8263
Woensdag 29 Januari 1919.
32ste Jaargang.
11
teuws- en
Advertentieblad.
Van week tot week
Bij blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagmorgen
BONNEMENTEN en ABVERTENTIEN worden aangenomen
Adverteutiëu daags voor de uitgave vóór t uur mm.
üitg. Fimx LAN8EVELB DE ROOIJ, Parkstraat, Boro op Tkxel.
lijving militielichting 1919 en uitstel
eerste oefening.
Dekhengsten.
Uitbetaling Vet.
laar,
ren
t, bi
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor dek Buro 40 Cta. Franco per post door ge-
koel Nederland 55 Cta. Niuir Amerika en andere
landen met rerhooging dei porto'».
Prijs der Adverlentitot.
Vanl tot 5 regels 40 Cts. iedere regel meer 8 Ct., inet
20 'Io Crisistoeslag. Qroote letters en Vignetten worden
naar plaatsruimte berekend.
ei a
ien
1919:
aan de
e Burgemeester van Texel brengt ter open-
re kennis het volgende
De hiernavermelde groepen van dienstplich-
en der lichting 1919 zuilen als volgt worden
elijfd
in het tijdvak van 3—7 Maart 1919:
a. de dienstplichtigen, toegewezen aan het
rps Pantserfort Artillerie
b. de dienstplichtigen, toegewezen aan jhet
Wjrps Torpedisten;
>1 l;2e. in het tijdvak van 1721 Maart
j a. de dienstplichtigen, toegewezen
igimenten Infanterie (hieronder begrepen Gre-
adiers, jagers en Administratietroepen) en
estemd voor het tweede in te lijven gedeelte
b. de dienstplichtigen, toegewezen aan de
5. (j-npagniën Wielrijders en bestemd voor het
weede in te lijven gedeelte;
Ic. de dienstplichtigen, toegewezen aan de
ègimenten Vesting-Artillerie en bestemd voor
iet tweede in te lijven gedeelte;
|d. de dienstplichtigen, toegewezen aan de
ègimenten Huzaren en bestemd hetzij voor
iaardenoppasser, hetzij voor paardenverzorger;
jl, (De tot de groepen 2a en 2b behoorende
•''sersonen, die in het bezit zijn van het in art.
|uj'0 der Militiewet bedoelde bewijs van voorge-
l,niefendheid, zullen twee maanden later worden
hgelijfd).
|3e. in het tijdvak van 1—5 April 1919:
de dienstplichtigen, toegewezen aan de Genie
6 Pioniers, enz.) en bestemd voor het tweede.
Join te lijven gedeelte;
ca Ten aanzien van dienstplichtigen van vorige
ïchtingen, die uitstel of verlenging van uitstel
ran eerste-oefening hebben tot het tijdvak van
lijving van een der hiervorengenoemde groe-
..pen van dienstplichtigen wordt dit uitstel of
'Ujeze verlenging van uitstel geacht te zijnver-
jeend onderscheidenlijk
Jniroor zooveel betreft de groepen la en lb, tot
3 Maart 1919;
voor zooveel betreft de groepen 2 a en 2b, tot
17 Maart 1919
te de voorgeoefenden tot 19 Mei 1919;
p voor zooveel betreft de groepen 2c en 2d
ivi
inlrar
ml'
£tot 17 Maart 1919;
voor zooveel betreft groep 3, tot 1 April 1919.
D' Met afwijking van hetgeen hieromtrent vroe
ger is bekend gemaakt zullen verder, behou-
3|jdens onvoorziene omstandigheden van de lich-
ting 1919 de overige dienstplichtigen vermoe
delijk als volgt worden ingelijfd
L Zij die zijn toegewezen aan
- 4e. de Genie (motordienst) en bestemd voor
het tweede in te lijven gedeelte in het tijdvak
van 16—20 Juni 1919;
5e. het korps Pontonniers en bestemd voor
het tweede in te lijven gedeelte in het tijdvak
"van 16—20 Juni 1919;
6e. de regimenten Infanterie (hieronder be
grepen Grenadiers, Jagers en Administratietroe
pen) en bestemd voor het derde in te lijven
gedeelte ft het tijdvak van 4—8 Augustus 1919;
de voorgeoefenden twee maanden later;
7e. de regimenten Huzaren en bestemd hetzij
voor het eerste, hetzij voor het tweede in te
lijven gedeelte, in het tijdvak van 15 Octo
ber 1919;
8e. de regimenten Veld-Artillerie en bestemd
hetzij voor het tweede, hetzij voor het derde
in te lijven gedeelte, in het tijdvak van 1—5
October 1919;
9e. het korps Rijdende-Artillerie en bestemd
hetzij voor het tweede hetzij voor het derde
in te lijven gedeelte, in het tijdvak van 1—5
October 1919;
10e. het regiment Genietroepen en bestemd
voor opleiding tot milicien-telegrafist of tele
fonist, in het tijdvak van 1—5 October 1919:
lie. de regimenten Vesting-Artillerie en be
stemd voor het derde in te lijven gedeelte, in
het tijdvak van 16—20 October 1919.
