INGEZONDEN STUKKEN.
Oosterend, 11 Maart.
Po heer M. H. Tuinder, eerder hoofd
der school te Oost, thans te Opmeer, is
in gelijke betrekking benoemd te Dub
beldam, bij Dordrecht.
Zaterdagavond hield „Nut en Genoe
gen", alhier, hare laatste by eenkomst in
dit seizoen.
Bij de opening riep de voorzitter aan
de ongeveer 120 aanwezigen hst welkom
toe, inzonderheid aan een viertal dames
en hoeren van Oudeschild, die gekomen
waren, om eenige voordrachten en zang
nummers te geven. Hulde en dank werd
gebracht aan den hoer Jb. Roeper Jbz.
van den Burg, die de vereeniging ge
durende 24 jaren als penningmeester
heeft gediend. Met zijne benoeming tot
eerelid werd hij hartelijk gefeliciteerd
en de wensch werd uitgesproken, dat
hij nog menigmaal de vergaderingen als
zoodanig zou bijwonen.
De voorzitter las hierna een stukje
van Johanna A. Wolters, getiteld
„Dokter Walenkamp's Oudejaarsavond",
waarnaar met onverdeelde aandacht ge
luisterd werd.
Vervolgens werkten de dames M.
Beumkes-Pool en Jo Pool en de heer6n
J. Beumkes en K. Zegel het volgende
programma af
i „Driezang", solo, door Mej. J.Pool.
2 „Een lid van het Keurkorps," voor
dracht door den heer K. Zegel. 3. „Op
d' Omnibus", zang, door den Heer J.
Beumkes. 4. „Het verwende vrouwtje,"
kamerstukje door den heer J. Beumkes
en zijne echtgenoote. 5. „Regendag",
solo, door Mej. J. Pool. 6 „Het toekomst-
paar," voordracht door mej. J. Pool en
den heer K. Zegel. 7 „Herinnering",
duo voor Sopraan en Alt, door de
gezusters Pool. 8 „De begrafenis van
oome Manus." kamerstukje, d or de
hesren J. Beumkes en K. Zegel. 9.
„Bloemenliedje," door de gez. Pool.
10 „Liefde," door Mej. J. Pool.
Allo stukjes liepen prachtig van stapel
de zangnummers waren innig en mooi
en om No. 8 heeft men hatteiijk gelachen.
Allen waren vol lof over den moeien
avond.
De voorzitter sprak dan ook bij het
sluiten hartelijke woorden van dank en
riep den vrienden van Oudoschild gaarne
een tot weerziens toe.
Bijna allen bleven nog een paar uurtjes
na, om te gemeten van een prettig
bal, waarop geen enkele wanklank
gehoord werd De avond vormde een'
prachtig slot voor dezen winter.
Geachte Redactie
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij s.v.p. een plaatsje in uw veel
gelezen bladbij voorbaat mijn dank.
In het dagblad der arbeiderspartij „Het Volk"
van 8 Maart komt voor „Staking der landar
beiders te Texel".
Zie Mijnheer de Redacteur, nu mag ik graag
zien een strijd met open vizier, maar zoo schan
delijk als daar in gelogen wordt, gaat mijn
verontwaardiging te boven.
Daar wordt gezegd, dat door de arbeiders is
gevraagd een jaarloon van f 1000, met in begrip
van emolumenten. Neen, mijnheer de redacteur,
dat loon is niet gevraagd, het is door de
werkgeversorganisatie aangeboden. Dat de
boeren die loonen hebben ingetrokken en gezet
in klassen van f 1000,—f900,— en f800 is een
grove logen. Dat de werkgevers niet ingingen
op een verkorten dag kan iedereen begrijpen.
Dat er gedreigd werd, dat diegene die daarop
niet wilde ingaan niet zouden worden ingehuurd
berust op onwaarheid. Dat 1 Maart een honderd
tal arbeiders door de Cocksdorp in optocht zijn
gegaan, is zelfs geen sprake geweest, wel
moesten de menschen zich presenteeren.
Dat de boeren de arbeiders trachten bang te
maken door dakroof, hulp van boerenzoons,
arbeiders uit de Anna Paulowna, soldaten-
overkomst, enz. is uit den booze. Neen, mijn
heer de redacteur, de boeren waren en zijn
zelfs nu nog, op enkele zenuwachtige patiënten
na, uiterst kalm. Dat de boeren een streek
zouden hebben uitgehaald is onjuist, ik denk
dat de arbeiders de nederlaag nu reeds hebben
gevoeld en velen zelf verklaren hadden wij nooit
zoo iets gedaan. Wat is echter het geval,
verleden week Dinsdag verschenen bij mij de
heeren Loerakker en van der Vall, die mij om
een onderhoud verzochten, het welk hun natuur
lijk werd toegestaan. Genopmde heer van
der Vall begon dadelijk daarop te verklaren,
dat hij veronderstelde, dat er een groot mis
verstand had plaats gehad,waarop ik antwoordde
dat het dan wel bij hen zou zitten, maar niet
bij ons, hetwelk hij mij zeer gaarne toestemde.
