I
3209,
Woensdasr 24 Juli 1918.
81ste Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Lfi
Vdit week tof week
$it blsd verschijnt Woensdag- en Zaterdagmorgen
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor oen Burg 40 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 55 Cts. Naar Amerika en Andere
landen met verhooging der porto's.
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIEN worden aangenomen bij de
Advertentiën daags voor de uitgave vóór 4 uur nam.
Prijs der Advcrlentièn.
Ven 1 tot 5 regels 40 Cts. Iedere regel meer Ct
Groote letters en Vignetten worden neer pUntaruimte
berekend. Bewijsnummers S Cts. per nummor.
Firma LANSEVELÖ BE R O O IJ, Parkstraat, Burg op T
LANDWEER
louden van het jaarlijksch onderzoek.
De Burgemeester der gemeente Texel
naakt bekend, dat het jaarlijkseh onder-
oek over de in deze gemeente iDgescbro-
en verlofgangers der landweer WEL
oor gaat.
Texel, 22 Juli 1918.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
- De Burgemeester vau Texel maakt
tóend dat volgens beschikking van
minister van Landbouw, Nijverheid
n Handel, al het Karweizaad van den
ogst 1918 wordt in bezit genomen tegen
eoe maximumprijs van f 46,00 per 100
Het is derhalve verboden partijen
arweizaad, zonder vervoerbewijs te
ervoeren.
Texel, 23 Juli 1918.
De Burgemeester voornoemd
BUYSING DAMSTE.
Doter eu Vetkaurtcu.
p>e Burgemeester van Texel brengt
r kenDis dat de duur der bons van
itka arten thans is gesteld op tien da-
i en wel
7e -we6k van 15 Juli t/m 24 Juli.
Se week van 25 Juli t/m 3 Aug.
Texel, 22 Juli 1918.
jDe Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
13—20 Juli.
De vacanüetyd ia weer aangebroken,
aar niet voor den oorlog en ook niet voor
politiek. Voor deze beide krachten zijn
blijven het drukke dagen, helaas! Als
over politiek spreken, dan denken,we
lereerst aan ons eigen land. In alle lan
der wereld speelt de politiek haar rol,
aar wat ze daar uitvoert, boezemt ons
at zooveel belang in als wat ze ons hier
aanschouwen geuit. De politiek is van
ssen klaar, weet zich overal bij aaD te
ssen en als zij er niet was, dan zou het
isschien een betere wereld wezen, maar
Ion ook wel eens een saaie, dooie boel
öljven.
De politiek spreekt overal liefst een
oordje in mee en ze heeft al heel wat op
sar geweten. Zoo was ze ook in de afge-
open week in de Eerste Kamer te vinden,
aar de heer Marchant verscheen om het
iderdomswetje, dat door de Tweede Kamer
et links tegen rechts aangenomen was,
verdedigen en om te zien, hoe dit thans
it rechts tegen links weer verworpen
6rd.
De Tweede Kamer is met groote vacantie
i als ze weerkomt dan zal ze een heele
ïrjongingskuur hebben ondergaan en
s Eerste Kamer, die nog bijeen is en die
m. ook de Indische begrooting van 1918
't jaar is al meer dan half omgoed-
iurde, zal ook spoedig met vacantie gaan,
Maar de politiek zal daaraan voorloopig
og niet mogen denken, want de Kabinets-
risis neemt vooreerst nog al te zeer haar
indacht in beslag. De kiezers hebben haar
iaar in een leeljjke .impasse gebracht, met
ie Kamer op het doode print. Als het niet
tegen 50, doch 60 tegen 40 stond, dan
nu zij zich al lang aan de kant van de 60
lebben geschaald en zouden de kiezers wel
al lang weten of er straks een rechtsche
of een linksche politiek gevoerd zal worden.
Waar rechts minder verdeeld is als links,
daar volgde de Koningin de constitutioneels
lijn, door dr. Nolens de Kabinetsformatie
op te dragen, doch de zaak is voor hem
en zijn politieke vrienden niet gemakkelijk.
Aan allerlei geruchten daaromtrent heeft
het diensvolgens in de laatste dagen dan
ook niet ontbroken.
Zoo werd er o. m. in de bladen gemeld,
dat Dr. Noiens zijn opdracht „overgedaan"
had aan Idenburg, den anti-revolutionairen
leider. Natuurlijk moet dat aldus worden
opgevat, dat Dr. Nolens aan IdeDburg ver
zocht heeft, eens met zijn vrienden over
leg te plegen en wellicht tevens, of hij de
leiding van het nieuwe Kabinet op zich
wil nemen. De „Standaard" het anti revo
lutionair orgaan, verzekert echter, dat de
heer Idenburg voor de eer heeft bedankt,
terwijl de „Tel„. correspondent te Den
Haag meldt, dat Idenburg reeds met zijn
opdracht zoo goed als gereed is en er al
eenige namen van a.s. ministers kunnen
worden genoemd. Het Kabinet zou er al
zjjn, als men maar een geschikter crisis
minister bij de hand had. Zoo spreken
de berichten elkander tegen. We zullen
nog eenige dagen- geduld moeten hebben,
voor we weten wat er van deze mededee-
lingen aan is.
