;en 3185. Woensdag 1 Mei 1918. 31st9 Jaargang. Nieuws» en Advertentieblad. Binnenland. Van week tof week, OW blad verschuilt Woensdag- en Zaterdagmorgen Abonnementsprijs per S maanden. Voor dïh Borg 40 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 55 Cts. Niwir Amerika en xndere hinden met rerhooging der porto's. Advertcutlöu daags voor de uitgave vóór 4 uur nam. Prijs der Advertenlién. V»n 1 tot 5 regels 40 Cts. Tedere regol meor Ct Groote lettors en Vignetten worden niwr plaatsruimte berekend. Bewijsnummers S Cts. per nummer. .B 0 NNEMENTENen ABVSBTENTIEN worden aangenomen bfl de Uiig. Pjkma LAN8EVELB DE ROOIJ, Parkstraat, Buna op Tax el. Ilcnuen en lianen. ie Burgemeester der gemeente Texel Jrt bekend, dat de aflevering en het poer van hanen en hennen krachtens ikking van den Minister van Land- aw c.a. verboden is. Burgemeester der gemeente Texel, BUYSISG DAMSTE. 30-27 April. k mag de Kamer niet verhelen, dat de estie zeer ernstig is." dus minister Loudon in de Eerste Ka- zittiDg van Donderdag, sprekende over netelige zand- en grintkwestie. Een ilariDg, die door den Minister in de de Kamerzitting van Vrydag werd Saald. kwestie zeer ernstig en toen er den loop van Vrijdag berichten kwamen, trent het intrekken en stopzetten van itaire verloven, teen kreeg de zaak, ^voor de optimisten onder ons, een in laad ernstig aanzien, ar waardoor de kwestie zoo ernstig et worden geacht, welke eischen de tsche regeering heeft gesteld, daarover de regeering zich niet uit. Wat tenge lge had, dat het niet ontbrak aan allerlei onderstellingen, gissingen, geruchten, Enkele bladen meenden wat meer van ;aak te weten, w.o. „Het Vaderland," ist te vertellen, dat Duitscbland in- ;e het vervoer van zand en grint vrij- de vrij9 hand wenschte te hebben, de Nederlandsche regeering zich tot ^■eenvoudig protest bad bepaald, inzake j^t-.in beslag nemen van de Nederlandsche hepeD, wilde men te Berlijn, dat onze jjeeriDg zich ook enkel tot een protest |f- bepalen als Duitschland bij de door- er van zand en grint in strijd handelde HNederland's onzijdigheid. De geassoci- jen hadden die onzijdigheid immers ook choaden, en dan eigenlijk nog in veel ire mate. ar dat is ook niets meer dan een gis- g, waat de regeeriüg heeft nog niets laten omtrent de eischen die de Duit- he regeering heeft gesteld. Wel echter, t.de toestand ernstig is. Hetgeen uit de ten zelf ook voldoende valt af te leiden- 'f is Vrijdag een lange comité-generaal de Tweede Kamer geweest, minister t v. d. Linden hield een bespreking I het Seniorenconvent, er werden zoo- ifZaterdagmorgen als Vrijdagavond bjj- omsten van den Ministerraad gehou- Voorts het intrekken der militaire ver in de feiten spreken voor zich zelf. |naderden weer den rand van den af- d, die de groote wereldoorlog rond |land geslagen heeft. En bij het weinige Hwe op dit oogenblik weten, staat het ffl helder voor den geest, dat er een terst omzichtige en beleidvolle diploma- ike stuurmaDskuDst noodig' zal zijp, om Sjte vrijwaren van de- grootste aller lampen, meegesleurd te worden in den «f- ■orid door dezen afschuwelijksten aller irlpgen. We mogen in dezen vertrouwen ellen in onze regeericg, die zeer zeker :en middel onbeproefd zal laten om ons jik'.door dete ernstige moeilijkbeden heen j helpen, maar bet zou lichtzinnig zijn, [dien we ons geen rekenschap gaven van den grooten ernst van dezen tyd. Wjj we. ten niet wat Duitschland van ons eischt of het van plan is van Nederland een tweede België te maken, we zouden het nauwelijks willen gelooven maar de wereldtoestand ligt zöó aaQ, dat men zich over niets meer behoeft te verwonde ren. De groote oorlog is er een op leven en dood en we liggen er midden in. En de zand- en grintkwestie heeft onze regeeriDg reeds eerder moeiiyke uren be zorgd. —o-o-o— Behalve over de netelige zand- en grint kwestie sprak de minister ook over de andere moeilijkheden, die er tusschen Dea Haag en Berlijn zyn gerezen. Zooals men weet is er een contract tusschen Nederland en Duitschland omtrent de vrys vaart der Duitschers op den Rijn. Dit recht is onopzegbaar en geldt onder alle omstandigheden. Daardoor mogen de Duitschers dus voor het vervoer per schip van Duitschland naar België vrij gebruik maken van den Rijn en onze binnenwate