Zoodra de tijdvakken van inlijving van de
hiervoren onder 4 tot en met 11 vermelde groe
pen voor goed zijn vastgesteld zal hiervan
nadere bekendmaking geschieden.
Van oproeping ter inlijving en van opkomst
na verleend uitstel van eerste-oefening worden
voorloopig uitgezonderd de dienstplichtigen,
die uit hoofde van verleende vrijstelling van
den dienst der militie in aanmerking komen
om op een nader te bepalen datum naar den
landstorm over te gaan.
Behoudens onvoorziene omstandigheden
wordt thans en in den vervolge uitstel van
eerste-oefening en verlenging daarvan verleend
op denzelfden voet als geschiedde vóór 1
Augustus 1914.
Texel, 25 januari 1919.
De Burgemeester van Texel,
BUYS1NG DAMSTE.
De Burgemeester van Texel maakt bekend,
dat zijn afgekeurd
de hengst genaamd Biribi van C. J. Geense
en de hengst genaamd Leonardus van N. Dros.
De eigenaar of houder van een merrie, die
deze laat dekken door een afgekeurden hengst,
wordt gestraft met geldboete van ten hoogste
f50,—.
Texel, 28 Januari 1919.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
De Burgemeester van Texel verzoekt hen,
die nog in het bezit zijn van bons wegens
ingeleverd vet, de daarvoor beschikbaar ge
stelde vergoeding in ontvangst te nemen bij
de Nationale Bankvereeniging, uiterlijk op
Maandag 3 Februari a. s. onder inlevering van
de bon.
Texel, 28 Januari 1919.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
18—35 Jan.
De Tweede Kamer sukkelt nog voort met
de begrootingen en dat zal zoo nog wel
eenige dagen voortgaan. Belangrijk waren
de debatten tot nog toe niet al te zeer,
al was er in de afgeloopen week ook een
interessante strijdvraag voor de rechterzijde
aan de orde. De chr. historische minister
Dr. de Visser had f 10,000 uitgetrokken als
subsidie voor de Ned. Opera en hy was
daarbjj geroepen, de aanvrage tegen zijn
politieke vrienden te verdedigen, die tooneel-
kunst en wat daarmee in verband staat
vrijwel uit den booze achten. Maar de
anti-rev. Dujjmaer van Twist, die een amen
dement ingediend bad om de post te
schrappen kreeg zy'n zin. De Ned. Opera
krijgt geen subsidie, want de geheele
rechterzijde, behalve de heeren Lohman
en Bakker, stemde voor het amendement,
dat met enkele stemmen meerderheid aan
genomen werd. Intusschen was het een
interressant debat, de moeite van het na
lezen in de Handelingen wel waard.
Na onderwijs en kunst afgedaan te hebben
is de Kamer met de Landbouwbegrooting
begonnen. Minister van IJsselstejja krijgt
thans heel wat harde noten te kraken. Of
hij ook, als zijn voorganger, zich beroemen
kan op zenuwen als kabeltouwen, moet
nog blijken, maar er zal genoeg van zijn
zenuwkracht gevraagd worden. Vooral de
Soc. Dem. hebben ernstige grieven tegen
het beleid van dezen bewindsman en ze
zullen hem het vuur wel dicht aan de
hielen leggen. Er loopen datPook reeds
geruchten, dat minister van IJsselsteijn het
wel niet lang meer zal maken en dat hy
vervangen zal worden door minister de
Vries, die met zijn fiaancieele voorstellen
ook al heel wat verzet heeft uitgelokt.
