelegers tegen te gaan. is nog alleen
bekend aan de opperste legerleiding.
Van Entente zij de gaat men iutusschen
eveneens met kracht voort het front te
versterken en nieuwe troepenmassa's aan
te voeren. Ook met het transport der Ameri-
kaanache troepen schijnt men druk bozig
te zijn. Reeds is een deel der Fransche
stellingen in Lotharingen door Amerikaan-
sche divisies overgenomen en de Entente
pers heeft daaraan de noodige bekendheid
gegeven, onder mededeeling, dat de Ameri
kanen juist dat deel van het front uitge
kozen hebben om de Duitschers te toonen
dat hun strijd vooral gaat om „het bedre-
veD onreeht" te herstellen.
De Duitschers hebben van hun kaDt in
de afgeloopen week de Amerikanen laten
gevoelen, dat de duikboot een gevaarlijk
wapen is. Van een Amerikaansch troepen
transport werd een schip in den grond ge
boord waarbij 210 Amerikanen, meest
Araerikaansche soldaten, den dood vonden.
De Amerikaanscbe pers raast over dit geval
maar de Duitsche toont zich er mee inge
nomen. Men zal op die wjjze het spoedigst
in de Vereen. Staten leeren inzien, dat de
oorlog geen ^iport of spel is, zooals vele
Amerikanen wel meeneD.
De duikbooten zijn in de laatste dagen
zeer actief geweest, zoodat weer heel wat
schepen naar den kelder zijn gezonden.
De Duitsche pers heeft dus weer cijfers op
te tellen, wat in den laatsten tijd tot een
bijzonder geliefde werkzaamheid der Duit
sche bladen is geworden. Men leest allerlei
optelsommetjes over de resultaten van de
duikbooten. En de eerste jaardag van den
verscherpten duikb lotenoorlog, die dezer
dagen kon worden „gevierd," bracht zelfs
allerlei rekenkundige beschouwingen daarbij.
Wat de Duitschers by hun sommen maken
echter vergeten is dat juist de afkondiging
van den „rücksichlosen" duikbootoorlog de
oorzaak is geweest dat de Vereen. Staten
zich aan de zijde der Eotente hebban ge
schaard en dat thans geregeld transporten
Araerikaansche troepen op weg zyn naar
de Europeescbe fronten.
Ook de Amerikanen houden van optellen
en het werken met dikke cijfers. Zoo heb
ben we nu ook in de laatste dagen weer
eens de verzekering gekregen dat Amerika
zoo noodig alle lOOOli.OOO recruten zal af
richten en naar Europa overbrengen en dat
de Araerikaansche marine gereed is voor
die taak.
TEX EL, 13 Febr. 1918
Electriscüc bemaling.
Vrijdagavond had in café den Burg de
aangekondigde bespreking over bovenge:
Doemd onderwerp plaats.
De heer Sijbr. C. Eelman opent de ver
gadering, spreekt zyn voldoening uit over
de opkomst, die bij tamelijk goed mag
heeten en deelt mede, dat bcm de leiding
der besprekingen is opgedragen.
Spr. beet den heer Dijt, als dijkgraaf
van het waterschap de 30 polders, harte
lijk welkom, eveozoo.den commandant der
troepen op Texel, don heer Brugmans, vau
wien het sprolrer bekend is, dat door hem
zeer ve&l belangstelling wordt getoond voor
de productiviteit van ons eiland.
Als aanleiding tot deze vergadering
noemt de heer Eelman een gedachtewisse
ling die den vorigen Maandag in kleinen
kring plaats had, doch waarby allen die
daaraan deelnamen overtuigd waren, dat
een algemeene bespreking van het onder
werp door de ingelanden van het water
schap noodzakeiyk was.
