g. Van D. Lap Bz. houdende verzoek tot plaatsing van een watermolen in de tocht van de Robbekoog, met gratis aan bieding van grond voor een nieuw te graven tocht. De Voorzitter deelt mede dat het onder zoek van het Dagelijksch Bestuur aanlei ding heeft gegeven voor te stellen, afwij zend op het verzoek te beschikken. Overwogen wordt het volgendeEene belangrijke tocht wordt aan den waterloop onttrokkende tocht die het vorige jaar gegraven is, moet belangrijk verzwaard worden, en de kosten van vergraving ten behoeve eencr te stichten particuliere be maling mogen niet komen voor rekening van het Waterschaphet waterbezwaar voor het achter gelegen land wordt be- teekenend verhoogd. Algeheele bemaling van het Waterschap komt binnen afzien- baren tijd. Na eenige discussie wordt overeen komstig het voorstel van het Dagelijksch Bestuur afwijzend op het verzoek van Lap beschikt. De Voorzitter deelt mede, dat in den loop van het jaar verschillende perceeltjes grond zijn aangekocht voor verbreeding van wegen en slooten die voor 1919 voor verbreeding op de begrooting waren ge plaatst en verzocht Hoofdingelanden vast te stellen een concept-besluit, waarbij de gronden worden aangekocht voor den daarbij genoemden prijs Na voorlezing van het concept wordt het onveranderd vastgesteld. Daarna stelt de Voorzitter voor om ter voorziening in kasgeld voor 1920 eene tijdelijke leening te sluiten voor het Wa terschap tot een bedrag van f 15000.—. Overeenkomstig wordt besloten. Voorlezing wordt gedaan van eene mis sive van den polder Waal en Burg, hou dende het volgende voorstel omtrent bij dragen in de bemalingskosten van de polders, die op Waal en Burg loozen. De omslag van de bemalingskosten ge schiedt voor Waal en Burg en het Bur- ger-Nieuwland, die bij gelijke terreins hoogte, gelijke belangen hebben, bunder bundersgelijk. In de polders Koog, Everstekoog en Oerritsland en de dominale gronden be taalt de hectare 50 pCt van hetgeen de hectare land in Waal en Burg en Burger Nieuwland betaalt. Al het water dat niet aan de polders toebehoort, wordt naar denzelfden maat staf als het land aangeslagen. Voor de vaststelling van dezen aanslag is uitgegaan naar de uitkomsten van de bemalingsstudie van W. C. en K. de Wit, waarin wordt medegedeeld dat bij een regenval van 1 c.M. per 24 uur, meer dan 45 kub. M. per minuut op Waal en Burg afvloeit, terwijl in dit geval, om het over tollig water van Waal en Burg weg te malen, een vermogen van 48 kub. M. wate r noodig zou zijn. Er is meer gelet op het waterbezwaar dan op belangen bij droogligging, ofschoon niet ontkent kan worden, dat ook Koog, Everstekoog en Gerritsland bij lager peil gebaat zijn, Vermits deze missive te laat is inge komen voor behandeling door het Dage- Bestuur, stelt de Voorzitter voor haar in eene volgende vergadering opnieuw ter tafel te brengen. De heer Koning verzocht het adres nog in deze vergadering te behandelen, omdat het bemalingsvraagstuk al dikwijls ge noeg is besproken en de bestuursleden heel goed weten waar het om gaat, en omdat de zaak voor Waal en Burg drin gend is. De Voorzitter zegt: het geldt hier de portemonnaie van de ingelanden, die niet om bemaling roepen, en om nu eene be slissing te nemen zonder hen gehoord te hebben, acht ik niet gewenscht. Hoofdingelanden geven blijken van instemming. De heer Koning deelt die meening niet; hij acht het Bestuur mans genoeg over deze zaak uitspraak te doen. Het ant woord van de Koogerveldsche boeren, dat de bemaling hun geen cent waardig is, weet hij al. Spreker is er van over