Het zijn nog geruchten, meer niet.
Behalve de parlementaire aangelegen
heden waren er nog verschillende andere
belangrijke onderwerpen, die iu de afgeloo
pen week onze aandacht vroegen. We
noemen daarvan alleen onze onderhande
lingen met de geassocieerden. De toestand
wordt gaandeweg beter, onze schepen
komen weer ter onzer beschikking en de
geassocieerden hebben thans de voedsel- en
kunstmestrantsoenen zoozeer verhoogd, dat
we al aardig weer naar het normale toe
gaan. Dat is een reden tot verheuging.
Het oogenblik lykt niet ver meer, dat de
regeering, daartoe in staat gesteld door de
aanvoeren van over zee, tal van goederen
vrij za' bunnen geven en we zoo lang
zamerhand weer de oude toestanden terug
zullen krijgen. Vooral de verhooging van
het graaorantsoeD, waardoor ons brood meer
en beter zal worden, 6n de aanvoer van
de grondstoffen voor de vetbereiding, zullen
hier op hun juiste waarde worden geschat.
o-o—o—
In Duitschland heeft men een belangrijke
week achter den rug. Ze begon toch met
de algemeene verkiezingen voor de Natio
nale Vergadering, de eerste groote schrede
op den weg om tot een geordenden toestand
te geraken. De verkiezingen hebben een
vrt) kalm verloop gehad. En het resultaat
is geweest, dat er een sterke sociaal
democratische groep is gekomen, maar
tevens dat de soc.-democraten niet de meer
derheid hebben behaald. De heeren Ebert
en Scheidemann en hun gevolg zullen
aansluiting bij de burgerlijke democraten
hebben te zoeken, willen ze mee aan de
regeering blijven. Of ze daartoe bereid
zijn zal wel spoedig blijkon. Den G Febr.
zal de Nationale Vergadering te Weimar
bijeen komen en dan zal allereerst de
vorming van een voorloopige regeeriDg aan
de orde worden gesteld. Daarmee zal dan
ten nauwste samenhangen de vorming van
een regeeriugsblok, Vervolgens zal het
ontwerp van de nieuwe grondwet aan de
orde komen. We ontleenen daaraan, dat
er zoo iets zal komen als de vereenigde
republieken van Duitschland, met een
president en een regeering, die beide door
het volk worden aangewezen. Verder
komt er een parlement, bestaande uit een
een Volkshuis en een Staatshuis.
De Spartacistische beweging in Duitsch
land neemt gaandeweg af, maar de regeering
moet voortdurend op haar hoede biyven.
Er deden zich in de afgeloopen week
allerlei stakingsmoeilijkheden voor, een
bewijs, dat de oproep der Spartacisten niet
tevergeefs is geweest. Daarbij laat Sparta-
cus zich in verschillende steden, o.a. in
Hamburg, nog geducht gelden.
—o—o—o
De Vredesconferentie is plechtig geopend,
juist op den dag, dat het 48 jaren geleden
was, dat te Versailles Wilhelm I tot Duitsch
Keizer uitgeroepen werd en Bismarck bet
ideaal de Duitsche eenheid verwezenlijkt
zag. Al dadelijk heeft de conferentie zich
bezig gehouden met een aantal belangrijke
onderwerpen, waaromtrent nog nader be
slist moet worden. We noemen o.m. de
Keizerkwestie, waaromtrent Clemenceau,
die tot voorzitter van de conferentie ge
kozen werd, een juridisch advies indiende,
volgens hetwelk de gewezen keizer ver
antwoordelijk moet worden gesteld voorden
oorlog en de wreede wijze, waarop deze
gevoerd werd door de Duitschers. Alge
meen wordt verwacht, dat de conferentie
den eisch tot uitlevering zal stellen, om
den Keizer daarna door een internationale
rechtbank te laten vonnissen.
Voorts is er aan de orde het vraagstuk
van den Volkerenbond, waaromtrent nog
wel heel wat zal zijn te zeggen. En mede
kreeg Rusland reeds een beurt. We mogen
daarover wel ietwat uitvoeriger berichten.