Gemeld wordt, dat de Duitsehe onder
handelaars, over een economische overeen
komst met ons land, ook vacantie geno
men hebben. Zij zijn voorloopig naar hun
land teruggekeerd, in afwachting van de
nieuwe regeeiing. Zooals men weet, wilde
het met die onderhandelingen tot nog toe
maar niet recht opschieten. Beter schijnt
het te gaan met de besprekingen tusschen
de vertegenwoordigers onzer regeering en
die der geallieerden. De Tel. wist dezer
dagen zelfs te melden, dat de geassocieer
den ons een deel der gerequireerde sche
pen zullen teruggeven en mede, dat we
ook in de gelegenheid zullen worden ge
steld om uit de overzeesche havens de
vrachten koifie, thee en andere goederen
op te halen, die destijds op bevel der ge
allieerden uit de schepen gehaald werden.
Dat alles klinkt wel hoopvol.
Men heeft van die zijde intusschen je
gens ons ook nog wel wat goed te maken.
Daarop wees nog zeer terecht dezer dagen
de N. R. Ct. in een artikel, dat over onze
voedselvoorziening handelde. Er zijn van
Belgische en Engelsche zijde klachten ge
uit, over de onvoldoende rantsoenen, welke
aan de geïnterneerden worden verstrekt.
Die rantsoenen zijn echter niet minder dan
waarop wij dank zfj het rantsoenee-
ricgsstelsel der geallieerden zelfgesteld
zijn. Men mist van Belgische en Engelsche
zijde geheel en al het recht om onze re-
geering verwijtingea te maken. De geïn
terneerden behoeven nog niet eens zwaar
werk te verrichten, kunnen dus eigenlijk
met nog kleiner rantsoen toe dan de Ne
derlanders, die zwaar moeten werken.
Misschien zal men echter in Londen thans
beter dan tot nog toe begrijpen, dat het
met onze voedselvoorziening niet heel best
is gesteld. In dat opzicht zouden de klach
ten der geïnterneerden misschien nog eenig
nuttig effect kunnen hebben. We willen
het gaarne hopen.
—o o o
De geweldige worsteling is op het wes
telijk front weer begonnen. De Duitschers
gingen zooals we meldden opnieuw tot
het offensief over op het front waar het
vorige eindigde, teneinde met het Duitsehe
zwaard den vredeswil der geallieerden te
wekken. Dit laatste toch is het doel van
de Duitsehe aanvallen, het is in den laats-
ten tijd herhaaldelijk gezegd pas nog
weer door graaf Burian dat alleen het
zwaard ten slotte in staat zal zijn de En
tente te overtuigen, dat er vrede moet
worden gesloten. Von Kühlmann, die aan
de voortreffelijkheid van dezen weg twij
felde, en in den Rijksdag de beteekenis-
volle woorden sprak, dat men toch niet
eeuwig kan doorvechten, moest hsengaan,
Het Duitsehe zwaard zal de tegenstanders
tot rede brengen. Dat is thans het devies.
Met kracht werd de groote slag in
Frankrijk door de Duitschers hervat. Ed
het gelukte hun belangrijke voordeelen te
behalen Reims kwam meer in de knel,
de Marne word overschreden en er werden
meer dan 20,000 gevangenen geteld. Maar
tot een doorbraak kwam het niet, want
de tegenstand der geallieerden was gewel
diger dan ooit. En bij dien tegenstand al
leen bleef het niet. Op bet front van Sois-
sons tot Chateau Thierry gingen de ver-
eenigde Fransch-AmerikaaDsche troepen
tot een tegenoffensief over. Op een front
van 45 K.M. wierpen zij zich op de Duit
sehe linies en ze sloegen raak. Meer dan
20 dorpen werden door hen heroverd, 20,000
gevangenen gemaakt en meer dan 300
veroverde kanonnen geteld. Dat was een
beduidend succes. Onbeschrijflijke geest
drift heeft deze oorlogsgebeurtenis te Parijs
en te Washington gemaakt. De vlaggen
werden ontplooid en in' de Ver. St. wer
den de klokken geluid, ter 6ere van deze
overwinning.
Het moet nog blijken of er reden was
voor zoo groote geestdrift.
De Engelsche pers waarschuwt niet zon
der reden tot voorzichtigheid en tegen al
te veel optimisme. Wel moesten de Duit
schers hun troepen, die na veel inspanning
vasten voet hadden gekregen op den zui
delijken oever der Marn6 terugtrekken naar
den noordelijken oever, wei werd er in
hun front een flinke deuk geslagen, maar
daarmee is de zaak nog niet gewonnen.