tuigd, dat de hoogere gronden wel dege lijk door bemaling verbeteren en stelt voor om royaal voor den dag te komen De heer A. Eelman Jbz. zegt, dat op heden de greppels van de landerijen van „Aurora" vol water zijn. Deze toestand noemt hij geen goede toestand, zijns inziens zal het Koogerveld van bemaling beter worden. De Voorzitter stelt de vraag in ver band met de eischen van Waal en Burg, of het de moeite waardig is een onder zoek te doen naar de kosten om het water van al de gronden, die op Waal en Burg loozen, bij de Waaldersluis weg te malen. Uit de discussie blijkt, dat de vergade ring van oordeel is, dat Waal en Burg het goedkooper kan doen. Ten slotte wordtin stemming gebracht: Zullen wij beslissen zonder of na de ingelanden van de Koogei polders gehoord te hebben. Besloten wordt de ingelanden te hoo- ren met 14 stemmen voor en 1 stem tegen, die van Koning. Vaststelling van het contract van pu blieke verhuring. De wijzigingen door het Dagelijksch Bestuur in het oude contract voorgesteld worden goedgekeurd. Rondvraag. De heer A. Eelman jbz. zegt, dat de koker in den dam van Gebrs. Langeveld stuk is en voorziening eischt. Onderzoek wordt toegezegd, waarna de eigenaar zal worden aangeschreven den koker te herstellen. De heer Koning vJaagt in hoeverre het billijkheidshalve is te vorderen, dat de ingelanden de tillen over den dijksloot onderhouden en bespreekt het geval van den heer D. Bakker te Helder, die aan gezegd is geworden een til te herstellen, waaraan hij heeft voldaan, doch dat zijns inziens niet billijk is, omdat het onder houd van andere tillen, b.v. die bij Dijk manshuizen bij het Waterschap thuis behoort. De Voorzitter zegt, het is zeer moeilijk op te sporen, wie de oorspronkelijke eigenaren van de tillen geweest zijn de meeste zijn door particulieren gelegd en volgens de Keur zijn de eigenaren van bruggen en tillen met het onderhoud belast. De til van den heer Bakker is nimmer door het Waterschap onderhou den, een bewijs dat zij geen eigendom, van het Waterschap is. Zoolang Hoofdingelanden niet besluiten het onderhoud van tillen of bruggen voor rekening van het Waterschap te nemen,, blijft het voor rekening van de eigenaren. De heer Koning verzoekt ophooging van een wegje achter Zevenhuizen. Onderzoek en voorziening voor het volgend jaar wordt toegezegd. De heer L. J. Roeper verzoekt een tit te mogen leggen over de tocht tusschen. het Schaar- en Klaaswater. De Voorzitter verwacht een schriftelijk verzoek aan het Dagelijksch Bestuur. Wijders verzoekt Roeper om den weg in Spang op het land van zijne zuster door te trekken tot het land van S. Eel man en hem dan weder af te sluiten zooals vroeger met een tuinwal of sloot de oude sloot is gedempt en de tuinwal geslecht. Onderzoek wordt toegezegd. De heer Jb. Boogaard vraagt naar de stormseinpalen. De VoorzitterZe worden gemaakt. De heer J. N. Kikkert vraagt naar de tocht bij Meijer Boon's bosch. De Voorzitter zegt, de aannemer heeft voor het graafwerk geen hulp genoeg kunnen krijgen en het plaatsen van hou ten schotten voor keering is voor rekening van den aannemer, omdat dit niet bij de aanwijzing is toegezegd. De heer Kikkert acht de Maandagver gaderingen, als ieder zaken heeft, niét in. het belang van het Waterschap. De Voorzitter zegt: Hoofdingelanden hebben het indertijd verzocht wanneer het zaken van administratie betreft, zoo als vaststellen van kohieren etc.dt rondvraag is dan ook gebruikelijk. Waarna de vergadering wordt gesloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1920 | | pagina 6