De conclusie waartoe de commissie, die
deze vergadering had uitgeschreven, was
gekomen, bleek te zijn, dat electriscbe be
maling ook van het deel der 30 polders,
dat nog niet in het aanhangige plan was
opgenomen, dringend noodzakelijk was. Spr.
noodigt met nadruk allen, die het daar
mede niet eens mochten zijn, by deze gele
genheid hunne meening te laten hooren,
oplat wrijving van gedachten naar zyne
meeniDg in deze nut zal afwerpen.
De vergadering, zegt de heer E, is niet
bedoeld als een actie tegen het bestuur
van de 30 polders, doch om steun te ver-
leenen wanneer dat bestuur plannen mocht
overwegen om tot bemaling over te gaan,
om uiting te geven aan wat leeft onder
de ingelanden, om uitspraak te doen of
het bestuur daarbij zou achter zich zal
hebben een deel d6r landeigenaren.
Het zou ons te ver voeren de heer E. bij
zyn betoog op den voet te volgen, genoeg
zij het hierbij te vermelden, dat hulde ge
bracht wordt aan het Waterschapsbestuur.
Toen in Noordholland do dijken bezweken
en de onze aan de kracht der elementen
bleven weerstand bieden, zal zeker ieder,
ook zy die als hun meoning hadden ge
geven, dat zij voor de duizenden door ons
bestuur aan de zeewering besteed liever
een watermachine hadden gehad, dankbaar
hebben herdacht het wys beleid van het
bestuur.
Eu wanneer sommigen, en spreker zon
dert zich zelf hier niet bij uit, den aanleg
der vele grindwegen over ons eiland, zullen
hebben veroordeeld, dan gelooft hy, dat
thans allen van het nut der beharding over
tuigd zijn en dat de vruchten er van ge
noten misschien wel 50 maal de kosten
waard zijn.
Spr. brengt het bestuur ook lof voor het
verbeteren van de uitwaterende sluizen.
Als een aanbeveling voor de machinale
bemaling deelt spr. ten slotte mede, dat in
polders waarin door machinale bemaling
hot peil kaa worden vastgesteld, zoover
hem bekend, dat peil wel steeds verlaagd,
nimmer verhoogd is.
Als oudste der aanwezigen spreekt de
heer Ant. Dalmeger zich voor bemaling uit.
Het woord is vervolgens aan den heer
J. S. Dijt, die na dank te hebben gebracht
voor de ontvangen peioonlijke uitnoodiging,
z> te meeuen, dat het de bedoeling is
zijne meening te hooren.
De voorz. stemt zulks toe.
Electrificatie van Texel, vervolgt daarop
de heer Dyt, acht ik een zaak, die wij zoo
krachtig wij dat kunnen moeten bevorderen,
spr. heeft het belang daarvan steeds ge
voeld en wanneer het niet zou kunnen
komen zonder de steun van hot waterschap
dan zou spr., afgezien van de bemaling,
bereid zpn die steun te verleenen.
De kwestie van bemaling van de30polders
is door de hoeren ingenieurs, die voor de
aanhangige plannen in onzo gemeente heb
ben vertoefd, niet opgeworpen, toch ligt het
in de bedoeling van het bestuur te vragen:
maak de installatie van die kracht, dat
wanneer door ons tot electrische bemaling
besloten wordt, de vereischte stroom ons
kan worden geleverd, reeds daarvoor zou
den wij zoo noodig steun willen verleenen.
Spr. wijst op de eigenaardige ligging van
de landerijen in het waterschap en zegt
niemand zal ontkennen, dat daarby land is
dat last van water heeft," echter toen in
den tijd dat op iedere gulden moest worden
gelet, de kosten van bemaling werden ge
noemd, heeft spr. voorgesteld te bouwen
een sluis v*s voldoende capaciteit.
Is daarmede de zaak niet voldoende ge
regeld, spreker ncht de kosten, ei u bal ven
gulden per bunder gedurende 20 jaar, niet
zoo'n grooten strop, er is in elk geval van
geprofiteerd.
Eer er d; vergravingen laten nog veel te
w&nschen over, het water kan nag maar