Nu vergissen is mogelijk, de groote Meester
Troelstra vergistte zich wel. Wel was bij ons
op onze eerste vergadering een loonstelsel aan
genomen van f 1000 en f930, maar ik heb hun
toen dadelijk medegedeeld, dat ik persoonlijk
er niets tegen had, om elke goede knecht, die
zijn loon waard was, voor 1 1000 te huren,
mits hij dan ook aan de verplichtingen daaraan
verbonden zouden voldoen.
Deze vergadering had toen dat verloop, dat
op een paar kleine zaakjes na dat wel in orde
zou komen, om dan na hun antwoord dit in
de algemeene vergadering te bespreken. Wat
is echter het geval, eenige dagen daarna ont
ving ik een schrijven, dat ze wel op het vast
gestelde loon wilden ingaan,maar de melk wilden
hebben voor 6 cent de liter en de winterwerk
dag te zetten van 's morgens 7 tof 's avonds
5 uur. Ik heb genoemd bestuur geantwoord,
dat wij deze twee punten niet loslieten, en
verder hoorden wij er niets meer van, totdat
1 Maart iedereen zijn patroon in de steek liet.
Dat er boeren zullen zijn die daarover verbitterd
waren, behoeft geen betoog. Dat er door
enkele oproerkraaiers, die men helaas op elk
gebied vindt, geschreeuwd werd, de boeren
moeten en zullen toegeven voor en aleer door
ons gewerkt wordt, liet ons werkgevers koud.
Genoemde heer van der Vall vroeg mij drin
gend of ik Woensdag een bestuursvergadering
met hem wilde houden, teneinde deze zaak zoo
spoedig mogelijk weder in orde te brengen,
waaraan door mij werd voldaan. Wij zijn toen
met besprekingen zoover gekomen, dat toch
ieder der werknemers moest getuigen, dat er
geen woordbreuk door ons had plaats gehad.Daar
onze vergadering eerst op Maandag 10 Maart
zou gehouden worden, werd ons gevraagd, of
wij dat niet op Vrijdag 7 dezer wilden en
konden doen. Door eenige hulp hunnerzijds
werd gezorgd, dat die vergadering zou plaats
hebben. Edoch wat was het geval, daar ver
schijnt ook de Texeische Courant, meldende,
dat die amechtige boeren toch zulke groote
woordbrekers waren, zelfs zoo erg, dat de
Edelachtbare Heer Burgemeester hierover zijn
verontwaardiging uitsprak. Wat natuurlijk door
den heer van der Vall aan den Burgemeester
is gezegd ligt nog in het duister, ik ben het
daarom eens met den schrijver in de Texeische
Courant van Zaterdag, dat daar meer licht in
moet komen. Nu mijnheer de redacteur, ik
zal niet meer van uwe welwillendheid vragen,
alleen dit nog
ie. is door de boeren geen woordbreuk ge
pleegd
ten 2e. ook is er niet gedreigd met dakroo-
ving, enz., (wel is door de boeren de inefk
geweigerd en met recht, daar door hen het
vee ook onverzorgd is achtergelaten)
ten 3e. is door geen enkele boer met de ar
beiders gespot en dat de gevolgen op hun
hoofden zou neerkomen is zeer onjuist, ik vrees,
dat het omgekeerd zal zijn.
Eierland, Maart 1919.
P. C. BOOGAART.
Voorz. der Werkgeversorganisatie.
In uw blad van 5 Maart j.l. komt een verslag
voor van een vergadering gehouden door de
afd. Eierland v/d Arbeiders in het Land-, Tuin
en Zuivelbedrijf.
De heer van de Vall, lid v/h Hoofdbestuur,
deelde volgens dat verslag in die vergadering
njtóejf dat hij een onderhoud met mij had gehad
en dat hem daarbij gebleken was dat ik de
houding der boeren afkeurde.
Ik acht het noodig met de meeste beslistheid
te verklaren, dat er mijnerzijds bij die bespreking
geen sprake van goed- of afkeuring van de
houding der werkgevers is geweest.
Onder dankzegging voor de verleende plaats
ruimte.
BUYSING DAMSTE, Burgemeester.