ren. De eemge beperking is echter, dat de goederen, welke vervoerd worden, handels artikelen moeten zijn en niet bestemd voor militaire doeleinden. Daarvan is het gevolg: een strenge controle, zooals die thans plaats vindt. De Duitschers echter achten de douane maatregelen veel te streDg en te lastig voor de schippers, een belem mering voor de vrije Rijnvaart. Daarover bestaat nu tusschen Den Haag en Berlijn verschil van meening. Daarbjj hebben de Duitschers nog de grief, dat de Nederland sche regeering een schepenwet heeft ge maakt, waardoor de RjjnschipperB en ree- ders hun schepen Diet mogen verkoopen. In Maart hebben de Duitschers van onze Rijoschepen vastgehouden. Ook daarom trent is men het met eikander niet eeDS. De kwestie omtrent den spoorweg Glad- bach—Weert—Antwerpen is al haast van denzelfden aard. De Duitschers hebben in langen tijd deze spoorlijn niet gebruikt, maar schynen dezo thans voor hun ver voer naar België Doodig te hebben. Ook ten opzichte daarvan geldt van onzen kant natuurlijk de bepaling, dat het vervoer aan zekere voorwaarden gebonden is, w.o, dat laDgs dezen spoorweg geen militaire goederen mogen worden vervoerd. De onderhandelingen omtrent deze beide kwesties schijnen eveneens niet hard op te schieten. Maar de zand- en grintkwestie schijnt toch wel het zwaartepunt te vormen. —o- o—o— Op het westelijk oorlogsterrein is in de afgeloopen week de geweldige worsteling met kracht voortgezet. Tot nog toe kwam bet wel niet tot een hervattiDg van het offensief in groeten stijl, doch er werden destemeer ^belangrijke plaatselijke gevech ten geleverd. De Duitschers gaan voort een zwaren druk uit te oefenen op het front der geallieerden en zoowel oostelijk van Amiëns, als meer naar het noorden, op het front 'in Vlaanderen, brachten ze krachtige elooten toe aan de linie der geallieerden. Een belangrijk succes behaalden ze zuidelijk van Yperen, waar na een verbitterd gevecht de belangrijke Kemmelberg door de Duitsche troepen onder generaal von Arnim veroverd werd. Daardoor is de bedreiging voor Yperen welke reeds zeer ernstig was, nog grooter geworden. De stad, of wat er nog van over is, kan thans van drie kanten door de Duitschers bestookt worden. Ze is vrij we1 van bet noorden, oosten en zuiden inge sloten en wellicht zal spoedig worden ge meld, dat de geallieerden dit be!angiijk slrategi8ch punt hebben moeten prjjs geven. Intu8schen blijven de berichten er op wyzen, dut het Duitsche legerbestuur bezig is alles gereed te maken voor een hervat ting van den aanval in het groot, welke aan de Duitsche troepen den weg naar de kust zal moeten banen, Zoo duurt do verschrikkelijke bloedige strijd maar voort en over vrede boort men niet meer praten. —oo—o Viel er omtrent de oorlogsgebeurtenissen te land in de laatste dagen niet veel be langrijks mede te deelen, van de zeezijde kwam eindelijk weer eens een berioht,dat de aandacht wist te trekken. Do Eogelsche marine hoeft een aanval gedaan op het kanaal van Brugge en volgens de Engelsohe berichten, met succes. Wel verloor ze een torpedojager, doch ze slaagde er in allo uitgangen van het kanaal van Brugge af te sluiten, althans zoo goed als goheel te versperren. Bij Zeebrugge werden twee versperringsschepen voor hot kanaal tot zinken gebracht, terwijl eveneeDs bij Ostendo de haven werd versperd door het tot zinken brengen van twee schepen. Bovendien wer den door het Eogelsche geschut de kust- werken belangrijk beschadigd. De Eogelsche bladen die lange verhalen gaven van de gebeurtenis, toonden zicb zeer ingenomen mot het behaalde succes. Van Duitsche zijde echter beweert meD, dat de heele onderneming een groote mis lukking is geweest, dat de havens nier versperd zjjn en do Engelschen zware ver liezen hebben geleden. —o—o—o— De groote oorlog wordt voortgezet, doch ondanks dat, staat ook de politiek niet stil. Zelfs de kleine en kinderachtige politiek schijnt nog niet afgedaan te hebben. Men ziet dat op het oogenblik, uit hetgeen er in Duitscbland geschiedt. Van de zijde der al-Duitschers en conservatioven. is daar een veldtocht op touw gezet tegen den minister van buitenlandsche zaken von Kühlmann. Een veldtocht, waarbij men zelfs met kleine middelen tewerk gaat. Von Kühlmann heeft nimmer genade kunnen vinden