Intusschen is het een week geweest van
de meest vreeselijke worsteling. Aan beide
zijden zuilen de verliezen groot zijn. Dui
zenden jonge menschenlevens zijn weer
opgeofferd en het resultaat is geen andere
geweest, dan dat de Duitschers verloren
wat ze hadden gewonnen en de Franschen
terugwonnen wat ze hadden verloren. Ieder
kreeg zijn beurt. Thans woedt de strijd nog
voort in hevigheid en wie weet hoeveel
bloed er nog zal vergoten worden eer weer
een rustpoos intreedt.
Zoo slaaD de golven van den oorlog tegen
elkander en spatten uiteen. Nieuwe komen
en verdwijnen, de een na de ander en de
zee blijft zee, breed 6n wqd. Zoo woedt de
oorlog voort, eindloos. En te midden van
de fel bewogen oorlogsbranding worstelen
duizenden jonge mannen heen en weer
geslingerd als nietige houtspaanders op
den golfslag worstelen tegen den dood.
Het was weer eeD week van bloed en
ellende en er is overwinnaar noch onover-
wonnene.
Zal men dan eeuwig zoo kunnen door
gaan We zouden het met Von Kühlmann
willen vragen.
—o—o—o
In ons vorig overzicht maakten we mel
ding van de rede door graaf Hertliug, den
Duitschen Kanselier, in den Rijksdag ge
houden, naar aanleiding van het aftreden
van Von Kühlmann en het optreden van
Von Hintze als staatssecretaris van builen-
landsche zaken. Uit latere mededeeliDgen
is gebleken, dat Von Hertling daarbij ook
het een en ander omtrent Belgie heeft ge
zegd. Duidelijker dan tot nog toe het geval
was, heeft de Rijkskanselier uiteengezet
hoe de Regeering staat tegenover het Bel
gische vraagstuk. Al kan niet worden ge
zegd, dat door deze verklaring de vrede
ook maar een stap nader gebracht is, toch
heeft ze althans deze verdienste, dat men
weet wat Duitschland met Belgie voorheeft.
Von Hertling dan verklaarde, dat Duitsch
land Belgie beschouwt als een vuistpand
voor toekomstige vredesonderhandelingen.
Duitschland is niet voornemens Belgie onder
den een of anderen vorm te behouden. Het
wenscht, dat Belgie na den oorlog weer
een zelfstandige staat zal vormen, waarmee
het in vriendschap zal kunnen leven en
dat aan niemand als vazal onderworpen is,
maar zoolang de vrede niet is gesloten, zal
Belgie niet losgelaten worden.
Kort samengevat komt de verklatiDg
van Von Hertling dus hierop neer, dat
Belgie niet als een rechtskwestie maar als
een machtskwestie door Duitschland wordt
beschouwd. In de rede van Von Bethmann
Holweg, dadelijk na den Duitschen inval
in Belgie, waB althans nog sprake van een
rechtskwestie, daarin werd nog erkend, dat
tegenover het kleine land onrecht gepleegd
was en dat dit weer goedgemaakt zou
worden. Von Hertling niet alzooBelgie
is een vuistpand en er moeten waarborgen
komen voor later.
Daartegenover staat de eisch der Entente
Belgie hersteld, volkomen hersteld en schade
loos gesteld. Dat moet allereerst gebeuren
voordat vredesonderhandelingen mogelijk
zjjn. Lloyd George en Wilson hebben het
herhaaldelijk verklaard.
Zoolang Duitschland niet bereid is goed
te maken, wat het aan Belgie misdreef,
kan van vrede geen sprake zijn en daarom
ook heeft de verklaring van Von Hertling
den vrede geen stap verder gebracht. In
tegendeel, op dit punt is de kans op onder
handelingen weer sterk verminderd. Waar
herstel van het onrecht aan Belgie bedreven
door de Entente voorop is gesteld en de
Duitsehe regeering weigert zich op dat
standpunt te plaatsen, is de vrede verder
weg dan ooit.
De yërklaring van von Hertling heeft
dan ook allerminst de Entente kunnen be
vredigen. Eli daarbij komt, dat de al-Duit-
schers thans vreeseljjk boos zijn op den
Rijkskanselier. Men weet, dat die heeren
omtrent Belgie heel andere plannen hebben
ontworpen, hoe ze droomen, van het in
bezit houden van de Vlaamsche kust. Dat
de kanselier die schoone droom zoo wreed
verstoord heeft, zullen ze hem niet licht
vergeven.
TEXEL, 24 Juli 1918.
Door den Directeur van het Bijkan
toor Noord Holland is namens den
President Directeur van het Rijkskan
toor voor Vee en Paarden bepaald, dat
tot 1 Augustus a s. geen vervoerbewijs
van eenig vee, dat van eigenaar veran
derd zal mógen worden afgegeven.
Wel mogen worden verstrekt vervoer-
bewijzen ten behoeve van
a. de verplaatsing van vee naar een
andere weide.
b. de dekking van vrouwelijke dieren.
c. bet aanbieden op keuringen enz. mits
de gekeurde dieren naar denzelfden
eigenaar teruggaan.
Deze officieels vervoerbewijzen zul*
COURANT.
KX KL,
wmw—rww—