Lenin heeft, zooals we reeds mededeel
den, opnieuw een beroep op de geallieerden
gedaan. H(j wil zich met hen verzoenen en
heeft verzocht Rusland tot de Vredesconfe
rentie toe te laten. Het gevolg is geweest
dat net Russische vraagstuk op de voor
conferentie te Parijs opnieuw onder de
oogen is gezien endat Lenin dezen
keer geen nul op zijn rekwest beeft ge
kregen. Op voorstel van Wilson is besloten
een poging te doen tot herstel van de orde
in Rusland. Daartoe werden allo groepen
die in Rusland elkander beslrjjden uitge-
noodigd drie gedelegeerden te zenden naar
het Prinseneiland in de Zee van Marmora
teneinde met een tweetal afgevaatdigden
van de geassocieerde regeeringen bespre
kingen over den toestand te houden. In
hot memorandum, dat te dezer zake door
de Vredesconferentie aangenomen werd,
wordt uitdrukkelijk verklaard, dat de ge
allieerden voor geen der partyen partij
willen kiezen en ook niet in willen grijpen
in de vryheid van het Russisohe volk.
Alleen is het doel, een einde te maken aan
de wantoestanden, waardoor Rusland steeds
dieper in de ellende wegzakt. Zij erkennen
de revolutie als zoodanig en zullen onder
geen bediug en onder geen voorwaarde
eenige poging tot contra-revolutie steunen.
Hot eenige gioote doel is, Rusland den
vrede terug te geven en een weg te banen
om Rusland uit de moeilykheden van thans
te redden. De Vredesconferentie wil het
Russische volk helpen, zonder inbreuk te
maken op zijn rechten en vrijheden. De
geassocieerden aldus wordt in het memo
randum gezegd zyu thans bezig, aan
haar plechtigen en verantwoordeiyken
arbeid, om vrede in de wereld te stichten,
en de wereld kan geen vrede vinden, indien
Rusland geen vrede bezit.
De toon van de tot het Russische volk
en de Russische heerschers gerichte uit-
noodiging is zóó vriendelijk, dat deze daar
door wel getroffen moeten zyn. Alvorens
echter op het Prinseneiland de tafel voor
de Russische vredesonderhandelingen klaar
gezet wordt, zullen de Russen één voor
waarde hebben in te willigen. Zij zullen
voor een tyd den strijdbijl begraven. Alle
partijen, die om het bewind vechten, zullen
een wapenstilstand met elkandor moeten
sluiten, alvorens van nader contact met de
geallieerden sprake zal kunnen zyn. Zoo
zal Lenin b. v. zyn Bolsjewikitroepen uit
Koerland en Esthiand moeten terugroepen
trouwens ze hebben er ook zóó geweldig
klop gehad van de Letten, dat Trotzky er
aan denkt om Petersburg maar te ont
ruimen. Echter ook de Polen en de Oekrai-
ners, do Tsjecho Slowakken 6n hoe de
partyen zich ook mogen noemen, zullen de
wapens laten rusten en zich binnen hun
gebieden moeten terug trekken.
Of het gelukken zal, het Russischo volk
op het Prinseneiland bijeen te brengen en
byeen te binden, zoodat er aan de warboel
een eiude komt, moet de tijd leeren. Het
zal wel heel wat voeten in de aarde hebben.
Intusschen is aan de partyen niet veel tyd
gelaten, om eerst nog eens de zaak nader
te overwegen. Voor 15 Februari moeten de
gelelegeerden op het eilaud bijeen zyn.
En als ze er al komen, dan is het nog
de zeer groote vraag of er kans is tot vrede
te komen. De partyen verdelgen elkander
thans te vuur en te zwaard. Het is vol
strekt niet uitgësloten, dat de achtbare
vredesgedeJegeerden op dit Russisch ver
broederingscongres elkander af en toe in
de baren zullen zitten.
Ea als het dan al te gek wordt en er
van vrede geen sprake kan zyn Welnu
dan hooren we stellig wel wat naders over
de expeditie der geallieerden in Rusland,
waartoe reeds voorlang het besluit werd
genomen. Een besluit dat niet uitgevoerd
werd, omdat de Fransche en Engelsche
arbeiders van een interventie niet veel of
liever niets willen weten en. een veldtocht
in Rusland zooveel bezwaren meebreDgt,
dat men gerust van een r.ieu we oorlog zou
kunnen spreken. Als de Russen het thans
echter niet eens worden, dan hebben de
geallieerden in elk geval een afdoende
reden, indien ze tot het zenden van een