ic de oogen van de groote politieke geweldhebbers. Hij is immers de minister die zich destjjds aansloot bjj de Rijksdag meerderheid en de Rijksdagresolutie aan vaardde. Nu is er in den laatsten tyd door de Duitsche overwioningen in het westen een andere geest gaan heerschen. De al- Duitschers en conservatieven achten W6er hun tijd gekomen om met kracht propa ganda te maken voor wat zy noemen „een Duitschen vrede". Maar daarom moet von Kühlmann, de sta-in-den-weg, verdwijnen en moeten mannen als-von Bulow en von Tirpitz aan het roerkomon. Om von Kühl mann „weg te werken" schijnt geen middel onbeproefd te zullen worden gelaten. Reeds dreef een der conservatieve organen het zoover, dat ze wegens beleediging van den minister vervolgd wordt. In den Rijksdag is tegen dit blad door den president ge protesteerd en werd von KublmanD, die er mededeelingen had gedaan omtrent de on derhandelingen met R'emenie, gehuldigd, waarop deze gesticht en bemoedigd weer naar Boekarest kon terugkeeren, om verder met Roemenie te onderhandelen. Doch de conservatieve heeren stooren zich daaraan niet Thans hebben ze uitgevonden, dat von Kühlmann te Boekarest eens 'n avondje vroolijk uit geweest is, dat hij gebabbeld heeft met een operazangeres en leden van een ballet en nu moet dat dieDst doen om hem verdacht te maken Men beschuldigt hem van lichtzinnigheid en dat hij de waardigheid van Duitschland uit hot oog heeft verloren en zoo meer. Of het hun gelukken zal op die wjjze do openbare meening te bewerken, moet de tijd leeren, maar dat er ondanks den grooten oorlog ook nog lust en gelegenheid overgebleven is voor klein politiek godoe, dat blijkt uit deze geschiedenis voldoende. —o—o—o Ook in Oostenryk-IIongariJo roert de politiek zich weer geducht. De strijd tus schen de verschillende nationaliteiten is weer ontbrand, met het gevolg, dat In IloDgarije het Kabinet afgetreden is en in Oostenrijk de kiesrechtregeling aanleiding geeft tot vinnigen strijd. Daarbij komon dan nog de moeilijkheden die de Keizer zich op den hals heeft gehaald door zijn brief aan zijn zwager in Frankrijk, welke zooals men weet door Clemenceau tegen Czernin uitgespeeld werd en het heengaan van laatstgenoemden staatsman tengevolge bad. De oppositie tracht nu de brief weer uit te spelen tegen den minister-president von Seidler. En tevens heeft de Oosten- rijksche hooge adel in den brief aanleiding gevonden om zich togen den Keizer te keeren. Er is een bijeenkomst gehouden van de Keizerlijke familieraad en döze heeft van den Keizer geëischt, dat h(j zal breken met do familie van de Keizerin, de familie Bourbon-Parma. Wat de Keizer zal doen staat nog niet vast, maar de Oosten- rijksche adel is machtig, TEXEL, 1 Mei 1918. Witte kruis. Onder presidium van don heer W. W. v. d. Vegfc vergaderde in Alg. vergade ring bovengenoemde vereeniging Maan dagavond in café den Burg. Over de opkomst der leden viel als gewoonlijk niet te roemen, met inbe grip van bestuursleden waren nog geen 20 personen tegenwoordig. De notulen, na opening der vergade ring gelezen, werden onveranderd vast gesteld. Voor eon keurig jaarverslag, daarop door den secretaris, den heer L.J. Kik kert, uitgebracht, werd hem door den voorz. dank gebracht. Aan*het jaarverslag ODtleenen wij, dat in 1917 hot ledental was gestegen en de vereenigiDg op 1 Januari 1918 telde 890 leden. De cijfers in het verslag gegeven vindt men hier onder, even willen wjj nog medsdeelen, dat in het verslag uit voerig werd gewaagd van het nut en en de noodzakelijkheid der bestrijding van de tuberculose, de wreede kwaal, die jaarlijks drie millioen slachtof fers eischt en sedert eeuwen de mensch- heid onafgebroken geeselt. Het bes'uur zou zoo gaarne het be sluit nemen een zuster uit te zenden voor speciale opleiding in den strijd te gen tuberculose, doch de middelen laten het niet toe. Wie helpt Lof werd gebracht aan de aftredende bostuursledoD, van wie enkele zich bi- zonder onderscheiden hebben door aan werving van nieuwe leden. Hierop werd door den secretaris voor lezing g-'daan van de ontvangsten <n uitgavèo zooais die door bet Hoofdbestuur worden gegroepeerd en tevens van de Balat s en de Winst- en Verlies Reken ng.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1918 | | pagina 1